De luizenplaag
Langendijk,
Abbessijnsche Regeering
Knolvoet.
ziet den toestand niet
ernstig in
MOEILIJKHEDEN IN DE N.S.B.
Nieuwe aardschokken in Amerika.
Steun-actie voor en van de tuinders
in het Geestmerambacht
Verpleegster doodgereden.
Huis ingestort.
Plantenziektekundige dienst.
STRIJD IN MAKALLé EN AOESSA.
HARDNEKKIGE TEGENSTAND
TE VERWACHTEN. VERTROU
WEN IN KRACHT VAN HET ZUI
DELIJK LEGER.
Onze speciale correspondent W. F. Deedes, sein
de ons Donderdagavond uit Addis Abeba:
15.000 Italianen trekken thans door de
woestijn naar de Galli Alimelala-heuvelen in
Aoessa, die 40 mijlen ten Westen van den
berg Moessali liggen. Men is hier echter van
meening, dat het nog lang zal duren, voordat
deze opmarsch, die de bedoeling heeft de ver
bindingen tusschen het hoofdkwartier van het
centrale Abessijnsche leger in Dessié en het
Noordelijk front af te snijden, als een ern
stige bedreiging moet worden beschouwd.
Ministers, waarmede ik vandaag heb gesproken,
zijn in tegendeel geneigd deze beweging der Italia
nen toe te juichen. Zij wijzen er op, dat de marsch
plaats moet vinden door het meest onherbergzame
woestijngebied. Naar hun meening zullen de Italianen
zóó veel moeite hebben om hun lichamelijken toe
stand tegen dit ongastvrije land te beschermen, dat
de tocht veel langer zal duren dan zij hadden ver
wacht.
Om te beginnen is de hitte vermoedelijk intens.
Bovendien is het onmogelijk om in de woestijn aan
voedsel te komen en, behalve de zoutbronnen, is er
nergens water aanwezig. Dit beteekent, dat de Ita
lianen al hun voedsel uit Eritrea mede moeten bren
gen. De Assa Imaira-stammen uit het Zuiden van
Aoessa zullen vermoedelijk met hun guerilla-tactiek
voor verdere moeilijkheden zorgen.
In ieder geval is een verdere opmarsch onmogelijk,
voordat de noodzakelijke wegen zijn aangelegd. De
Italianen zijn in ieder opzicht ernstig gehandicapt en
de regeering ziet den toestand niet als bijzonder ern
stig in. 20.000 man, onder bevel van het plaatselijk
opperhoofd Dedzjasmatsj Mahammed, trekken thans
gestadig op in de richting van het Italiaansche
hoofdkwartier.
In officieele kringen alhier heeft men voldoende
vertrouwen in de sterkte der verdedigende legers in
het Zuiden om elke vrees, dat Italië via Aoessa en
Harrar een verbinding tusschen Eritrea en Itali-
aansch Somaliland tot stand zou brengen als belache
lijk van de hand te wijzen. Het nieuwe hoofdkwartier
van het Italiaansche leger is thans in de buurt van
den berg Moessali. Ik verneem, dat daar maatrege
len voor een luchthaven en voor het onderbrengen
,van tfinks en artillerie zijn genomen.
De Abessijnen vermeien zich inmiddels in de ge
dachte, dat het Italiaansche tankcorps optrekt in bij
na onverdraaglijke hitte, waartegen geen enkele
Europeaan, die niet kerngezond is, bestand heet te
zijn.
De Italiaansche opmarsch is sedert veertien dagen
begonnen.
In tegenstelling met hun vorige tactiek, bereiden
de Abessijnen er zich thans op voor hardnekkigen
tegenstand te bieden aan den eerstvolgenden Italiaan-
schen aanval uit het Noorden van Makallé. De stad
is evenals Adoea door heuvels omgeven, en is van het
Noorden uit slechts op een plaats te bereiken. De Ita
liaansche aanval concentreert zich op dat punt.
Ik verneem, dat naar schatting ongeveer 20.000 man
van Derzjasmatsj Kassa's leger uit hun posities terug
zullen trekken om de verdediging te ondersteunen,
daarbij geholpen door een tweede 20.000 man uit
Salcota. Ras Syoem en ras Kassa zullen waarschijnlijk
gelijktijdig een tegenaanval op twee fronten onderne
men in de richting van Eritrea. Er gaan indertijd
reeds verscheidene geruchten, dat deze bewegingen
reeds zijn ingezet.
De berichten voegen er aan toe, dat de voorwaar
den voor nachtelijke aanvallen buitengewoon gunstig
zijn, dank zij de nieuwe maan.
(Copyright Morningpost—A.P.N).
Vooraanstaande leden treden uit.
Naar het N.A.P. verneemt, hebben de heeren prof.
J. Hessing, Den Haag (voorzitter), ir. B. Wigersma,
Haarlem (onder-voorzitter), M. A. Henny, den Haag
(secretaris) en mr. J. A. C. P. ten Bokkel, Haarlem
(penningmeester), vormende het bestuur van de
Nederlandsche Vereeniging tot Studie van het Fas
cisme, bedankt als leden van de N.S.B. (algemeen
leider ir. A. A. Mussert.) Als reden werd ons opge
geven, dat een opbouwende samenwerking met de
in de N.S.B. leidende krachten zoovele moeilijkhe
den opleverde, dat de uitgetredenen zich niet ver
antwoord achtten om lid van de N.S.B. te blijven.
Geen ruzie, maar principieele tegen
stelling.
Naar aanleiding van dit bedanken heeft het „Hbl."
een onderhoud met deze heeren gehad.
Ir. Wigersma en mr. ten Bokkel verklaarden dat
hun uittreden niet het gevolg is van ruzie en vij
andschap, maar uitsluitend uit verschil van mee
ding over den gang van zaken voortkomt.
Verder schrijft het blad:
„De uitgetredenen zijn in hun fascistische over
tuiging op geenerlei wijze geschokt, maar zij wil
len geen Duitsch en geen Italiaansch fascisme, zij
willen onderzoeken, hoe de fascistische gedachte
in Nederland op de beste wijze kan worden ver
breid. Zij zoeken naar een vorm om het in Neder
land meer dragelijk te maken.
Daartoe is destijds ook opgericht de Nederland
sche Vereeniging tot bestudeering van het Fascis
me; het is het bestuur van deze vereeniging, dat
nu uit de N.S.B. is getreden. De groep is niet groot,
maar het zijn de menschen, of eenige van hen, die
iets anders willen, dan de leiding te Utrecht wil.
Er is aan het uittreden natuurlijk herhaaldelijk
gedachtenwisseling met de leiding voorafgegaan. De
uitgetredenen hebben hun meening steeds tegen
over de leiding uiteengezet, een standpunt, dat
trouwens uit de geschriften van irt Wigersma vol
doende bekend is. Maar de leiding te Utrecht gaat
uit van het standpunt, dat er maar één meening
is, n.1. de hare.
Op den duur was bij een zoo groot meeningsver-
schil het blijven in de. beweging niet mogelijk; ook
omdat de uittredenden de leiding niet willen be
moeilijken. Zij zullen hun werk in de studieclub
voortzetten. Men wil trachten door samenwerking
van de in Haarlem en enkele andere plaatsen be
staande gelijke vereenigingen tot bestudeering van
het fascisme te komen tot de vorming van een bi
bliotheek; er zullen lezingen en debatavonden wor
den gehouden en langs dezen weg hoopt men te ko
men tot de vorming van een groep, die in zelf
werkzaamheid getraind wordt, Aanvankelijk had
de leider der N.SB. steun toegezegd, maar die is
teruggenomen. Daarin hebben de uitgetredenen
aanleiding gevonden de N.SB. te verlaten."
Prof. Hessing deelde mede, dat de reden, dat als
lid van de N.S.B. ontslag is genomen, is, dat men
geen vertrouwen meer in de leiding van de N.S.B.
had. Verder verklaarde hij, dat hem en zijn mede
bestuursleden op het oogenblik dat het besluit viel
om het contact met de N.S.B. te verbreken, niets
bekend was van de recente gebeurtenis te Utrecht
n.1. de verzegeling van de pers, waarop „Volk en
Vaderland" werd gedrukt. Dat beide gebeurtenissen
tezamen zijn gevallen, is louter aan het toeval toe
te schrijven.
Tenslotte deelde prof. Hessing nog mede, dat het
geenszins in zijn bedoeling ligt, thans tegen de N.
S.B. actie te gaan voeren. Ook koestert hij niet het
voornemen een contrabeweging op touw te zetten.
Materieele schade aangericht.
New York: Na de aardschokken in de Noord
westelijke staten Montana en Washington is gister
morgen vroeg ook het geheele Noordoosten van de
Vereenigde Staten door een aardbeving opgeschrikt.
De schokken strekten zich uit over een gebied van
het St. Lawrence-dal tot Washington en konden zelfs
in Chicago gevoeld worden. De grootste schade heb
ben zij aangericht in de staten van Nieuw-Engeland,
waar zij een volle minuut duurden. De materieele
schade is nog niet te overzien, doch moet zeer groot
zijn geweest-
De aardschokken, die eergisteren het Noordwesten
hebben geteisterd, hebben een tweede slachtoffer ge-
eischt De in dit gebied veroorzaakte materieele scha
de wordt op ongeveer vijf millioen dollar geraamd.
JIMMY WALKER TE NEW YORK TERUGGEKEERD.
New York: De vroegere burgemeester van
New York, Jimmy Walker, is, na een driejarig ver
blijf in Europa, met zijn vrouw te New York terug
gekeerd, waar een geweldige menigte hem hartelijk
verwelkomde.
Zooals dat bij de aankomst van populaire mannen
in Amerika de gewoonte is, moest Jimmy voor de
microfoon zijn meening zeggen over verschillende
toestanden.
Na 5 jaar van chronische spit
Nu voor goed vrij van pijn
Vijf jaar leed hij ondragelijke rheumatische pijnen,
nu eindelijk is hij weer in staat het leven van den
zonnigen kant te zien. Lees slechts zijn brief:
„Ik heb lvruschen Salts genomen in de hoop, dat
mijn rheumatische pijnen en spit zouden verdwijnen.
Deze pijnen hadden mij 5 jaren lang gemarteld. Ik
had alle mogelijke middelen geprobeerd, zonder
eenige verbetering te, bemerken, totdat men mij op
Kruschen Salts attent maakte. Reeds spoedig nadat
ik met Kruschen begonnen was, verminderden de pij
nen Ik ben nu geheel vrij van pijn en voel mij bo
vendien veel gezonder dan vroeger. Ik geniet nu een
uitstekende gezondheid en voel mij eerder 23 dan 43
jaar. Ik ben weer in staat het leven van den zonni
gen kant te zien en ik voel me zoo fit als een veu
len. G. G. te C.
Het is algemeen bekend, dat rheumatiek haar oor
zaak vindt in een overmaat van urinezuur in het li
chaam. De zes verschillende zouten, waaruit Kru
schen Salts is samengesteld, sporen lever, nieren en
ingewanden aan tot krachtiger werking, waardoor
urinezuur en andere opgehoopte afvalstoffen, die het
bloed verontreinigen, pijnloos en volkomen uit het li
chaam worden verwijderd. Vandaar, dat niet alleen
de rheumatische pijnen verdwijnen, maar ook de
geheele gezondheidstoestand bij het gebruik van de
„kleine dagelijksche dosis" Kruschen Salts enorm zal
verbeteren.
Kruschen Salts is uitsluitend verkrijgbaar bij alle
apothekers en drogisten f0.90 en f 1.60 per flacon,
omzetbelasting inbegrepen. Stralende gezondheid
voor één cent per dag. Let op, dat op het étiket op
de flesoh, zoowel als op de buitenverpakking, de
naam Rowntree Handels Maatschappij Amsterdam
voorkomt.
aan den
ZUIDSCHARWOUDE.
Donderdagmiddag had ten raadhuize van deze
gemeente een vergadering plaats van de Dagelijk
sche Besturen van de 4 Langendijker gemeenten,
Koedijk en St. Pancras, vertegenwoordigers der di
verse tuindersorganisaties in die gemeenten met
eenige leden van de Tweede Kamer, de heer Groen,
Kooiman en Lovink, benevens den vertegenwoordi
ger van den Directeur-Generaal Ir. Van de Plasse
en den Rijkstuinbouwconsulent, den heer Rietsma.
Als voorzitter fungeerde de Burgemeester van Zuid-
scharwoüde, Jhr. van Spengler, die allen hartelijk
verwelkomde en er zijn genoegen over uitsprak, dat
de aanwezige Kamerleden aan de uitnoodiging ge
hoor hadden gegeven, in het bijzonder welkom
heetende de twee laatst genoemde heeren.
De Voorzitter zette daarna het doel dezer bijeen
komst uiteen. De ramp, waardoor de tuinbouw aan
Langendijk door de luizenplaag is getroffen, is van
zoo ernstigen aard, dat hier iets moet worden ge
daan, om in den noodtoestand, daardoor ontstaan,
te voorzien. De basis, waarop de tegenwoordige
steunregeling voor den tuinbouw wordt verleend,
kan in dezen geen effect sorteeren, daar tal van
tuinders niets of heel weinig hebben geteeld. Men
heeft te voorkomen, dat die tuinders, die zoo hard
werken, naar het BA. moeten worden verwezen.
Vandaar dat het zoo gewenscht is, dat Tweede
Kamerleden, die invloed in dezen kunnen oefenen,
zich op de hoogte kunnen stellen van den ernst
van dezen door de luizenplaag geschapen toestand
Spr. komt dan op de actie, door de tuinbouwvereen.
Tuinbouwbelang alhier ontwikkeld, door te trach
ten te verkrijgen, dat de tuinders in hun eigen be
drijf te werk worden gesteld op de wijze, zooals dat
voor de z.g. proef gemeenten geschiedt, zoodat zij,
dan van de overheid een toeslag van f 5 per week
zouden krijgen. Voor de totstandkoming riep hij de
medewerking van de aanwezigen in.
De heer S. de Boer, voorzitter van De Toekomst
te Zuidscharwoude, zette daarna nog eens nader
de motieven uiteen, waarom deze vereen, die actie
op touw zette. De provinciale commissie uit de Vei
lingen met de provinciale standsorganisaties be
sloten, een afzonderlijke steun verleening voor den
getroffen tuinbouw in Noordholland te bepleiten
bij den Minister, afwijkende van de bestaande,
waarbij steun verleend wordt op het product, doch
welke regeling, nu er niet geteeld wordt, zijn doel
mist. Getracht wordt nu een regeling te krijgen,
waarbij het bedrijf wordt gesteund in verhouding
tot de einduitkomsten van het bedrijf. Deze zijn
echter eerst aan het eind van het boekjaar bekend,
zoodat het er nu vooral op aankomt, de tuinders,
die aan een eventueele steunuitkeering op de
"basis, zooals bepleit, voorafgaat. Hier is dus oogen-
blikkelijke hulp noodig en die kan, al is het dan
op sobere wijze, geboden worden door een regeling
te treffen, waarbij de tuinders in eigen bedrijf wor
den te werk gesteld als in de toeslagregeling op de
loonen in het vrije bedrijf.
De heer Lovink, lid van de Tweede Kamer, vroeg
naar den omvang van de ramp en welk percentage
ero ngeveer van een normalen oogst wordt geteeld.
Ingenieur Rietsma kan dit niet met juiste zeker
heid zeggen, noemt één, twee procent, soms wel
even meer, doch er zijn er ook, die heelemaal niets
hebben geteeld.
De burgemeester van Oudkarspel, de heer Wijn-
veldt, deelt mee, wat de gemeenteraad aldaar heeft
besloten: het te werk stellen van de gedupeerde
tuinders in de baggerregeling opgenomen te krijgen
en den Minister telegrafisch op den ernst van den
toestand gewezen.
Alle aanwezigen schepen zich thans in op 2 mo
torbooten, om een rondvaart te maken door een
gedeelte van het kooldistrict. Wat daar aanschouwd
werd, was meer dan droevig. Tal van akkers zagen
we, waar de oogst door de luizen totaal was ver
nietigd, andere waar slechts enkele goede kooltjes
een akker „ontsierden". Alles bood een troosteloo-
zen en droevigen aanblik, des te bedroevender waar
het betrof een vernietiging van ijver en arbeid der
genen, die zoo hun bestaanskansen te loor zagen
gaan.
Nadat allen weer in de vergadering waren terug
gekeerd, konden de discussies worden hervat. Wé
stippen er het volgende uit aan.
De heer Ir. Van de Plasse deelde mee, goede
nota te hebben genomen van de besprekingen. Met
eigen oogen had hij nu waargenomen, hoe ernstig
de ramp is. Hij zou niet nalaten, den Minister van
Landbouw, voor zoover hij nog niet met den toe-,
stand op de hoogte is, van een en ander op de
hoogte te stellen. Hij is van oordeel, dat er een
middel zal moeten gevonden worden om hier te
helpen.
De afgevaardigden van St. Pancras wezen er op,
dat het met een toeslag van f 5 per week, niet mo
gelijk zal zijn de moeilijke tijden door te komen.
De heer Groen verduidelijkt nog eens, welke actie
ér wordt gevoerd, ten einde bedrijfssteun te ver
krijgen en het verschil met de onderhavige actie,
die ten doel heeft, de gedupeerde tuinders te steu
nen zoolang de gevraagde steun nog niet is uitge
keerd, wat uit den aard der zaak eerst met Mei of
Juni zou kunnen geschieden. Ook wordt odor hem
op de moeilijkheid gewezen, dat deze steunvorm bij
Sociale Zaken behoort en de andere bij Landbouw.
De heer Kooiman is door de rondvaart volkomen
overtuigd van den ernst van den toestand.' Op
welke wijze er gesteund zal worden, is nog niet te
zeggen. Noodzakelijk zal het zijn een goed plan op
te stellen. Hij adviseert een schema op te maken en
dit aan beide Ministers toe te zenden en bovendien
aan de Kamerleden, die, hoewel uitgenoodigd, niet
aanwezig waren (Van den Heuvel, Duys en Wende-
laar). Al de aanwezigen en niet-aanwezige Kamer
leden kunnen dan voeling met elkander houden en
ten slotte hun gevoelens meedeelen omtrent den
toestand.
Verschillende aanwezigen hebben naar aanleiding
van het naar voren gebrachte nog het woord ge
voerd, waarbij op onderdeelen werd ingegaan en
de noodzakelijkheid werd betoogd van spoedige,
daadwerkelijke hulp, willen niet vele bedrijven ten
ondergaan. Ten slotte ging men op de idéé van den
heer Kooiman in en werd op voorstel van den
Voorzitter goedgevonden, dat een Commissie wordt
samengesteld, die een uitgewerkt plan van steun -
verleening zal opmaken en het ter kennis bren
gen bovengenoemde autoriteiten. In die com
missie zullen zitting nemen de Burgemeesters v. d.
verschillende gemeenten en-of een Wethouder be
nevens een vertegenwoordiger van ieder der tuin-
dersorganisaties.
In zijn sluitingswoord heeft de Voorzitter harte
lijke woorden van dank gesproken aan het adres
der autoriteiten, wier aanwezigenheid hij op groo-
ten prijs stelde. Hij hoopte op hun verdere mede
werking te meen rekenen en sprak de hoop uit,
dat deze bes? ingen het gewenschte resultaat
mogen opleveren.
Automobilist drie maanden gevangenis
straf.
Dc Haagsche rechtbank deed gisteren uitspraak in
de zaak tegen den timmerman M. de W.f uit Broek
op Langendijk, tegen wien door het O. M. twee maan
den gevangenisstraf met intrekking van het rijbewijs
gedurende een jaar is geëischt, ter zake dat hij op
16 Juli j.1. in de Hoofdstraat te Sassenheim met een
door hem bestuurde vrachtauto twee pleegzusters
heeft aangereden, tengevolge van welke aanrijding
zuster L. de Geus is overleden.
De rechtbank veroordeelde verdachte tot drie maan
den gevangenisstraf en tot de gevraagde bijkomende
straf.
Zeven personen bedolven.
Moskou. Nabij Nowosibirsk is tengevolge
van een aardverschuiving een arbeidershuis inge
stort. Zeven personen werden bedolven. Vier hun
ner werden gedood, de overige drie zwaar gewond.
WATERVLIEGTUIG VAN BRITSCH SLAGSCHIP
NEERGESTORT.
Londen: Uit Port Said wordt gemeld, dat een
watervliegtuig van het Britsche slagschip „Barham"
Donderdag van een hoogte van 150 meter is neerge
stort. Een sleepboot van de Suez-Kanaal Maatschap
pij kon den piloot en den waarnemer redden.
GROOT PASSAGIERSSCHIP OP KOMST.
New York: Het is mogelijk, dat de United
States Lines opdracht zal geven voor den bouw van
een groot passagiersschip, dat wat tonnemaat e.d,
betreft, overeenstemming zal hebben met de Nor-
mandië en de Queen Mary.
Onder het groote aantal koolziekten neemt de
knolvoet een niet geringe plaats in. In sommige
streken en in sommige polders behoort het telen
van kool tot de onmogelijkheden in verband met
het optreden van deze ziekte.
Wel waren verschillende middelen bekend, waar
mede zoo nu en dan en op sommige grondsoorten
redelijke resultaten bereikt konden worden, maar
de resultaten waren veelal te wisselvallig.
Onder deze middelen nam kalk gedurende vele
jaren een belangrijke plaats in. Ook hiermede wa
ren de resultaten echter niet betrouwbaar genoeg.
In sommige gevallen waren de resultaten heel
goed en in weer andere gevallen waren ze nihil.
Waaraan deze wisselvallige uitkomsten te dan
ken waren was niet bekend. Dat de zuurgraad van
den bodem een groote rol speelde nam men echter
wel aan. In onze streken behoeven wij slechts te
wijzen op de goede uitkomsten, die dikwijls ver
kregen werden door het aanwenden van slootbag
ger, waarvan men vroeger aannam, dat ze veel kalk
zou bevatten. (Later is wel gebleken, dat het kalk-
gehalte soms zeer klein kon zijn). Dat die bagger
soms betere resultaten gaf dan kalk zou wellicht
verklaard kunnen worden door de niet te gewaagde
veronderstelling, dat de kalk in die bagger in be
ter opneembaren vorm voorkwam.
Een paar jaar geleden kwamen berichten uit het
buitenland, die meldden, dat kalk, mits in onge-
bluschten toestand uitgestrooid, of in zeer versch-
gebluschten toestand, zelfs bij kléine hoeveelheden
geheel afdoende zou zijn. Toen is men weer op
verschillende plaatsen begonnen met de knolvoet-
bestrijdingsproeven door middel van kalk. Ook toen
waren de resultaten echter niet schitterend. (De
weinige uitzonderingen daargelaten).
De laatste jaren echter is men gaan pogen uit te
visschen, waar nu eigenlijk de grens zou liggen,
waarbij knolvoet bij voorkeur op zou treden en
waar de groei van de zwam die de ziekte veroor
zaakt niet meer zou kunnen plaatsvinden. Men
trachtte dus de zuurgraad te bepalen waarbij ziekte
niet meer kon optreden.Dat dit geen eenvoudig
vraagstuk is zal ieder die weieens met deze vraag
stukken te maken heeft, begrijpen. Het behoeft
dan ook geen verwondering te baren, dat de cijfers
van verschillende onderzoekers wat uiteen loopen.
Om nu hetgeen volgt te kunnen begrijpen, moet
eerst opgemerkt worden, dat men den zuurgraad
van den bodem pleegt weer te geven in cijfers. Het
cijfer 7 geeft den neutralen toestand aan. Deze
toestand, dus de neutrale, komt, zooals te begrij
pen is, in de bouwvoor zoo goed als niet voor. Wij
hebben dus te maken met cijfers boven 7 en bene
den 7. Hoe meer het cijfer boven 7 is, des te alca-
lischer de grond is en hoe meer het cijfer beneden
7 is, des te zuurder is de grond. (Dit alles is na
tuurlijk erg eenvoudig voorgesteld maar het zal
aan duidelijkheid wel niet te wenschen overlaten).
Nu wist men al wel, dat op zure gronden de
knolvoet het meeste voorkwam en men wist ook
wel, dat men door het toedienen van kalk het cij
fer, dat den graad van zuurheid aangeeft, verhoo-
gen kon. Met andere woorden, dat men door het
toedienen van kalk de zuurgraad verlagen kon. Het
leek echter niet altijd mogelijk zelfs door relatief
groote kalkgiften den grond te „genezen". Door de
onderzoekingen van de laatste jaren ls wel tamelijk
zeker gebleken, dat de geringe resultaten van kalk
giften vrijwel uitsluitend te wij ten waren aan de
omstandigheid, dat, hoewel men meende veel kalk
toegediend te hébben, toch die kalkgiften nog niet
hoog genoeg waren geweest.
Bij het toedienen van kalk dient men n.1. niet
uit het oog te verhezen, dat kalk tamelijk slecht
oplosbaar is en dat men dientengevolge grootere
hoeveelheden moet geven, dan absoluut noodzake
lijk zouden zijn, indien kalk beter oplosbaar zou
zijn. Er zijn dan ook tamelijk groote hoeveelheden
kalk noodig om het cijfer, dat de zuurgraad aan
geeft met b.v. 1/10 te verhoogen.
Het is dus zonder grondonderozek niet mogelijk
te zeggen, of reeds voldoende kalk is gegeven om
het optreden van knolvoet op een grond te voor
komen of onmogelijk te maken.
Van tevoren opgeven hoeveel kalk gegeven zal
moeten worden om het optreden van kno'.voet uit
te schakelen is ook niet eenvoudig maar toch wel
te benaderen door de deskundigen.
Zoo heeft de Commissie van Correspondenten van
den Plantenziektenkundigen dienst reeds sedert
eenige jaren een proefveld, waarop het tot nu toe
onmogelijk bleek het optreden van knolvoet te on
derdrukken. Verschillende middelen waaronder ook
kalk werden toegepast, maar knol voet bleef optre
den. Nu zijn verleden jaar echter grondmonsters
naar Groningen opgezonden en daar heeft men
toen aan de hand van de cijfers die men daar ver
kreeg bepaald, hoeveel kalk gegeven zou moeten
worden om den grond in alcalische richting zoo te
beinvloeden, dat zou kunnen worden aangenomen,
dat knolvoet niet meer zou optreden.
Hoewel nu de resultaten nog niet definitief zUn
vastgesteld, kan toch worden geconstateerd dat die
perceelen, die geen kalk gekregen hebben, ondanks
het feit, dat reeds vele jaren kool op dezelfde per
ceelen verbouwd werd, toch stukken slechter zijn
dan die, welke ook dit jaar weer kalk gekregen
hebben.
Dat de kalkgiften soms heel groot moeten zijn,
blijkt wel hieruit, dat sommige perceeltjes per H.A.
gerekend 16000 K.G. kalk gekregen hebben.
Hoe mooi de theorie bij de praktijk kan aanpas
sen blijkt wel uit deze proef. Volgens de litteratuur
zou n.1. bij een zuurgraad (pn. noemt men dat)
van 7,8 het optreden van knol voet voorkomen
worden en uit de cijfers uit Groningen bleek, dat
dit cijfer nergens op de proefperceeltjes bereikt
was (voor dat de laatste kalkgift was toegediend).
De bedoeling van dit vooruitloopen op de defi
nitieve resultaten van de proef is nu, de eigenaren
van stukken land, waarop knolvoet voorkomt, den
raad te geven hiermede rekening te houden bij het
vaststellen van hun bemestingschema en het liefst
vooraf een grondmonster ter onderzoek naar Gro
ningen te sturen.
De definitieve resultaten der proef zullen later
zeer. zeker te dezer plaatse worden gepubliceerd.
Indien hulp bij 't nemen der grondmonsters ge
wenscht is kan men zich tot ondergeteekende wen
den of tot den Rijkstulnbouw consulent. Die hulp
wordt gratis verstrekt.
De Ambtenaar bij den Plantenziekten-
kundigen Dienst.
VAN HERWIJNEN,
St.-Pancras.