Landbouworganisatie
Avondschoenen
fa* Herm* de Raat
E
conomis
che Kroniek
Zaterdag 2 November 1935.
SCHAGER COURANT.
Tweede Blad. No. 9842
jubileert
25 jaar haar mooi en
nuttig werk verricht*
Waarvan ongeveer 20 jaar
in de Zijpe.
als rem tegen verbetering van den toestand
ten plattelande.
Bally, Hirscht O
Timtur en Salamander*
Anti-Engelsche stud entenb e tooging
te Rome.
Het witte achterspatbord.
Zuster Kuilman
Een sterk, maar vriendelijk, door wind en zon ge-
teekend gelaat heette ons hartelijk welkom, toen wij
Donderdagmiddag onze opwachting kwamen maken
hij de juhilaresse van vandaag, hij Zuster Kuilman,
de wijkzuster ;van Zuid-Zijpe.
Hoe kon het eigenlijk anders dan dat een lid der
redactie van de Schager Courant eens ging babbelen
met deze beminde Zuster, nu zij het feit ging herden
ken, dat zij 25 jaar geleden haar verpleegstersexamen
deed.
Tusschen de Schager Courant toch en wijlen haar
vader, die te Nieuwe Niedorp woonde, bestonden
steeds goede relaties en het spreekt vanzelf dat wij
mede daarom ook met de dochter, die op sympathieke
wijze al jarenlang zulk mooi en nuttig werk verricht,
geheel medeleven.
Toen wij dan eenmaal in de gemakkelijke leun
stoel hadden plaatsgenomen en de eerste plichtple
gingen achter den rug waren, vernamen wij dat Zus
ter Kuilman, nu 25 jaar geleden, na haar opleiding
te hebben genoten, in het Nederl. Isr. Ziekenhuis te
Amsterdam, voor .het verpleegstersexamen slaagde.
Zij bleef nog een jaar in deze inrichting werkzaam,
waarna zij tot wijkverpleegster benoemd werd voor
de geheele Zijpe. Deze functie was toen nog geen ge
meentebetrekking, maar werd bezoldigd door de
classis Alkmaar.
Zuster Kuilman kreeg als standplaats Schagerbrug
en doorkruiste de Zijpe, dus reeds vierentwintig jaar
geleden langs de toen nog heel wat slechtere wegen.
Na ruim 5 jaar nam zij ontslag en werd al spoe
dig benoemd tot verpleegster in de Prins Hendrik
stichting te Egmond aan Zee. Zij vond hier een nog
vrijwel onontgonnen terrein, daar het verzorgen van
de zieke oudjes tot dusverre was geschied door z.g.n.
ziekenvaders, menschen met ongetwijfeld goede be
doelingen, maar zonder eenig begrip van de nieu
were ideeën over ziekenverzorging.
Na hier 3^ jaar te hebben gewerkt, en nog één
jaar als wijkzuster in Groot-Schermer te hebben ge
fungeerd, volgde, nu 14 jaar geleden, haar benoeming
tot gemeentelijke wijkverpleegster voor de Zuid-
Zijpe met standplaats St. Maartensbrug, welke func
tie zij onafgebroken heeft vervuld.
Geen stormwind of koude, geen regen of sneeuw
heeft haar kunnen weerhouden om haar zieken te
gaan vertroetelen en op te beuren. Geen moeite is
deze werkende vrouw in dien tijd teveel geweest om
anderer leed te verzachten en vertwijfelden te steu
nen.
Toen wij er onze verwondering over uitspraken
dat Zuster Kuilman dit groote gebied van vele hon
derden hectaren nog maar steeds per fiets, doorkruiste
«eide zij niet graag haar rijwiel voor een auto of an
der vervoermiddel te willen verruilen. Fietsen vind ik
een genot, zeide zij. Het geeft zoo'n rust en u zoudt
het niet willen gelooven, maar dikwijls maak ik het
bed van een patiënt op, terwijl ik kalin langs de
Zij per wegen trap.
Op onze verwonderde blik zeide de Zuster, dat de
vraag zich dikwijls voordoet: hoe een patiënt door een
andere schikking van het bed, een andere „opmaak",
wat gemak kan worden gegeven en nu lachend,
dat vraagstuk leent zich bijzonder goed om op de
fiets te worden opgelost.
Als dus de deur vari een woning, waar een patiënt
naar herstel haakt, achter de stoere verpleegster van
Zuid-Zijpe is dichtgevallen, dan blijven dikwijls haar
gedachten nog aan de lijdensponde toeven en concen
treert zich om naar vermogen hulp en verlichting te
brengen.
Hoe zij opgaat in haar werk, geen arbeid te zwaar
tilt, bleek wel uit het gezegde van haar nicht, mejuf
frouw de Graaf, die nu gedurende een zevental ja
ren de zorg van het kleine huishouden op zich heeft
genomen en met Argusoogen waakt over het wel en
wee van haar „kostwinner", zooals zij het typeerde.
„Je begrijpt het niet! Ik maak me dikwijls onge
rust als de storm buldert of een dichte sneeüwjach<
het uitzicht belemmert. Maar zij wijzend op Zus
ter Kuilman komt dan neuriënd binnen alsof hel
niets bijzonders is om als vrouw in zulk hondenweer
langs smalle binnenwegen en paadjes te fietsen."
Hier teekende mejuffrouw de Graaf zoo juist de
figuur van Zuster Kuilman.
Voor haar is het werkelijk niets bijzonders om 25
jaar lang haar moeilijk en zwaar werk te doen, voor
haar gaat dat als het ware vanzelf Deze sterke vrouw,
die nu vijf en twintig jaar lang veel van haar krach
tige persoonlijkheid heeft gebruikt om menschen
in de dikwijls moeilijkste uren van hun leven op te
beuren, om stervenden in hun laatste oogenblikken
het leed te verzachten, deze 56-jarige vouw vindt dat
allemaal heel gewoon, niets bijzonders.
Ach, zei onze gastvrouw, op onze vraag hoelang
ze dagelijks nog in de weer was, dat is moeilijk te
zeggen. Mijn instructie luidt, dat ik van 9 uur v.m.
tot 6 uur'n.m. ter beschikking moet staan, maar daar
Zuster Kuilman, zooals we haar het beste
kennen.
kan je je niet zoo precies aan houden. Dat wordt van
zelf langer als je patiënten je noodig hebben.
't Klinkt zoo gewoon, zoo vanzelfsprekend.
Dat Zuster Kuilman in elk opzicht nog „bij" is blijkt
wel uit het feit, dat ze in 1926 haar diploma T.B.C.-
bestrijding behaalde en 3 jaar geleden, die voor zui
gelingenverzorging. Voorwaar geen geringe presta
tie, als men rekent, dat zij daarvoor gedurende 28 we
ken telkens een volle dag uit haar drukke werk
zaamheden moest breken om den cürsus in Den
Helder te volgen.
Maar het was toch ook wel een fijn ritje, zei Zus
ter Kuilman met een vroolijken lach.
Dat is nu echt iets karakteristieks voor haar.
Niet zich tooien met een zwaarwichtige deftigheid
over het gepresteerde, maar lachend wijzen op den
prettigen kant, op de zonzijde.
Het was een zeldzaam genoegen zoo onder het ge
not van een heerlijke kop thee te praten met deze
vrouw van groote ervaring.
Steeds versterkte zich onze indruk, dat Zuid-Zijpe
nooit genoeg kan waardeeren de groote schat, die
ze in Zuster Kuilman bezit.
Niet alleen dat zij altijd voor ieder tot hulp be
reid is, maar zij heeft ook bij haar superieuren zulk
een vertrouwen weten te scheppen, dat zij voor haar
zieken bij de overheid steeds veel weet te bereiken.
Naast haar officieele functie is Zuster Kuilman
nog leidster van de Zondagsschool, secretaresse van
Nut en Genoegen, terwijl zij ook vooral aan het werk
der commissie voor de tocht van Ouden van Dagen
een werkzaam aandeel neemt.
Toen wij eindelijk het aardige home, waar de Zus
ter nu al veertien jaar woont, verlieten en de heftige
storm door rukken aan onze kleeren en woelen door
onze reeds grijzende haardos probeerde, of zij een
slachtoffer van ons kon maken, kregen wij nog ster
ker de overtuiging dat haar vrienden en vriendinnen
door haar huldiging slechts een zeer gering gedeelte
konden terugbetalen van al het goede dat Zuster
Kuilman in den loop der jaren aan zoovelen had ge
schonken. De menschheid en speciaal Zuid-Zijpe zal
altijd haar schuldenaar blijven.
Om te beginnen een woord tot hen, die hebben ge
meend naar aanleiding van mijn vorig artikel de pen
te moeten opnemen en hun opvattingen tegenover de
mijne te moeten stellen.
Aangezien ik op het oogenblik, waarop ik met mijn
artikel gereed behoor te zijn, nog niet alle ingezon
den stukken in mijn bezit heb, acht ik het het beste
de behandeling er van uit te stellen tot de volgende
week.
Voor heden zou ik mij een oogenblik willen bewe
gen op het terrein van een categorie van menschen,
waaraan weliswaar ook een hoofdstuk uit het Plan
is gewijd, maar die, zoo ik mij niet vergis, veel leden
telt, die er alleminst warm voor loopen. Ik bedoel on
ze boerenstand, die successievelijk verdrinkt in een
oceaan van pamfletten, circulaires en invulstaten en
die meer en meer wordt gedreven door één wensch:
Verlos ons van de voorschriften, Heer!
En geef ons onze vrijheid weer!
De directe aanleiding daartoe vind ik in een voor
stel indertijd aan minister Steenberghe gedaan ten
aanzien van de regeling van den hoterexport.
Hiervoor werd eenigen tijd geleden een commissie
in het leven geroepen, bestaande uit een zestal hee-
ren, n.1. allereerst iemand, wiens naam geen onbe
kende klank heeft, de heer van Zwanenburg, verder
de heer Louwes, Mr. Teppema, ambtenaar aan een
departement, de heeren Britzei en Geluk, respectieve
lijk voorzitter en secretaris van den Algemeenen Ne-
derlandschen Zuivelbond en ten slotte de heer Cats,
directeur van de Lijempf te Leeuwarden.
Deze commissie kwam, zonder dat dit oordeel ech
ter werd gemotiveerd, tot de conclusie, dat het wen-
schelijk moet worden geacht een orgaan in het leven
te roepen, dat beschikt over ruimere bevoegdheden,
dan de instellingen, welke thans den minister van
advies dienen over de ten aanzien van den boter-
afzet te volgen politiek. Dit orgaan blijkt dan ver
der te moeten zijn een „administratief uitvoermono-
polie."
Het F.N.Z. bestuur steunt verdere bureau
cratische ontwikkeling.
Aangezien het besluit van de Commissie werd ge
nomen met vijf stemmen tegen één, kan het wel
nauwelijks aan twijfel onderhevig zijn of de beide
leiders van den F.N.Z. verklaarden zich er voor.
Nu weten we heel goed, dat de vorming van een
uitvoermonopolie voor boter als zoodanig voor den
enkelen boer hoegenaamd geen vermeerdering be-
teekent van administratieve rompslomp. Maar eigen
aardig is een dergelijke opvatting van voormannen
uit de landbouworganisatie toch wel. Want mono
polievorming is verdere perfectie van het bureau
cratische systeem, dat door den boer, die toch de
kern is der organisatie, wordt veroordeeld.
Kennen de leiders nog de behoeften en
nooden van hun leden?
Zooals bij de ver doorgevoerde organisaties van
onzen tijd wel vaker het. geval is, staan vermoedelijk
ook hier de leiders zoover van hun volgelingen af,
dat ze ze niet meer kennen en niet meer weten, wat
onder hen leeft. Er zijn ook nog al wat schakels, die
de verbinding vormen tusschen de opperste leiding
in Den Haag en de eenvoudige plattelander. De
F.N.Z. toch heeft als leden slechts gewestelijke bon
den, de leden dier bonden zijn coöp. zuivelfabrieken
en bij die fabrieken eerst begroeten we in het lid
de boer. Of alle coöperatieve zuivelfabrieken wel
Wij brengen U de mooist verzorgde collec
tie in:
in: Goudbrocaat, Diamantstof, Zilverleer,
Crêpe de Chine, enz.
En dan die prijzen!
Reeds vanaf f 1.95 koopt U een paar van
die aardige, elegante Satijnpumps.
De nieuwste mode-noviteiten ziet u bij ons
geëtaleerd, schitterend van coupe en met
prachtige pasvorm.
Komt U eens kijken? Een dergelijke collectie
stelt niemand te leur!
Langestraat 80' Telefoon 3383 Alkmaar
Het adres voor goed passende schoenen I Vakkundige reparatie-inrichting!
buitengewoon ingenomen zullen zijn met het door de
commissie uitgebrachte advies, wagen we intusschen
ook nog te betwijfelen. De reden daarvan is, dat er
buiten de reeds genoemde organisaties nog zijn
coöperatieve zuivelexportvereenigingen, ook weer
combinaties van coöp. zuivelfabrieken. Hoewel deze
exportvereenigingen geen lid zijn van den F.N.Z.,
onderhouden ze er toch zeer enge relaties mee en ze
vertegenwoordigen, aangezien ze op de producten en
dus op het geld zitten, een aanzienlijke macht.
De coöperatieve exportvereenigingen zien
in uitvoermonopolies hun redding.
Dat deze coöperatieve exportvereenigingen wel
voelen voor een monopolie, waarin ze zelf mee kun
nen regeeren, ligt voor de hand. We leven nu een
maal in een tijd, waarin uitvoer nauwelijks meer
mogelijk is en waarin ze dus voor een goed deel
reden van bestaan hebben verloren. En hoe kan ie
mand zich zijn in gevaar gebracht bestaan beter ver
zekeren, dan door een monopolie te verwerven?
Een tegenstrijdigheid.
Men kan niet anders zeggen of de eens zoo trot-
sche landbouworganisatie doet wonderlijke sprongen.
Voor eenigen tijd waren het de gewestelijke land-
bouwmaatschappijen, die zich meenden te moeten toe-t
leggen op den verkoop van huishoudelijke artikelen,
op het oogenblik zien we een landbouworganisatie
die er toch om behoorde te denken, dat ze zich,
zoolang haar leden nog steuntrekkend zijn, niet op
gebieden behoorde te bewegen, die buiten haar eigen
lijke opgave liggen rondloopen met plannen voor
een agrarisch dagblad. Dit laatste zal overigens bin
nen de kringen van een andere organisatie die der
arbeiders nog wel wat stof doen opzwaaien, want
vergissen we ons niet, dan zijn onze loodzwaar ge
organiseerde agrariërs van plan zich te bepalen tot
ongeorganiseerd drukkerij-personeel. Natuurlijk we
gens de kosten. En. we zullen er wel niet zoo heel
ver naast zijn, wanneer we denken aan de kat, die
in 't nauw zit.
Dit te werk stellen van ongeorganiseerd personeel
bewijst intusschen duidelijk, dat het ideëele, waar
op de landbouworganisatie vroeger zoo prat placht
te gaan, successievelijk is verdwenen. En dat nog
slechts is overgebleven het. eigenbelang.
Wiens eigenbelang echter?
Vroeger was het dat der aangesloten leden. Of dat
nog zoo is? Ziet het er niet naar uit of dit oorspronke
lijk eigenbelang op den achtergrond is geraakt en
of daarvoor in de plaats is gekomen het eigenbelang
der organisatie als lichaam. Het eigenbelang van de
organisatie, die zijn bestaan wil rekken en die daar
voor moet vechten, omdat ze haar feitelijk doel en
daarmee haar bestaansrecht heeft verloren?
Wat, zoo zou men kunnen vragen, kunnen de
boeren nog verwachten van een organisatie, die haar
tijd noodig heeft met het zoeken naar eigen doelstel
lingen?
Een weinig overdreven, zullen sommigen misschien
zeggen. Maar de.feiten wijzen er toch op, dat het reeds
vrij ver in de door mij aangegeven richting is gegaan.
Te ver!
Alles wat verstart is een rem.
Wat de moraal van dit artikeltje is?
Deze: Dat een bepaalde organisatie soms haar uit
stekende zijden mag hebben, dat er tijden kunnen
komen, waarop ze een rem is om te komen tot an
dere toestanden, die als beter worden beschouwd.
Vereenigingen, opgericht in tijden, waarin export
en import met den dag toenemen cn ten doel heb
bende deze te bevorderen, verliezen hun bestaans
recht, wanneer uit- en invoer worden stilgelegd. Or
ganisaties, opgericht in perioden, waarin afzetmoge
lijkheid bestaat voor onbeperkte hoeveelheden en be-
oogende de opbrengsten betrekkelijk steeds meer te
verhoogen, verliezen hun zin, naarmate ieder meer
denkt, aan beperking.
Ze dienen dan te worden veranderd of te wor
den opgeruimd. Geschiedt dit niet, dan houden ze
de verbetering tegen. En de boer, die zich er toch
achter blijft stellen, zal zelf mede schuldig zijn aan
het uitblijven van de vrijheid, waarnaar hij zoo vurig
zegt te verlangen.
Rome: Donderdagavond is het te Rome opnieuw
tot anti-Britsche betoogingen gekomen. Bij de optoch
ten van studenten moesten Engelsche producten en
opschriften het ontgelden. De studenten hadden het
vooral gemunt op een in de hoofdstraat van Rome
gevestigd café, waarin Engelsch gebak en dranken
verkrijgbaar zijn.
Toen de studenten deze inrichting binnendrongen,
werden alle flesschen whiskey en ook Fransclio li
keuren zo snel mogelijk verwijderd.
De studenten rukten biljetten van de muren,
waarop „icecream" stond en eischten op stormachti
ge wijze, dat alle Engelsche artikelen uit de winkel
kasten zouden worden verwijderd. Het is daarbij tot
vechtpartijtjes gekomen tusschen het personeel van
de zaak en de steeds wilder wordende jongelieden.
Ten slotte werd de wensch der studenten ingewilligd,
die vervolgens tevreden aftrokken.
Moet volgens de Groningsche rechtbank
zoowel overdag als 's avonds worden
gedragen.
De rechtbank te Groningen heeft uitspraak ge
daan in de zaak tegen den rijksklerk eerste klas bij
net kantongerecht te Groningen, A. H. E., die zich
heeft laten verbaliseeren voor het rijden op een
waarvan het achterspatbord niet wit was. De
rechtbank kon zich niet vereenigen met de opvat-
PlnfLvan verdachte E., dat de nieuwe bepaling be
treffende het witte spatbord aan art. 59 toegevoegd
dient tot aanvulling van de voorschriften voor het
gebruik van het rijwiel uitsluitend tusschen een
nalf uur na zonsondergang en een half uur voor
•zonsopgang. Zij meent, dat het hier een nieuw
voorschrift betreft, geldende zoowel voor overdag
als 's nachts. Zij acht de overtreding daarvan be
wezen. Verdachte heeft h.i. een strafbaar feit ge
pleegd. Daar verdachte echter de vervolging zelf
heeft uitgelokt, meent de rechtbank, dat hem geen
straf moet worden opgelegd.