De huldiging van Zuster Kuilman De Askari's. Ü!T 5 -> Dg OMGEVING Z IJ PE Do jubileumdag van Zuster Kuilman, de dag waarop zij liet feit herdacht dat ze vóór 25 jaar haar verpleegstersexamen deed, is voor haar en de haren wel een bijzonder groote feestdag geworden. Maar niet alleen voor de jubilaresse en hare fami lieleden, doch ook voor de vele personen, die getuige nis kwamen afleggen van hun groote waardeering en dankbaarheid jegens „de Zuster" die in deze kwarteeuw zoo onnoemelijk vee' leed heeft verzacht. Van de gelegenheid, die Zuster Kuilman heeft ge boden om haar tijden# een receptie te complimen teeren of te feliciteeren is dan ook wel een groot, zeer groot gebruik gemaakt Do gewoonlijk reeds fraai versierde zaal van den lieer P. Kossen te St. Maartensbrug zag er nu, door de schat van bloemen, die waren en werden aange dragen, recht feestelijk uit, Voor het tooneel, ter volle breedte daarvan, ja, van verlengstukken voorzien, was het groot aantal bloemstukken op een lange tafel geplaatst. Daar prijkten ze in volle schoonheid de bewijzen van lief de en dankbaarheid, de bloemstukken van „De be- grafenisvereeniging „De laatste Eer", de Witte Kruis- afdeeling, de Vereeniging tot behartiging van de al- gemecne Belangen in de Zijpe te Schagerbrug, de Vereeniging Ziekenhuisverpleging te St. Maartens brug e.o., de Vereeniging „Nut en Genoegen", van Dr. Schmidt, fam. Dekker, Dr. van der Sluis, de Wijkverpleegsters te Alkmaar, familie Lienesch, fam. J. Nieman, fam. Helder—Kuilman, Jb. de Moor enz., enz, terwijl talloos vele andere felicitaties in den vorm van telegrammen en kaartjes, door de post ten huize van de Zuster waren bezorgd. Steeds meer personen kwamen de jubilaresse des middags in genoemde feestzaal feliciteeren, verte genwoordigers, van diverse colleges en vereeniging, in al hun deftigheid, maar ook eenvoudige oudjes, die persé door hun aanwezigheid nu eens uiting wilden geven aan hun groote \vaardeering voor het geen Zuster Kuilman voor hen deed. Was daar niet „Ma", het vrouwtje, dat zich door de lange rij van bezoeksters en bezoekers een weg wist te banen, tot de plaats waar de jubilaresse gezeten was en die daar met een hartelijk „Hier ben ik, Ma", door de Zuster werd ontvangen, en was daar niet een oude man, die zich niet in staat gevoelde om zelf het woord te voeren, doch die een „goede buurman" aan klampte en dezen verzocht de Zuster uit zijn naam hartelijk te bedanken voor wat zij voor zijn vrouw, die reeds jaren aan het ziekbed was gekluisterd, had gedaan en voor welk echtpaar Zuster Kuilman was geworden een huisvriendin. Werkelijk treffende momenten waren dat, menige traan werd weggepinkt, en het was de Zuster aan te zien hoe prettig zij die groote belangstelling vond, hoe dankbaar zij was voor al die bewijzen van aan hankelijkheid en respect. Van de aanwezigen noemen we: de beide wethou ders, de heeren Van der Sluijs en Nannis, de heer Jb. de Moor, oud-burgemeester, voorzitter van Het Witte Kruis, de heer en mevrouw J. A. de Boer, de heer en mevrouw Oterdoom, de heer en mevrouw A. Klerk, burgemeester van Sint Maarten; de beide ge- meentegenecsheeren van Zijpe, Dr. A. L. v. d. Sluis te Schagen, de heer en mevrouw H. S. Eriks enz. enz. Door ongesteldheid was Burgemeester Breebaart af wezig, doch zijn echtgenoote gaf door haar aanwe zigheid eveneens blijk van hunne belangstelling en medeleven. De heer W. Blaauw heette de aanwezigen, namens de jubilaresse van harte welkom en sprak er zijn .vreugde over uit, dat deze onderscheiding „onze" Zuster, wier werkzaamheid en karaktereigenschap pen dezen dag op zoo juiste wijze door de Schager Courant in 't licht waren gesteld, te beurt viel. Het deed hem groot genoegen dat Zuster Kuilman op haar 25-jarigen jubileumdag zooveel belangstelling mocht ondervinden en hij hoopte van harte dat de jubilaresse een zeer prettige herinnering aan dezen dag zal behouden. Spr. stelde voor een dronk te wij den aan het welzijn van Zuster Kuilman. Van harte stemde men daarin mee en weldra klonk het „Lang zal zij leven" spontaan door een ieder meegezongen en nog menigmaal weerklonken die woorden op de zen middag. De woordvoerders. Als eerste spreker stond de heer G. van der Sluijs op, die mededeelde, hoe zich een klein comité had gevormd, (we ineenen hier in 't bijzonder te mogen noemen de hoeren Blaauw en Grin) en op wiens verzoek de heer Mr. D. Breeba.art het woord zou voeren. Door ongesteldheid is deze verhinderd en dat is de reden dat spr. hier nu het woord voert, Dat de jubilaresse in zoon blakende welstand in ons mid den is, stemt ons, zegt spr., tot groote dankbaarheid. Ongetwijfeld zal het haar blij te moede stemmen zoo n groote belangstelling te ontmoeten. Spr. roemt dan de liefde van haar voor haar werk, haar plichts gevoel en de opvatting van haar taak om daar waal leed was, pijn en zorg, hulp te verleenen, een pres tatie, die op dezen dag gaarne wordt gewaardeerd en herdacht. Spr. schetst de groote beteekenis van dit ambt, hoe in een gezin waar de hulp van de Zuster noodig :s, alsom nevel is, in en om het huis, maar welke nevel reeds spoedig optrekt als de zuster binnen komt. Namens het gemeentebestuur betuigt spr. groo te erkentelijkheid en waardeering voor deze wijze waarop Zr. Kuilman gedurende 14 jaar als gemeente ambtenares werkzaam is geweest; nooit anders dan uitingen van lof voor Uwe toewijding, geen enkele klacht. Namens de gemeente, ja namens de burgerij, hartelijk dank daarvoor. Spr. deelt dan mede, dat het comité te St. Maartens brug gepoogd heeft bij deze gelegenheid een stoffelijk blijk van waardeering aan te bieden, hoe alle bur gers in de Zuid Zijpe in de gelegenheid werden ge steld, door de meest geringe bijdrage daaraan mede te doen, en dat ook algemeen gedaan hebben. Na mens dat comité biedt 'spr. dan ook een schilderstuk „Avondstemming'" van den St. Maartensbrugger kunstschilder J. Vcuger aan; het tweede geschenk zal zijn een album, waarin alle geefsters en gevers hun handteekening zullen zetten. Maar spr. doet uitko men, zooals de Schager Courant zoo terecht aan het slot van het artikeltje schreef, „met al onze waar deering en stoffelijke blijken, blijven wij bewoners van Zuid-Zijpe uw schuldenaren, Zuster." (Teekenen van instemming.) Tenslotte, zegt spr., hopen wij dat u nog jaren uw liefderijk werk zult mogen verrichten, met dezelfde liefde en toewijding, tot zegen van de bewoners van Zuid-Zijpe, tot zegen van de lijdende menschheid! Met een daverend applaus stemden de aanwezigen met deze woorden in. Do heer Jb. de Moor, voorzitter van het Witte Kruis, biedt namens deze afdeeling een zeer fraai bloemstuk aan en een bloemstukje van zich zelf. En spr. doet hierbij uitkomen, dat deze bloemen niet Worden gegeven uit gewoonte of als een beleefdheids vorm, maar dat ze worden gegeven als uiting van op recht respect voor de liefdevolle verzorging en op passing. Bij ondervinding weet spr. dit, want spr. zal nooit vergeten de toewijding van Zuster Kuilman, aan zijn overleden vrouw ten deel gevallen. Waar een dok ter eens tot spr. zou zeggen, dat ér veel liefdezusters zijn, maar dat niet alle liefdezusters lieve zusters zijn, zegt spr. dat Zuster Kuilman altijd is geweest een „lieve Zuster" en dat is ze jegens alle haar patiënten. Doe uw werk nog lang, nog vele jaren, maar denk ook om uzelf, denk erom op tijd uw welverdiende rust te gaan genieten! De heer W. Blaauw, die aanstonds zijn ambtsbezig heden weer zal moeten hervatten, doet uitkomen dat als Zuster Kuilman vandaag eens nagaat wat zij ge durende het 25-jarig tijdvak heeft meegemaakt, zij dan met ware en warme dankbaarheid in 't hart, met dankbare zelfvoldoening op haar werk zal mogen te rugzien. Spr. hoopt dat zij na dezen dag met dezelfde blijmoedigheid en liefde haar werk zal voortzetten. Hij biedt vervolgens namens „De Laatste Eer" en „Nut en Genoegen" bloemen aan, met hartelijke woor den van dank voor hetgeen de Zuster voor deze ver- eenigingen deed. Dr. Van Slooten zal niet herhalen de goede hoe danigheden van de jublilaresse, die door andere spre kers reeds in 't licht zijn gesteld, maar hij wil zijn dank betuigen voor de buitengewone samenwerking. Een bekwame Zuster naast een jong medicus is van zeer groot belang. De heer Dr. Oterdoom dankt namens zijn vrouw en kinderen voor den prettigen omgang met Zuster Kuilman en zegt dat wij allen hier zijn gekomen om haar op dezen jubileumdag te laten zien welken uitleg wij geven aan haar „dienen", het dienen van het be lang der zieken. Spr. wil in 't publiek zeggen, hoe groot de samenwerking tusschen de jubilaresse en spr. als medicus is geweest en wijst dan ook op de groote beteekenis, de groote waarde van een bekwa me, groote ervaring rijke verpleegster. Namens zijn echtgenoote biedt spr. een zilveren theelepeltje aan met het wapen van Hilversum en zooals vanzelf spreekt, doet hij dit souvenir vergezeld gaan van de hartelijkste gelukwenschen. De heer H. S. Eriks, zegt hoe hij met den heer Blom deel heeft uitgemaakt van het klein-comité voor Petten en hoe spontaan een ieder heeft mee gedaan aan de inzameling voor het aan te bieden cadeau. De wijze waarop de Zuster, voor driekwart dokter, haar taak in dat gedeelte van de Zijpe heeft gedaan, is boven alle lof verheven en spr. dankt haar daar hartelijk voor. Ds. Witkop doet ook uitkomen hoe het werk van Zuster Kuilman wordt geapprecieerd en hoe zij als leidster van de Zondagsschool ook veel liefde voor de kinderen topnt, een liefde die wederzijds' valt te constateeren. Spr. uit de beste wenschen voor de toekomst. Zuster Kuilman neemt dan, omdat sommige per sonen zich opmaakten om te vertrekken, zelf het woord en dankt de sprekers voor de vriendelijke hartelijke woorden, Alle sprekers afzonderlijk be antwoorden, zegt de jubilaresse, ik kan het niet, maar het werk dat ik heb gedaan heb ik kunnen doen, door de prettige medewerking die ik van al len heb ondervonden. Overal was het pad geëffend. En het werk dat ik deed, deed ik met veel pleizier. Maar zoo'n prestatie is 't toch ook weer niet ge weest. De heer Jb. de Moor zegt dat de aanwezigen dit laatste niet acepteeren. De prestatie was buiten gewoon groot, de liefde voor uw vak, de zorg voor uw zieken, zij hebben altijd onze groote bewonde ring gehad. Met het schilderstuk is de Zuster zeer blij, want het is altijd een wensch van haar geweest in het bezit te komen van een schilderstuk van Veuger. En een album met de handteekeningen van de geef sters en gevers, graag zal zij het ontvangen. Prof. M. F. Visser, Wageningen, zwager van Zus ter Kuilman, zegt dat hij is oer-Westfries, met den klemtoon op oer, want de Zijpenaren zijn dat niet, doordat zij wonen aan den anderen kant van den dijk. Spr. zegt dat hij en de overige f amiliele- den zich zoo dikwijls hebben afgevraagd waarom zijn schoonzuster toch steeds bleef hangen in de Zijpe, waarom zij niet kwam in Westfriesland, in Nieuwe Niedorp of omgeving. Maar vanmiddag is ons de oorzaak daarvan duidelijk geworden. Het komt door de groote waardeering die zij voor haar werk van de Zijpenaren ondervindt. Voor deze groote waardeering dankt spr. namens de overige familieleden, het geheele aanwezige gezelschap. Dan voeren nog het woord de heer H. Rezelman namens de Vereeniging tot behartiging van de al- gemeene belangen van Zijpe, te Schagerbrug, de heer A. Klerk, burgemeester van St. Maarten, die wijst op de beteekenis van de wijkverpleging en die den Zijpenaren gelukkig prijst met het bezit van zulk een wijkverpleegster, de heer Ds. Witkop, die namens den heer Goudsbloem hartelijke woorden van dank zegt voor den grooten steun die dit ge zin van haar mag ondervinden en waar Zuster Kuilman een huisvriendin is geworden. Door den heer G. van der Sluijs wordt dan nog gesproken als voorzitter van het Burgerlijk Arm bestuur, terwijl tenslotte de heer Dr. Oterdoom, de huisgenoote, ae verzorgster van Zuster Kuilman, in dit jubileumfeest betrekt, juffrouw de Graaf, de stille kracht. En dan, dan is het oogenblik aangebroken dat voor ons het einde van dezen feestdag bij uitne mendheid beteekent, een feestdag die bij Zuster Kuilman, hare familieleden en vele dankbare pa tiënten in aangename herinnering zal blijven. OUDESLUIS. Naar wij vernemen is aan den aannemer K. Kreijger opgedragen het bouwen van een nieuw woonhuis voor rekening van den heer Jb. Nannis alhier. 'T ZAND. Ongeval. Tijdens spel met zijn makkertjes is het pl.m. 5- jarig zoontje van den heer S. Zwaan te Kolksluis dusdanig ongelukkig gevallen dat hij een arm brak. Op advies van Dr. Boerma is het ventje naar het Ziekenhuis te Alkmaar vervoerd ter verdere -be handeling. LANGEND IJ K Wenschen Inzake den uitvoer naar Duitschland. Het Centraal Bureau van de Veilingen in Neder land heeft zich met een uitvoerige nota tot den Mi nister van Landbouw gewend in verband met de on derhandelingen, welke binnenkort zullen worden ge voerd tusschen de Nederlandsche en de Duitsche re- geering over een Handelsverdrag voor 1936. Ver schillende wenschen worden daarin naar voren ge bracht. Op grond van de onaangename ondervindin gen van de gevolgen der invoering van het stelsel der „Devisenbescheinigungen", de herhaaldelijk in den loop van he.t jaar ontstane stagnatie in den ex port naar Duitschland, doordat de Devisenbescheini gungen, zonder welke practisch geen invoer in Duitschland kan plaats hebben, njet tijdig onder de Duitsche importeurs waren verdeeld of door andere oorzaken, wordt den Minister verzocht te willen be vorderen, dat ten aanzien van versche groenten, fruit en vroege aardappelen in 1936 ook de administratie der Duitsche be t a 1 i n g s-contingenten aan de Nederlandsche Regeering wordt toevertrouwd, gelijk thans reeds ten aanzien van de gewichts contingenten het geval is. Verder wordt uitvoerig gewezen op de oorzaken van de niet-uitputting van het toegestane uitvoer- contingent voor sluitkool en voor eprüitkool, Ten aanzien van het verdragscontingent van sla wordt er op gewezen, dat dit voor April en Mei 1935 werd vast- steld op DOOO-JW ivg. Ter betaling dezer hoeveel heid werd echter slechts een bedrag overeengekomen van M. 1.852.800, waarvan zelfs nog een gedeelte voor Juni moest worden gereserveerd, terwijl de uitvoer waarde van sla in het tweede kwartaal van 1934 had bedragen M. 3.535.000. Voor de betaling van het sla- contingent in het tweede kwaJ"taal van 1935 was dus slechts de helft beschikbaar van het bedrag, hetwelk in 1934 noodig was geweest. Het kan dan ook geen verwondering wekken, wordt in de nota gezegd, dat dit betalingscontingent, het welk voor drie maanden was vastgesteld, reeds na drie weken was uitgeput en het verdragscon tingent ad 9000000 kg. nauwelijks voor de helft kon worden benut. Verzocht wordt daarom een aanzien lijke verhooging van het betalingscontingent voor het tweede kwartaal 1936. Met betrekking tot den export van vroege aard appelen wordt den Minister dringend verzocht, te willen bevorderen, dat voor 1936 aan den onjuisten maatstaf 10 pet. van den gemiddelden invoer in Juli 1931 en 1932 een einde wordt gemaakt en dat bij de a.s. onderhandelingen over een handelsver drag over 1936 voor vroege aardappelen een contin gent wordt overeengekomen, hetwelk in verhouding is met onzen bealngrijken export in normale jaren, nl. in de jaren vóór 1931. Uit den aard der zaak zal in verband daarmee een betalingscontin gent dienen te worden vastgesteld, dat met het nieuw te bepalen gewichtscontingent voor vroege aardappe len overeenstemt. Bepleit wordt verder, dat in het belang van den Nederlandschen tuinbouw ten aanzien van alle soorten groenten en fruit het in 1936 te betalen Duit sche invoerrecht te voren met de Duitsche regeering wordt overeengekomen. Verder wordt er op gewezen, dat door de aanzien lijke prijsdaling, welke de laatste jaren voor onze groenten en fruit heeft plaats gevonden, de Duitsche invoerrechten, ook die, welke in het Duitsche-Ne- derlandsche handelsverdrag zijn overeengekomen vaak zeer drukkende belastingen op onzen uitvoer zijn geworden; herhaaldelijk maken zelfs de verdrags rechten een belasting uit van 100 tot 200 pet. der vei- lingwaarde. Aan de hand van verschillende produc ten komkommers, tomaten, peen, uien wordt dit verduidelijkt en aangetoond. Daarom acht de no ta het noodzakelijk, dat de Duitsche invoerrechten op een belangrijk lager peil worden overeengeko- men. j Nog wordt op grond van verschillende cijfers de wenschelijkheid aangetoond, dat bevorderd worde, dat de berekening van de betalingscontingenten als basis een ander en wel een vroeger tijdvak wordt aan genomen, dan het tijdvak 1 Juli 193330 Juni 1934, dan wel, dat aan groenten en fruit een hooger percentage van de uitvoerwaarde over genoemd tijd vak wordt toegekend dan aan de producten uit groe pen, waarvoor het basistijdvak buitengewoon gunstig is. Tenslotte wordt er op gewezen, dat uit de cij fers van uitvoer van groenten en fruit blijkt, dat deze de laatste jaren ruim 11 pet. van den totalen uitvoer is, en dat die uitvoer dus van groot belang is voor de algemeene Nederlandsche volkswelvaart. NOORDSCHARWOUDE. Sjoelsport. Ie klasse* A. KramerP. Koeman 1415 13651230. P. Visser—P. Nieman 14—1—5 1599—1424. M. SloovisG. van Rijn 515 13161380. E^Bo^ Sr.'—D. Drost 10—10 1228—1210 J. DuyvisP. Veen 16—4 1564—1287. P. Kat—A. Kroon 10—1—9 1692—1642 G. SmitJ. H. de Laat 17—3 1390—1238 J. Peetoom—P. Pool 14—1—5 1637—1505. D. PeetoomJb. Peters 119 11241136. H. OudshoornJ. Smit 010 10031048. H. LichtenbergJ. van Dort 4313 8181019. G. AmelingJ. Beenken 5114 12*061223. D. Man—P. Smit 4—16—x 1015—1227. Oeli Wocli Polli Wob Moeli Boeli nopsasa.... Gloriana zingt een lied. Wat ze zingt versta ik met, 'tb een lofzang.want ik hoor als refrein steeds /7 Sneeuw witgloor. De dienstbode van den heer H. D. viel uit de zol derdeur, waarbij zij met het hoofd op de steenen vloer terechtkwam. Met sterk gezwollen hoofd bleef zij bewusteloos liggen. Bij het ingestelde onderzoek van den geneesheer bleek dat het meisje, de 14-ja- rige J. de Kr., een hersenschudding en een gebroken pols had opgeloopen. Wielrennen. De ren- en tourvereeniging Onderling Genoegen hield Zondag de derde rit voor" de najaarscompetitie voor de juniores, n.1. een sprint over 500 M. De uit slag hiervan was als volgt: 1. E. Bos, 2. C. Groen, 3. K. Heidsma, 4. H. Groen, 5 en 6 Gebr. Zeegers. De totaaluitslag van de com petitie voor de juniores was hierna: 1. E. Bos, Noord- scharwoude 15.5 punt; 2. P. Zeegers, St. Pancras 11.5 p.; 3. C. Zeegers, St. Pancras 10.5 p., 4. Cs. Groen, St. Pancras, 8 p. Voor de A en B-klasse werd eveneens de derde rit verreden der najaarscompetitie. De uitslag was als volgt: 1. J. Boon; 2. M. Schagen; 3. M. Strijbis; 4. H. Quant; 5 en 6 Mayer en P. Kort. De totaal uitslag van de A en B klasse was hierdoor als volgt geworden: 1. M. Strijbis 14.5 punt, 2. M. Schagen 13.5 p., 3. J. Boon 13 p., 4. H. Quant 8.5 p. Medegedeeld werd, dat de op de nummers 1318, 1319, 1043, 1306, 628 en 1343 gevallen prijzen van de O.G.-verloting nog niet waren afgehaald. Nog een maand zijn ze ter beschikking der winnaars. ZUIDSCHARWOUDE. In een gecombineerde vergadering van de vooruit strevende en soc.-dem. raadsfracties is unaniem be sloten, bij den gemeenteraad een voorstel in te dienen tot reorganisatie van het Burgerlijk Armbestuur in Maatschappelijk Hulpbetoon. Volgens het vastgestelde reglement zal het bestuur uit 5 leden bestaan, waartoe een wethouder, een raadslid en 3 leden uit de verschil lende groepen der burgerij zullen behooren. „Op Maat" krijgt de Nat. Kolfwedstrijden het volgend jaar niet. Bij het bestuur van de Kolfsociëteit Op Maat !s op haar verzoek aan die te Koog aan de Zaan, om te verwisselen in het ontvangen van de Alg. Verg. en de Nat. Kolfwedstrijden van den Ned. Kolfbond, een afwijzend antwoord gekomen. Unaniem is in de ver gadering besloten., daarop niet in te gaan en werd zelfs geen gelegenheid gegeven tot een conferentie om het verzoek nader toe te lichten. INHEEMSCHE SOLDATEN IN HET ITALIAANSCHE LEGER. Gelijk bekend bestaat het Italiaansche le ger voor een gedeelte uit inboorlingen. (Van een specialen V.D.-correspondent.) Zoowel wat hun aantal als wat hun dapperheid in het gevecht betreft, spelen de inheemsche Askari's die een groot gedeelte van het Italiaansche leger vormen, een belangrijke rol. De meeste van hen zijn van hetzelfde ras en van dezelfde godsdienst als de Abessiniërs en hebben ook dezelfde zeden en gebrui ken als hun zwarte broeders aan den anderen kant. Maar aan hun loyaliteit twijfelen de bevelvoerende Italiaansche officieren niet in het minst. Een van de Askari-commandanten verklaarde mij, dit voor Europa eenigszins merkwaardige feit met de volgende woorden: „De Askari's staan schouder aan schouder naast diegenen, van wien zij hun sol dij ontvangen. In dit deel van de wereld bestaat geen ontwikkeld nationaliteitsgevoel." En inderdaad sluipen nog heden veel Abessiniërs tusschen de voorposten door en trachten bij de As kari's dienst te nemen. Gisteren nog sprak ik aan het front met een van deze menschen, De man zag er uitgehongerd uit en was slechts gekleed met eeni- ge vodden. Hij verklaarde gehoord te hebben, dat de Askari's per dag veel lires ontvingen en daarom wilde hij in deze troep komen. Even bekend als om hun soldateske eigenschappen, zijn de Askari's om hun bescheidenheid. In hun nor male doen hebben zij zeer weinig voedsel noodig. Per dag een rond brood, ongeveer zoo groot als een me loen, dat gebakken wordt door dat men een heete steen, zoo groot als een citroen, er in steekt. Voorts eten zij wat gierst, en, wanneer ze het krijgen kun nen, wat niet al te dikwijls voorkomt, ook vleesch. Dit wordt in reepen van het nog warme lichaam van het geslachte dier afgesneden en rauw verslonden. Op veldtochten nemen de Askiri's ook vaak stukken vleesch, die in de openlucht gedroogd worden, als proviand mede. Slechts weinige van deze pretentielooze, den dood verachtende krijgers, meten minder dan 1.80 meter, ja, ik heb onder hen reuzengestalten gezien, die twee meter en meer lang waren. Allen zijn ze mager, met dunne beenen, zonder een ons overtollig vleesch; kool zwart en de andere zoo vaak voorkomende kleur- schakeeringen, zijn bij hen niet voorhanden. Zij heb ben steeds hun families bij zich; alleen in het open veld moeten deze achterblijven. Evenals hun Abessinische broeders zijn ook de Askaria's Koptische Christenen of Mohammedanen; ook eenige heidenen bevinden zich onder hen. In dienst bestaat er tusschen Christenen en Mo hammedanen geen verschil; beiden verlangen echter in de uitoefening van hun ritueele ceremoniën vrij heid en in het bijzonder de Mohammedanen zijn er op gesteld, dat het voor hen bestemde slachtvee door een moslem, met inachtneming van alle religieuze voorschriften, gedood wordt. Zij weigeren vleesch te eten van een op andere wijze dan dóór halssnede ge dood dier, of van dieren, die door christenen of hei denen geslacht werden. Heel trotsch zijn de Askari's op hun pittoreske uni form. Als hoofdbedekking dient een roode fez, onge veer een voet hoog, met lange, afhangende bontge kleurde kwast. Te velde dragen zij er een khaki-over- trek omheen, omdat de fez anders voor de vijandelijke scherpschutters een te mooi mikpunt zou zijn. Som mige Askari's dragen wijduitstaande rijbroeken, ter wijl andere slechts van een kort broekje voorzien zijn. Om de beenen worden linnen banden gewik keld, terwijl de voet onbekleed blijft. Sommige As kari's dragen sandalen. Over het algemeen is de huid van een Askari-voet zoo hard als zoolleer. Ik sloeg eenige duizenden van deze soldaten, tijdens een fak keloptocht gade. Zij droegen fakkels bestaande uit takken en stukken brandhout. De straat was al spoe dig bezaaid met gloeiende en brandende stukken hout, maar deze kerels liepen op hun bloote voeten, alsof zij op een parketvloer marcheerden. De soldij der Askari's bedraagt twee lire per dag en wordt bij langeren diensttijd verhoogd tot drie lire. Voorts ontvangen zij nog bijzondere toelagen voor speciale taken, zoodat sommige Askari's wel zes lire per dag ontvangen en daarbij natuurlijk ook nog hun rantsoen, dat uit achthonderd gram meel voor henzelf, vijfhonderd gram voor hun vrouw en hon derd gram voor ieder kind bestaat. Een Italiaansch officier, die reeds geruimen tijd bij de Askari-troepen was, vertelde mij, dat deze lieden bijzonder geschikt waren om het machinegeweer te bedienen. Alleen wanneer zij opgewonden waren leed hun schietkunst daaronder zeer. In gezelschap van andere journalisten bezocht Ik dezer dagen het kamp eener bereden machinegeweer- afdeeling, dat op (Jen top van een berg lag. Op dit kleine plekje bevonden zich honderd zestig manschap pen met rijdieren en uitrusting. Zij sliepen in ten ten van vier voet hoog. De Askari's'hadden een vol ledig arsenaal bij zich. Behalve met machinegewe ren waren zij met karabijnen, revolvers en lansen bewapend, terwijl velen nog een zware sabel droegen. Men toonde mij temidden van deze krijgers een groot aantal menschen, die reeds een diensttijd van twin tig vijf en twintig jaar achter zich hadden. Zij wa ren nog net zoo levendig en flink als hun jongere '•.im^raden. zijn de soldaten, waarop Italië zijn hoop vestigt en inderdaad zijn zij zeer goed voor dezen veldtocht, die niet slechts moed en dapperheid, maar ook ver trouwdheid met land en klimaat vereischt, geschikt!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 2