Meester-toovenaars.
Tientsin, de stad der intriges
Het ontslag*
Inde Concessies wordt de Opstand
tegen Nanking voorbereid
Tegenwoordig amuseeren we ons bij het aanschou
wen van goocheltoeren. We weten, dat die op truc be
rusten en hebben, naar de mate van onze belangstel
ling, eerbied voor de bekwaamheid van den toove
naar. Ook zij, die zich als werkelijke magiërs aan
duiden, rangschikken wij gewoonlijk onder de illu
sionisten, hoewel zich in dat geval toch soms een
gevoel van ons meester maakt, dat volksmenigten
uit vroeger eeuwen bezield moet hebben, maar daii
sterker dan wij het nu ondervinden.
Eenige honderden jaren geleden ging het namelijk
juist omgekeerd: zij, die uitdrukkelijk te kennen ga
ven, dat zij door behendigheid allerlei schijnwonderen
konden verrichten, werden voor kameraden van den
duivel gehouden. Menig illusionist kwam op de brand
stapel wegens zwarte kunst. Wij kunnen ons nu nau
welijks voorstellen, dat men voor zoo'n kleinigheid le
vend gestoofd kon worden. „Zacht vuur" heette dat.
Bij wijze van genade werd men dan soms in één
keer snel geroosterd.
Jan Bubenka, een der eerste groote goochelaars,
wiens nagedachtenis bewaard is gebleven, werd we
gens hekserij veroordeeld en wist zich slechts te red
den door de heeren rechters zijn toeren zóó langzaam
en zóó bewust-onhandig voor te doen dat hun trage
argusoogen ze konden volgen en hun juridisch ver
stand ze kon begrijpen.
Zelfs in 1830 overkwam Max Anzinger nog zoo iets
in Boedapest. Hij verscheen daar als Ben Ali Bey ten
toonecle en alle voorwerpen, die men wilde, vlogen
door de lucht naar hem toe. Niemand wist, dat hij
daarbij helpers had, die het publiek niet kon zien.
Toen hij weigerde zijn geheim te verraden of te ver-
koopen, concludeerde men, dat hij slechts een trawant
van de duivel kon zijn. De ongelukkige wist niets
beters te doen dan zichzelf uit Boedapest te laten ver
dwijnen.
Veel beter verging het op dat punt Bellachini, die
tachtig jaar geleden in Oostelijk Rusland vereerd
werd en veel geld verdiende. In doorluchtige gezel
schappen permitteerde hij zich bij wijze van inleiding
steeds de grap: „Heeft een van de koninklijke hoog
heden misschien toevallig een schoone zakdoek bij
zich'?" Hij wjst evenwel niet, wat zuinigheid was en
stierf dan ook arm. Meer dan zeventig namaak Bel-
lachirp's hebben sindsdien in heel Europa hun kun
sten vertoond.
De werkelijk groote goochelaars hebben steeds hun
eigen trucs bezeten, die zelfs voor collega's een ge
heim bleven. Dikwijls namen ze geheimen mee in
het graf.
Toen te Boedapest de eerste wereldtentoonstelling
der magie plaats had, was daar ook het „mysteriën-
boek" der toovenaars te zien, waarin menige oude
truc verklaard werd. Zoo werd er een oplossing van
het raadsel der kunstmatige schutters gegeven, die
aan het hof van Katharina de Groote steeds zoo'n
succes hadden. Zij schoten altijd in de roos, waar
men ze ook neer zette. Het bleek, dat in het meca-
niek een dwerg verborgen zat, die door middel van
periscopen het geweer richtte.
Ook het mirakel van de zwevende jonkvrouw is.
onthuld. Zeventig jaar geleden heeft Wilhelm Ufe-
rini daarmee het publick in groote bewondering ge
bracht. Een nieuwsgierige jaarmarktbezoeker, die
het tooneel opstormdo om de zaak te onderzoeken,
rende met zijn hoofd tegen de spiegel van dik glas
aan, die een van de onderdeden der illusie vormde.
En nóg begreep toen niemand er iets van.
Niet minder sensatie verwekte „nrofessor" Vanek,
die in de vijftiger jaren de beroemde onthoofdings
truc vertoonde en. op angstaanjagende realistische
wijze het slachoffer het wassen hoofd van de romp
sloeg. Het werkelijke hoofd werd op behendigo ma
nier teruggetrokken. Toch vielen er bij iedere uit-
vooring ettelijke dames flauw. Want niet iedereen be
schikt over zenuwen als die dame te Charbin, die een
andere duivelskunstenaar, nl. Goldin, aan het werk
zag. Deze man zaagde iederen avond een schoone
jongedame midden door, voorts schoot hij een ouden
Arabier aan stukken en in het lichaam van een an
deren Arabier boorde hij een gat, waarna hij er zijn
hand door s ik. De Charbinsche dame vroeg den
fheester; waar hM ft»» vela menaohen vandaan h
de, daar hij er toch iederen avond drie verbruikte.
„Ik adverteer", antwoordde Goldin, „U moest eens
weten, wat mij dat aan annonces kost."
Maar het zijn niet altijd adembenemende toeren,
die een kunstenaar beroemd maken. Okiti heeft zijn
vermaardheid zoowel aan zijn ongeëvenaarde vinger
vlugheid als aan zijn zwevende kogel te danken. Deze
beweegt zich schijnbaar vrij door de ruimte en ge
hoorzaamt aan ieder bevel van den toovenaar. Ook
deze truc is nog niet verklaard en zal misschien een
even groot geheim blijven als de prestaties van den
te vroeg gestorven „boeienkoning" Houdini. Deze liet
zich aan handen en voeten gebonden in de Sprec
gooien en slaagde er in, weer aan de oppervlakte te
komen. Ook ontkwam hij uit de cel der ter dood ver
oordeelden te Washington, waar men hem aan de
muur geketend had.
ZONDAG 10 NOVEMBER.
HILVERSUM (1875 W.)
8.30 NCRV. 9.30 KRO, 5.00 NCRV, 7.45—11.00 KRO.
8.30 Morgenwijding door Joh. de Heer; 9.80 Gra-
mofoonpl; 11.00 Hoogmis; 12.15 Gramofoonpl; 12.30
Orkestconcert en lezingen; 2.30 Symphonieconcert
en gramofoonpl; 4.15 Ziekenlof; 5.00 Gewijde mu
ziek; 5.'0 Kerkdienst uit de Geref. Kerk te Ouds
hoorn; Hierna gewijde muziek; 7.45 Berichten; Le
zing; 8.15 Schlagermuziek; 8.45 Cello- en piano
recital 9.00 Gramofoonplaten; 9.15 Orkestconcert
en gramofoonpl.; 10.30 Berichten; Gramofoonpl.;
10.40—11.00 Epiloog.
HILVERSUM (301 M.)
8.55 VARA, 10.— VPRO, 12.— AVRO, 5— VARA,
8.AVRO. 8.55 Orgelspel J. Jong; 9.00 Voetbal
nieuws; Tuinbouwpraatje; 9.20 Vervolg orgelspel;
9.30 Prijsvraag; 9.45 Causerie A. Pleysier; 10.00
Zondagsschool; 10.30 Kerkdienst uit de Oude Rem.
Kerk te Amsterdam; 12.00 Filmpraatje; 12.30 Or
gelspel P. Palla; 1.00 Jetty Cantor's orkest; 2.00
Boekbespreking; 2.30 Concertgebouw-orkest olv.
Mengelberg m.m.v. A. Tansman (piano); 4.10 Gra
mofoonpl.; 4.20 Tiel's mannenkoor; 4.50 Sport
nieuws; Gramofoonpl; 5.00 Orgelspel C. Steyn; 5.45
Sport; 6.05 H. Wiggelaar (viool) en W. Wins (pia
no); 6.30 Fragm. „Walther Rathenau", spel van
Gerversman; 7.00 De Flierefluiters, m.m.v. solisten
8.00 Berichten; 8.15 AVRO-Aeolianorkest mmv. so
praan entenor; 9.0Ö Radiojournaal; 9.15 Omroep
orkest mmv. E. Zimbalist (viool); 10.00 Gramofoon
pl.; 10.30 Cello-kwartet; 10.50 Schaakmatch Euwe-
Aljechin; 11.00 Eerichten; 11.10—12.00 Gram.pl.
DROITWICH (1500 M.)
9.50—10.25 Kerkdienst; 12.50 Orgelconcert, mmv.
Bas; 1.50 E. Pini's tango-orkest; 2.20 Het BBC-
Northern-Ireland orkest, mmv bariton; 3.20 Het
Fleet Strest koor met orgel; 4.10 Pianorecital Elsa
Karen; 4.25 Herdenking der Joodsche Oud-Strijders
4.50 Kerkdienst voor kinderen; 5.20 Lezing; 5.40
Het Stratton-strijkkwartet mmv. sopraan; 7.05
Voordracht; 7.25 Bariton, viola da gamba en cem
balo; 8.15 Kerkdienst; 9.05 Liefdadigheidsoproep;
Berichten; 9.20 Verdi-concert mmv. solisten, koor
en orkest; 10.20 Het Bridgewater Harpkwintet;
11.05 Epiloog.
RADIO-PARIS (1648 M.)
7.20, 8.20 en 11.20 Gramofoonplaten; 11.35 Orgel
concert; 12.25 Gramofoonplaten; 12.35 Orkestcon
cert; 2.35 Zang; 5.20 Concert mmv. sopraan; 7.20
Duoconcert; 8.20 Zang; 9.05 „Mme Sans-Gène",
radiotooneel; 11.0512.35 Pascal-concert.
KALUND30RG (1231 K.)
11.2012.20 Omroeporkest; 2.45—4.20 Symphonie
concert olv. Jensen; 7.20 Ged. „Un ballo in ma-
schera", Verdi; 9.00 Radiotooneel; 9.15 Saxofoon-
soli; 10.00 Viool- en cello-recital; 10.2011.50 Dans
muziek.
KEULEN (4C6 M.)
5.20 Havenconcert; 7.50 Fassbender-trio; 10.10 Trio
concert; 10.50 Bach-cantate11.20 Orkest- en kwin
tetconcert; 1.50 Kamermuziek; 3.20 Omroeporkest;
en solisten; 5.40 Gevar. concert; 7.20 Omroepklein-
orkest; 8.20 Het Frankforteru Omroeporkest; 9.40
Reportage; 10.0011.20 Dans- en schrammelmu-
ziek.
BRUSSEL (322 en 484 13.)
322 M.: 10.20 Salonorkest; 11.20 Gramofoonpl.;
12.20 Max Alexys' orkest; 1.30 Orgelconcert; 2.00
GEBRUIKTE AUTOMOBIELEN
verkoopen wij onder GARANTIE en op PROEF
Garage C. NIEUWLAND, Bergen.
2.20 Gramofoonpl.; 5.20 Salonorkest; 6.20 Gramo
foonpl.; 6.35 Pianorecital; 7.20 Gramofoonpl.; 8.20
Symphonieorkest; 8.50 Radiotooneel; 9.50 Vervolg
concert; 10.3012.29 J. Rutten's orkest; 484 M.:
10.20 Gramofoonpl; 11.20 Salonorkest en zang;
12.20 Gramofoonpl.; 1.302.20 M. Alexys' orkest;
5.20 Dansmuziek; 6.20 Kamermuziek; 7.35 Gramo-
foonmuziek; 8.29 Militair concert en radiotooneel;
10.3012.20 J. Rutten's orkest.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
6.50 Duitsche operamuziek olv. Kirsten; 8.20 H.
Zilcher dirigeert eigen werk; 9.20 Berichten; Re
portage; 10.2012.15 Dansmuziek.
MAANDAG 11 NOVEMBER.
HILVERSUM (1875 M.)
NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing; 8.159.30
Gram.pl.; 10.30 Morgendienst; 11.00 Chr. lectuur;
11.3012.00 en 12.15 Gram.pl; 12.30 Orgelconcert J.
Zwart; 2.00 Voor de scholen; 2.35 Tuinbouwpraat
je; 3.30 Kniples; 4.00 Bijbellezing m.m.v. bariton
en orgel; 5.00 Haagsch Pianokwintet en Gram.pl.;
6.30 Vragenuur; 8.00 Berichten; 8.05 Wapenstil
standsherdenking m.m.v. sprekers, NCRV-orkest, en
G. v. d. Burg (orgel); 10.00 Berichten; 10.05 Orkest
11.0012.00 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM (301 M)
Algemeen programma, verzorgd door de VARA.
8.00 C. Steyn (orgel) en N. de Klijn (viool); 8.30
Gram.pl.; 10.00 Morgenwijding VPRO; 10.15 Decla
matie; 10.35 Orvitropia; 11.00 Vervolg declanïatie;
11.20 Gram.pl; 11.30 Orvitropia; 12.00 De Noten
krakers; 12.45 E. Walis en zijn orkest; 1.30
1.45 Gram.pl; 2.00 Gram.pl; 2.15 Viool en piano;
2.30 Voor de vrouw; 3.05 De Flierefluiters; 3.30 De
G. Landré (piano); 8.00 Berichten; 8.10 De Bohe-
uurtje; 5.00 Gram.pl; 5.30 Jack de Vries' Interna
tionals; 6.30 Muzikale lezing; 7.10 Causerie; A. Fein-
land (viool), B. FeinlandBos Janszen (cello) en
G. Landr (piano); 8.00 Berichten; 8.10 De Bohe-
mians; 9.00 „De piano", spel van Van Duin; 9.15 A.
de Quick (bariton); 9.45 Carillonspel J. Denijn en
S, Nees; 10.00 Berichten; 10.05 Fantasia, en zang;
10.20 ,,'t Was maar een grapje", spel van Latzy;
10.35 Vervolg concert; 11.0012.00 Gramofoonpl.;
en pianospel J. Jong.
DROITWICH (1500 M.)
I.50 Herdenkingsdienst b. d. Cenotaaf te Whitehall;
II.30 Lezing; 12.05 Schotsche Studio-orkest; 1.05
Gram.pl; 1.50 Orgelconcert; 2.20 Berichten; 2.25
Voor de scholen; 3.20 Gram.pl; 3.55 Voor de scho
len; 4.20 P. Radmall (viool) en P. Grummitt (pia
no); 4.50 Orkestconcert mmv. E. Milward (zang);
5.35 BBC-Dansorkest; 6.20 Berichten; 6.50 Plano
recital; 7.10 Lezingen; 8.20 „Festival of Empire and
Remembrance", militair programma; 9.30 Berich
ten; 10.0011.00 Radiotooneel.
RADIO-PARIS 1648 M.)
7.20 en 8.20 Gramofoonplaen; 12.35 Orkestconcert;
I.20 Concert; 4.50 Nat. orkest, koor en solisten; 7.20
Literair-muzikaal programma; 9.05 Militair con
cert; 11.0512.35 Dansmuziek.
KALUNDBORG (1261 M.)
II.201.20 Strijkorkest; 2.504.50 eö 8.05 Omroep
"orkest; 8.55 Zang en piano; 9.50 Strijkkwartet;
10.30—1.1.50 Dansmuziek.
KEULEN (456 M.)
5.50 Orkestconcert; 11.20 Kamerorkest; 1.35 Schram
melmuziek; 3.20 Pianorecital; 4.20 Orkestconcert;
6.29 Omroeporkest; 7.30 Vroolijk programma; 10.20
11.20 Kwartetconcert.
BRUSSEL (322 en 434 W.ï
322 M.: 10.20 Gram.pl; 11.20 Orkestconcert; 12.20
Gram.pl; 1.302.20 Omroeporkest; 5.20 J. Rutten's
orkest; 6.20 Viool en piano; 7.35 Gram.pl; 8.20
Symphonieconcert en lezingen; 10.30—12.20 Con
cert; 484 M.: 10.29 Salonorkest; 11.10 Wapenstil
standsherdenking; 11.30 Gram.pl; 12.20 Omroep
orkest; 1.302.20 Gram.pl; 5.20 Omroeporkest; 6.10
Reportage; 6.50 Salonorkest; 8.20 Symphonieconcert
9.25 Koorzang; 9.55 Vervolg concert; 10.3012.20
Dansmuziek.
DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.)
7.20 Radiotooneel (gr.pl.); 8.20 Concert en voor
dracht; 9.20 Berichten; 9.50 Concert; 10.05 Weer
bericht; 10.2011.20 Concert en Sportreportage.
De „Snuffing Seattle" lag na een lange reis weer
in de haven van Southampton gemeerd. Matrozen
en stokers wachtten op de terugkomst van hun
„ouwe", Captain Driller, die naar het reederijkan
toor was gegaan en ieder oogenblik met de gages
kon terugkeeren. De kelen waren door de ziltige zee
lucht zoo uitgedroogd, dat ze een fiksche borrel hard
noodig hadden.
Met dreunende stappen kwam de ouwe over het
ijzeren dek gebonsd. Met een gezicht zoo onheilspelr
lend, of er storm op komst was. De janmaats wreven
zich de oogen uit. Hoe
was dat mogelijk bij dit
mooie weer? Doch plot
seling ging hun een
licht op. Ach, Smutje
natuurlijk! Vanmorgen
had hij den ouwe im
mers op z'ri nuchteren
maag slootwater te drin
ken gegeven.
„Kok, wat mankeert
je, om mij koffie te
brengen, die naar thee
smaakt!" had Captain
Driller Smutje toege-
bulderd.
„Ja, maar *t was thee, kaptein!"
„Wdt thee? Hoe haal je 't in je hoofd, mij thee
te brengen, die naar koffie smaakt!?" snoof de ouwe.
„En wat 'k nog zeggen wil, jullie hebt allemaal je
congé, verstaan, allemaal!"
iZe je, dat was het natuurlijk. Smutje had den ouwe
met z'n ongenietbare brouwsels den kolder in den
kop gejaagd. Bij elke reis was het eten slechter ge
worden. Of je nu een waterlaars opat of een biefstuk
van Smutje, dat was precies het zelfde!
Smutje had de woorden van den kapitein niet al
te tragisch opgenomen, want hij had nog nooit, van
een scheepskok gehoord, die tot ieders tevredenheid
kookte.
De opzeggingstermijn in de haven, waar een schip
thuis hoort, bedraagt twee dagen, daar valt niets
aan te veranderen. „Beste kok", hadden ze hem ge
dreigd, „als je niet zorgt, dat de ouwe in deze twee
dagen vergeet, wat hij gezegd heeft, dan zul je er
leelijk van lusten!"
Kapitein Driller wien het ernst was met zijn drei
gement, ging aan land naar het werfkantoor en
huurde nieuw scheepsvolk in. Den volgenden morgen
al kwamen er twee matrozen eens poolshoogte ne
men, wat 't wel voor 'n schuit was, waar ze op zou
den moeten varen. Op het achterdek zagen ze een
openstaand luik, waarop met krijt geschreven stond;
„Proviandruim. Toegang streng verboden."
De twee stevenden direct op het luik af. Een blik
in het proviandruim zegt alles!
De eene matroos slikte van schrik zijn pruim in,
terwijl de ander woedend op de gedroogde stokvisch
spuwde. Want iets anders was er niet te zien. Stok
visch en nog eens stokvisch hela, wacht 's even,
ja, daar in de hoek, daar staat nog wat, een paar
kisten: „Scheepsbeschuit, blijft gegarandeerd vijf en
twintig jaar goed", gaf hef opschrift te lezen.
„Die sjacheraar zal ons niet op deze hongerlijers-
schuit krijgen!", zeidc de twee tegen elkaar en maak
ten rechtsomkeert naar het werfkantoor.
Smutje had niet voor niets gezwoegd. Den heclen
nacht had hij gesjouwd. Vleesch, worst, spek, meel en
alles wat er verder nog ivas, had hij veilig verstopt
en de oude, verdroogde stokvisch daarentegen voor
den dag gehaald.
De leege kisten met het opschrift „Scheepsbeschuit"
voorzien, dat was de kroon op zijn werk geweest.
Tegen Captain Driller verklaarde de baas van het
werfkantoor kort en bondig, dat hij een man was,
die hart voor zijn volk had en de kap'tein moest maar
zien, dat hij ergens anders z'n scheepsvolk vandaan
haalde of z'n oude bemanning behouden. Wat de ka
pitein goedschiks of kwaadschiks dan ook wel doen
moest.
Dien avond zaten de mannen van de „Snuffing
Seattle" in een havenkroegje de kok op de eere
plaats en gaven het eene rondje na het andere.
De bootsman probeerde zelfs een toespraak te houden:
„Beste Smutje. om je niet overmoedig te maken, wil
ik je één ding voor oogen houden: Van koken heb
je geen verstand! Maar voor de rest Lang zal
hij leven, lang zal hij leven klonk het uit ruwe
kelen.
FRANS PITSBURG.
Centrum van spionnen, samenzweerders
en opiumsmokkelaars
(Bijzondere correspondentie).
(V.P.B.—United Press).
TIENTSIN, 7 November 1935.
Tientsin, deze groote handelshaven aan de oevers
van de vuile, onaanzienlijke Haiho-rivier, is hard
op weg, zich den bijnaam van „Stad der Intriges"
voor honderd procent te verdienen. Geheimzinnige
samenzweringen, complotten en tegencomplotten
en groote en kleine intriges worden er bij dozijnen
tegelijk uitgebroed en uitgesponnen. De meesten
van deze plannen en conspiraties worden nimmer
uitgewerkt; velen worden jarenlang slepend gehou
den, zonder ooit eenig resultaat op te leveren; eeni-
gen hebben zich tot frissche en vroolljke „inciden
ten" ontwikkeld en aan een groot deel wordt
thans met grooten ijver gewerkt.
Tientsin is een toevluchtsoord voor politieke
vluchtelingen en bannelingen van iederen soort,
die onder de bescherming van de Engelsche, Itali-
aansche, Fransche en de vroegere Oostenrijksche,
Duitsche en Belgische concessies, die nog steeds
hun eigen politie-autoriteiten hebben, rustig en
onbezorgd leven en hun meer of minder duistere
plannen najagen kunnen. Krijgen zij werkelijk eens
last met een van de concessiebestuurderen, dan ver
huizen zij fluks naar een andere concessie en ge
nieten daar den steun van de politie. Zoo zit de
Japansche concessie vol Chineezen, waarmede de
rwreering te N?nWp<? nog een appeltje te schillen
heeft; de Engelsche concessie daarentegen wemelt
van personen, die het zoowel bij de Chineesche als
de Japansche regeering verkorven hebben, en zoo
gaat het verder.
MAAR PEIPING KRIJGT DE „EER".
De eerste steen van alle geheimzinnige onder
nemingen, van het samenstellen van een opium-
karavaan tot het organiseeren van een revolutie
tegen de Hanking-regeering, wordt in Tientsin ge
legd maar Peiping gaat met de winst en den
eventueelen roem strijken. Dat is altijd zoo
geweest; zelfs in den Boxeropstand was de bele
gering van Tientsin door de Europeesche mogend
heden een heel wat ernstiger en bloediger, onder
neming dan die van Peiping, maar deze laatste
stad kreeg alle publiciteit en zag een groot aantal
journalisten binnen haar muren. Zoo kwam het,
dat de geheele wereld van de belegering van Pei
ping afwist, terwijl er nauwelijks iemand van op
de hoogte was, welk lijden Tientsin had uit te staan
Peiping is nu eenmaal geëerd en geliefd, omdat
daar de geheele „atmosfeer" en de historische ach
tergrond van 't oude China hangen, terwijl Tient
sin veracht wordt een leelijke, vuile, vereuro-
peeschte havenstad, die iedere schoonheid, iedere
charme ontbeert en door de toeristen als de pest
gemeden wordt.
Zelfs de naar Noord-China gezonden correspon
denten, die toch anders overal hun neus insteken,
wonen voortdurend in Peiping en leggen slechts af
en toe een kort bezoek aan Tientsin af. Wanneer er
een politieke verwikkeling, een revolutie of een in
vasie in Noord-China dreigt, ijlen de in Shanghai
gestationneerde correspondenten naar Peiping,
waar men in de Peking Club onovertreffelijke cock
tails en in het Peking Hotel mooie vrouwen en
een uitstekenden dansvloer vindt, en schrijven van
daar uit lange en diepzinnige artikelen over de
situatie. Tientsin is voor hen niet meer dan een
station' waar de locomotief water inneemt.
MAAR ZIJ, DIE WETEN
Maar de menschen, waarop het aankomt, die in
het Chineesche marionettentheater de touwtjes in
handen hebben, verblijven allen in Tientsin, deze
plaats van intriges en samenzweringen. De op
stand zonder gevolgen en de mislukte aanval op
Peiping in het begin van dit jaar waren in Tient
sin uitgebroed; de „onbloedige" invasie der Japan
ners, die kort daarvoor werd ten uitvoer gebracht,
had haar zenuwcentrum in Tientsin; en thans zijn
de machten, die een revolutie tegen de Nanking-
regeering willen ontketenen, in de concessies van
Tientsin ijverig aan het werk. Drie vroegere Chi
neesche staatspresidenten, talrijke leden van de
eens zoo beruchte Anfoe- en Chihlibenden, Chinee
sche maarschalken en politici, wier namen een
maal rond de wereld gingen, wonen thans hier
velen vrijwillig, velen als banneling en de mees
ten van hen houden zich meer of minder ernstig
met de gedachte bezig nog eens almachtig te wor
den. Hooge ambtenaren uit Peiping reizen voort
durend naar Tientsin om met deze persoonlijkhe
den, die nog steeds door een laatste glansje van
hun vroegeren roem omstraald worden, een ge
sprek onder vier oogen te hebben over hun geheime
plannen. Op het oogenblik, dat wij dit schrijven,
bevinden zich in deze stad generaal Tsje-yoean,
commandant van de garnizoenen Peiping en
Tientsin, generaal Te-sjoean, gouverneur van de
provincie Tsjahar en de heer Nsiao Tsjen-ying, lid
van den Militairen Raad te Peiping, voor het hou
den van een conferentie, die vier dagen zal duren.
Zij weten het best, waar zij het dichtst bij de man
nen achter de schermen zitten. Verder: het Japan
sche hoofdkwartier, dat de Noord-Chineesche po
litiek van het eilandenrijk leidt, bevindt zich in
Tientsin en het hier gevestigde consulaat-generaal
is ook voor Peiping competent.
HET GROOTE OPIUMHOL.
Overigens is Tientsin ook het centrum vai den
enormen opiumhandel in het noorden van China
en tegelijkertijd de amusementsstad van dit ge
deelte van het land. Talrijk zijn de sing-song-
huizen, die niet slechts de vreugde en de zonde
dienen, maar tevens uitstekende plaatsen vormen,
waar samenzweerders, die het in het belang van
hun welzijn achten, niet in eigen huis te onder
handelen, elkaar kunnen ontmoeten. Bovendien is
Tientsin het hoofdkwartier van de „Tsai Pang",
een reusachtige organisatie der onderwereld, wier
arm tot in het kleinste Chineesche dorpje reikt;
Tientsin is de plaats waar de conferenties tusschen
het Japansche Kwantoenleger en de Chineesche
autoriteiten plaatsvinden; en Tientsin is het cen
trum van tenminste twee, waarschijnlijk echer drie
belangrijke spionnagesystemen in Noord-China.
Dit alles is ruimschoots voldoende om Tientsin
tot een zeer interessante stad te maken; maar ter
wijl over Peiping eindeloos geschreven wordt, geeft
niemand zich de moeite, aan de „Stad van de In
triges", waar het lot van China beslist wordt, een
artikel te wijden.