Geestelijk Levën De nieuwe burgemeester van Wieringerwaard St Nicolaasgeschenkei Herfstgedachten Fologr. Atelier ARPAD MOLDOVAN Nieuwe M. KSercq Zonen Zaterdag 9 November 1935. Postrekening No. 23330 SCHAGER 79ste Jaargang. No. 9847 COURANT. Int, Telef. No. 20 Pit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij inzending 'tot 's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen 20 PAGINA'S. Prijs per 3 maanden fl.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno, inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend, door Astor. te— IK heb de zon zien schijnen. Dat gebeurt meer, zult ge zeggen. Zeker, dat is zoo. Maar de eene keer treft ons dit meer dan de andere. Ik heb baar zien schijnen over het stervende bosch. En dat was van zulk een aangrijpende scboonbeid, dat ik op mijn wandeling gedurig moest stil staan om rus tig te geniefen. Welk een kleurenpracht. De grond bedekt met een kleed van afgevallen beukenbladen en daarover de stralen van de zon die nog even bo ven den horizon stond. En uit dien grond rezen op de forsche stammen van de groote beukenboomen, met hier en daar een zilverigen berkenboom of een donkergroene den. Een feest van tinten. Glanzend bruin de beukenbladen en teer geel het ijle lover der bergen. En daarover het licht van de zon. Ineens begreep ik, waarom tallooze schilders het herfst- bosch op hun doeken hebben weergegeven. En ik herinnerde mij een schilderij van den Vlaamschen kunstschilder Arthur Verbeeck (vroeger in Bergen een bekende figuur) dat mij altijd opnieuw weer be koorde en waar ik zoo dikwijls heb voor gestaan: een herfstgezicht bij ondergaande zon. Dat wonder bare licht op de dennenstammen zal ik nooit ver geten. Welnu, zóó heb ik bet bosch gezien op een wande ling, die ik maakte op den stralenden Zondag van 3 November. En toen stond 't ineens voor mij vast. Daar moet ik wat van zeggen. Ik moet iets uiten van de gedachten, welke in mij opkwamen onder den in druk van de onbschrijfelijke schoonheid der natuur, temidden waarvan ik mij zoo'intens gelukkig voelde. Want het is iets.eigenaardigs, dat het ondergaan van schoonheid zulk een gcluksstemming kan wakker Toepen; een geluksstemming, welke ik niet precies onder woorden kan brengen, maar waarvan ik het vóór alles gevoel dat het is een tijdelijk ópgaan in de atéénheid, een zich één weten met het leven-zelf. - Ik weet wel, dat dit slechts benaderend is uitge drukt. Ik hen, helaas, geen begenadigd dichter, die iri staat is zijn gevoelens zóó onder woorden te bren gen, dan anderen die gelijk gestemd zijn, hem ten volle begrijpen kunnen. Maar ik meen dat menige lezer mij toch wel zal verstaan s Tot zoo ver had ik geschreven, "toen de post kwam. Eén der brieven, dien ik ontving, was zwart om rand. Een bericht van sterven. Een vrouw van 48 jaren, dus nog in volle levenskracht, was heenge gaan. Ik heb meermalen den wensch uitgesproken te mogen sterven in den herfst. Zij is in den herfst heengegaan; zij, die ik jaren lang heb gekend als een vrouw., die het leven liefhad. Ik weet niet hoé zij is gestorven. Ik heb haar in den afgeloopen zomer voor het laatst een bezoek ge bracht, niet vermoedend dat ik haar nooit meer zou zien. Zij is geworden tot een der velen, die in mijn herinnering blijven voortleven en wier beeld in stille herdenkingsuren voor mijn geest zal oprijzen. Eii ik zal denken aan haar vriendelijkheid, haar lach s Waarom ik dit schrijf? Omdat de herfst met haar weergalooze pracht mij altijd aan sterven doet denken. Want als ik de ein- delooze kleurnuances van het donkerste bruin tot het teerste geel aanschouw, dan weet ik: dat is de aan kondiging van den dood in de natuur. Straks zal de vorst de laatste krachten der bladstelen breken en de gure winden zullen komen om ze af te rukken en in krinkelenden val zullen de bladeren, die ééns den boom sierden, neerdalen op den grond en zij zullen Vertreden worden en zij zullen vergaan en aan de aarde nieuwen groeikracht geven voor de hoornen, die daarin wortelen. De bladeren hebben hun taak volbracht. Zij sterven maar eerst geven zij zich nog in volle Schoonheid. Voor het venster van mijn studeerkamer staat een sierkers. Goudgeel zijn de bladeren, op enkele na, die nog het zomersche groen vertoonen. Het is of deze laatsten niet sterven willen; of zij het leven met kracht willen vasthouden. Het zal tevergeefs zijn. De onverbiddelijke dood zal ook tot hen komen. De dood kent geen genade. Zoo komt de dood ook eenmaal tot. ons; hij zal ons vastgrijpen in zijn knokigen hand en ons meevoe ren. Waarheen? Ons lichaam zal zich ontbinden. De stof waaruit het ïs opgebouwd, zal in nieuwe vormen worden vastge legd. En onze geest? Hij zal zich voortzetten in de weinigen of velen, die met ons in aanraking zijn ge weest en die door dien geest ten goede of ten kwade zijn beinvloed. Het sterven in de natuur is een sterven ïn schoon heid. Zoo kan ook het sterven der menschen zijn. Als wij den dood voelen naderen ik heb het meer dan eens opgemerkt bij medemenschen dan kan het gebeuren, dat er een stemming van onuit sprekelijke zachtheid en teederhcid over ons komt, dat gevoelen van vijandschap, van haat, van afgunst terugwijken om plaats te maken voor vergevensge zindheid, voor het begrijpen van anderen, voor dank baarheid jegens hen, die ons vriendschap, trouw, liefde hebben geschonken. Als de dood voor ons staat en ons wenkt, dan begrijpen wij als nooit tevoren, hoe wij in ons le ven gehangen hebben aan onbeduidendheden en maar al te vaak hebhen verzuimd te zoeken naar dat ééne, wat het leven zin en beteekenis geeft. En dat ééne is: liefde. Wat hebhen wij gemaakt van ons leven? Wat zijn wij geweest voor anderen? Wat hebben wij ge daan om de arme menschenwereld met haar ramp zalige tegenstellingen óp te voeren naar hooger plan? Hoe moeten wij ons in het uur van sterven gevoe len, als wij slechts kunnen denken dat wij alleen voor onszelf hébben geleefd, alleen hebben gezocht naar eigen profijt en het lot onzer naasten ons heeft koud gelaten? Sterven in schoonheid! Dat is sterven in 't bewust zijn, dat wij naar de mate onzer krachten iets zijn geweest voor het groot geheel der menschheid, waar toe wij behooreh en waaraan wij verwant zijn. Dan gaat er nog iets van ons uit vóór wij voor altijd de oogen sluiten. Dan is ons sterven een woordelooze prediking, die dieper indringt dan de allermooiste preek of een prachtige rede. Ik heb eens gestaan aan het sterfbed van een moeder en vroeg haar of zij 't niet betreurde spoedig voor goed te zullen heengaan. En toen zeide zij mij: mijn werk is nog niet af, ik heb mijn kinderen nog niet geheel opgevoed, om hen zou ik nog willen blij ven leven, maar als het moet, dan berust ik, ik heb mijn best gedaan om een goede moeder te zijn. Die vrouw en moeder had heel wéinig besef van het sociaal verband, waarin wij leven; haar wereldje was beperkt tot haar gezin, maar in dit wereldje had zij getracht, iets te zijn voor de anderen; dit gaf haar vrede. Sterven is schoonheid! Zoo is het sterven geweest van Francisco Ferrer in Spanje. Toen hij, die met zijn ijveren voor de vrije school in Spanje de haat van de clericale regeering zich op den hals had ge haald en ter dood werd veroordeeld, gereed stond om te worden doodgeschoten, was er geen zweem van vijandschap in hem tegenover de soldaten, die de geweren op hem moesten richten; hij had slechts medelijden met hen als domme werktuigen van een reactionaire macht en hij zag ze aan, zeggende: schiet goed. Toen verliet hij het leven; in hem was het zeker weten, dat hij eerlijk gestreefd had naar het dienen van een hoog belang der menschheid. Hoe vele menschen zullen geen kracht hebben ge put uit de wijze, waarop hij van het leven afscheid nam? Sterven in schoonheid! En wij denken aan tallooze martelaren, die zijn heengegaan in de vaste over tuiging, dat hun levensbeschouwing, hun geloof ten zegen zou zijn voor de menschheid. En het doet er niet toe of wij het met hen ééns of óneens zijn. Wij voelen slechts bewondering voor hun bereid heid om voor een ieder zelfs het leven te offeren en hun sterven wordt daarom voor ons een aanspo ring om ook van ons leven iets te maken voor an deren, d.i. ons te verheffen boven de kleinheid der zelfzucht. Sterven is schoonheid; ja, dat is mij de prediking van het bosch in de herfst. Ik waag het er op te eindigen met een vers, waarin ik mijn indrukken samenvat, ofschoon ik heel goed weet dat het op den naam van gedicht geen aan spraak kan maken. Goudglanzend de boomen voor mij staan. Ik ga door het bosch en zie ze aan, De stervende blaren spreken hun taal Ik luisterik luisterde menigmaal. Maar vreemd bleef mij de zin der kleurenpracht, Vreemd bleef mij het schoon van hun stervenskracht. Nü is mij 't mysterie geopenbaard, Het blijft in mijn hart als een schat bewaard. Nü weet ik wat zij mij willen zeggen: „Ook g ij kunt 't hoofd te rustenleggen, Ook gij kunt eens heengaan in volle pracht, Wanneer gij uw taak als mensch hebt volbracht, Wanneer gij geleefd hebt met 't oog gericht In het hart van ieder, die trouw en oprecht Den strijd voert tegen alles, wat laag is en slecht. Tegen onrecht en leugen en geldheerschappij, Tegen menschenverneedMng en dwingelandij." Dit zegt mij het bosch, nu het sterven gaat, Zijn schoonheid verliest, straks somber daar staat. O, heerlijk bosch met uw kleurenpracht, Ik versta haar thans, uw stem, zoo zacht. Uw laatste groet vóór 't sterven-gaan Kondigt mij een blijde boodschap aan. ASTOR. Eerst geeft het werk een reputatie aan den maker, vervolgens de maker aan het werk". MONTESQUIEU. De Koning is dood! Leve de Koning! Deze uitroep steeds geuit bij het verscheiden van Frankrijks Koningen uit het huis van Bourbon, be helst een levenswaarheid die zich steeds weder in het dagelijksch leven manifesteert. Onwillekeurig werden wij daaraan herinnert, toen wij, als eersten, Donderdagmiddag de nieuwe burge meester van Wieringerwaard, de heer D. Kaan, tele fonisch met zijn benoeming in kennis stelden en hem van ganscher harte feleciteerden. Het was nog slechts enkele weken geleden, dat wij het afscheid bijwoonden van zijn voorganger, Bur gemeester Haringhuizen en gezien hadden de spontane hartelijkheid en waardeering waarmee dat geschiedde. Maar het leven moet verder! De Koning is dood! Leve de Koning! Wij zijn er van overtuigd, dat in Wieringerwaard deze waarheid in alle harten weerklank zal vinden. De Koning die ging gelukkig nog in volle ge zondheid was er een vol wijsheid en goedheid. Maar zijn heengaan was' onvermijdelijk. Welnu, de nieuwe Koning, de nieuwe leider van het gemeentelijk apparaat leve hoog! Zoo zal het ongetwijfeld zijn. Want wij weten dat de benoeming van den heer Daniël Kaan, door de Wieringerwaarders van gan scher harte wordt toegejuicht en dat het Koninklijk Besluit, waarbij het bestuur van deze mooie ge meente in zijn rustige, maar krachtige handen is gelegd, ieders instemming heeft. Al dadelijk waren wij helaas genoodzaakt den nieu wen burgemeester lastig te vallen, want nieuwaar, de Schager Courant en Wieringerwaard zijn één en ondeelbaar en het spreekt dus vanzelf dat wij graag eens met den heer Kaan wilden babbelen. Toen we, de altijd weer mooie „buurt" opreden en BURGEMEESTER KAAN. voor de prachtige plaats van den heer Kaan stopten, kregen wij zoo het gevoel, dat het voor iemand, ge boren en getogen in zulk een mooien polder, toch een heerlijk weten moet zijn om zich geroepen te zien, voor den bloei van zijn geboorteplaats zijn beste krachten te mogen geven. Deze indruk vond haar bevestiging toen wij, na den nieuwen burgemeester en mevrouw nog persoon lijk van ganscher harte te hebben gefeliciteerd, ons neerzetten om een kort oogenblik lastig te zijn. Want lastig waren we! De telefoon ratelde onafgebroken en tal van vrien den, die reeds het heugelijk nieuws hadden verno men, kwamen zelf hun felicitaties brengen. Helaas lastig zijn is nu eenmaal soms het lot van een persman en dus maakten wij onszelf maar niet Kinderportretten Familiegroepen. Busten - Studie-opnamen, enz. enz, in de meest artistieke uitvoering. Door de groote drukte gelieve U uw bestellingen voor St. Nicolaas zoo vroegtijdig mogelijk, liefst vóór half November, aan ons op te geven. Alléén door deze medewerking kun nen wij U verzekeren van een prompte levering. Geopend dage lijks, ook Zondags, tot 's avonds 8 u. koopt U het voordeeligst en goedkoopst bij Spoorstraat 8-10 - Tel. 206 DEN HELDER. ENORME KEUZE - LAGE PRIJZEN. te veel verwijten en profiteerden ten volle van de be reidwilligheid van het nieuwe hoofd der gemeente, om ons te ontvangen. We kwamen dan te weten dat de heer Kaan juist 2 dagen geleden 40 jaar is geworden. Op een 25-jarig jubileum als burgemeester heb ik dus precies geen kans meer, zei de heer Kaan lachend. Hij is secretaris van den Polder, secretaris-penning meester van de Coöperatieve Zuivelfabriek, penning meester van de Rundveefokvereeniging, bestuurslid van de Boerenleenbank, van den Provincialen Bond van Rundveefokvereenigingen, lid van de Provinciale Regelingscommissie ter bevordering van de Rundvee- fokkerij, lid van de Commissie van Toezicht op het L. O., lid van de Commissie tot wering van School verzuim, bestuurslid van Gezinsverpleging, van het Witte Kruis, van 't Nut, van Vrije Liefdadigheid, van We zouden zoo nog eenigen tijd door kunnen gaan, maar niet het opnoemen der verschillende functies was ons doel, we wilden met deze opsomming slechts bewijzen, welk een plaats de heer Kaan in het open bare leven van Wieringerwaard en daar buiten in neemt. Hij is in den waren zin van het woord de steun pilaar van tal van vereenigingen en instellingen en de vertrouwde raadsman van velen. Het spreekt vanzelf dat de nieuwe burgemeester ons dit laatste niet zelf vertelde. Daar is hij te een voudig, te bescheiden voor. Hoewel de heer Kaan dus veel van zijn gaven aan het openbaar welzijn geeft, kwam hij toch nimmer direct met het gemeentelijk bestuursapparaat zelf in nauw contact. Slechts als lid van het Burgerlijk Arm bestuur kwam hij in aanraking met een zeer lastige tak van de gemeentehuishouding, maar overigens is de heer Kaan, die aangesloten is bij do plaatselijke afdeeling van den Vrijheidsbond en zich wel steeds voor gemeentezaken- heeft geïnteresseerd, toch nim mer b.v. als raadslid, in de gelegenheid geweest ook hierin ervaring op te doen. Hij verklaarde pns dan ook er zich ten volle van bewust tc zijn, dat hem in de komende jaren veel moeilijkheden zullen wachten. Het feit echter, dat oud-Burgemeester Haringhuizen in de Wieringer waard blijft wonen en hem spontaan volle medewer king toezegde, terwijl hij zich daarenboven gedra gen weet door de sympathie der bevolking, doen hem ten volle vertrouwen in staat zijn de nieuwe, moei lijke taak tot een goed einde te zullen brengen. Intusschen was het om en nabij vier uur gewor den en kwamen de kinderen van den heer Kaan uit school, stralend van het groote nieuws, dat zij na tuurlijk onderweg al hadden vernomen. Een sponatne sprong, van deur naar vaders stoel, een hartelijke kus, verrieden hoe het gezin van den heer Kaan, met zijn succes meeleeft en hoe deze hoogtijdag in zijn leven er ook een is voor zijn gezin. De heer Kaan heeft een z.g.n. gemengd bedrijf en zeide ons dat hij van plan is zijn boerderij aan te houden. Natuurlijk zal een ander gereorganiseerd moeten worden, maar dat komt in orde, zeide hij. rustig, maar beslist. Daar zijn benoeming 15 dezer ingaat, ligt het in het voornemen om de installatievergadering te houden op Zaterdag 16 November a.s. Ongetwijfeld zal dat een groot feest worden in de Wieringerwaard. Want de grond van het burgemees terschap van den heer Kaan zetelt niet in zijn zucht naar hooger, naar meer, maar integendeel in de aan drang uit de burgerij om dezen energieken persoon lijkheid, dezen man die Wieringerwaard lief heeft als geen ander, aan het hoofd der gemeente te zien. Naar wij nog van andere zijde vernamen, is het de bedoeling om den ontvanger en lsten ambtenaar ter secretarie, den ter plaatse zeer gezienen heer W. J. Los tot secretaris te benoemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1935 | | pagina 1