Arrondisseients-Rechtbank
RUISENDE
EUGD
De aanstaande Kroningspleslitig-
hsden in Siam.
te Alkmaar.
badwater is afkomstig uit bronnen, die in de zeven
tien provincies van het rijk ontspringen. Kostbare in
grediënten zijn in het water vermengd. In een sneeuw
wit kleed, dat de reinheid van den heerscher moet
symboliseeren, betreedt de koning het paviljoen,
waar hij plaatsneemt op een witte, marmeren troon.
De Hooge Priester overhandigt hem in een gouden
bokaal het heilige water; de koning dompelt zijn
handen er in en sprenkelt eenige droppels op zijn
hoofd. Op dat oogenblik trekt de Hooge Priester aan
een zijden koord en uit gouden lotusbloemen vloeit
het „hemelsche water" langs het lichaam van den
heerscher. Van de muren van het paleis weerklinken
de bazuinen van de priesters en donderen de kanon-
scholen over de stad. De koning wordt naar de schit
terende zaal van het Baichala-paleis geleid, waar hij
op de troon zijner vaderen plaats neemt.
Deze troon is een bezienswaardigheid op zichzelf.
Hij is achthoekig en kunstig besneden uit het hout
van een vijgeboom en versierd met kostbare edelge
steenten. Onder de geweldige paraplu, het symbool
van den heerscher, ontvangt de jonge koning de hul
deblijken van vorsten en stamhoofden.
Het kroningsfeest bereikt zijn hoogtepunt. De
priesters en vooraanstaande mannen van het land
vormen een stoet, die zulk een pracht ten toon
spreidt, als men nergens elders zal kunnen vinden.
Pages brengen op een kussen de teekenen der ko
ninklijke waardigheid; de Hooge Priester treedt,
gekleed in een schitterend wit gewaad, voor den
heerscher en overhandigt hem met een diepe buiging
de kroon van den overwinnaar. De koning zet deze
zelf op zijn hoofd en heeft daardoor de heerschappij
aanvaard over het land van de Witte Olifant. In den
avond wordt veel vuurwerk afgestoken, trekken pro
cessies zingend en dansend door de straten en is
het gejubel van het volk urenlang te hooren binnen
de trotsche muren der residentie.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Maandag 9 Dec. 1935.
Medemblik.
EMOTIONEELE TAFEREELEN UIT DE
BEROEMDE PAARDENRENNEN TE
MEDEMBLIK.
De temperamentvolle bookmaker Wolf S. uit Am
sterdam (zijn naam Speelman (Nomen et Omen)
doet hij inderdaad alle eer aan) had op de ver
maarde apardenraces te Medemblik zijn goklusti
gen aard weer niet verloochend en met veel ambitie
het sportlievend publiek geanimeerd hun geluk te
beproeven. Maar onze puriteinsche wetten laten
een dergelijke emotie niet toe en was Wolf, die al
zoo'n beetje bekend staat als de traditioneele
kool bij de groentenvrouw, door den onbez. veld
wachter Barelts gehandicapt en zoo men het
noemt, op de bon gezet. Reeds op 18 Nov. sierde de
ze zaak de rol doch was tot heden verdaagd, ten
einde den verbalisant te hooren. Het paard waarop
gewed moest worden, was Glossy Silk en monsieur
Speelman bulderde al lustig: 6 tegen 1, zelfs tegen
agent Barelts, maar blinde ijver schaadt slechts
zooals de goede heer Wolf heden kon constateeren
uit zijn veroordeeling tot 1 maand gev. terzake het
uitoefenen van het door de wet verboden hazardspel
Reeds in 1919 was verdachte ter zake een soortge-
ijk misdrijf veroordeeld tot f 75 boete.
Den Helder.
EEN HELDERSCH FAMILIEHEIBELTJH.
Op 18 Nov. verscheen voor den Politierechter mej.
Jannetje Cath. J., huisvrouw van den heer Hendr.
Kw. te Den Helder, welke dame op 8 Oct. was ver
schenen ten huize van haar schoonouders aldaar,
kennelijk met het nobele doel de peultjes eens op te
scheppen en kreeg de conferentie weldra een zóó
onstuimig karakter, dat de schoondochter haar
handen niet meer in ruststand kon houden en haar
schoonmoeder te lijf ging, haar een blauw oog sloeg
en de haren uit trok. Voorts bekwam de schoon
mama een blauwe plek op den arm, die ook wel niet
door een aangename streeling zal zijn veroorzaakt.
Volgens mej. Jannetje, had haar man zijn bloed
eigen moeder zoodanig toegetakeld, Deze toelichting
gaf zij heden, toen dit familiedrama werd voortbe-
handeld voor den Politierechter. Gevorderd werd
f 20 boete of 10 dagen. Ze stane hier te liegen! zei
de schoondochter overspannen. Vonnis conform
eisch. De juffrouw was er niet mee tevreden.
Beemster.
JAN Z. EN ZIJN DUBBELGANGER.
De 20-jarige Joh. Z. te Beemster had op 25 Nov.
terecht gestaan wegens het niet voldoen van een
vordering van rijksveldwachter Rol om van zijn
fiets te stappen, aangezien hij werd betrapt op het
plegen van een strafbaar feit, 't rijden zonder licht
Verdachte ontkende toen zich ter plaatse te hebben
opgehouden en vermeende dat er een persoonsver
wisseling met zekeren Kooyman uit Purmerend had
plaats gegrepen.
De zaak werd alsnu ten genoege van den ver
dachte aangehouden, teneinde nu deze heer Kooij-
man uit Purmerend te hooren, doch deze heer had
inmiddels mededeeling gedaan, dat hij destijds niet
in de Beemster was geweest. De delinquent, die nog
maar voortdurend op het zelfde chapiter bleef door
zagen, werd veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen
gev en zal nu zijn bezwaren ook nog eens kunnen
ontvouwen voor den kantonrechter, die op den uit
slag van den dubbelganger heeft gewacht. Jan zal
echter gaarne in hooger beroep gaan.
Alkmaar.
HIJ HAD TREK IN SPRUITJES, MAAR ZE
WORDEN DUUR.
Den niet verschenen Theodorus Cornelis H. te
Alkmaar werd ten laste gelegd dat hij op 1 Nov. al
daar wederrechtelijk zich had toegeëigend een kist
met spruitkool, eigendom van den groenten- en
fruithandelaar Th. Wester en welke spruitkaol was
opgeslagen in diens pakhuis op de Molenbuurt. Het
bleek dat Theodorus, die vroeger bij Wester in
dienst was geweest, vermoedelijk een sleutel had
achter gehouden. Het pakhuis was des morgens
altijd los en toen had Wester een jongen op post
gezet, die kon rapporteeren, dat verdachte het pak
huis binnen was gegaan en er met een kist spruit
jes was uitgekomen. De sleutel had hij bij ontdek
king thuis in het kolenhok gegooid. De spruitjes-
dief werd alsnu bij verstek veroordeeld tot f 30
boete of 15 dagen.
Heerhugowaard.
GEEN BIJZONDER AANGENAME KWALIFICATIE.
De landbouwer A. Blokker te Heerhugowaard werd
op 4 Nov. door zijn 19-jarigen dorps- en polderge-
noot Meinze de R. uitgescholden voor „rotboer", wat
Blokker natuurlijk niet smaakte, reden waarom hij
een klacht indiende tegen dit loslippig jongmensch.
Volgens M. zou Blokker hem den weg hebben ver
sperd en was hij toen kwaad geworden. Opgelegd
werd, om Meinze wat beter manieren en meer eer
bied voor den ouderdom te leeren, f 10 boete of 5
Berg en.
DE EEUWIG DURENDE FAMILIERUZIE.
Verscheen onlangs de 59-jarige Elisabeth B., huis
vrouw van Jan J. te Bergen woonachtig voor den
Politierechter in een mishandelingzaakje te Bergen,
thans zagen wij deze dame weer in de rechtszaal op
het verdachtenbankje ter zake het feit, dat zij op 6
November haar nichtje J. N. Glorie, gehuwd met
den heer J. Frederiks in den winkel van de firma
Spruit zou hebben toegevoegd een grof beleedigend
woord, dat voor verdere publicatie ongeschikt is. Er
bestaat een* voortdurende animositeit tusschen deze
tante en deze familieleden. Mej. J. geboren B., de
scheldende tante ontkende het woord te hebben
gebruikt en had drie getuigen a decharge meege
bracht, waarvan het eerst haar dochter werd ge
hoord. Aan haar had moeder gezegd, dat niet zij,
maar nicht Glorie dat leelijke woord had gebruikt.
Mej. M. de Boer, een winkeljuffrouw van de firma
beweerde echter bedoeld scheldwoord duidelijk ge
hoord te hebben, waarop de dochter zei: Al mot
mijn kop er af, dan zeg ik dat het niet waar is.
Voorts werd ook mej. Frederiks er door den politie
rechter op gewezen, zich tegenover haar tante ook
behoolijk te willen gedragen.
De oude heer Jongkind, gepensionneerd ploegbaas
en echtgenoote van de verdachte, tante Bet, ver
klaarde nog dat zijn vrouw reeds 2 jaar lang door
haar nicht mej. Frederiks werd geplaagd en gepest.
De Officier vorderde in deze tamelijk onsmakelij
ke geschiedenis (waarvan het aantrekkelijkste deel
de winkeljuffrouw was) tegen Tante Betje f 8 boete
of 4 dagen, Vonnis conform eisch.
Beemster.
EEN TOFFE JONGEN."
De 29-jarige landbouwer Nic. Corn. Gr. te Beem
ster, had zich in den avond van 8 Nov. doen ken
nen als een woesteling op den rijweg. Hij kwam met
een onverlichte aangespannen disselwagen wild slin
gerend over den Rijper weg aanrijden, gaf geen
door
MARGARET PEDDLER.
Feuilleton
PRACHT EN PRAAL IN HET-LAND VAN DE
WITTE OLIFANT.
In Bangkok worden thans reeds voorbereidingen
getroffen voor de kroningsfeesten.
Nog is do kleine bruine kroonprins Ananda Mo-
liidol een gelukkig kind, dat niet gebukt gaat onder
liet gewicht van een gouden troon en van staatsza
ken. Nog mag hij spelen met kinderen van zijn leef
tijd en kan hij in Zwitserland genieten van de prach
tige Europeesche natuur. Binnenkort zal deze vrijheid
ten einde zijn en zal de kleine prins naar zijn ver
vaderland vertrekken. 'sLands belang eischt, dat de
troon van ex-koning Pradjahipok niet langer onbezet
blijft. Het is thans noodzakelijk, dat de elfjarige op
volger officieel plaats neemt op den heerschersstoel.
ANANDA MOHIDOL.
In Bangkok, de hoofdstad van het rijk, worden
thans reeds voorbereidingen getroffen voor de indruk
wekkende kroningplechtigheden. Dit feest zal gevierd
worden met een pracht en praal, zooals men zich dit
ook alleen kan voorstellen in de sprookjeslanden vah
het Verre Oosten. Een oer-oud ceremonieel, dat tot
in de kleinste puntjes bepaald is, zal hierbij in
acht genomen worden. Angstvallig waken de
priesters er voor, dat de heilige gebruiken door geen
enkele misstap ontwijd worden.
Drie dagen voor het begin van het feest wordt
het heilige vuur ontstoken. De Brahmanen verzame
len bladeren van bepaalde boomen, die een reinigende
en geneeskrachtige uitwerking moeten hebben, doo-
pen deze in kannen, die met boter en honing gevuld
zijn en voeden daarmee het vuur. Ononderbroken
klinken de gezangen en gebeden der Boeddhistische
monniken, die de bescherming van den vuurgod voor
den koning afsmeeken.
Op den vierden dag wordt de waskaars, die het
vuur der overwinning symboliseert, uitgedoofd en
hiermee wordt aangeduid, dat de tijd der voorberei
dingen geëndigd is. Deze kaars wordt onder persoon
lijk toezicht van den Hoogen Priester in de tempel
van den koning vervaardigd, is anderhalve meter
hoog en twaalf kilo zwaar. In het was zijn magische
spreuken en teekens gegrafeerd. Deze kaars mag
niet met een gewone lucifer aangestoken worden;
daarvoor dient het „Heinelsche Vuur", dat door de
priesters in de tempel bewaakt wordt.
liet eigenlijke kroningsfeest wordt ingeleid met het
koninklijke bad. Deze ceremonie vindt in een speciaal
voor deze gelegenheid gebouwd paviljoen plaats, dat
op verkwistende wijze ingericht is. De grond van de
badkamer bestaat uit goud en edelsteenen, de versier
selen en de badbenoodigheden vertegenwoordigen een
waarde, die de gewone sterveling doet duizelen. Het
50.
„Je zult echter niet kunnen verhinderen dat ik
na deze dezen onzin tóch met Timothy trouw",
riep zo uit.
„Zoo, denk je van niet? Veronderstel je soms",
hij wachtte even en keek haar recht in de oogen
„veronderstel je soms, dat Timothy nog met je zal
willen' trouwen nadat je den nacht met mij hebt
doorgebracht?"
„Ik zal hem vertellen dat je een gemeenen streek
uithaalde en
„Dat zou hij niet geloovcn, beste kind. Jij, tante
Jem en de anderen weten, dat jc uit eigen vrijen
wil met me naar buiten trok. Met me uitging, ter
wijl je Wing terug verwachtte. Denk je nu werke
lijk, dat hij zich het een of ander op de mouw zal
laten spelden? En Wing Wing, die diep in zijn
hart maar al te zeer weet dat jc hem niet lief hebt."
Ze werd doodsbleek, en.het drong tot haar door dat
hetgeen hij zei volkomen logisch was. Geenerlei ver
klaring zou het feit,dat ze hier met hem bleef over
nachten, kunnen recht praten. „Gelukshuisje", die
naam leek een bespotting.
„Terry, je kunt het niet meenen", zei ze bevend.
„Jc hebt je kunt dit alles toch niet als een val
strik hebben beraamd?"
Hij gaf het met grimmigen trek om de lippen
toe.
„En toch is het zoo gebeurd. Ik weet dat het af
schuwelijk klinkt, maar het is nu eenmaal zoo. Er
was geen andere uitweg. Ik heb je gezegd, dat ik je
nooit los zou laten. Oh, lieveling, kleine liefste."
Voordat ze er op verdacht was, had hij zijn armen
reeds om haar heengeslagen en zijn mond op den
hare gedrukt. „Ik kan niet zonder je leven. Je be
hoort mij toe. Het was de eenige oplossing hier van
nacht te blijven. En daarna kunnen we trouwen en
gelukkig worden."
„Gelukkig!" Met een woest gebaar maakte ze zich
uit zijn armen los. „Denk je heusch dat wij na dit
feit ooit gelukkig konden worden? En veronderstel
je verder ook dat ik hier zal blijven, terwijl er een
auto in de garage is waarmee ik naar huis kan ko
men? Als jij niet wilt sturen, dan doe ik het. Ik dank
God, dat Timothy me auto leerde rijden. Ik kan dus
zonder jouw hulp terugkomen."
Door haar uitbarsting van woede had hij weer
eenige controle over zichzelf gekregen.
„Ik vrees dat je niet met den two-seater terug
kunt gaan", zei hij kil. „Ik heb er voor gezorgd
dat de wagen niet meer werkt. En we zijn uren van
een dorpje verwijderd, „waar je wellicht een anderen
wagen kon huren."
„Heb je hem opzettelijk buiten werking gesteld?"
vroeg ze heesch.
„Ja. Misschien wil je je van dit feit overtuigen.
Daar is de sleutel van de garage." Ze keek met
een doffen blik naar den sleutel, welken hij haar
toonde. Ze rukte hem dien uit de hand, en rende
de kamer uit. Geruimen tijd bleef ze weg. En toen
ze terug kwam, lag er een heel andere uitdrukking in
haar oogen. Het leek alsof ze nu ten volle begreep
verslagen te zijn dat ze zich niet langer tegen
hem kon verzetten.
Klaarblijkelijk had ze den wagen grondig onder
zocht. Haar haar hing in woeste wanorde om haar
hoofd heen: er was een vuile plek op haar wang en
haar handen zaten vol vet en stof. Ze maakte een
pathetischen, kinderlijken indruk, terwijl ze daarop
den drempel van het vertrek stond. Terry was met
een paar passen bij haar, nam haar in zijn armen,
en trok haar naar een stoel bij het haardvuur.
„Oh, mijn kleine liefste", klonk het berouwvol.
„Vergeef het me. Het hinderde me ontzettend je dit
te moeten aandoen, maar er bleef me niets anders
over. Ben je er nu van overtuigd, dat er niets met
den wagen te beginnen valt?"
Ze knikte zwijgend.
„En je zult niet niet langer tegenstribbelen?"
„Hoe kan ik dat?"
Ze verborg haar gezichtje aan zijn schouder en
barstte in een woest gesnik los. Hij troostte haar met
eindelooze teederheid. Zijn hartstocht werd op den
achtergrond gedrongen, en hij was weer even teeder
als dien nacht op het eiland, toen hij haar met cou
ranten had toegedekt om haar tegen koude te vrij
waren.
„Liefste, wees niet bang. Je moet toch begrijpen dat
ik geen haar van je dierbare hoofdje zal krenken.
Ik zou mezelf liever vermoorden dan zooiets te doen.
Vergeet echter niet, dat je me als het ware dwóng
tot krachtige maatregelen. Ik had al zooveel andere
dingen geprobeerd om je Wing te laten opgeven. Ik
dacht dat ik dit bereiken kon' door je naar het ei
land te brengen. Maar toch hield je vol je belofte
na te willen komen. Er was dus niets anders te doeii
dan je op de een of andere manier te dwingen."
Langzaam bedaarde het gesnik, en ten laatste hief
ze haar hoofdje van zijn schouder op.
„Ik ben zoo moe, Terry", zei ze zacht. Zijn armen
sloten zich vaster om haar heeri.
„Dat kan niet anders, liefste. Je moet dadelijk naar
bed."
Hij bracht haar naar boven, en kort daarop bevond
gevolg aan het met behulp van een rooden lan»
taarn gegeven stopbevel, door rijksveldwachter Beek
en toen Beek hem na een wilde jacht wist te be
springen, verzette hij zich duchtig tegen zijn aan
houding en beet Beek daarbij in diens duim.
Voor al deze buitensporigheden stond Klaas heden
terecht, thans zoo mak als een lammetje en met de
mededeeling dat hij zich van het gebeurde niets
meer kon herinneren. Hij is niet gewend aan alco
hol en had dien avond 3 glazen bier gedronken.
Maar de veldwachter had een en ander van de
vrouw van verdachte vernomen, dat niet heel gun
stig klonk. Hij gaat dikwerf met veel geld de deur
uit. Natuurlijk werd dit avontuur niet licht geteld
en vorderde de Officier tegen dit gevaar van den
weg, met een loftuiting aan Beek, den rijksveld
wachter voor zijn kranig optreden, 2 maanden ge
vangenisstraf. Ter zake het ernstige feit werd opge
legd 1 maand gev.
Egmond a. Zee.
EEN GROOTMONDIGE EGMOND-ZEEëR.
De Egmond aan Zeeër arbeider Gerrit v. d. P.
Jos.zoon had zich de vrijheid gepermiteerd den
jachtopziener Daniël Koele wijn op 29 Oct. in de
duinen van jhr. Six uit te schelden voor dief, ploert
hongerlijder en nog minder moois. Hij stelde zich
aan als een wildeman en dreigde Daan met een
hark, omdat hij in den waan verkeerde, dat deze
zijn boeltje had vernield.
De jachtopziener had te voren nooit iets met Ger
rit gehad.
Eisch f 15 boete of 10 dagen. Vonnis donform.
Krabbendam.
'N BÖERECHANTAGE-PLEGER.
De 19-jarige vroeg kaalhoofdige landbouwer Corn.
Wagenaar ie Warmenhuizen, siond terecht ter za
ke een misdrijf dat men meer in een metropool,
dan in een boerekooldorp zou verwachten. Het
seiieen dat hij iets was te weten gekomen ten nadeele
van zekeren heer Corn. Frans en nu trachtte hij ten
opzichte van Frans chantage te plegen, door het
schrijven van dreigbrieven en hem te bewegen tot
afgifte van f200 en f500 en wel op 29 September
en 5 November. De heer Corn. Frans te Warmenhui
zen was schijnbaar voor het dreigement gezwicht
en had het gevraagde bedrag zoogenaamd in een
sigarettendoosje op de aangegeven plaats gedepo
neerd, doch het bedrag, of wat er voor in de plaats
kwam, kwam niet in het bezit van den afdreiger en
zijn compagnon, maar werd door den veldwachter
Brandsen weer tijdig teruggenomen.
In de brieven werd Frans beschuldigd van on
behoorlijke handelingen en met publiciteit be
dreigd. Met het daardoor verkregen geld hadden
Corn. Wagenaar en zijn vriend naar Amerika wil
len gaan om daar een handeltje in prentbriefkaar
ten te beginnen.
De tweede brief werd gezonden op 3 Nov. en werd
alstoen f500 gevorderd. Werden die niet voldaan,
dan zou zonder pardon tot de voorgenomen maat
regelen worden overgegaan.
De heer Frans liet zich niet intimideeren, deed
aangifte en inplaats van 500 pop in handen te krij
gen, viel Kees zelf in handen van rijksveldwachter
Pieter Leegwater, die niet aarzelde dezen landelij-
ken afdreiger direct te arresteeren. Van de ten laste
gelegde aantijging was absoluut niets waar!
Ik had et hoord van n" paar kammeraden, zei
lummelachtig de verdachte, die zich in de brieven
„particulier detective' had genoemd.
De Officier deelde mede, dat de tweede persoon
in het spel buiten vervolging was gesteld, omdat
diens aandeel zeer gering was, maar des te meer
schuld had echter deze verdachte en requireerde
de Officier tegen den weinig boetvaardigen zon
daar, 'n slungelachtig type, 4 maanden gevangenis
straf. Vonnis 3 maanden gev., waarin veroordeel
de verklaarde te berusten.
Medemblik.
'N ONBETROUWBAAR KOSTKAMERAAD.
De 25-jarige timmerman Anton H., gedomicilieerd
te Utrecht bad zich te Medemblik van een kosthuis
voorzien en nam daar op 23 Nov. zijn kans waar,
een armbandhorloge, eigendom van zijn medekost
ganger, A. Haring, te ontvreemden. De zwerver werd
te dier zake gearresteerd, gedetineerd in het huis
van bewaring en stond heden terecht.
Gevorderd werd in dit ernstige geval, het beste
len van een armen kameraad, 2 maanden gev.
Mr. N. v. Leeuwen, remplaceerende Mr. Dr. Brom
berg en opponeerde voor dezen prodeaan, waagde
het op grond van het blanco strafregister en de
treurige omstandigheden waarin het jonge mensch
had geleefd, een voorw. straf voor te stellen en een
reclasseeringsrapport te verzoeken.
De Officier voelde er niet veel voor op door hem
ontwikkelde gronden en persisteerde.
Hoewel mr. v. Leeuwen de meening van den of
ficier respecteerde, wilde verdediger toch zijn ver
zoek handhaven.
Zulks met het succes, dat de Politierechter bereid
bleek een reclasseeringsrapport te gelasten, zoodat
de zaak word aangehouden tot 27 Januari 1936.
ze zich in dezelfde kamer, waarin ze zich voor het
eten had opgeknapt.
Een deur welke verbinding had met de aangrenzen
de kamer stond wijd open, een deur die dezelfde pa-
neelen vertoonde als de muur, en hierdoor was het
dan ook dat ze die niet had opgemerkt toen deze ge
sloten was. Op den grond stond een spiksplinter
nieuwe suit-case van niet te groote afmetingen. Ze
keek Terry aan voor een verklaring.
„Ja, we hebben aangrenzende slaapkamers. Ik
moest die oude juffrouw Dingle wel vertellen dat
we er vandoor waren gegaan en getrouwd waren.
Ik gaf haar echter te kennen zich te houden alsof
ze dat niet wist en je „juffrouw" te noemen. Anders
had ze ons natuurlijk nooit in haar huis opgenomen."
„En wat is dat?" vroeg Phil, op de tasch wijzend.
Terry bloosde. „Oh, daar zijn een paar dingen in,
die ik dacht dat je noodig zou hebben. Haarborstels,
tandenborstel, etc.", legde hij verlegen uit. „Ik wilde
niet dat je je moest behelpen".
Phil glimlachte eensklaps.
„Oh, Terry, wat ben je toch een groote baby".
Zonder antwoord liep hij op de verbindingsdeur toe,
sloot die, en draaide den sleutel in het slot om. Daar
na ging hij naast haar staan en gaf haar den sleu
tel.
„Dat is de sleutel van mijn hart, Phil", zei hij
schor. .„Anders zou ik je dien niet geven."
Hij boog zich voorover, kuste haar, en verliet de
kamer. Ze hoorde hem over het portaal loopen, en
daarna onderscheidde ze het sluiten van zijn kamer
deur.
Twintig minuten later, nog geheel gekleed, blies
Phil de kaars uit. kroop tusschen de dekens en lag
muisstil. Ze kon Terry in de aangrenzende kamer
hooren bewegen terwijl hij zich ontkleedde. Even
later onderscheidde ze geenerlei geluid meer.
Toen volgde het gekraak van een houten bed; daar
na stilte.
Wordt vervolgd.