Economische
Kroniek
Vereenvoudiging
der gemeentelijke
administratie
PHILIPS', BI-ARLITA"
Zaterdag 14 December 1935.
SCHAGER COURANT.
Een heugelijk blijk van regeerings-
inzicht, al zullen de resultaten voor-
loopig wel niet groot zijn.
5loetcW
©o#
Ruwe handen
1 Doos30en60ct.
1
„U.IC ®°SeM
bevordering en periodieke salarisverhooging van zelf.
Al te gemakkelijk is in de jaren van opbloei, dié
thans achter ons liggen, het aantal ambtenaren ver
groot. Men staat voor de practische onmogelijkheid
dit thans weer te verkleinen, terwijl tevens verschil
lende gemeentelijke werkzaamheden, die men ziel?!
in de rijke periode kon veroorloven, thans betrek
kelijk te zwaar op de ingezetenen drukken, zoodat ze
beter achterwege konden worden gelaten.
We willen ons natuurlijk geen groote illusies ma
ken omtrent de resultaten, die door de betreffende
commissie zullen worden geboekt. Commissies heb
ben we te over en veelal merkt men er later niet veel
meer van. Vooralsnog dunken ons de bezwaren, welke
door deze op haar weg zullen worden ontmoet, uiter
mate groot. Het leger ambtenaren is er nu eenmaal
en daarin kan onmiddellijk toch geen verandering
worden gebracht, zelfs indien mocht blijken, dat door
eventueele vereenvoudiging een groot overcompleet
bestaat. Geleidelijke opbouw van een nieuwe toestand
in de toekomst is het eenig mogelijke.
Op het oogenblik is het gebleken Juiste
inzicht buitengewoon verheugend.
Toch is het feit, dat de regeering heeft gemeend
deze commissie te moeten instellen, op zichzelf een
verheugend verschijnsel. Dat er onjuiste verhoudin
gen zijn, als gevolg waarvan de gemeenschap op een
onbillijke wijze wordt belast immers een aantal
ambtenaren ontvangt stellig meer, dan datgene waar
op het, afgaande op het nuttig effect van de verrich
te arbeid recht heeft weet ieder. Tot verschillende
gemeentebesturen is dit echter nog verre van door
gedrongen. De regeering evenwel schijnt het in te
zien en dit is, afgezien van de vraag of déze com
missie veel zal kunnen uitrichten, een ding van b§«
.lang. -*=
De mensch leeft van de opbrengst van zijn arbeid.
Dat was voor duizenden jaren zoo en dat is nog
altijd het geval, al wordt het tegenwoordig wel eens
uit het oog verloren. Dit laatste is het gevolg van
de e-ecompliceerdheid onzer samenleving, waarin een
voudige grondwaarheden verloren gaan als in een
oceaan van bijzonderheden en bijkomstigheden.
Wat men verbruikt, moet zijn voortge
bracht.
Wanneer wij iets verteren, dan moet het eerst zijn
voortgebracht. En wanneer ons volk per jaar een
zekere hoeveelheid goederen verbruikt, dan moeten
ook die zijn geproduceerd. Aangezien een particulier
in den regel van zijn medemensch niets cadeau
krijgt, evenmin als ook een bepaalde groep, b.v. een
volk van een andere groep niets ontvangt zonder
tegenprestatie, wil dit dus zeggen, dat slechts zooveel
kan worden verteerd als een individu of een groep
van individuen zelf heeft voortgebracht.
v Ook kan verbruikt worden wat vroeger
Is voortgebracht.
Het feit. 'dat in vroegere jaren kan zijn gespaard,
Waardoor- ±hans meer kan worden verbruikt, willen
we hierL^ bu^en beschouwing laten, evenals het te
genovergestelde daarvan, n.1. dat nu kan worden ge
spaard, waardoor later meer kan worden verteerd.
Alleen zouden we kunnen vermelden, dat de mensch-
heid tegenwoordig blijkbaar meer voelt voor het eer
ste dan voor het laatste, iets wat intusschen slechts
zoover kan worden voortgezet tot het vroeger gepro
duceerde en bewaarde is opgebruikt. Is het zoover ge
komen, dan zal men zich alleen moeten tevreden
stellen met datgene, wat is geproduceerd, om de
doodeenvoudige reden, dat er niet meer is. Tot dit
laatste punt zal het natuurlijk gelukkig nooit kunnen
komen.
Onze beschaving is zonder besparing en
dus zonder kapitaal onbestaanbaar.
Gelukkig, omdat onze samenleving dan ten onder
gang gedoemd zou zijn. Immers, ons productieappa
raat is onbestaanbaar zonder een zekere voorraad
goederen van allerlei soort. En het zal natuurlijk nooit
zoover komen, omdat de prijzen dezer goederen zul
len stijgen, naarmate ze schaarscher worden en er
dus een grootere behoefte aan ontstaat.
We willen ons hier echter bepalen tot het feit, dat
door een volk niet meer kan worden verteerd, dan
het zelf heeft voortgebracht.
Vermeerdering van goed gerichte produc
tie brengt welvaart.
Dat dit inderdaad het geval is, weet men eigen
lijk ook wel. Immers het doel, dat men probeerde te
bereiken door ingenieuze middelen als autarkie en
devaluatie was ten slotte vermeerdering van de pro
ductie. En de verschillende fiasco's, welke zijn ge
maakt lagen er dus minder aan, dat het doel, het
welk men zich stelde, verkeerd was, dan wel aan
de omstandigheid, dat de aangewende middelen een
dubbele uitwerking bleken te hebben: de nadeelen
waren van gelijken, zoo niet van grooteren omvang
dan de voordeelen.
Wanneer nu een volk kan verteren, wat het heeft
voortgebracht, dan ligt het voor de hand, dat zulke
dingen dienen te worden geproduceerd, waaraan het
ook werkelijk iets heeft. Indien een fabrikant hoeden
zou gaan fabriceeren van een ouderwetsch model,
dat geen mensch meer wenscht te dragen, dan is de
gemeenschap door die voortbrenging hoegenaamd niet
rijker geworden. Integendeel, ze is armer geworden,
want de aangewende grondstoffen zijn door deze
dwaze productie verloren gegaan. De moeite, die
daaraan was besteed, is vernietigd.
Er wordt nog dagelijks onnoodige arbeid
verricht
Nu ja, zal men terecht zeggen, wie gaat er nu
ook ouderwetsche hoeden maken. Die opmerking
is juist, Maar toch, er worden in de wereld heel wat
moeiten en kosten aangewend voor dingen, die met
ouderwetsche hoeden vrij goed kunnen worden ver
geleken. We willen het ditmaal niet hebben over
verschillende werkobjecten, die daarmee soms een
verdacht groote overeenkomst vertoonen, doch over
een ander soort werkzaamheden. Een en ander naar
aanleiding van het feit, dat dezer dagen door den
minister van Binnenlandsche Zaken een commissie
is geïnstalleerd, die tot opdracht heeft rapport uit te
brengen over de mogelijkheden tot vereenvoudiging
van de gemeentelijke administratie in den ruimsten
zin van het woord.
Wanneer de mensch leeft van zijn arbeid, dan be-
teekende' dit lang geleden, dat de mensch beter kon
leven, naarmate zijn arbeid meer vruchten had opge
leverd, productiever was geweest. In de tegenwoor
dige samenleving wordt daarvan nog al eens afgewe
ken. De kapitalistische gemeenschap vergroot in den
begel het natuurlijke verschil in de belooning der
ENKELE VOORWAARDEN
VOOR
1. Voor alle werkzaamheden, die bij kunsfc
licht geschieden, bestaan minimum ver-
lichtingseischen, waaraan, wanneer het
werk niet direct onder de hoofdverlichting
geschiedt, slechts door voldoende bijver
lichting kan worden voldaan.
2. Onder normale omstandigheden geldt
als minimum voor den totaal beschikbaren
lichtstroom van een woonvertrek 300 deka-
lumen. Hierdoor wordt de mogelijkheid
geschapen, hoofdverlichting en bijverlich
ting afzonderlijk te gebruiken, al naar do
bezigheid het voorschrijft.
3. De sterkte van de lichtbron voor hoofd
verlichting in normale vertrekken, in orna
menten op normale hoogte, welke al het
licht direct naar beneden werpen, moet
minstens 150 decalumen bedragen.
4. De lichtbron dient zich op de pipets
van het werk te bevinden.
5. Vermijdt sterke lichtcontrasten als bijv,
ontstaan wanneer slechts één gedeelte
van de kamer voldoende verlicht is, om
te voorkomen dat bij de oogen, die voor
het zien bij verschillende helderheden zich
telkenmale moeten aanpassen, vermoeid
heidsverschijnselen optreden.
6. Vermijdt elke verblindende verlichting
door het gebruik van afgeschermde licht
bronnen en lampen met inwendig gesati-
neerden ballon.
Sluurl deze coupon in aan de N. V. Philips' Gloeilampenfabrieken, Verkoopafdeeling
Nederland en KoloniënEindhoüen en U ontvangt gratis het boekje Het Gezellige Huis"
NaamStraat-
104—2.
iWoonplaats-
prestatiën van de verschillende individuen, een ver
schil dat voortspruit uit ongelijke kracht, aanleg, enz.
De socialistische daarentegen is geneigd het te ver
kleinen, immers het theoretische socialisme ziet in
de eerste plaats naar arbeidsduur, een factor, welke
voor ieder individu gelijk kan zijn.
Dit beteekent, dat beide opvattingen hun nadeel
hebben, dat ze echter vermoedelijk tot een goed resul
taat zullen voeren, zoolang ze met ongeveer gelijke
kracht op elkaar kunnen inwerken.
Productiviteit is een factor die niet mag
worden verwaarloosd.
Het volkomen negeeren van de productiviteit van
den verrichten arbeid dunkt ons duurzaam niet mo
gelijk, evenmin als een duurzame te hooge waardee
ring daarvan. Dat in onze maatschappij, die tot op
zekere hoogte altijd nog op een kapitalistische leest
is geschoeid al is de socialistische inslag ook vrij
groot het uitsluitend feit van te bestaan als indi
vidu geen recht geeft op een aandeel in de productie
overeenkomend met de totaal-productie van het volk
gedeeld door het aantal leden van de gemeenschap,
is begrijpelijk en voor de hand liggend. En het strookt
volkomen met de richting, welke de natuur oorspron
kelijk blijkbaar uit wilde, al zijn er soms excessen.
Dat daarentegen de werklooze niet volkomen aan
zijn lot wordt overgelaten is evenzeer juist. Want
het is voor alles het bestaan van de gemeenschap,
waaraan het feit van het werkloos zijn moet worden
geweten. Immers het is dé gemeenschap, die de pro
ductie zoodanig heeft vervormd, dat ze is geworden
tot wat ze thans is. En de gemeenschap heeft daar
mee de plicht om zich het lot diergenen, die de dupe
zijn geworden van deze afwijking van den natuur
lijken toestand, aan te trekken.
Maar door dat alles heen blijft van kracht de
we zouden het kunnen noemen natuurwet: wie
meer produceert heeft meer goederen te zijner be
schikking.
Bij het beheer der gemeenten worden veel
„ouderwetsche hoeden" voortgebracht.
Wanneer nu door de bovengenoemde commissie een
onderzoek wordt ingesteld naar de vereenvoudigin
gen, welke in de gemeentelijke administratiën kun
nen worden aangebracht, dan wordt daarmee ons
inziens een stap gedaan in een goede richting, al zou
het wellicht overweging verdienen, dat het rijk nog
even verder ging en de hand ook stak in eigen boe
zem. Want dat op de regeeringskantoren niet even
zeer als bij de gemeenten ongewenschte toestanden
bestaan, daaraan valt nauwelijks te twijfelen.
Zooals alles in de wereld, behooren de kosten der
gemeentehuishoudingen te blijven binnen een zekere
verhouding. Het werk, dat er door wordt verricht,
is voor een goed deel noodzakelijk voor onze samen
leving en in zooverre is het productief. Zij, die er
zich uitsluitend mee hebben bezig gehouden, hebben
recht op een evenredig deel van de productie van
de geheele gemeenschap.
Maar er zijn misbruiken ingeslopen. Het ambte
naarschap leent zich daartoe bij uitstek. Vergeleken
bij de toestanden in het particuliere leven, kent men
er een buitengewoon groote bestaanszekerheid. Een
maal in het bezit van een betrekking, volgen, zonder
dat wordt gelet op arbeidsprestatie of bekwaamheid,
De Philips' „Bi-Arlita" lamp is de beste en zuinigste lamp,
ooit door Philips vervaardigd en daarom de aangewezen
lamp voor Uw huisverlichting. -
precies alsof U ze een donkeren
bril opzet en ze tot een onge
hoorde inspanning dwingt.
Zorgt toch vooral voor goed licht
bij alles wat U doet. Daarvoor
bestaan aanwijzingen, die U
kunt vinden in het boekje
„Het Gezellige Huis", dat U op
aanvrage gaarne gratis door
ons wordt toegezonden.
Zendt slechts onderstaande cou
pon aan ons op, of schrijft ons
even een briefkaartje.
Naarmate de mensch ouder
wordt, trekt de pupil van
hef oog zich meer samen en
laat dus minder licht door.
Daarom hebben zij, die boven
de vijftig zijn, veel en veel meer
licht noodig dan menschen van
twintig.
En vooral een bezigheid als
naai-en verstelwerk eischt - ook
afgezien van den leeftijd - veel
meer licht dan lezen. Bij te
weinig licht is het voor de oogen