De Brabantsche Brief
Botercontrólestatian Noardholland
Kaascontrólestation Noardholland
van Drê.
Sport.
Zaterdag 28 December 1935.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9880
Alcmaria I - Alkmaar I
Die NACHT-HOEST
zal ophouden!
akker's Abdijsiroop
JJlvenhout, 87 December 1985.
Menier,
Ik zou
willen zeggen: mijnen Sil-
vesterbrief, mijn leste, mijn
Ouwejaarsbriefke van dit
jaar.
En 't is, of ik, nog
zoo kort gele jen, ongeveer
deuzen zelfden aanhef naar
oe geschreven heb...!
„Het leste-briefke-van-het-
jaar".
Zoo zitten we weer in de
leste maand, de leste week,
den lesten dag, in de leste
uren, van 't jaar. En zoo
dreunt straks van ons ker-
ketorentje den lesten slag
zijnen echo het nieuwe 1936 weer #n....i
Zoo dwerlen de leste blaaikes af.
Zoo kantelen ze den mensch geregeld om z'n ooren.
Zoo
Zoo dwert z'n leven weg. Met stukskes, met de
tikken op z'n klok, zoo worden de blaaikes van zij
nen levensboom afgeschud, afgeschud den zwarten
eerde in.
Somber?
Neeë, heelegaar niet, amico!
Seerjeus, ja! Dat is 't.
Somber?
Waarom?
Omdat ook mijnen levensboom staat kaal te schud
den?
Neeë daar krijgt den mensch op tijd zijn wijs
heid voor, om dat te aanvaarden in alle berusting.
Sommigen in jaren, anderen in minuten.
Maar toch alle menschen.
Want dat is toch zeker 'n zaak die onzen Schep
per óók aangaat. En wat Hij doet is toch wèl ge
daan!
Ons leed, 't komt van de menschen.
Onze zorgen, ze komen van de menschen.
Want we zijn geschapen, net als de veugeltjes, om
zonder zorgen te kunnen eten en drinken, te kunnen
even van den overvloed van den vruchtkrachtigen
eerde.
Onzenlievenheerke zal ons werendig nie aan Zijn
tafel noodigen als ze... leeg is!
Man laat ik niet van m'n Ouwejaars-chapiterke af
dwalen.
En efkens teruggaan tot dat gedacht van den
Mensch, die zijnen levensboom ziet leegvallen in
d'eerde.
Ik weet niet, amico, of gij wel 'ns 'n oogenblikske
gepeinsd hebt over de vraag: hoe zou 'k me gevoe
len, als ik wist, eeuwig, altij te zullen leven.
't Zal den eenen tiep wat meer moeite kosten, dan
den andere, om dat gedacht volkomen te doorgron
den!
Maar hij zal in elk geval, na de eerste blijdschaps-
fantasie, al rap z'n eigen gaan zien dan, als den
Wandelenden Jood.
n' Reis zonder endstatie, 'nen tocht met 'nen im
mer wijkenden kim, 't zou... de hel zijn! Geloof
me.
Somber?
Seerjeus. Ja! Dat is 't.
'k Heb wel 'ns, neeë, dikwijls, gekeken in de oogen
van ouwe menschen.
God, wat kunnen die oogen moei zijn.
'k Heb 'ns, van erg dichtbij, 'nen menschen ge
kend, die in 'n paar jaar tijds geenèn warmen hap
eten had geproefd. Geleefd had van de eene korst
brood naar de andere.
Hij ging daar zoo grootsch niet op, horre! Armoei is
geen schande, dat weten we allemaal. Maar niemand
die er trotsch op is...!
Maar deuzen mensch heb 'k 'ns hooren zeggen:
„och, praat niet zoo rap van „honger". Honger is
zo'n groot leed. Zeg liever: „ik heb trek."
Dat snee me door m'n ziel, amico.
Om tot de wijsheid van zulke woorden te komen,
moet 'nen mensch wel schrikkelijk veul honger ge-
lejen hebben.
Zoo is 't ook met die ouwe, moeie oogen.
Als ge die verstaat, dan leert ge echte vermoeid
heid kennen, de eenige. De eindelijke vermoeidheid
van... 't heele leven eigens.
't Leven van harteleed, van teleurstelling, van on-
gezochten, eindeloozen strijd.
Dat vermoeit.
Dat doet snakken naar de Rust.
Somber?
Ik zou voor niks geleefd hebben, als ik triestig,
somber was bij 't afdwerlen van m'n blaaikes.
Maar ik zou ook 'n pias zijn, als ik na veule jaren
niet wist seerjeus te zijn op stonden als deuze!
Als deuze, wanneer wéér 'n groot jaar, wanneer
weer ruim driehonderd-en-zestig dagen van 't korte
menschenleven, worden weggehamerd in de leste
twaalf slagen, die daar straks van den kerketoren
in den maanstrakken nacht zullen daveren.
Ja, seerjeus, stémt dat wel even!
Bezinken moet den mensch z'n zielement nou en
dan.
Bezinken in de roerlooze rust, zooals die bij tijen
van den Hemel daalt in 'nen plas op de hei; in den
akker van allen grond; in 't zielement van allen
mensch.
Niet altij kan 't stormen in de vennen, tot ze troe
bel-zwart van grondsop zijn.
Maar ook niet altij kan de zon er inschijnen, tot
het onderwatergewas!
Niet altij kan den akker geploegd worden, tot z'n
zielement naar buiten ligt gekeerd met worm en
onkruid.
Maar ook niet altij kan ie voortbrengen!
Niet altij kan de menschenziel bestormd worden
door de stormvlagen van 't leven zeivers.
Maar ook niet altij kan ze in 't zonneke staan, tot
schroeiens-toe.
Daar moet zoo nou en dan tijd van bezinken, tijd
van volkomen rust zijn.
Zooals in den heipias allen troebel naar den bo-
Jem zinkt, tot nut van 't onderwatergewas, en den
plas kleer en helder te rusten staat, met den he
mel in zijnen spiegelglans zoo moet ook den
mensch tot rust geraken met... 't zelfde doel: tot nut
op den bojem op z'n zielement, zoodat den mensch
kleer en helder tot rust komt met den Hemel in zij
nen oogenglans.
'n Deugd, 'n Gave is het, dat we, kort voor 't Jaar-
Ende, den Kerst mogen vieren, 'n Deugd om den
Vredigen Rust van 't zielement.
Want te veul al wordt den mensch opgejaagd en
voortgejakkerd over zijnen levenspad, die dikwijls
zoo moeizaam te begaan is!
Ja, zoo is 't 'n groote gaaf, den Kerst. Als Rust-
punt voor het zielement.
Geen fabrleks-sirenes, geen electisehe controle
klokken, geen... naar armoei stinkende stempelloka
len, geen strijd om 'nen door „evennaasten" toege
worpen kruimel van God Zijnen overvloed, alleen
den feestelijken roep van de Jubelende kerkeklokken
naar de wieg van 't Kindeke.
Naar 't Stalleke van Bethlehem.
Waar den mensch komt, bij den Koning der Ko
ningen, niet als steuntrekker, niet als slaaf, niet ook
als... Ridder of „Grootkruis", niet als Geld-of Olie-
Vorst, maar als gelijke broers, in wier hart weer her-
borèn wordt 't arme Kindeke-Gods, dat eenmaal neer
lag in 'n dierenruif.
Ja, zoo komt den Kerst wel schoon op tijd.
Om met 'n klèèr gemoed het Ouwe jaar uit, het
Nieuwe in te gaan.
Het Ouwe jaar uit te gaan in vredige berusting;
het Nieuwe in te gaan met veul vertrouwen.
De tijen zijn zoo érg slecht.
En haast alle menschen, ze leven langs den
rand van 'n bestaan.
Daar is dus veul berusting, daar is dus zooveul
vertrouwen noodig.
En als ik met die schoone Hoogtijdagen in m'n
warme huiske zat, bij ons Stalleke en boomke, dat
daar in allen eenvoud (ocherm, de spullekes zijn al
zoo oud) te gloren stond in den gouwen schemer
van wat keersekens, die het lichtende goud als poeier
door den duister strooiden, als ik daar zat met m'n
brave wijf, temidden van onze kinders, dan heb ik
daar, zwijgend en pijplurkend zitten staren naar dat,
Heilig Huishouwentje in den Stal, waarboven de
„gouwen" ster den weg wees.
De tijen zijn slecht.
Ook wij, wij hebben heel veul zorgen, al klaag
ik weinig, amico, (Ge zult me er tenminste geen
verwijt van kunnen maken). Ook wij hebben jaren,
jaren ijzeren arbeid zien vervluchtigen in groote ver
liezen.
In de Crisisvlammen hebben ook wij onzen wel
stand zien omkrullen tot Zorg.
Maar bij 't stalleke, daar in den gouwen sche
mer, temidden van Vrouw en Kinders en Klein-
kinders, daar wier me weer veul duidelijk, wat
vertroebeld was in de veule stormen van 't jaar.
Daar bezonk den plas van 't zielement weer!
En voor 't eerst na langen tijd voelde-n-ik me
rij k!
Rijk met 't geluk van m'n goeie Trui, zooals ze
daar weer troonde in 'n hujs vol kinders!
Rijk met 't bezit van die kinders, die ook allegaar
huillie zorgen te dragen hebben, wat ook onze zor
gen zijn. Rijk met die kinders, weer even thuis, in
den veiligen nest, want altij ver weg, den eene hier,
den andere daar, met geenen anderen band dan 'n
zeldzaam briefke, da's ook armoei.
Rijk met m'n baaske, dat zoo prontjes had meege
werkt aan 't stalleke. Zoo kolossaal zijnen Opa ge
holpen met den loodzwaren dubbel-ge la jen groenten-
wagel voor de Kerstdagen.
Rijk met mijnen hof, m'n zorgenvol bedrijf, maar
waaruit ik de kinders toch huiliën buik kan laten
strak schransen aan 't Kerstmaal van m'n eigen ver
ken, m'n eigen groentes, m'n eigen graan en aardap
pels!
En toen, daar in dieën schemer van de gloeiende
plattebuis en 't keersen-fonkelende stalleke, temidden
van al die rijkdommen, heb ik kleintjes, 'n bietje be
schaamd, ziiten zwijgen, teugenover dat schamele
stalleke!
En stiekum gevraagd: „of 't dan zoo maar blijven
mocht veur deuzen keer
Zoo ga 'k tevrejen tevrejen ondanks alles, 't ouwe
jaar uit!
Zoo fuif ik Dinsdagavond 'n Zalig Ouwejaar!
Zóó, amico, met één oog gericht op m'n stalleke,
met 't andere op Vrouw en Kinders, op alles wat mij
nen rijkdom uitmaakt, zoo ga 'k 't Nieuwe jaar in.
En als de twaalf leste slagen straks den nacht in-
Algemeene ledenvergadering van het Botercontrole-
station Noord-Holland, op Maandag 23 December
1935, des voormiddags te half elf uur, in café „De
Roskam" te Hoorn.
De Voorzitter de heer A. Commandeur, opent met
een woord van welkom, spreker memoreert den on-
gunstigen toestand in het zuivelbedrijf en wil er al
leen nog op wijzen, dat de margarine nog steeds in
Nederland een betere positie inneemt dan de boter.
Door den Secretaris, Ir. D. C. de Waal, worden de
notulen der vorige algemeene ledenvergadering voor
gelezen, ze worden ongewijzigd goedgekeurd.
Mededeelingen.
Op 1 Januari 1935 bedroeg het ledental 70, n.1. 53
zuivelfabrieken, 6 melkinrichtingen, 10 handelaren en
1 zelfkarnende boer.
Op dit oogenblik 72, n.1. 55 zuivelfabrieken, 6 melk
inrichtingen, 10 handelaren en 1 zelfkarnende boer.
Door den heer Directeur-Generaal van den Land
bouw is bericht, dat de aangeslotenen, indien dit door
hen gewenscht wordt, gebruik mogen maken van
wikkel papieren, waarop het Rijksbotermerk is aan
gebracht en welke volgens het systeem Wassenaar
door middel van zgn. nieten zoodanig worden geslo
ten, dat ze niet meer voor een tweede maal kunnen
worden gebruikt. Voor de verzegeling van deze wik
kels moet dan echter een machine worden aange
schaft, die vrij kostbaar is.
Op voorstel van het Bestuur wordt besloten tot wij
ziging van art. 4 van het huishoudelijk reglement en
wel wordt in art. 4 na de 6e alinea de volgende nieu
we alinea toegevoegd:
„Wanneer de hoeveelheid bijgekochte boter,
welke afgeleverd wordt met het oorspronkelijk
Rijksmerk, 1.000.000 K.G. per jaar of hooger be
draagt, dan ri hiervoor een vaste jaarcontributie
verschuldigd, gelijk aan 5000 maal de bijdrage per
100 K.G. boter in de hoogste klasse van het lid
maatschap. Een dergelijk bedrijf wordt voor de
boter, welke zij uitspit en vóór de aflevering voor
ziet van een nieuw Rijksmerk, ingedeeld in de
klasse van lidmaatschap, geldende voor deze hoe
veelheid omgepakte boter en moet voor deze hoe
veelheid dus per 100 K.G. de bijdrage betalen,
geldende voor deze klasse van lidmaatschap."
Deze wijziging was noodig in verband met het feit,
dat de Nationale Coöperatieve Zuivelverkoopcentrale
te Amsterdam, lid van het station is geworden. Dooi
de zeer groote hoeveelheid boter, welke zij aflevert
met het oorspronkeli'ke Rijksmerk, kon de gewone
wijze van coiitributieucrekening voor deze zaak niet
meer geldep.
Finantieele Commissie.
Voor het nazien van de rekening en verantwoording
over het boekjaar 1935 en van de begrooting voor
1936 worden benoemd: N.V. Stoomzuivelfabriek
„Schellinkhout" te Schellinkhout; Coop. Zuivelfabriek
dreunen, als die twaalf leste jaarsmomenten straks
dreunend uit de galmgaten van ons kerketorentje
tuimelen over den Ulvenhoutschen Winternacht, dan
zal ik fier, maar dankbaar ook, dan zal ik met 'n
klokkend gevoel van diepst geluk mijn glas heffen,
m'n wijf pakken, en ondertusschen elkens gluren
naar ons Kersthoekske, dat er dan wat verlaten bij
staat, en eh da's privée!
En zoo, amico, in die stemming van dat Zalige mo
ment, zóó met den weerschijn van den hemel die
uit al die oogen rondom me uitstraalt in m'n ziele
ment, zoo hef ik ook met jou en al m'n duizenden
lezers en lezez-essen 't glas en klink op 'n
ZALIG OUWEJAAR!
Allen, ondanks alles, omhoog de glazen, hop!
Laat ze fonkelen en pinkelen onder den mooisten
lichtkroon van de weareld, onder oew eigen huis
kamerlamp!
Laat ze klinken met den klank als geen Vorslelijkst
kristal kan, laat ze weerklinken in oew gelukkige
hart tot op den bojem van oew bezonken zielement!
Pakt malkaren vast, kijkt malkaar 'ns diep in de
oogen en vindt, zoo de kracht, om 't Nieuwe Jaar met
al z'n moeilijkheden bij z'n kladden te pakken en on
der oew macht te drukken!
En nou schei ik er af.
'k Mot vanavond nog 'n Zalig Uiteinde gaan wen-
schen in oewen Radio.
Dus, veul groeten van Trui en als altij, geen haar-
ke minder van oewen
toet a voc
DRÉ.
Op den tweeden Kerstdag speelde Alcmaria een
vriendschappelijken wedstrijd tegen het pittige, het
aloude Go-Ahead, en we willen er onmiddellijk aan
toevoegen, dat Go-Ahead in een vooral na de rust
goed gespeelden wedstrijd, slechts met het geringste
verschil 54 heeft verloren. Voorwaar een praestatie
die er zijn mag!
De Alkmaar spelers, zullen in dezen wedstrijd wel
op hun sterkst hebben gespeeld, maar niettemin kun
nen ze thans met eenige gerustheid verder werken
aan het behalen van het kampioenschap hunner af-
deeiing; hetgeen, spelende zooals gisterenmiddag, na
de rust, zeer zeker in hun bereik ligt. Kom mannen
van Go Ahead, vooruit
Het sportieve spel van Alcmaria deed prettig aan
en uit alles bleek wel, dat het bij deze heeren een
vriendschappelijken wedstrijd gold. Daarom vonden
we het jammer te constateeren, dat één der backs
der Alkmaarders af en toe wol eens z'n tekort aan
behendigheid door ruw ingrijpen trachtte te nivel-
leeren.
De wedstrijd begon op tijd en de elftallen stelden
zich als volgt op:
Alcmaria Jongmans
Schokker, Koning.
Rootering, de Grand, Michels.
Plas, v. Wieringen, Gerritsen, Hiemstra, de Jong.
O
v. Os, Kranenburg, Kuijs, Schoonhoven, Schoonhoven.
Huiberts, Zwaan, Korbi,
Ooms, Dingerdis.
Duiveman Alkmaar.
Het begin was een even verkennen, waarbij het on
middellijk opviel, dat Alcm. over een betere techniek
beschikt. Het stoppen en plaatsen is ongetwijfeld be
ter en vooral Gerritsen had er blijkbaar zin in.
Bij een aanval over rechts van Alkmaar, kreeg
Kuijs den bal, speelde zich vrij en het is reeds 0—1.
„West-Friesland" te Lutjewinkel; de heer J. W. Kniep
te Aalsmeer.
De rondvraag levert niets op, waarna de Voorzit
ter met een woord van dank voor de prettige en
vlugge afwikkeling der agenda, de vergadering sluit.
Algemeene ledenvergadering van het K.C.N.H., op
Maandag 23 December 1935, des voormiddags te elf
uur, in café „De Roskam" te Hoorn.
De Voorzitter, de heer G. Nobel, opent met een
hartelijk woord van welkom. Het jaar 1935 was voor
de kaas moeilijk, ik hoop en vertrouw, dat de te. ver
wachten gewijzigde crisismaatregelen in staat zullen
zijn om de kaaspositie te verbeteren. Dit lijkt mij
practisch mogelijk om het te veel aan kaas te beper
ken, door teruggave van ondermelk of weg te
werken door kaas uit de markt te nemen. Hierdoor
kan veel verbeterd worden. Verder lijkt het mij van
belang dat wij waakzaam zijn voor het behoud van
onze eigen zelfstandige kaascontröle. In den tegen-
woordigen tijd, waar het nemen van maatregelen
voor de crisis op de meest uitgebreide manier wordt
toegepast is het van belang om hier aandacht aan te
schenken.
Verder is het voor de kaas van veel belang om voor
de toekomst maatregelen voor te bereiden voor mer
ken voor herkomst van de kaas. Goede samenwerking
is voor ons station gewenscht.
Door den Secretaris, Ir. D. C. de Waal, worden de
notulen van de vorige Algemeene Ledenvergadering
d.d. 12 April 1935 voorgelezen en ongewijzigd goed
gekeurd.
Mededeelingen.
Op 31 December 1934 bedroeg het ledental 462, n.1.
73 kaas- en' boterfabrieken, 14 kaasfabrieken en 375
zelfkazende boeren. Op dit oogenblik 450, n.1. 72 kaas-
en boterfabrieken, 11 kaasfabrieken en 367 zelfkazende
boeren.
Het Bestuur is van oordeel dat de salarisregeling
voor 1936 ongewijzigd zal kunnen blijven, daar eerst
10 en in 1935 nog eens 5 op de salarissen werd
gekort.
Met ingang van 1 Augustus 1935 is de prijs der
kaasmerken verlaagd en wel voor Rijksmerken voor
volvette kaas op 0,2 ct. per stuk en voor Rijksmerken
voor niet-volvette kaas op 0.15 per stuk.
Finantieele commissie.
Voor het nazien van de rekening en verantwoording
over het boekjaar 1935 en van de begrooting voor 1936,
worden benoemd: N.V. Stoomzuivelfabriek „De Prin
ses" tc Ursem; Coop. Zuivelfabriek „De Horn" te
Avenhorn; de heer S. Langedijk te Zwaagdijk.
Bepaling van het entréegeld voor 1936.
Het Bestuur stelt voor om evenals vorige jaren, het
entréegeld voor 1936 voor alle nieuwe leden te bepalen
op f 1.per koe of per 300 K.G. in het afgeloopen
jaar bereide kaas, indien het aantal koeien geen
juiste maatstaf voor de kaasproductie vormt.
Het wordt zonder eenige discussie aangenomen.
Rondvraag levert niets bijzonders op, waarna de
Voorzitter deze vergadering sluit met den wensch dat
1936 een beter jaar voor de zuivel mag worden.
Nauwelijks hebt Ge U ter ruste begeven,
of die kwellende nachthoest begint weer I
Neem daarvoor nu de vanouds beproefde
Akker's Abdijsiroop, welke dooreen nieuwe
toevoeging van Apotheker Dumont thans
nog sneller en nóg krachtiger werkt.
Begin vandaag nog en vannacht reeds zult
Ge rustig kunnen slapen door de bekende
het beproefde hoest-geneesmiddel I
Verlaagde prijzen f 0.75, f 1.25, f 2.- per flacon.
Na den aftrap trok Alcm., goed samenspelend, op
en op fraaie wijze deponeerde Gerritsen den bal in1
het doel. 11.
Hierna noteerden wij diverse aanvallen op het Go
Ahead doel, bij een waarvan een door Gerritsen inge-t
schoten bal, met de hand door Ooms werd bewerkt.
De hieruit te nemen strafschop, werd door denzelfdem
speler benut. 21. Er is dan ongeveer een half uur
gespeeld en Alcm. is overwegend sterker. Jongmans
in het, Alcm. doel, had het in deze periode rustig, ter
wijl hij bij het afwerken der eventueele aanvallen
goed door z'n backs werd geassisteerd. Koning bleek
wederom ten volle z'n plaats waard te zijn. Bij een
vlug door Alcm. opgezetten aanval, kreeg Plas het
leer van de rappe Rootring aangegeven, hij rende
langs de lijn, zette goed voor en het volgende oogen
blik had Gerritsen met een prachtigen kopbal den
stand op 31. gebracht. Dat was goed combinatie
spel, bekroond met een subliem doelpunt. Ook De Jong
is zeer actief en we zien hem vele malen goed voor
zetten en zoo noodig zelf naar binnen zwenken. Hij
maakte dan ook kort achter elkaar het 4e en 5e
doelpunt. Het vierde was van het goede soort, het
vijfde werd na een kleine doelworsteling, kalm in
geschoten. Hiemstra wist zich goed aan te passen;
v. Wieringen was te langzaam en te lusteloos, kon
maar niet z'n vorm vinden. Het. sinds eenigen tijd niet
meer spelen in het eerste elftal heeft aan het zelf
vertrouwen van dezen jeugdigen speler ongetwijfeld
afbreuk gedaan.
Dat de score door Alcm. zoo hoog werd opgevoerd,
lag zeker niet aan den doelman Duiveman, die uit
stekend keepte en ook menigmaal door juist ingrij
pen, verder onheil voorkwam.
Na de rust werd de rechtsbuiten Schoonhoven bij
Alkmaar, goed vervangen. Hel scheen, dat Alcm. het
welletjes vond, wel viel ze nog even aan, maar haar
spel werd slordig en spoedig waren de bordjes ver-»
hangen. De voorhoede van Go Ahead, onder aanvoe
ring van Kuijs en goed gesteund door haar halflinie,
kwam flink in actie. Het leek wel of de spelers in de
rust nieuwe moed en een flinke dosis wil hadden ver
gaard. Geenzins, dat zou blijken, wilde men met den
verkregen stand genoegen nemen. De wel eens wat té
hard werkende Kranenburg, joeg dan ook al spoedig
no. 2 langs Jongmans in de touwen. Daarna is het
wederom Kuijs, die den stand op 53 brengt. Een.
mooien voorzet van van Os ketste tegen den paal.
Terwijl in deze periode Schoonhoven, na goed spel,
no. 4 wist te scoren.
Alcmaria werd tijdig wakker geschud, waardoor ze
verder doelpunten wist te voorkomen en tot het eind
signaal de meerdere bleef..
B.S.V. a Schoort a. 1—2
Hulde aan de jongens uit Schoort, die
met z'n negenen de twee puntjes mee
naar huis namen. Als B.S.V. niet met
meer vuur speelt, verliezen ze eiken vol
genden wedstrijd.
Laten wij beginnen den negen jongens uit Schoorl
hulde te brengen voor de wijze waarop zij B.S.V. a
hebben partij gegeven; laten wij dit negental prijzen
voor de manier waarop het voor de twee puntjes heeft
gezwoegd. Want juist aan dat zwoegen ontbrak het
bij B.S.V. De jongens speelden een veel te lauw par
tijtje; ze dachten er zoo heel gemakkelijk te komen
en 't kwam precies anders uit. Nu moge men óns
tegenwerpen, dat in de voorhoede twee der beste spe
lers, n.1. Jan Eriks en Hans Busselman op het appél
ontbraken en dat ook Louis Dames uit den aanval
moest worden gehaald om Kobus Kramer, die ook
al niet meespeelde te vervangen in de middenlinie,
dit alles is geen excuus voor de laksche wijze waarop
de B.S.V.'ertjes hun taak hebben opgevat. Vooral de
achterhoede deed het al heel kalm aan en in de mid
denlinie. was Jan v. d. Plas lang niet agressief genoeg.
Boyendien leek het ons niet verstandig, voor de rust
Rein Maasen uit die linie weg te nemen, al willen we
gaarne erkennen, dat de jonge Maasen op de midden
voorplaats zeer goed werk deed.
Maar het is in zulke gevallen: Wat het zwaarst
weegt, moet ook het zwaarst gelden. En B.S.V. spe
lende voor de rust met 10 jongens, omdat Jan Eriks
meende dat het aanvangsuur 12 inplaats van 11 was,
had o.i. beter gedaan niet alles op den aanval te zet
ten.
Een paar minuten voor dat de eerste helft verstre
ken was, kwam Jackie Buijs het elftal completeeren.
De stand was toen 11. Schoorl nam de leiding, toen
Jaap Klop, handig spelertje als hij is, den bal tus-
schen de beide B.S.V. backs doorspeelde en zoodoen
de den rechtsbinnen in de gelegenheid stelde op een
voudige wijze te scoren. Maar nog voor de rust werd
de stand weer gelijk, na een algemeen opbrengen van
de voorhoede. Uit een voorzet kreeg Nick v. d. Berg
het leer vrij en kalm plaatste hij in den rechter be
nedenhoek.
In de eerste helft heeft de voorhoede van B.S.V.
eenige fraaie kansen om te scoren laten loopen, door
volkomen gebrek aan doorzettingsvermogen.
Het tweede gedeelte van den wedstrijd is het aan
kijken feitelijk niet waard geweest. Schoorl speelde
nog wel het best, maar B.S.V. bracht er bitter weinig
van terecht, speciaal de voorhoede. De jeugdige rech
tervleugel uit het b-elftal Karei ten Bruggencate en
Jackie Buijs speelde heel aardig samen, doch hield
het spel onmogelijk kort, zoodat er geen schot in zat.
De linksbuiten uit b, Dirk Mosk, heeft goede dingen
gedaan, maar behoeft niet eiken bal dadelijk weer af
te geven, maar mag gerust zelf ook eens probceren
wat te ondernemen. Neen, deze drie invallers in
den aanval toonden zich zeker nog niet geschikt voor
het a-elftal.
Bijna had B.S.V. de leiding genomen, maar de bal
kwam tegen den paal en sprong in het veld terug.
Schoorl deed het beter, en met een listig balletje werd
Karei Colnot voor de tweede maal gepasseerd (1—2).
Wel ging aanvoerder Kuipers hef voor probeeren
en zette hij Wijers achter, maar ook dat hielp niet,
temeer ook omdat Jan Selhorst zich van dal oogen
blik af in de verdediging van Schoorl terugtrok en
Kuipers duchtig bewaakte. En zoo werd het een be
nauwde, doch zeer verdiende overwinning voor
Schoorl.
Bij B.S.V. voldeden ditmaal Louis Dames, Rein
Maasen en Nick v. d. Berg wel het best; bij Schoorl
waren Jan Selhorst, Jaap Klop, de linksback en de
linksbuiten wel de meest op den voorgrond tredende
spelertjers.
Als B.S.V. niet met meer enthousiasme speelt, ver
liezen de jongens eiken volgenden wedstrijd.
.Wedden?.