Hollands Noorderkwartier
in
1935.
In de hedenmiddag gehouden vergadering van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands
Noorderkwartier, heeft de Voorzitter, de' heer S. W.
Arntz, in zijn Nieuwjaarsrede o.m. het volgende ge
zegd:
Mijne Heeren,
liet jaar 1935 hebben wij zien heengaan en m.i.
zullen er maar weinig zakenlieden in den lande
zijn, die dit afscheid evg betreuren.
Gedurende het afgeloopen jaar waren er immers
in de economische noodtoestand, die de wereld nu
reeds zes jaren teistert, Vrijwel geen „lichtpunten" te
ontdekken.
Daarnaast dient echter tevens te worden verklaard,
dat het bedrijfsleven in 1935 over het algemeen ge
lukkig ook verschoond is gebleven van rampspoeden,
zooals wij ons die maar al te zeer uit de jaren vóór
1934 herinneren.
Uit dit laatste trekke men niet de conclusie, dat
1935 geenerlei gebeurtenissen heeft gekend, die de in
ternationale toestand nog meer hebben doen vertroe
belen en de heerschende verwarring doen stijgen; ik
wilde er slechts op wijzen, dat de spanningen van
1935 volgens mijn gevoelen in hr: algemeen minder
nadeelige gevolgen voor het bedrijfleven hebben ge
had dan de vroegere kwade gebeurtenissen.
Met deze gebeurtenissen doel ik o.a. op de deva:
luatie van de Belgische franc, op de herhaalde span
ning, waaraan de valuta's der goudlanden hebben
bloot gestaan en last but not least op het onstaan van
het Italiaansoh—Abessijnsch conflict, dat helaas tot
een nieuw wapengeweld heeft geleid.
Vooral door het laatste feit is de onrust in de in
ternationale verhoudingen weder aangewakkerd, zoo
dat te verwachten is, dat voorshands elk land voor
zich zal blijven trachten de nood te bestrijden. Een
werkelijk herstel zal m.i. echter slechts dan verkre
gen kunnen worden, wanneer rekening kan worder
gehouden met het internationaal belang en de in
ternationale aard der moeilijkheden, op welk gebied
de Internationale Kamer van Koophandel reeds zulk
belangrijk voorbereidend werk heeft verricht.
Erkend dient te worden, dat door deze landsgewijzo
pogingen om te geraken tot een evenwichtstoestand
op financieel en economisch gebied hier en daar in
derdaad wel een gunstiger aanzien van den bedrijfs-
toestand is verkregen, terwijl, hetzij door deze pogin
gen, hetzij door anclere invloeden, op verschillende
goederenmarkten een soms niet onbelangrijke prijs
stijging is ingetreden, gepaard gaande met een ver
dere vermindering van de wereldvoorraden.
Deze feiten, die ik hierboven reeds als „lichtpun
ten" aanstipte, kunnen ons echter nog geenszins de
overtuiging schenken, dat een positieve terugkeer van
de algemeene welvaart op handen is, wijl deze fac
toren niet uitsluitend door een gezonde eco
nomische ontwikkeling zijn veroorzaakt. Tot mijn
leedwezen moet ik dan ook de gevolgtrekking ma
ken, dat de wereld nog ver verwijderd schijnt van een
algemeen herstel!
U, die midden in het zakenleven staat, behoef ik
niet te zeggen, dat, al hebben zich ook in enkele
vreemde Rijken teekenen van opleving vertoond,
daarvan in ons land weinig of niets te bespeuren viel.
Het „Maandschrift van de Statistiek" wijst er terecht
op, dat de werkloosheid verder is gestegen (eind Oc-
tober stonden 382.000 werkloozen bij de organen der
openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven, tegen
330.000 een jaar vroeger).
Hoe het verloop in de voornaamste bedrijfstakken Is
geweest, moge U uit het vlgende blijken:
Kaashandel.
Evenals In 1934 heeft de kaashandel in 1935 geen
levendig karakter vertoond. Door de productie-beper
king werd de beschikbare voorraad weliswaar ver
minderd, maar de verbetering der prijzen heeft daar
mede geen gelijken tred kunnen houden.
De contingenteeringsmaatregelen van verscheidene
Europeesche Rijken en de betalingsmoeilijkheden,
speciaal van onze Oostelijke buren, hebben tot een
geringere export naar die landen geleid, zoodat naar
een ruimer afzet gezocht moest worden in het binnen
land èn in de landen, die de invoer vrij lieten. Dit
alles heeft echter niet kunnen verhoeden, dat de prijs
der Hollandsche kaas dei-mate werd gedrukt, dat deze
in 1935 op een niveau kwam, dat, na aftrek van de
productiekosten, totaal geen opbrengst liet voor de
grondstof: de melk. In het volle seizoen (AprilAu
gustus) werden op de markt te Allernaar prijzen be
steed van ongeveer f 10.per 50 K.G. voor de 40plus
Noordhollandsche kaas, waarmede de markt tot een
prijspeil was afgedaald, dat het laatst in de jaren
1870 en 18?2 werd waargenomen.
In de maand September 1935 was er een opleving
te bespeuren en er werd zelfs op één marktdag een
prijs van f27.bereikt, hetgeen in verband met de
veranderde woreldtoestanden een loonende productie
prijs genoemd kon worden. Helaas heeft deze opleving
niet lang geduurd en was in November de prijs we
derom gezakt tot f16.— per 50 K.G.
De steun door de Ncderl. Zuivel Centrale aan de
veeteelt verleend, heeft het voortbestaan van vele be
drijven mogelijk gemaakt, zij het ook met een nog
onvoldoend rendement. Het vooruitzicht, dat de kaas
handel weer een loonend bedrijf zal worden, is nog
verre van zeker. In vergelijking met de vorige jaren
werd uitgevoerd aan Edammer kaas (40plus) in de
maanden:
Jan.Nov. 1933 16.707 ton ter waaide van f8.245.000.
Jan.—Nov. 1934 15.868 ton ter waarde van f7.355.000.
Jan.Nov. 1935 16.528 ton ter waarde van f6.036.000.
De aanvoer ter Alkmaarsche kaasmarkt bedroeg:
in 1934 4644 stapels, wegende 5.149.468 K.G.
in 1935 4504 stapels, wegende 5.511.341 K.G.
Alzoo een toename van
361.873 K.G.
Volledigheidshalve kan hier nog worden vermeld,
dat ook in het afgeloopen jaar weer een stem is op
gegaan voor de oprichting van een kaasbeurs te Alk
maar, welk geluid, zoover het zich laat aanzien, ech
ter geen, althans zeer weinig, weerklank bij de be
langhebbenden vindt.
Gecondenseerde melk en melkproducten.
De exporthandel in deze producten geeft opnieuw
weinig reden tot optimisme. Eenerzijds waren er in
Holland de bemoeiingen van de Nederlandsche Zui
vel centrale en het Crisis Zuivelbureau, waardoor zoo-
wèl producenten als fabrikanten nimmer weten wat
de dag van morgen brengt, anderzijds de opnieuw
voortgezette autarkische neigingen in de meeste
landen, welke belangrijke hoeveelheden Hollandsche
melk imporleeren, terwijl ten overvloede het betalings
verkeer met de verschillende overzeesche markten
niet "zoo vlot gaat als men dat wel zou wenschen. De
concurrentie op de vrije markten, welke voor de Hol
landsche condens-industrie nog van belang zijn,
wordt opnieuw scherper. Tenzij tot de vrijhandel
wordt teruggekeerd, zullen de moeilijkheden voor den
1-Iollandschen veehouder en de verwerkers van melk
wel blijven bestaan.
Grove tuinbouwproducten.
Voor de verbouwers van de grove tuinbouwproduc
ten is het voortdurend zachte winterweer in het sei
zoen 1934—1935 van ongunstigen invloed geweest. De
niet te groote voorraad roodc kool heeft goede tot zeer
goede prijzen opgebracht; de prijzen van de witte-
Nieuwjaarsrede van den heer
Arntz in de Kamer van
Koophandel.
en savoye kool, waarvan de voorraden het grootst
waren, zijn tot het einde slecht geweest. De bijpro
ducten uien en winterwortelen moesten eveneens tot
zeer lage prijzen worden afgezet.
Weer werd in het met Duitschland voor 1935 af
gesloten handelsverdrag voor de verschillende kool
soorten dezelfde gunstige bepaling, die voor 1934 gold,
opgenomen, namelijk dat ongeveer 2700 wagons van
10.000 Kg. tegen het verlaagde invoerrecht van 2 Mark
per 100 K.G. konden worden ingevoerd. Het geheele
kwantum is' echter niet geleverd, daar de voorraad
roode kool niet zoo groot was en men aan de witte
en savoye kool in Duitschland geen behoefte had.
De handel zoowel in kool als in uien is thans met
Frankrijk nog slechts van zeer weinig beteekenis. Wel
werden nog invoer-contingenten vastgesteld, doch ten
eerste zijn de invoerrechten veel te hoog geworden en
ten tweede werden er evenals verleden jaar aan de
importeurs nagenoeg geen invoervergunningen ver
strekt.
De zuurkoolfabrikanten hebben hun voorraad ge
heel kunnen ruimen, al was het tegen lage prijzen.
De hoeveelheid vroege aardappelen, welke dit jaar
in Duitschland kon worden afgezet, was niet groot,
daar er te weinig geld voor beschikbaar was.
De betaling van de naar Duitschland gezonden pro
ducten heeft een naar omstandigheden gunstig ver
loop gehad, vooral toen begin April „de Nederland
sche Groenten- en Fruit Centrale" te Den Haag de
bedragen op de stortingsbewijzen van het Clearing-
Instituut binnen enkele dagen aan de exporteurs uit
betaalde. Wel moest hiervoor eenige vergoeding be-
'aald worden, maar deze was vooruit bekend gemaakt
en de exporteurs hadden dan ook, als de stortings
bewijzen in hun bezit waren, geen risico meer, zoodat
deze regeling een zeer gunstige kan genoemd worden.
Ook voor de tuinders was de regeling goed, daar
de exporteurs door het verminderde risico méér kon
den ondernemen, wat de prijzen ten goede kwam.
Ook overigens liet de samenwerking tusschen de ex
porteurs eenerzij da en Regeeringscommissaris en
Groenten- en Fruit Centrale anderzijds niets te wen
schen over.
Omdat de export van tomaten van weinig beteeke
nis was en deze hoofdzakelijk in het binnenland ge
plaatst moesten worden, waren de prijzen vooral voor
die uit de warme kassen voor de tuinders absoluut
niet loonend. Door de bladluizenplaag was de oogst
der zomer- en herfstgroenten heel slecht, de aanvoe
ren aan de veilingen zijn sedert geruimen tijd onbe
duidend, de handel had de laatste maanden zeer wei
nig te doen. De zuurkool fabrikanten hebben de ver-
sche kool voor zeer hooge prijzen moeten inkoopen.
De tuinders in de omgeving van Alkmaar, Heiloo,
Castricum en langs de duinstreek hebben eveneens 'n
slecht jaar gehad. Met de aardbeien is het nog zoo-
wat. gegaan, de resultaten der andere producten waren
echter op een enkele uitzondering na onvoldoende.
Vooral de prijzen dor verschillende soorten boonen
lieten te wenschen over.
Landbouw.
Het jaar 1935 was voor de veehouderij een zeer moei
lijk jaar, als gevolg van de voor de export zeer na
deelige maatregelen, die het buitenland had getrof
fen. Vooral leden de zuivelproducten onder dezen
druk. De kaasprijzen daalden tot een zeer laag ni
veau en ook de boterprijzen waren laag, al was voor
dat product nog wel plaatsing te vinden. 1935 heeft
ons geleerd, dat er ten aanzien van de
kaaspositie belangrijke wijzigingen
zullen moeten komen. Ten eerste door min
der kaas te maken, wat voor een belangrijk deel kan
worden bereikt door ondermelk voor veevoeder
aan de boeren terug te geven en ten tweede door
andere practische middelen toe te passen. Op het ge
bied van de crisisbemoeiingen heeft 1935 geleerd, dat
de maatregelen voor de crisismelksteunbeperking on
uitvoerbaar waren door hare omslachtigheid en het
onmogelijk voldoende onder controle brengen van de
bedrijven van de consumptiemelkers en zelfkazers.
De niemve Minister van Landbouw en Visscherij, Dr.
Deckers, heeft aan deze maatregelen gelukkig een
einde gemaakt. Wij verwachten eenvoudige doelma
tige maatregelen van dezen bewindsman, in plaats
van de hopelooze omslag van maatregelen.
Voor de veehouderij was een deel van het jaar, n.1.
Juli, Augustus en September, te droog, waardoor de
grasgroei belangrijk geschaad werd, wat ook een te
genvaller was.
Ten aanzien van de varkens- en schapenhouderij,
wel is waar onderdeden van veel bescheidener af
meting dan de eigenlijke veehouderij, trad in 1935
in vergelijking met voorgaande jaren gelukkig eeni
ge verbetering in. Daarentegen gaf de vetweiderij van
rundvee allertreurigste financieele uitkomsten te zien.
De uitkomsten van den eigenlijken graanbouw
waren iets ongunstiger dan in 1934, zoowel wat de
opbrengsten, als wat de prijzen betreft.
De onmisbare Regeeringszorg voor den landbouw
blijft moeilijk. Zij dient m.i. wel eenvoudiger te wor
den in hare toepassing, maar verdient ongetwijfeld
de dank van den landbouw. Zonder nu al te opti
mistisch te zijn, want er zijn zeer veel moeilijkheden,
kunnen wij toch waarnemen, dat er op sommige
punten eenige kentering komt ten aanzien van de
opvatting, dat elk land zich zelf moet behelpen, wat
practisch ook niet goed'is uitgekomen.
Gezien de vele factoren, die daarbij een rol spe
len, is het niet te verwachten, dat deze veranderingen
snel zullen vorderen, maar het wederkeerig dienst
betoon met de goede gevolgen daarvan begint
voor de toekomst toch weer kleine, maar betere kan
sen te krijgen.
Bloembollenkweekerij en -handeL
Het gewas van hyacinthen en tulpen was ook dit
jaar wederom buitengewoon goed; van narcissen
middelmatig.
Van crocussen en bijgoed was de oogst zeer goed
en van irissen zelfs buitengewoon goed.
De saneering bleef gehandhaafd, zoodat voor
hyacinthen, tulpen en narcissen, zoowel voor bin
nen- als buitenland, wederom minimumprijzen wer
den vastgesteld.
Deze prijzen waren iets hooger dan het voorgaan
de jaar, zoodat, bij een goeden oogst voor tulpen en
hyacinthen ongeveer de cultuurprijs kon worden
benaderd.
Voor de meeste soorten narcissen waren de prijzen
niet loonend, een en ander tengevolge van het min
der goede gewas. Onder sanctie van de Regeering
Werd een „Surplusfonds" gevormd om het over
schot, tot een maximum van 85 der vastgestelde
minimumprijzen, op te koopen.
Door invoerbeperkingen in Duitschland en Dene
marken was het overschot van tulpen veel grooter
dan men aanvankelijk veronderstelde en voor dit
artikel zal het percentage van 15 dat voor alle
verkochte bloembollen (hyacinthen, tulpen en narcis
sen) in het fonds moet worden gestort, wel niet toe
reikend zijn.
Door de saneering werd een volkomen inzinking
der prijzen voorkomen, alhoewel het voor de kwee
kers veel bemoeiingen en zware lasten met zich
brengt.
Voor crocussen en bijgoed waren de prijzen vrij,
evenals voor gladiolen. Voor de artikelen waren de
prijzen laag en nauwelijks loonend; de vraag was
echter goed.
Door het koude voorjaar waren de prijzen van de
gekweekte irisbloemen op de eilanden ten Zuiden
van Engeland zeer goed, hetgeen tengevolge had, dat
weder groote hoeveelheden irisbollen van de Hol
landers werden gekocht.
Door het buitengewone gewas was het aanbod
echter zeer groot, hetgeen de prijzen erg drukte.
Amerika nam weer meer af dan het vorige jaar,_
ook met Engeland en Zweden was dit het geval, ter-"
wijl Denemarken slechts 25 en Duitse' 'and ca.
38 van vroegere jaren nam.
Naar Oostenrijk, Hongarije, Polen en Tsjecho-
Slowakije werd weinig uitgevoerd, terwijl Frank
rijk iets meer dan het gewone kwantum nam.
De gelden uit Duitschland zijn, dank zij de clea
ring, goed binnengekomen.
De export van Breezand en Anna Paulowna was
dit jaar constant, terwijl de oogst daar buitenge
woon goed te noemen was. De export uit Limmen
en Heiloo was hetzelfde als het vorig jaar, terwijl
het gewas er uitstekend was. Ditzelfde was ook het
geval in de Egmonden en Castricum.
De export in 1935 is naar vrijwel alle landen toe
genomen, met uitzondering van Duitschland en De
nemarken. Het resultaat komt vrijwel neer op hand
having van het exportcijter van 1934.
De groote internationale tentoonstelling „Flora"
was vakkundig gezien een groot succes en zij lokte
duizenden bezoekers uit alle landen van Europa en
Amerika naar ons land. Over het algemeen kan ge
zegd worden, dat de cultuur, hoewel niet winstge
vend, toch loonend is geweest, terwijl, wat de han
del betreft, de uitkomst zal afhangen van de be
talingen en koersen in het buitenland.
Bankbedrijf.
Zooals vanzelf spreekt ondervindt ook het bank
bedrijf van de nog steeds durende depressie de na
deelige gevolgen.
Bouwbedrijf.
Zeer juist is de toestand van het bouwbedrijf ge-
teekend in het Handelsblad van 10 Oct. j.1., met de
woorden: „geleidelijk sterk geprononceerde achter
uitgang."
Naast den landbouw zal wel het bouwbedrijf het
zwaarst getroffen zijn door de crisis, echter met dit
verschil, dat, waar veel landbouwbedrijven gesteund
worden, dit bij het bouwbedrijf niet het geval is.
Integendeel werd veel werk wat eigenlijk aan een
of andere groep in dit bedrijf behoorde te worden
toegewezen, door andere lichamen uitgevoerd of in
eigen beheer gehouden.
Wieringermeerpolder.
Ook in het afgeloopen jaar stond de Wieringer-
meer wederom in het teeken van groote bedrijvig
heid, niet alleen op het gebied van den landbouw,
doch ook ten aanzien van den boerderijen- en woning
bouw. In het voorjaar deden de eerste 45 pachters
hun intrede in den nieuwen polder, terwijl in het
najaar 67 landbouwbedrijven in pacht konden wor
den uitgegeven, in totaal omvattende een opper
vlakte van circa 4000 ha. Het overgroote deel bleef
evenwel nog in exploitatie als grootbedrijf.
De uitkomsten van het landbouwbedrijf waren, wat
de opbrengst betreft, zeer bevredigend te noemen
en dit was mede oorzaak, dat honderden landbou
wers zich voor het pachten van een bedrijf aan
meldden.
Tusschen de 700 en 800 arbeiders vonden in 1935
in het landbouwbedrijf geregeld werk, terwijl circa
900 werkloozen konden worden tewerkgesteld bij de
bebossching en drainage van gronden. Dank zij de
gunstige weersgesteldheid konden de oogstwerk-
zaamheden vlot verloopen!
In totaal werden geoogst ongeveer 17 K millioen
kg. zaad, 23 millioen kg. stroo, 12 millioen kg. hooi
en 650.000 kg. bieten, waar nog bijkomen de door de
pachters van circa 1600 ha. geoogste producten.
In het afgeloopen jaar leverde de Wieringermeei-
voor handel en industrie wederom een belangrijk
afzetgebied. Tal van draineerbuizenfabrikanten kon
den hun bedrijf, dank zij hun debiet in de Wierin
germeer, gaande houden, terwijl ook bij de bouw-
materialenindustrie direct of indirect orders van be
teekenis werden geplaatst. De scheepvaart onder
vonder uiteraard de invloed van de bedrijvigheid in
den vorm van aan- en afvoer van materialen en pro
ducten.
Langzamerhand beginnen zich ook in de Wierin-
germeer normale toestanden en verhoudingen te
ontwikkelen. Door de vestiging van particuliere land
bouwers neemt de bevolking gestadig toe. waarmede
de bestaansvoorwaarden van den middenstand in de
dorpen beter worden.
In het belang van den middenstand werden in het
afgeloopen jaar door de Wieringermeerdirectie be
langrijke beslissingen genomen. Geen middenstands
zaken zullen in de dorpen meer worden toegelaten,
indien niet redelijkerwijze vaststaat, dat daarin een
bescheiden hestaan kan worden verkregen, terwijl
gegadigden, om voor vestiging in aanmerking te ko
men. naast persoonlijke geschiktheid en vakbe
kwaamheid, eenig financieel weerstandsvermogen
moeten bezitten. Een contactcommissie, waarin ook
een vertegenwoordiger van de Kamer zitting heeft,
adviseert de Directie van de Wieringermeer omtrent
de bestaansmogelijkheden in de diverse branches.
De bouw van het derde dorp. dat ook het hoofddorp
zal worden, kwam in 1935 nagenoeg gereed Ook in
dit dorp zullen zich verschillende middenstanders
een bestaan kunnen verschaffen.
Tenslotte zij nog vermeld, dat op 21 Augustus jl.
in tegenwoordigheid van den Minister van Water
staat het eerste lustrum der drooglegging van den
polder werd gevierd.
Middenstand.
Het adviesbureau B.U.V.A., dat de Kamer eenige
jaren geleden in samenwerking met de midden-
standsvereenigingen heeft opgericht, werkte ook in
1935 bevredigend.
De toestand in de middenstandsbedrijven, waar
omtrent ik in het algemeen overzicht reeds het een
en ander heb gezegd, bleef precair.
Het wordt haast eentonig elk jaar weer te moeten
zeggen hoe door de steeds geringer wordende koop
kracht, de druk der vaste lasten, de moordende con
currentie, enz., enz. de middenstand zijn reserves
inteert en de uiterste moeite heeft zich staande te
houden.
Het wil mij voorkomen, dat het, vooral in deze
benarde tijden, zijn nut kan hebben, dat de midden
stand krachtig aaneengesloten blijft, teneinde een
drachtig de moeilijkheden, die dezen stand bedreigen,
te kunnen bekampen, want, als vaststaand mag toch
wel worden aangenomen, dat een gezonde midden
stand voor ons economisch bestel nog steeds een
niet te onderschatten factor blijft.
Persoonlijk betreur ik zeer, dat Juist in deze tij
den aan het bestaan van diverse openbare instellin
gen in de Provincie wordt getornd. In dit verband
wijs ik op het feit. dat vele Postkantoren in ons
district zijn „versoberddat de strafgevangenis te
Alkmaar, waar verschillende personen werkzaam
waren, aan haar bestemming is onttrokken, dat de
Cadettenschool is verplaatst, dat de Inspectie der
Spoorwegen, afd. vervoer, in dit district is opgehe
ven en dat de concentratie der Rechtbanken en de
beoogde Keuringsdiensten voor Waren evenzeer een
nadeel moet beteekenen voor de middenstandsbe
drijven in de Provincies, die deze instellingen zien
verdwijnen. Eenigen tijd geleden las ik een uitspraak,
van Ilenry Ford, die verklaarde tot de conclusie te
zijn gekomen, dat het raadzaam was zijn fabrieks-
bedrijf meer te verspreiden over verschillende min
der sterk bevolkte deelen van de Ver. Staten en van
het buitenland, want, zoo sprak deze automobiel
koning: wij industrieelen moeten de provincie eer
sterker maken dan verzwakken, want het is een
groot belang, dat ook daar een krachtige koopkracht
aanwezig is.
Ik hoop van harte, dat ook onze landsregeering er
van overtuigd zal zijn, dat een forsch doorgezette
concentratie hoe gewenscht deze op zichzelf be
schouwd ook moge schijnen het gevaar doet ont
staan, dat het platteland nog meer in de verdruk
king zal geraken, liet verheugt mij in dit verband
te mogen vaststellen, dat de Crisis Landbouw Orga
nisatie voor Noordholland met haar staf althans in
dit district is gebleven en ik hoop, dat de Keu
ringsdienst hier ook nog lang zal blijven.
De middenstand heeft ook in het afgeloopen jaar
getoond met onverflauwden ijver een uitstekende
service te willen geven. Alhoewel wij, wonend in een
export- district, in beginsel het streven naar bescher
mende maatregelen verfoeien, vraag ik mij toch af,
of het nu niet gerechtvaardigd is, tot de inwoners
van ons district, die misschien veelal uit sleur ge
neigd zijn elders te gaan koopen, het verzoek te rich
ten om in het vervolg eerst even te gaan kijken, wat
de leverancier in eigen omgeving kan aanbieden.
Wij verheugen ons in den bloei van de zaken elders,
maar zien toch ook dolgraag, dat het onze mcnschen
goed gaatl
Pluimveeteelt in Noordholland
Ook voor de pluimveeteelt bracht 1935 geen ver
betering. De gemiddelde eierprijs verschilde in 1935
niet veel met die van 1934, maar de hoogere voer-
prijzen waren oorzaak, dat de bedrijfsuitkomsten nog
minder werden. Het gevolg daarvan was: afname
van den pluimvee-stapel, hetgeen door de lagere aan
voeren op de veilingen en markten wordt aange
toond.
Visscherij en vischhandel te Den Helder
en omgeving.
Het is helaas met deze bedrijven over het alge
meen nog treurig gesteld. De totaal uitkomsten zijn
zelfs nog belangrijk minder dan in het ongunstige
jaar 1934.
De slechte uitkomsten voor de haring zegenvis-
scherij zijn voornamelijk toe te schrijven aan het
verloopen der goede vangplaatsen aan het strand
te Huisduinen en Onrust.
Na het afsluiten der Zuiderzee heeft de stroom
zich gewijzigd en is het strand afgenomen. Voor het
visschen met de „zegen" is er geen goede gelegenheid
meer. Bovendien gaan de scholen haring op het
Marsdiep meer naar dieper water om bij Wieringen
tegen de afsluitdijken en zelfs beoosten Harlingen
de kust aan te doen. De garnalen-vangst op het Mars
diep laat ook veel te wenschen over.
Ansjovis is dit jaar bijna niet gevangen. Enkele
vischsoorten, zooals geep en roggen schijnen geheel
te verdwijnen, evenals de kabeljauw en schelvisch
van onze kust reeds verdwenen is. De sardijn-vangst
is dit jaar weder geheel mislukt.
Ook zeegras vertoont zich niet meer op de Wier
waarden en tengevolge daarvan zijn er ook bijna
geen alikruiken (kreukels) meer.
Wulken werden gedurende de wintermaanden ma
tig aangevoerd. De Noordzeevisscherij, uitgeoefend
door groote botters, en kotters met krachtige mo
toren kon nog een loonend bedrijf maken.
Kleinere Noordzeevaartuigen konden de kosten niet
goed maken en zijn door overheidssteun gaande ge
houden.
De totaal opbrengst van de aan de Gemeente-afslag
te Den Helder verkochte visch is dan ook circa 23
minder dan het vorige jaar (in 1934 f 250.565.—, 1935
f 195.184.—).
De hoop, dat voor de Nederlandsche visscherij de
toestand zou verbeteren, is nog niet vervuld!
Vischhandel.
Evenals 1934 kenmerkte 1935 zich voor den visch
handel als een zeer ongunstig jaar. De aanvoeren van
de Noordzeevisch: tong, tarbot en schol blijven te ge
ring om geregelde afnemers te kunnen voorzien,
waardoor de klanten vervreemden en zij elders hun
inkoopen gaan doen.
De versche haring- en bokkinghandel ondervindt
steeds meer de concurrentie van de betere vangsten
bij Wieringen en Harlingen, hetgeen door het goed-
koope vracht-autovervoer wordt bevorderd.
De export van gekookte garnalen is weder sterk
teruggeloopen, voornamelijk tengevolge van het klei
ne contingent, dat Frankrijk aan Nederland heeft toe
bedeeld. Hoe ongunstig het contingent voor Holland
is, moge blijken uit het feit, dat aan België driemaal
zooveel is toegekend als aan Nederland.
Onze Kamer heeft reeds in het begin van 1934 de
aandacht van onze Regeering hierop gevestigd doch
helaas tevergeefs. Ook verleende de Kamer op an
dere wijze hare medewerking om de afzet der gar
nalen in Frankrijk te bevorderen. De export naar En
geland wordt belemmerd door de lage valuta van
dat land en de hooge invoerrechten, terwijl ook de
vraag naar het artikel daar niet groot is.
Als binnenlandsche markt komt vrijwel alleen Am
sterdam in aanmerking voor levende garnalen. Daar
wordt echter een geduchte concurrentie van IJmui-
den ondervonden, terwijl bovendien het monopolie te
Amsterdam in handen is van enkele grossiers.
Duitschland, dat voorheen altijd de grootste afne
mer van versche haring was, geeft daarvoor thans
slechts een klein contingent en voor bokking nog min
der. Bovendien zijn de invoerrechten zóó hoog, dat
bokking thans heelemaal niet meer naar Duitsch
land wordt geëxporteerd. Gezouten ansjovis wordt
ook voor een betrekkelijk zeer klein bedrag toegela
ten en bovendien geeft de Reichsstelle in Berlijn
slechts Genehmigungen op lage noteeringen.
Onder deze omstandigheden behoeft het geen be
toog, dat de toestand zeer ongunstig is, terwijl er
nog geen teekenen zijn, die op een beteren toekomst
wijzen. Moge de commissie, die in Den Helder in
het leven is geroepen om de visscherij en vischhandel
weder tot bloei te brengen en welke op de steun van
de gemeente-autoriteiten mag rekenen met haar ar
beid slagen in het belang van het algemeen en de
visscherij en handel in het bijzonder.
Mijne Heeren! Het jaar 1936 wacht op ons! De
menschheid is van Hooger Hand toebedeeld met on
uitputtelijke bronnen van vertrouwen, die ons de
kracht kunnen schenken te blijven strijden voor ons
bestaan, dat nog steeds aan alle kanten ernstig wordt
bedreigd. Moge de wil aanwezig blijven om zich op
laire wijze tot het uiterste te blijven geven voor de
economische belangen, die ons zijn toevertrouwd en
moge het jaar 1936 eindelijk weer eens voorspoed
brengen in de vele beproefde gezinnen.
U en de Uwen zij, met Gods onmisbare zegen, een
gelukkig jaar 1936 toegewenscht!