Een verzonken Rijk
„Me Xruis"-aanvallen
Wij voorspellen voor 1336...
aan de Noordelijke IJszee
Heeft er een groote Poolbevolking
bestaan?
Algemeene verkiezing op Cuba.
Drieduizend kilometer
lippenstift.
resultaten van een sovjet
expeditie naar het noor
delijk oeralgebied. - prae-
historische vondsten in de
obgolf.
In December is te Moskou een geologische expe
ditie teruggekeerd, die gedurende eenige maanden
op het Samojedenschiereiland bij den mond van
de rivier de Ob aan de Noordelijke IJszee op groote
schaal opgravingen heeft gedaan. Het Samojeden-
schiereiland behoort tot het Noord-Westelijke Oeral-
gëbied van de Sovjet-Unie, ligt tusschen de Kari-
sche Zee (ook wel Karazee genoemd) en den mond
van de Ob in de Noordelijke IJszee en telt ondanks
zijn omvang van 133.000 vierkante kilometer slechts
een bevolking van ongeveer 1000 nomadiseerende
Samoj eden of Joeraken. De onvruchtbaarheid en
onherbergzaamheid van deze streken zijn zelfs in
Siberië zonder weerga. De weinige toendra's kun
nen slechts aan een klein aantal rendieren wat
armzalig voedsel verschaffen en daardoor kunnen
niet meer dan twee menschen op 10 vierkante ki
lometer bestaansmogelijkheden vinden. Deze toe
standen in aanmerking genomen, moest het dan
ook tot voor kort volstrekt ongeloofwaardig worden
geacht, dat in deze dorre woestenijen ooit grootere
menschelijke nederzettingen konden hebben bestaan
dan thans.
WAT DE EXPEDITIE MEEBRACHT.
Doch de bewuste expeditie bracht bij haar terug
keer de doorslaande bewijzen van het tegendeel
mede: niet minder dan 12.000 praehistorische
vondsten! Uit deze voorwerpen blijkt, dat in de
Noordelijke IJszee van het Steenen tot het Bronzen
Tijdperk een groot volk met een hoogontwikkelde
cultuur moet hebben geleefd. Bijzonder merkwaar
dig zijn onder deze vondsten talrijke, van kunstzin
getuigende teekeningen, op beenderen ingegrift,
welke intusschen geen enkele, verwantschap met Eu-
ropeesche holenvondsten vertoonen. Een bewijs, dat
men hier op een bepaalde „cultuurlaag" is gestuit,
is de herhaalde vondst van een zeer hooge en smal
le kam met vijf tanden. Ook kleine smeltkroezen ter
grootte van een mosselschelp, waarvan sommige
nog met slakken waren gevuld, heeft men er op-
Ingezonden stukken.
St. Maartensbrug, 7 Jan. 1936.
Geachte Redactie,
Ondergeteekende verzoekt nog eenmaal een klein
plaatsje in Uw blad.
Den verslaggever van Oudesluis wil ik n.1. ant
woorden op een insinuatie die hij waarschijnlijk
wel uit collegiale-wraak in z'n tooneelverslag ten
beste geeft.
Hij doet het voorkomen alsof ik slechts m'n inge
zonden stuk geschreven heb om het spel van Robbe
does op te hemelen. En omdat ik wel voel, dat die
bewering er bij het publiek wel „in wil", ontken ik
dit ten stelligste. Dat haar rol door mij meer dan
andere naar voren werd gebracht, is logisch, het
heele stuk is op die rol opgebouwd.
Wat de ontkenning van mijn bewering betreft:
och, we hebben geen van beide bewijzen, laten we
het dus maar beschouwen als twee tegenovergestel
de persoonlijke meeningen.
In het praedicaat: onprettig, daarin hebt U (mij
onbekende verslaggever) volkomen gelijk. Ik heb het
reeds opgemerkt en U heeft het bevestigd. Mijn be
doeling was geweest een verslag te schrijven zoo
als bijv. U dat zoo voortreffelijk gegeven hebt
over het spel dat gespeeld werd op 2en Kerstdag. Ik
heb daarin ronduit, eerlijk en zonder de spelers te
ontzien, m'n meening geuit en gedacht dat T-A.V.E.
N.U. daar meer belang bij had dan in zoetvloeiende
vleierij. Ziedaar het kardinale punt van m'n on
prettigheid: In ben te eerlijk geweest! Dat is een
ondeugd, die jonge menschen zoo vlug mogelijk
dienen af te leeren!
Omdat het echter heelemaal niet mijn bedoeling
Is om door het publiek als een onprettig mensch te
worden beschouwd, of als een „afkammer, die het
zelf maar eens beter doen moet", en ook een oprecht
vriend van T.A.V.E.N.U, wil blijven, zoo zal ik zoo
lang wachten met critiek te leveren, tot m'n jeug
dige onbezonnenheid een zoodanige dosis tact
ingenomen heeft als noodig is om de juiste zalfjes
op de juiste wonden te leggen.
U, Mijnheer de Redacteur, m'n hartelijken dank
voor de verleende plaatsruimte.
RIEKUS VEUGER.
HET GOUD BLIJFT STROOMEN.
Rome. Bij het secretariaat van de fascistische
federatie te Rome komen nog steeds groote hoeveel
heden goud binnen. O.a. werd een kilo goud ontvan
gen van het commando van het te Rome in garnizoen
liggende leger, alsmede een kilo van de nationale
vereeniging van carabinieri met verlof. Van beide
was reeds vroeger een aanzienlijke hoeveelheid
goud ontvangen.
EEN DRONKEN AFGEVAARDIGDE.
Washington. De democratische afgevaardigde
Marion Zioncheck uit den staat Washington is door
den politierechter veroordeeld wegens dronkenschap
en onordelijk gedrag op Nieuwjaarsmorgen. Zion
check heeft hooger beroep aangeteekend en is tegen
borgstelling op vrije voeten gesteld.
AMERIKAANSCHE PETROLEUM VOOR ITALIë.
Parijs. Naar verluidt, wordt hier op het oogen-
hlik onderhandeld over een plan, volgens hetwelk
Italië petroleum zou afnemen van een Amerikaan-
sche raffinaderij te Hamburg, vóór de Volkenbonds
raad eventueel zal overgaan tot het afkondigen van
een embargo op petroleum.
gegraven. De metalen voorwerpen vertoonen een tot
dusver nog geheel onbekende ornamentiek, die op
groot vakmanschap duidt.
VROEGER REEDS SOORTGELIJ
KE VONDSTEN AAN DE BERING
ZEE.
Dat deze streken eertijds dicht bevolkt zijn ge
weest, is intusschen niet zoo onwaarschijnlijk, als
tot dusver algemeen werd aangenomen. Noord-Azië
immers is neg zoo weinig doorvorscht, waarom zou
men hier niet voor verassingen komen te staan? Bo
vendien had men reeds vroeger daar soortgelijke
vondsten gedaan. Ook hier vond men mammoeth-
tanden, Ivoor, traanlampen en andere gebruiks
voorwerpen ,die wel op zekere punten overeen
komst met het werk der Eskimo's vertoonden, doch
reeds lang voor den tijd van dit ras moeten zijn
ontstaan. Communicatie tusschen de volken aan de
IJszee en de Beringzee zal wel niet hebben bestaan,
daarvoor zijn de afstanden hier te groot. Daaren
tegen wijst de gelijksoortigheid van de vondsten
er wel op, dat het hooge Noorden in een ver ver
leden door rijke en machtige volken bewoond moet
zijn geweest.
GROOTE BEVOLKINGSDICHTHEID.
Het opmerkelijk groote aantal vondsten op het
Samojedenschiereiland wijst erop, dat hier een
groote dichtheid van bevolking moet hebben be
staan, minstens zoo groot als die van het huidige
Europa. De eerste voorwaarde hiervoor is landbouw.
Al mag het nog zoo ongelooflijk schijnen, dat in
een streek, waa.r thans de armzaligste plantengroei
zich maar ternauwernood kan staande houden, een
groot volk eeuwen en eeuwen geleden in den land
bouw zijn voedsel vond, toch moet men bedenken,
dat ook de Scythen aan de Jenissei in Siberië in
het Bronzen Tijdperk ongetwijfeld reeds den land
bouw hebben beoefend. Het bewijs hiervoor lever
den de overblijfselen van groote nederzettingen,
welke men in die streken heeft gevonden.
WAARSCHIJNLIJK VOORLOOPERS
DER SCYTHEN.
Al deze feiten zijn even zoovele bevestigingen van
het vermoeden, dat er in het Bronzen Tijdperk in
de Poolstreken een uitgebreide bevolking moet heb
ben bestaan. De groepen van deze bevolking mogen
onderling gescheiden zijn geweest, toch moeten zij
zich over uitgestrekte deelen van Siberië tot hoog
naar de Noordelijke IJszee toe hebben verspreid.
Waarschijnlijk heeft men hier te doen met voor-
loopers van den Indogermaanschen stam der Scy
then, welke ten tijde van Herodes heeft geleefd.
Zooals de Sovjetexpeditie naar het Samoj eden-
schiereiland heeft kunnen constateeren, is hun
kunst waarschijnlijk niet met de Europeesche ver
want geweest. De praehistorische wandteekeningen
die men tot nog toe in Siberië heeft gevonden, ver
toonden wel is waar in enkele onderdeelen nog
overeenkomst met hoog-Noorsche rotsteekeningen,
doch zij zijn totaal verschillend van bijvoorbeeld
Oost-Spaansche muurschilderingen, die reeds veel
dichter bij de kunst der Boschjesmannen van Afri
ka dan bij Europeesche cultuuruitingen staan. Hoe
het ook zij de wetenschap zal niet rusten, voor zij
ook de geheimenissen van het Hooge Noorden en
zijn praehistorische bevolking zal hebben ontraad
seld.
Vrouwen voor het eerst ter stembus.
Havanna. Voor het eerst sedert 1928 zullen de
Cubaansche kiezers hun stem a.s. Vrijdag uitbrengen.
Dan zullen tegelijkertijd de verkiezingen voor tal
van lichamen en functies plaats hebben. De stemge-
rechtigheden hebben te kiezen: een president, een
vice-president, 24 senatoren, 162 afgevaardigden, zes
provinciale gouverneurs, honderden leden der pro
vinciale raden, burgemeesters en leden der gemeen
teraden.
Volgens mededeeling van het departement van
binnenlandsche zaken bedraagt het aantal kiezers
ongeveer 1.656.000. Ook de vrouwen zullen, voor het
eerst, ter stembus trekken; zij vormen de helft van
het aantal stemgerechtigden.
Vijf groote politieke partijen hebben haar.candida-
ten gesteld: nationalistische partij, de republikein-
sche actie, de liberale partij, de nationaal-democrati-
sche partij en de centrum partij. De drie eerstge
noemde partijen hebben echter een coalitie gesloten;
zij zijn overeengekomen, dr. Miguel Mariano Gomez
candidaat voor het presidentschap te stellen. De
candidaat der nationaal-democraten voor deze func
tie is generaal Mario Gemocal, die der centrum
partij dr. Manuel Decespedes.
Krachtens een regeeringsdecreet mogen geduren
de de drie laatste dagen vóór de verkiezingen geen
politieke bijeenkomsten worden gehouden. De mili
tairen hebben strenge orders ontvangen ter handha
ving van de orde.
FRAGMENTEN VAN ROMEINSCHE VAZEN
GEVONDEN.
Te Hirsted in Surrey heeft men hij het uitgraven
van fundamenten fragmenten van bewerkte en be
schilderde Romeinsche vazen gevonden. De vazen
dateeren uit de eerste eeuw na Christus.
Telkens staat ons weer voor oogen
Het ontstellende bericht,
Dat in waarheid door de. werëld
Diepe ontroering heeft gesticht.
Dat ons hevig verontwaardigd
In onszelven zeggen doet:
Schande over deze vliegers,
En hun droeven oorlogsmoed!
Ronkend duiken vliegmachines
Op hun tochten naar den grond,
En ze trachten hèn te treffen,
Die reeds ziek zijn of gewond.
't Roode Kruis wordt aangevallen
Stelselmatig en fataal,
Brandend storten projectielen
In een operatie-zaal.
De wanhopige doktoren
Waren schier teneinde raad,
Alle hulp in nood en lijden
Kwam hier wel voor goed te laat!
Dat is inderdaad ontstellend,
En er schokt door ons gemoed
Iets, wat in ons diepste wezen.
Oorlogsafschuw trillen doet.
Vliegers, die dit hebt bedreven.
Van welk land ge ook moogt zijn,
Zwaar is Uwe schuld geworden,
Onbarmhartig doet ge pijn.
Wat moet in Uw harten leven,
Als ge op de knoppen drukt.
En ge boven kunt aanschouwen,
Dat Uw aanval is gelukt!
Commandant, die de bevelen
Hebt gegeven voor dit leed,
Luidden zóó wel Uwe oyders?
Moest men doen, wat of men deed?
Lees en wijzig die bevelen,
Grijp hier in met vaste hand,
Dien, in naam van Uw geweten,
STEEDS EEN EERVOL VADERT AND!!
Januari 1936. KROES.
(Nadruk verboden.)
van cleopatra tot onze filmstars.
Onlangs heeft een bekend archaeloog
ontdekt, dat reeds in de dagen van
Toet-Ank-Amen de dames een lippen
stift gebruikten.
Is het eigenlijk wel de moeite waard, zoo zal de
ernstige lezer, die zoo juist weer een deel van zijn
belasting betaald heeft, zich afvragen, iets te schrij
ven over zulk een onbeduidend ding als een lippen
stift? Wij geven onmiddellijk toe, dat de gebeurte
nissen in Abessinië belangrijker zijn. Maar dit on
belangrijk schijnend staafje heeft niet alleen een
eerbiedwaardige ouderdom, doch verschaft tevens
aan talrijke menschen werk en daarom brood. Hoe
wel werk en brood tegenwoordig niet altijd samen
gaan.
In de Vereenigde Staten geven de vrouwen voor
lippenstift vijftig millioen dollar per jaar uit. De
roode staafjes die per jaar gebruikt worden hebben
te samen een lengte van liefst drieduizend kilome
ter! Uit deze cijfers blijkt wel, dat niet alleen de
dames uit de hoogere klassen gelijk eeuwenlang
het geval was van lippenstift gebruik maken,
maar dat ook de groote massa der vrouwen er haar
toevlucht bij zoekt.
Het zooeven gebruikte woord „eeuwenlang" is wer
kelijk geen overdrijving. Onlangs ontdekte een be
kend archaeoloog, dat in de dagen van Toet-Ank-
Amen reeds lippenstift gebruikt werd. Cleopatra be
diende zich er van om Julius Caesar en Marcus
Antonius te bekoren en aan de andere zijde van de
aardbol vond men in de graven der Inka's „lippen
rood".
Niet alleen in Amerika wordt ontzettend veel lip
penstift gebruikt. Ook in China, in Siam, in Perzië,
en in de dorpjes in de Peruaansche bergen. Men
heeft uitgerekend, dat van de drie Engelsche dames
boven de 21 Jaar twee een lippenstift in haar tasch-
je hebben. In de kleine winkels der visschersdorpjes
kan men in Engeland naast conserves, schoenveters
en postzegels een keurige collectie van dit schoon
heidsmiddel vinden. Ook in ons land maken de da
mes er gaarne gebruik van.
Zoo af en toe hoort men, dat de lippenstift ver
boden wordt. In honderden ziekenhuizen mogen ver
pleegsters haar lippen niet verven. De Common-
wealth Bank van Australië dreigt iedere vrouwelijke
employe met ontslag, wier lippen tijdens de werk
uren met lippenstift bewerkt zijn; de vrouwelijke
beambten bij de Engelsche P.T.T. mogen er even
min gebruik van maken.
In Parijs ontsloeg onlangs de eigenaar van een
cafe een serveuse, die onmiddellijk een aanklacht
tegen hem indiende. De rechter vroeg naar de reden
voor het ontslag. „Zij weigerde lippenstift te gebrui
ken", antwoordde de directeur. „Het was haar
plicht zoo goed mogelijk voor haar uiterlijk' te zor
gen. Wanneer ik haar langer in dienst hield zou ik
ongetwijfeld gasten verliezen."
Indien de lippenstiften tegenwoordig niet zoo goed
koop waren, dan zou men heel wat minder roode
lippen zien. Vroeger was het inderdaad een voor
recht der hoogere klassen. Toen werd het vervaar
digd uit Carthamin, dat uit de bloesems van de in
Oost-Indië bloeiende Saflo gewonnen werd.
Een der bezwaren, die steeds tegen de lippenstift
geopperd wordt is wel, dat de beschildering der lip
pen een barbaarsche zede is, een gewoonte der wil
den. Op een dergelijk verwijt kan men antwoorden,
dat deze beschildering wel de onschuldigste is van
een lange reeks .lippenmodes", die de dames over
de geheele wereld gecreëerd hebben. Men heeft on
getwijfeld wel eens gehoord van de „soepborden
lippen" der Botokouden, Indianen in Braziilië, die
als kinderen reeds houten pinnen in hun onderlip
steken en geleidelik grootere stukken hout nemen.
Eenzelfde mode vindt men bij de Mittoes, een ne
gerstam in het Nijlgebied!
Misschien heeft u ook wel eens een portret van
een dame uit Senegal gezien, die haar bovenlip
door systematisch prikken dubbel zoo dik laat
worden. Misschien heeft u ook wel eens van de
Manganjavrouwen gehoord, die haar lippen met
ringen doorboren. Al deze gewoonten zijn zeker heel
wat barbaarscher.maar ook zij beoogen den man
te bekoren.
Pijnlijker is deze gewoonte ook. Maar de blanke
vrouw kan veel verdragen, wanneer 't haar schoon
heid betreft. Denkt u maar eens aan het uittrekken
der wenkbrauwhaartjes, aan het „spannen" van de
gezichtshuid en wat dies meer zij.
Heel, heel somber.
De „Pythias" van alle landen hebben
thans voor 1936 haar voorspellingen ge
daan. V/ij laten hier e«n „bloemlezing"
volgen.
De Londensche helderziende heeft een drukke
praktijk. Indien men haar wil raadplegen moet men
niet alleen behoorlijk betalen, maar ook weken te
voren afspreken. Voor 1936 heeft zij de volgende
voorspellingen gedaan.
„Talrijke opwindingen, een hevige aardbeving,
nieuw licht in een der geheimzinnigste moordzaken.
Een ernstig spoorwegongeluk in Frankrijk. Een
beroemd man der wetenschap en een bekende too-
neelspeelster overlijden. Veel onaangenaamheden
in 't midden van 't jaar. In November een merk
waardige affaire betrekking hebbende op den blan-
kan slavenhandel. Een blijde gebeurtenis in de
Engelsche koninklijke familie. Een spoorwegonge
luk in Polen. Hiermee zijn wel de belangrijkste
dingen verteld
De waarzegster van Genèv« heet Jeanette Maciel.
Het is een niet meer jonge dame, die beweert dat de
diplomaten van de geheele wereld haar consultee
ren. Geen wonder dat zij van de politiek heel veel
verstand heeft. Luistert!
„Einde Februari moet een aanslag verwacht wor
den op een Europeesch heerscher. In Amerika
wordt een enorme corruptie-affaire ontdekt, die de
gemoederen tot Mei zal bezighouden. Bizondere
gebeurtenissen in Irak zullen voor Engeland onaan
gename gevolgen hebben. In Juli zal een ware
misdaad-golf Europa teisteren. In Japan zal een
aardbeving groote verwoestingen aanrichten. Ook
op Sicilië moeten aardbevingen verwacht worden.
Mijn vroegere voorspelling, dat in 1936 een nieuwe
wereldoorlog zou uitbreken, moet ik herzien. Er zijn
inmiddels geheel nieuwe stroomingen aan den dag
gekomen, die niet te voorzien waren
Madame Freya te Parijs leeft nog steeds van het
feit, dat zij in 1916 de wereldoorlog voorspeld heeft.
Daarom wordt zij thans geconsulteerd door bankiers
en andere nuchtere persoonlijkheden.
„Tusschen Engeland en Frankrijk zal een tijdje een
misverstand heerschen, dat echter opgelost zai wor
den. Ook met Italië zal men kunnen onderhan
delen. Het conflict in Afrika is hetgeen ik dade
lijk gezegd heb niets anders dan een korte oor-
log. Goed is de situatie voor Duitschland. Belang
rijke veranderingen zijn daar niet te verwachten. Er
is een voortdurende vooruitging te bespeuren.
Er heerscht wel angst voor een oorlog in Europa,
maar deze is ongemotiveerd. Althans voor het jaar
1936."
Carmina, te Sevilla, is In de laatste vijf jaar erg
modern geworden. Zij spreekt thans ook over de
invloed van bepaalde planeten: voor 1936 wordt zij
weer verontrust door de Kreeft.
„Onrustige dagen zijn voor Ierland, Perzië, Polen
en Klein-Azië te verwachten. In de maanden Juni
en uli zullen de regeeringen van talrijke landen,
met name van die in Portugal, Spanje en Frank
rijk, met veel zorgen te kampen hebben. Genoemde
maanden schijnen trouwens voor de wereld zeer
noodlottig te zullen zijn.
Voor het eerst zal een vliegtuig door de stratos
feer de afstand Londen—New-York trachten te
overbruggen. Een geregeld snelvervoer tusschen
Europa en Amerika zal hieruit voortvloeien. Een
vorst zal zich door een huwelijkskwestie zeer
compromitteeren. Aan de noordelijke grens van
Britsch-Indië zou het wel eens tot ernstige con
flicten kunnen komen. De wetenschaD zal het ge
heim van de kanker eindelijk ontsluieren en een
geneesmiddel vinden hiertegen. Er zijn slechtere ja
ren geweest dan 1936. Maar Juni en Juli zien er
zeer somber uit
Ziedaar wat de dames ons te vertellen hebben.
Zij steken ons geen hart onder de riem. Maar zon
der koffiedik en kaarten zou men ook tot derge
lijke voorspellingen kunnen komen. Spoorwegon
gelukken In Frankrijk komen niet voorAard
bevingen in Japan al evenminDe politieke ge
steldheid in de wereld is zoo rustig dat ernstige
comDlicaties niet te verwachten ziin.. Maar van
die blijde gebeurtenis in het Engelsch koningshuis
gelooven we niets..
Laten we deze voorspellingen vooral bewaren en
aan het einde van het jaar controleeren. Het is
natuurlijk mogeliik. dat we dan iets bel-ngnjkers
te doen hebben. Bijvoorbeeld het lezen der voor
spellingen voor het Jaar 1937....
NIEUWE AMERIKAANSCHE STROOMLIJNLO COMOTIEVEN. Op de ongeveer 1000 K.M.
langen afstand Chicago—Denver werd bovenstaand afgebeelde nieuwe stroomlijnlocomotief In
gebruik gesteld. Het snelheidsmonster irf met twee Dieselmotoren van elk 1200 P.K. uitgerust en
loopt ver over de 100 K.M per uur.