Hij oorjaarshoeden
Zaterdag 25 Januari l&c>6.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9899
Huwelijkstrouw in beeld.
Sigarenbandje.
Het
seizoen
van de groote
verrassingen
Woensdag 29 Jan. a.s. hoopt het echtpaar
Gerbrand Kruit en Gertruida Kruit-Rapstok te
Callantsoog,hun 50-jarig Huwelijksfeest te her
denken. De oudjes, welke beide den 71-jarigen
leeftijd hebben bereikt, mochten zich tot voor
kort in een goede gezondheid verheugen. In de
laatste weken echter was de huisarts een dage
lijks terugkeerende gast. Gelukkig echter heeft
het sterke gestel gezegevierd, en heeft de genees
heer alle gevaar voor geweken verklaard. Met
temeer vreugde kan het gouden paar dus hun
feestdag tegemoet zien. Het zal het bruidspaar
zeker niet aan welgemeende belangstelling ont
breken..
andere daarentegen zullen levendig aan China
doen denken. Maar waarschijnlijk is dat China
de Engelsche collecties méér dan de Eransche
beinvloeden zal- Niet voor niets is te Londen een
tentoonstelling van Chineesöfie kunst gehouden,
een expositie, waaraan alle modescheppers vele
en langdurige bezoeken gebracht hebben. Ten
toonstellingen van oude kunst zijn niet alleen
mooi en leerzaam - zij doen ook ideeën aan de
hand die voor practische verwezelijking on
middellijk vatbaar zijn.
Parijs GERTRUDE
Al Is de maatschappij verdeeld,
In allerhande klassen,
Al brengt de wereld ons 't krakeel
Van allerhande rassen,
Eén band bindt nu al maandenlang
De jeugd van heel ons landje,
En ditmaal is het niet de sport,
Maar het sigarenbandje!
We loopen peinzend langs de straat,
Vaak in ons werk verloren,
Door kwestie dit of kwestie dat,
En laten ons niet storen.
Maar plots'ling klinkt een blij geluid,
We zien een groez'lig handje,
Dan volgt de opgetogen vraag:
„Meneer, 't sigarenbandje?"
En, och, we schuiven maar weer af,
Al zijn we groote menschen,
Er is toch ook iets goeds en moois
In deze kinderwenschen.
Dat groote album vroeger thuis,
Beplakt op ieder kantje,
Wat lijkt d&t vér vóór dezen tijd,
Van het sigarenbandje!
Dat was een kostelijk bezit,
Vol leven en vol kleuren,
En als Je maar weer voorraad had,
Wat kon je dan gebeuren?
En al die zegels, groot en klein,
Niet gaaf aan ieder tandje,
Maar toch, ja minstens even rijk,
Als het sigarenbandje!
Thans komt een vlotte, kleine knaap
Me wat bizonders vragen,
Dat met iets moois uit vroeger tijd
Voorzichtig aan komt dragen,
En daarom, ventje, blijf maar staan,
Al ben j'een bij-de-handje,
Natuurlijk, kind, dit is voor Jou,
HIER IS T SIGARENBANDJE!!
Januari 193a KROES.
/Nadruk verbod enj.
De modellen waaruit wij binnenkort keus
kunnen maken, zijn natuurlijk veel talrijker, dan
u uit wat ik hierboven schreef het recht zoudt
hebben op te maken. Ik gaf slechts de algemeene
tendenz aan, maar wie daarvan afwijken willen
vinden in alle collecties modellen genoeg, die
wel-is-waar niet „het" karakter van „den" voor
jaarshoed representeeren, maar die daarom niet
minder moder^ zijn. Modern zijn bij voorbeeld
mutsen, zooals ze omstreeks 1850 gedragen wer
den. Het eenige wat ze missen zijn de zijden
keelbandjes, wat eigenlijk heel jammer is- Want
een strik onder de kin kan heel, heel aardig zijn.
Louise Bourbon heeft dergelijke mutsen ont
worpen. De voile, die er bij behoort, een net-voile
wordt ook op het achterhoofd gedragen. De
meeste hoeden hebben geen randen, maar dat
neemt niet weg dat zij, die vinden dat een hoed,
die alleen bol is - en wat voor een bol - geen
hoed is, toch wel terecht kunnen. Suzy, die prin
sessen „behoedt," laat een hoed zien met een
rand, die geheel uit kleine cylinders, welke on
geveer den omvang van sigaretten hebben, sa
mengesteld is. Die cylinders bestaan uit dik lint.
Verschillende andere hoeden hebben randen van
veeren of van strooien bloemen, welke laatste
vooral het hoofddeksel een verrukkelijk-len-
tensch karakter verleenen. Maar breede randen
aan hoeden zullen in de eerste weken van het
seizoen niet populair zijn. Geen wonder eigenlijk
Zoolang hebben we de zon nu moeten missen
dat we haar eerste 'stralen in ieder geval vangen
willen. Hoe zou het zijn als we begonnen met
ons gezicht door een hoedrand te laten bescha
duwen? Het zonlicht is zoo'n heilzaam huidtonic
dat het wel zonde en jammer zou zijn als we
niet de gelegenheid te baat namen er ten volle
van te profiteeren.
Dat wil dus niet zeggen dat de hoedrand niet
terugkeeren zal als de dagen langer en langer
worden en het gevaar voor sproeten grooter en
grooter wordt. Dan ook krijgen de groote hoeden
weer hun kans. Het is evenwel waarschijnlijk
dat die dit jaar minder dan ooit stijfgerand zul
len zijn, de groote zomerhoeden zullen slappe
randen hebben in den vorm van bladeren, waar
van de punt zijwaarts en buitenwaarts gericht
is-
En laat me nu -ofschoon ik daarop later na
tuurlijk uitvoeriger terug kom - nog iets zeggen
over de voorjaarsmode-lijn in het algemeen.
Voor zoover daarover op het oogenblik geoor
deeld worden kan zal „de lijn" eenvoudig zijn
en een slank-makend effect bezitten. De mouwen
der japonnen zullen een groote rol spelen, maar
zij zullen er vooral toe medewerken de slanke
lijn te accentueeren.
De betrekkelijke eenvoud in de coupe der cos-
tuums - een eenvoud, die de geraffineerdste
subtiliteiten volstrekt niet uitsluit - duidt er op
dat de stoffen bijzonder mooi zullen zijn.
Inderdaad zijn ze dat ook. Als in vroegere ja
ren hebben de stoffenfabrikanten verschillende
materialen samengevoegd om nieuwe effecten
te verkrijgen. Het is hun vaak wonderwel gelukt
Zoo^ zijn er stoffen, waarin wol en stroo op in-
genieuse wijze vereenigd zijn, andere, waarin ge
knoopte lintjes zijn ingeweven. Sommige stoffen
geven den indruk van tapisserie en „cloqués"
van iederen aard zijn talrijker dan ooit. Voor
den zomer komt er verder een keur van organ-
di's, waaruit het wel moeilijk zijn zal een keus
te doen.
Merkwaardig is dat sommige van de grootste
modehuizen weinig of niets met kunstzijde
„rayonne", zooals het officieel heet willen te
maken hebben. In de laatste herfstcollectie van
Molyneux was al bijna geen rayonne meer te
vinden, in de komende voorjaarscollectie zal het
geheel ontbreken.
Wat de buitenendsche invloeden op de Wes-
tersche modes aangaat is te voorzien dat sommi
ge collecties voor een deel geinspireerd zullen
zijn op kleederdrachten van het Nabije Oosten,
VOORJAARSHOED VAN WIT PANAMA-PA
PIER. VOORZIEN VAN EEN ROODE VOILE
Ontwerp: MOLYNEUX, PARIJS.
Gedeponeerd model P. A. I. S.
(Reproductie verboden)
I DOOS 20 CT.~ TUBE 40 EN 60 CT. I
Nu staan we weer voor het seizoen van de
groote verrassingen.
Op het oogenblik, waarop ik dit schrijf, vliegen
de wollige witjes, donzig en geluidloos, uit een
loodgrijzen hemel langs mijn venster. Maar zal
ik mij door dat schouwspel beinvloeden laten en
over regenmantels en sneeuwschoenen schrijven
gaan? In geen geval. Als u dit onder oogen krijgt
straalt misschien de zon in een wolkeloos-blau-
wen hemel, is er iets in de lucht, dat lentebelof
ten stamelt, en mijn praatje over slecht-weer-
dracht zou u aandoen als een geluid uit een ver
leden, waarmee wij gelukkig afgerekend hebben.
Daarom schrijf ik, ondanks sneeuw en grauwe
lucht, over voorjaarshoeden.
Laat ik meteen zeggen, dat ze klein, héél klein
zullen zijn, voor het meerendeel nog veel kleiner
dan ze tot dusver gedragen werden- In heel veel
gevallen zal er nauwelijks van een hoed gespro
ken kunnen worden, eerder van een halve of een
derde hoed. Want vaak zal het hoofddeksel
nauwelijks meer dan een derde van het hoofd
bedekken. Dat heeft tot onmiddelijk en onver
mijdelijk gevolg dat het haar, de natuurlijke
hoofdbedekking, een enorme rol zal gaan spelen.
Waar de hoed ontbreekt krijgt ht haar uit den
aard van de zaak zijn natuurlijke taak te ver
richten.
De hoedjes van het voorjaar zijn dikwijls, om
zoo te zeggen slechts stukjes vilt of stroo of ook wel
koordzijde en doen in sommige gevallen onwil
lekeurig aan het clownshoedje denken, dat voor
een komisch effect zorgt, wijl het voor den sche
del van den man, die het draagt, veel te klein is.
Maar de modistes zijn er natuurlijk niet op uit
geweest komische effecten te bereiken, maar wel
gracieuse. Er is dan ook gelukkig een heel groot
verschil tusschen den kaalgeschoren clowns
schedel en het gelokte hoofd van een vrouw.
Daar alleen zijn deze kleine hoedjes op hun
plaats.
Op verschillende wijzen worden deze dwerg
hoofddeksel op de schedel geplaatst. Soms
komen ze op de kruin te tronen, in andere ge
vallen bedekken ze alleen het achterhoofd, in
weer andere worden ze over het voorhoofd gebo
gen en zijn dan vaak met een toef bloemen ver
sierd. Iedere vrouw zal natuurlijk kiezen wat
haar het beste staat. Kiest zij een hoed, die hoog
op het midden van het hoofd geplaatst wordt,
dan behoort zij over een weelderigen haardos te
beschikken, die in tamelijk kleine golfjes aan alle
zijden het bovengedeelte van het gelaat in een
lijstje zet- De ooren wordendaarbij niet zicht
baar gedragen. De hoed op het achterhoofd
vraagt om een rol, die als rand dienst doet. Maar
wordt het voorhoofd bedekt dan moet het geheele
achterhoofd een zee van krulletjes zijn. Er bre
ken voor de kappers zeker gouden dagen aan.
Want de nieuwe voorjaarshoeden eischen ge
biedend een welverzorgd kapsel, op een ietwat
verwaarloosd hoofd verliezen ze hun gratie en
hun effect.
Hoog zijn de nieuwe hoeden allerminst. De
grootste hoogte gaat vijf centimeters niet te bo
ven en dat is om allerlei redenen zeker heel
practisch.
Carnaval is weer in aantocht.