Koning Edward tot
het Lagerhuis.
Hevigs veldslag aan liet
Hoordelijk front ontbrand.
E
conomis
che Kroniek
Zaterdag 25 Januari 1936.
SCHAGER COURANT.
Derde blad. No. 9899
Werkloosheidsbestrijding
hier en elders.
ELKEN WINTER LEED HIJ
aan Wsitfestafign
en Winfervo@i@3i
KLOOSTERBALSEM
BETUIGINGEN VAN TROUW EN
VAN DEELNEMING AAN DEN
NIEUWEN KONING EN KO
NINGIN MARY.
LONDEN. Jan. (A.N.P.) In het Lagerhuis
heeft de speaker Donderdagmiddag de vol
gende boodschap van koning Edward VIII
.voorgelezen?
„Ik hen er zeker van, dat het Lagerhuis
den dood van mijn geliefden vader, diep be
treurt. Hij heeft zijn leven gewijd aan den
dienst van zijn volk en het behoud van de
grondwettige regeering. Hij was steeds be
zield van zijn diep plichtsgevoel. Ik ben
.vastbesloten hem te volgen op den weg, dien
hij mij getoond heeft."
Minister-president Baldwin diende daarop bij het
Huis twee voorstellen in, waarvan het "een een be
tuiging van deelneming is met den nieuwen koning
bij het overlijden van koning George V. In deze be
tuiging wordt gezegd, dat'het onzelfzuchtige dienen
van den overleden monarch ten behoeve van het
openbaar welzijn, voor altijd in hartelijke en dank
bare herinnering zal worden behouden. Tegelijker
tijd vormt deze betuiging een demonstratie van aan
hankelijkheid voor den nieuwen vorst, van wien het
Lagerhuis overtuigd is, dat hij uit naam van de god
delijke voorzienigheid tijdens zijn geheele regeering
de vrijheden van geheel zijn volk zal steunen.
Het tweede voorstel heeft betrekking op een betui
ging van deelneming aan koningin Mary, die steeds
verzekerd kan zijn van de aanhankelijkheid en toege
negenheid van het Lagerhuis.
In een vervolgens uitgesproken redevoering, loof
de Baldwin de voordeelen van de Engelsche grond
wet.
De geestelijke macht van de Kroon van Engeland
is thans grooter dan in eenigen tijd van het verle
den. De Kroon houdt het geheele rijk van het En-
gelsch sprekende volk bijeen en haar verantwoorde
lijkheid is oneindig grooter dan in vroegere tijden.
De macht van de Kroon is heden ten dage niet de
macht van het geweld, het is een groote moreele
macht, die afhankelijk is van het karakter en de
kwaliteiten van den regeerenden monarch. De eigen
schappen, die hiervoor noodzakelijk zijn, zijn ook de
eigenschappen geweest van den. overleden koning-
Minister-president Baldwin besprak hierop de per
soonlijkheid van den nieuwen koning, die een nauw
keuriger kennis heeft van alle klassen zijner onder
danen, dan een zijner voorgangers, Hij heeft een rijke
ervaring in de zaken des lands, bezit een uitgebrei
de bereidheid tot verzoening en kent het geheim van
de jeugd in de rijpheid van jaren.
Nadat Baldwin zijn rede onder het applaus-van *t-
Lagerhuis beëindigd had, steunde majoor Attlee, uit
naam van de Labour-oppositie, de beide voorstellen
van den premier. Vandaag, zoo zeide hij, zijn er in
het Lagerhuis geen meeningsverschillen, want allen
zijn vereenigd in het'-'leed om het verlies van den
grooten en zoo zeer beminden souverein. Geen vroe
gere koning heeft zoo zeer de algemeene waardee
ring bezeten als koning George. Attlee beëindigde
zijn redevoering met hartelijke welkomstwoorden
Voor den nieuwen koning, van wien allen wenschen,
dat zijn heerschappij langdurig, zegenrijk en vreed
zaam moge zijn.
DE OVERBRENGING VAN HET
STOFFELIJK OVERSCHOT NAAR
WESTMINSTER. HET VER
TREK VAN SANDRINGHAM.
Het stoffelijk overschot van koning Gorge V Is
haar Westminster Hall overgebracht.
Nadat inde kleine parochiekerk van Sandringham
een korte dienst was gehouden, zette de stoet zich
in beweging naar het station Wolf er ton.
Het stoffelijk overschot werd op een affuit ge
plaatst: onmiddellijk daarachter schreden koning
Edward VIII, zijn broeders en Lord Harewood, die
den afstand van Sandringham naar Wolferton en
van Kings Cross Station naar Westminster te voet
aflegden.
De aankomst te Londen.
Te half drie in den middag hield de koninklijke
irein in Kings Cross Station te Londen stil. .Voor het
station had zich een groote menigte verzameld, die
eerbiedig het hoofd ontblootte, toen de kist met het
stoffelijk overschot, waarop de kroon was geplaatst,
naar buiten werd gedragen. De kist werd wederom
op een affuit geplaatst, dat getrokken werd door een
batterij der koninklijke bereden artillerie.
De affuit werd geflankkeerd door detachementen
van de Grenadier Guards en voorafgegaan door be
reden politie.
Ook thans weer volgden de koning, de'prinsen en
Lord Harewood te voet het stoffelijk overschot. Leden
van de hofhouding schreden daarachter, terwijl de
Stoet gesloten werd door een afdeeling bereden poli
tie. Behalve de batterij der artillerie en de Grena
dier Guards namen geen militaire afdeelingen aan
den stoet deel: ook de afzetting werd geheel door de
politie verzorgd.
Langs, den geheelen weg, die door den stoet werd
gevolgd, had zich een enorme men schen massa ver
zameld, die in eerbiedig zwijgen wachtte en bij het
voorbijgaan van het stoffelijk overschot groette door
het hoofd te ontblooten.
Te Westminster.
Koningin Mary wachtte de aankomst van den stoet
te Westminster. Zij schaarde zich met de andere le
den der koninklijke familie aan weerszijden van de
katafalk in Westminster Hall, waarop de kist werd
geheven.
Na deze plechtigheid werd een dienst begonnen,
<lio ook werd bijgewoond door de leden van het Hoo-
ger- en LagerhuiSi
De studie der economische verschijnselen is een
bezigheid, die vooral ijverig wordt beoefend in tijden,
waarin het niet voor de wind gaat. Dat is logisch.
Om verbetering te brengen moet men de oorzaken
kennen van de achteruitgang. Dat ook de banken,
wier omzetten in zekeren zin kunnen gelden als een
barometer voor den algemeenen welstand, zich met
economische vraagstukken onledig houden, ligt even
zeer voor de hand. En dus kan het gebeuren, dat de
ze instellingen in hun verslagen zeer belangrijke be
schouwingen het licht doen zien. Zoo bevatte het
kwartaalsoverzicht der Amsterdamsche Bank een
artikel van de hand van den directeur-generaal van
den Arbeid, dr. ir. A. H. W. Hacke, dat niet alleen
belangwekkende, doch tevens interessante gegevens
bevatte omtrent de methoden, die in verschillende
landen worden aangewend ter bestrijding van de
werkloosheid.
Uit deze beschouwing willen we ditmaal het een
en ander weergeven.
In het algemeen zijn de maatregelen ter bestrij
ding van de werkloosheid tweeledig. Eerstens gaan
ze uit naar het verzachten van de gevolgen der werk
loosheid door het uitkeeren van steun, tweedens naar
het openen van gelegenheden tot het verrichten van
werk, ten einde de werkloozen te onttrekken aan den
demoraliseerenden invloed van den lediggang.
De gedachte, dat een volk heeft te zorgen voor zijn
eigen werkloozen, wordt vrijwel algemeen aanvaard,
terwijl de mogelijkheden om hulp te verleenen zijn
te onderscheiden in:
a. door werkloosheidsverzekering,
b. door steun en werkverschaffing,
c. door armenzorg.
Er volgt dan een overzicht van de wijzen, waarop
in verschillende landen deze mogelijkheden worden
verwezenlijkt.
1. NEDERLAND.
Bij ons kent men slechts de vrijwillige verzekering,
die meestal wordt geadministreerd door de arbeiders-
vakvereenigingen. De niet-verzekerden en de verze
kerden, wier uitkeeringsduur is verstreken, ontvan
gen steun. Deze steun bedraagt niet meer dan een
zeker percentage (maximaal 70 pet.) van het loon,
dat de arbeider in het vrije bedrijf kan verdienen.
De werklooze wordt zoowel -uitgesloten van verze
kering als van steun, wanneer hij weigert passenden
arbeid te verrichten.
In de werkverschaffing, welke we hier kennen, wor"
dén de loonen zoodanig vastgesteld, dat ze hooger
zijn dan de steun, welke de arbeider zou ontvangen,
doch lager dan de loonen in het vrije bedrijf.
Door de overheid (rijk en gemeenten samen) werd
voor werkverschaffing en steunverleening uitgekeerd
in 1933 f 13p millioen, in 1934 f 114 millioen. Door de
werkloozenkassen werd in dezelfde jaren uitbetaald
resp. f 27 millioen en f 21.3 millioen, waarin het rijk
bijdroeg resp. f 16.3 millioen en f 13.2 millioen.
Per hoofd der bevolking waren de uitgaven voor
werkloozenzorg in 1934 f 16.96, terwijl door de armen
zorg werd beschikt over f 111 millioen of f 12.60 per
hoofd.
_Voor. de werkloosheidsbestrijding is thans opge
richt het werkloosheidssubsidiefonds.
2. BELGIË.
De verzekering is vrij en berust grootendeels bij de
vakvereenigingen. Ongeveer de helft der arbeiders is
verzekerd. Men kent ook de verzekering per bedrijf.
De kosten der verzekering worden gedragen door de
arbeiders en de overheid.
Aan de arbeiders, die geen verzekering ontvangen,
wordt steun uitgekeerd, waarvan de hoogte verband
houdt met de noodzakelijke levensbehoeften.
Evenals bij ons werd er ook in België, als gevolg
van den langen duur der crisis op aangedrongen pro
vinciën en gemeenten gedeeltelijk te ontslaan van
de werkloosheidslasten. Als gevolg hiervan zal voor
1936 het aandeel der provinciën, dat thans 100 mil
lioen francs bedraagt, worden teruggebracht op 10 pet.
van de totale werkloosheidslasten met als maximum
75 millioen francs. Voor de gemeenten zal de vaste
bijdrage in het werkloosheidsfonds van 100 millioen
in 1935 worden teruggebracht op 20 millioen voor
1936.
Het Comité tot Economisch Herstel heeft thans een
werkplan goedgekeurd, dat loopt tot eind 1938 en
waarvan de kosten zijn geraamd op 3*4 milliard fr.
3. FRANKRIJK.
Door verschillende omstandigheden, als b.v. de ge
ringe dichtheid van bevolking, het feit dat de Fran-
sche productie aan industrieproducten ongeveer ge
lijk is aan die van den landbouw, is de werkloosheid
er betrekkelijk gering.
De werkloozen ontvangen in de eerste plaats uit-
keering uit de werkloozenfondsen, waarvan de tota
len in 1933 en 1934 resp. beliepen 1 milliard francs
en 1.3 milliard francs. Door den staat werd bijgepast
resp. 600 millioen en 800 millioen francs. De uitkee-
ring mag de helft van het loon niet overtreffen en
bedraagt maximaal 26 francs, al naar de gezins
sterkte.
De duur der uitkeeringen is meestal ongelimiteerd.
Ook hier drukten de lasten zwaar op de gemeenten.
Om de werkloosheid te beperken tracht men:
a. het aantal buitenlandsche arbeidskrachten te
verminderen.
b. de terugkeer van arbeiders uit de steden naar
het land te bevorderen.
De uitvoering van verschillende groote werken is
geregeld bij het „plan Marquet".
Op 30 Juni was voor verschillende werken uitge
trokken een bedrag van 1700 millioen francs. Het
feit echter, dat men, om de schatkist niet te zwaar
te belasten, verschillende middelen heeft getracht
te vinden uit fondsen der sociale verzekering, doet
een weinig vreemd aan.
4. ITALIë.
De werkloosheidsverzekering is verplichtend.
Steunverleening heeft echter weinig plaats in geld,
omdat dit volgens Mussolini een premie is op de
luiheid.
Patroons en arbeiders dragen ieder voor de helft
bij in de premie der verzekering. De uitkeering be
draagt maximaal 3.75 lire per dag en wordt gege
ven over hoogstens 120 dagen.
Na afloop van deze termijn komt hij aan de
steun, de „assistenza sociale", die alleen goederen
in natura verstrekt. De inkomsten van dit lichaam
komen alleen van particulieren, vooral van bedrij
ven, die daartoe dan worden aangemaand.
Ter bewerkstelling van meerdere werkloozen is
men overgegaan tot een verkorting van den ar
beidstijd. Daarnaast zijn allerlei plannen tot werk
verruiming uitgevoerd, welke den staat de laatste
10 jaren ongeveer 24 milliard lire hebben gekost.
5. DUITSCHLAND.
Men kent twee lichamen, welke zich met de werk
loosheidsbestrijding bezighouden, het „rijksbureau
voor arbeidsbemiddeling en werkloozenverzekering"
en daarnaast, sedert enkele jaren, de Arbeids
dienst, welke laatste aanvankelijk vrijwillig was,
doch thans is uitgegroeid -tot een arbeidsdienst
plicht.
De steun bedraagt in 't algemeen M. 50.per
maand, doch kan voor vrijgezellen dalen tot M.-
30.en voor groote gezinnen stijgen tot M. 70.
De werkloosheid werd geschat: Januari 1935 circa
5 millioen; Augustus 1935 circa 3.7 millioen.
Ter bestrijding zijn verschillende groote werken
uitgevoerd, vooral werden autowegen, aangelegd.
De financiering had voornamelijk plaats door
credietpapier, o.a. door de bekende Arbeitsbeschaf-
fungswechsel, waaromtrent verder .weinig bijzon-.
derhedëri'bekend zijn. Öp grond" der statistiek om-
Dank zij den KLOOSTERBALSEM
komt hij daar voor goed van af.
Door mijn beroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon. El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Au smeer
ik als 't koud wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten gehad." R
fifiCBCEU'S ORIGINEEL TER INZAGE
„Geen goud. zoo goed"
Onovertroffen bft brand-en snjj wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel by
Rheumatiek, spit en pynlgke spieren
ochroelaoos 35 ct Potten 62J4 ct. gd 1.04
trent de circulatie van wissels kan slechts wordeq
vastgesteld, dat de hoogte van het bedrag in om
loop sterk moet zijn toegenomen.
6. GROOT-BRITTANNIë EN NOORD-IERLAND.
De werkloosheidsverzekering is verplichtend.
Voor de bestrijding der werkloosheid is opge
richt het „Unemployment Fund" (werkloosheids
fonds), waarin werknemers, werkgevers en staat sa
menwerken.
De wekelijksche uitkeeringen aan verzekerden
bedragen 15 shillings voor vrouwen en 17 shillings
voor mannen, waarbij nog komen gezins- en kin
dertoeslagen van resp. 9 shillings en 2 shillings.
Deze uitkeering wordt gedaan gedurende 6 maan-r
den.
Aan het Unemployment Fund wordt, gezamenlijk
doör werkgevers, werknemers en staat, per arbeider
per week 10 pence uitbetaald. De inkomsten in 1934
bedroegen 60 millioen pond sterling.
Ook hier worden groote werken uitgevoerd, terr
wijl wordt gepoogd den mijnbouw te steunen.
De kosten der werkloosheidsbestrijding hebben
sedert den oorlog bedragen 1200 millioen pond
sterling. Thans zijn ze te stellen op ongeveer 100
millioen pond sterling per jaar, waarbij nog komen
20 millioen voor het Unemployment Fund.
NA VOORBEREIDING VAN DRIE
MAANDEN. GEVECHTEN VAN
MAN TEGEN MAN. TEGEN
AANVALLEN DER ABESSIJNEN.
NAAR VEREENIGING DER
LEGERCORPSEN VAN RAS KAS
SA EN RAS SYOEM?
Van onzen correspondent Stuart Emeny).
DESSIé, Donderdagavond..
Volgens een officieel Abessijnsch com
muniqué, dat vandaag is gepubliceerd, zijn
duizenden Italianen gedood, in eengewel
dig gevecht, dat thans in de bergen ten
Noorden van Makallé woedt. In een gevecht
van man tegen man, waarbij de Abessijnen
met de bajonet op het geweer aanvielen
werd den vorigen Maandag door de Italia
nen begonnen aanval, volkomen afgeslagen,
waarna de Abessijnen oprukten.
Ras Syoem's troepen, die in het onlangs
heroverde gedeelte van het district Tembien
waren geposteerd, wisten den Italiaanschen
rechterflank Oostwaarts tot aan Goeralta te.
drijven, waar het gevecht op het oogenblik
in vollen gang is. Hij werd daarin'1 bijge
staan door den regen en door de dekking
die de bsboschte bergen hem verschaften.
Tegelijkertijd deed generaal Kassa een aanval op
den linkerflank.
Wanneer de Italianen bij Goeralta worden ver
slagen, zullen de legers van generaal Kassa en van
ras Syoem zich met elkander kunnen verbinden en
daardoor de verbindingen met Makallé afsnijden,
wat dan onvermijdelijk moet vallen.
Maarschalk Badoglio, de aanvoerder van het
Italiaansche leger, is de aanval begonnen na een
zorgvuldige voorbereidng, die drie maanden duur
de. Italiaansche, inlandsche en blanke troepen ruk
ten plotseling in volle vaart het district Tembien
binnen, dat zij onlangs hebben moeten verladen.
Zij werden voorafgegaan door een zwerm Italiaan
sche vliegtuigen en gevolgd door tanks en pantser
wagens. Hun doel was onmiskenbaar het verloren
terrein te heroveren en zoo mogelijk op te trekken
naar Gonnar, ten Noorden van het Tsana-meer,
waar uit de Nijl ontspringt.
Maar volgens het Abessijnsche communiqué ont
moetten zij spoedig tegenslag.
De troepen van ras Kassa en ras Syoem storm
den de heuvelen af en brachten de Italiaansche
colonnes met hun moordend geweervuur in de war,
om daarna met zwaarden, geweren en bajonetten,
den aanval te beginnen.
Een der Italiaansche vliegtuigen werd neerge
schoten door commandant Dagne Wodadjo, een
leerling van de militaire academie van St. Cyr.
De Abessijnen zouden tijdens een tegenaanval,
terwijl zij den vijand terugdreven, verscheidene
belangrijke posities hebben genomen en tevens een
groote hoeveelheid munitie, geweren, voorraden en
mitrailleurs hebben buitgemaakt.
(Copyright News Chronicle-A.N.P.)
De slotkapel van het kasteel Windsor, waar het stof lelijk ovetsohot van wijlen koning George naast dat
zijner voorvaderen ter ruste zal worden gelegd.
470ste STAATSLOTERIJ
(Niet officieelV
5de klasse, 4de Ijjst
Trekking van Donderdag 23 Januari 1936
Hooge Prijzen
14635
7114 8198 9567 12513 18226
1172 10865 14187
15000—
1000
400—
200—
100—
17479 19226
1471 2010 5830 11012 14498
18257
16582
27 44
493 588
1329 1415
2215 2291
3334 3477
4426 46Ö9
5695 5380
6586 6965
7451 7530
8760 8830
9865 9877
10245 10295
11060 11075
12394 12509
13001 13131
14163 14169
15677
15704 15744
16423 16533
17395 17541
18482 18499
19725 19790
20819 20827
Prijzen van 70—
151 154 176 199 366
816 758 794 894 QOC
1419 1516 1571 1679
2479 2489 2504 2571
3484 3660 3768 3890
4851 4960 4981 5464
•6059 6166 6197 6202
7085 7116 7144 7220
7981 8036 8114 8311
8894 8994 9080 9253 9698
10073 10116 10137 10148 10239
10383 10421 10450 10502 10699
11357 11392 11755 12130 12183
12548 12603 12736 12791 12854
13533 13748 13799 13884 14045
14801 14921 14963 15134 15484
1681
2635
4187
5586
6239
7293
15783 15816 16131 16147 16190
16552 16714 16778 16850 16886
17644 17658 17852 18283 18328
18531 18538 18694 18955 19491
19859 20386 20399 20635 20683
20853
1144
1867
3325
4242
5670
637G
7417
8495
9824
1082J
12285
12935
14157
15573
16264
17072
18341
19581
20731