Een sportsman op de koningstroon He( GEZELLIGE IXRTJi: met de PHILIPS „KI-AROTA Iloor de laatste maal: Morro Castle Zaterdag 1 Februari 1936. 5CHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9904 99 VOORWAARDEN BETER ZIEN T n tallooze Nederlandsche huishoudens heeft het er iederen avond veel van weg, of iedereen een donkeren bril opzet Dat is het moment, waarop het licht aan gaatlicht, dat onvoldoende is. Wanneer Uw oogen zich bij onvoldoen de licht moeten inspannen, is het wezen lijk precies hetzelfde, of ze door een donkeren bril moeten turen. Spaart Uw oogen.... ze kunnen niet vervangen wordenl Zorgt voor voldoende licht bi] alles wat U doet Daarvoor bestaan aanwijzingen, die U kunt vinden in het boekje: „Het Gezellige Huis", dat U op aanvraag gaarne gratis door ons wordt toe gezonden. Zendt slechts onderstaande coupon aan ons op, of schrijft ons even een briefkaartje. De Philips' „Bi-Arlita" lamp is de beste en zuinigste lamp, ooit door Philips vervaardigd en daarom de aangewezen lamp voor Uw huisverlichting. Stuurt deze coupon in aan N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken, Verkoopafdeeling Nederland en Koloniën, Eindhoüen en U ontvangt gratis het boekje „Het Gezellige Huis" Naam f- yri Straat: Woonplaats ENKELE VOOR V. Voor alle werkzaam heden, die bij kunstlicht geschieden, bestaan mini- mumverlichtingseischen, waaraan, wanneer het werk niet direct onder de hoofd- verlichtinggeschiedt,slechts door voldoende bijveriich- ting kan worden voldaan. 2. Onder normale omstan digheden geldtals minimum voor den totaal beschik baren lichtstroom van een woonvertrek 300 dekalu- men. Hierdoor wordt de mogelijkheid geschapen, hoofdverlichting en bijver lichting afzonderlijk te ge bruiken,alnaarde bezigheid het voorschrijft, waarmee tevens de zuinigheid be tracht wordt.^ 3. De sterkte van de licht bron voor hoofdverlichting in normale vertrekken, in ornamenten op normale hoogte, welke al het licht direct naar beneden werpen, moet minstens 150 deka- lumen bedragen. 4. De lichtbron dient zich op de plaats van het werk te bevinden. 5* Vermijdt te sterke licht contrasten als bijv. ontstaan wanneer slechts één gedeel te van de kamer voldoende verlicht is, om te voorkomen dat bij de oogen, die voor het zien bij verschillende hel derheden zich telkenmale moeten aanpassen, ver moeidheidsverschijnselen optreden. 6* Vermijdt elke verblin dende verlichting door het gebruik van afgeschermde lichtbronnen en lampen met inwendig gesatineerden ballon.. Georges Carpentier vertelt van den Prins van Wales IN ONDERSTAAND ARTIKEL VERTELT DE EX-BOKSKAM PIOEN GEORGES CARPEN TIER IETS BETREFFENDE ZIJN HERINNERINGEN AAN DEN PRINS VAN WALES. (Van een V.D.-Correspondent) De ex-wereld-kampioen boksen Georges Carpen tier heeft sinds eenige tijd de bokshandschoenen opgeborgen. Op het oogenblik is hij eigenaar van een kleine bar in de Ghamps^Elysées, al waar men iedere dag tusschen vijf en zeven uur's mid dags de elegante wereld van Parijs kan vinden. Verleden jaar zomer had bij een bar te Gannes, waarvan de huidige Koning van Engeland, toen maals nog de Prins van Wales een dagelijksche bezoeker was. „Op 4 Januari 1919 werd ik den Engelschen Kroonprins voorgesteld," zoo vangt Carpentier aan. "Joe Beckett had ik in een paar seconden knooked out geslagen ja, dat was een zeer eigenaardige match en bet illustre publiek van Holborn Stadium Club juichte mij toe. Op de eerste rij zat de Prins van Wales. Ik had net mijn badjas aangetrokken toen men mij tegen de touwen van de ring duwde. Ik zag een jonge man met blond haar. Hij strekte de hand naar mij uit. In mijn opwinding verstond ik niets van hetgeen de Prins van Wales tot mij zede „Een jaar later was ik wederom in Londen. Ik had mijn intrek in het Garlton Hotel genomen. Op zekere dag ontving ik bezoek van een vriend van den Prins van Wales, die mij mededeelde, dat de prins mij spreken wilde. Om acht uur 's avonds zou ik door een hofauto gehaald wor den, die mij naar Buckingham Palace zou bren- gen. Toen de heer weg was, zonk ik in een fauteuil achterover. Was het mogelijk? Ik, de bokser, de eenvoudige volksjongen, zou ik de gast van zulk een voornaam personage zijn? Ik was nog jong en had nauwelijks tijd gehad om mij met mijn opvoeding bezig te houden. Als kind had ik reeds in de kolenmijnen van Lens moeten werken. U kunt dus begrijpen, dat ik eenigzins zenuwach tig was. Stipt acht uur kwam de auto van den Prins van Wales voor. Met een flnk vaartje re den wij door Londen's straten en na korten tijd reden wij door de poort van het paleis- De wacht salueerde. Ik werd in een groot salon gebracht. Nauwelijks was ik binnen of de deur opende zich opnieuw en voor mij stond de Prins van Wales, met twee van zijn broers. Koning Eduard, zooals hij vroeger op het golfterrein gezien werd. Het gesprek begon eenvoudig en hartelijk. De Prins sprak van sport, voornamelijk van boksen. Hij stelde mij veel vragen waarop ik zoo goed als ik kon antwoordde. Ofschoon zooals gezegd de toon en de aard van het gesprek zeer hartelijk was, kon ik mijn zenuwen niet de baas worden. Toen ik mijn cigarettenkoker uit de zak haalde, beefde ik zóó, dat hij op de grond viel, terwijl de sigaretten naar alle kanten rolden. Ik wilde mij bukken, teneinde ze weer op te rapen, doel» de Prins van Wales hield mij lachend tegen. Toen bukte hij zich en raapte alle sigaretten op. waarna hij mij een presenteerde. Daarna pas overhandigde hij mij de koker. Verlicht haalde ik adem. Door deze eenvoudi ge geste had ik begrepen, dat de Prins van Wales mij duidelijk wilde maken, dat ik mij vol komen op mijn gemak kon voelen. Toen mij later wederom de eer te beurt viel, den Prins van Wales te ontmoeten, bereidde hij mij wederom dezelfde hartelijke ongedwongen ontvangst- Ik zelf vergat eenigszins de etiquette. De toon van het gesprek werd nog iets gemoede lijker. Wij vertelden elkander geschiedenissen die we beleefd hadden, terwijl de Prins af en toe een goede „joke" vertelde. De laatste jaren ontmoette ik hem dikwijls bij vrienden te Londen. Éénmaal zelfs werd ik te dineeren -gevraagd in St. James Palace. Daar heb ik toen weer een warm half uurtje doorgemaakt. Vele gerechten van het menu wa ren zóó ingewikkeld, dat ik niet goed wist wat er mede aan te vangen. Zoo herinner ik mij o.a. dat op het menu „plovers eggs" vermeld stonden. Toevallig werd ik het eerst bediend. Op de scho tel zag ik een groote hoeveelheid kleine grijze zwartgespikkelde eitjes. Zou men zoo iets met de vingers of met een lepel eten? Hoe moest ik ze vian de schaal op mijn bord krijgen? Daar ik het nog van niemand had kunnen afzien, be dankte ik beleefd voor dit gerecht. De prins zag mij aan en vroeg toen in het' Fransch „Houdt U niet van kievitseieren", waarop ik antwoordde, dat ik niet erg hongerig was- De Prins vond dat heelemaal niet aardig van mijn. Pas later vernam ik, dat „plovers eggs' een delicatesse is. Bij een latere gelegenheid vertelde ik den Prins waarom ik toenmaals de kievitseieren versmaad had. Hij moest daarover hartelijk lachen. Na het diner werd gedanst. De koninklijke gastheer nam in de Jazz-band plaats en bedien de op meesterlijke wijze het slagwerk. In latere jaren heb ik den Prins van Wales zeer dikwijls ontmoet op de renbaan en bij an dere sportevenementen. Toen hij verleden jaar zomer eenige weken te Cannes verblijf hield, gold zijn eerste bezoek de bar, die ik aldaar inge richt had. U begrijpt dat ik daar zeer vereerd door was. Deze bezoeken herhaalde hij bijna da gelijks en steeds onderhield de Prins van Wales zich met mij. Thans is de Prins van Wales Koning van En geland Hij heeft een groote dosis menschenkennis opgedaan, doch bovenal bezit hij de onschatbare gave, zich bij iedereen geliefd te maken." Netv York, Januari 1936. ZOOJUIST HEEFT HET AME- RIKAANSCHE SUPREME COURT EEN STREEP ON DER DE TRAGEDIE VAN DE „MORROCASTLE GEZET, DOOR DEN KAPITEIN, DEN EERSTEN INGENIEUR EN DE LEIDING VAN DE WARD LI- NE SCHULDIG TE VERKLA REN AAN EEN STRAFBARE NALATIGHEID Het Is nog niet zoo heel lang geleden, dat de wereld door een zeer tragisch bericht werd opge schrikt. Het was de geheimzinnige tragedie van het Amerikaansche luxeschip „Morrocastle", dat op 8 September 1934 voor de kust van New Jer sey op raadselachtige wijze in brand vloog- Men kwam indertijd met talrijke hypotheses en veron derstellingen voor den dag, om de oorzaak te vinden van dezen plotselingen brand, waaraan 135 menschen ten offer violen. Maar achter de werkelijke oorzaken kon men zoo spoedig niet komen. Wie is de waarlijke schuldige? Dit was de groote en beslissende vraag, die men zich steeds weer voorlegde. Onder de officieren en be manning van het schip moeten toestanden ge- heerscht hebben, die met iedere beschrijving spot ten. Men mompelde iets over een groot gebrek aan discipline, over onderaardsche inlrigues en over een aanslag op den kapitein. Het zoo juist beëindigde proces tegen de ver antwoordelijke officieren schijnt intusschen wat licht in de duisternis te hebben gebracht, hoe wel de verklaringen van verdachten en getuigen dikwijls met elkaar in tegenspraak waren en men gedurende den loop van de gerechtelijke be handeling steeds weer op nieuwe problemen stuitte, die opgelost moesten worden. Terecht stonden de vroegere officieren van de Morrocastle William Warms, die na het raad selachtige verdwijnen van den kapitein met de leiding van het schip belast was en de eerste machinist Abbot. Verder was ook de Vlce-presi- dent van de Cuban Mail Steamship Gompany, Henry Jabaud, gedagvaard. Deze drie mannen werden er van beschuldigd, hun plichten veron achtzaamd te hebben., Toen dit proces in eerste instantie behandeld werd, waren er in Amerika vele menschen, die een voorbeeldige bestraffing van de verantwoor delijke mannen eischten. In tweede instantie kwam de catastrophe nogmaals met al zijn ver schrikkelijke en pijnlijke bijzonderheden op het tapijt, om zoo mogelijk vast te stellen - wat in eerste instantie niet was gebeurd - wie nu eigen lijk schuldig was aan den dood van de 135 men schen. Doch ook hier gelukte het niet de volle waarheid aan het licht te brengen. Hoe kwam het, dat de kapitein zoo plotseling gestorven is? Waarom werd het vuur niet onmiddellijk met alle ter beschikking staande middelen bestreden waarom hield men den brand zoolang ge heim? Waarom riep men niet direct de in de nabijheid varende schepen te hulp? Vooral op deze vragen heeft men geen antwoord kunnen vinden en het is misschien wel mogelijk, dat dit ook slechts door een man, die niet meer in leven is, namelijk den kapitein had kunnen geschieden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 13