Uit onze omgeving. De B rabantsche Brief De Langendijker werkloozen Bollenkweekers bijeen. van Dré. Binnenkort weer naar Schoorl? De plannen 10 jaar opgeschort DE MOOISTE FOTO De uitkeering aan de tuinders NOORDSCHARWOUDE. UITBREIDING DER PEN-DAGEN ADRES VAN DEN BESTUUR- DERSBOND AAN DE RADEN DER GEMEENTEN. Naar wij vernemen, heeft het bestuur van de Langendijker Bestuurdersbond een verzoek gericht aan den raad der gemeenten Noordscharwoude, Zuidscharwoude en Broek op Langendijk in ver band met de nieuwe regeling van de z.g. pen-da- gen bij de werkverschaffing in de Wieringermeer. Gevraagd wordt in verband met de vermeerdering van het aantal pendagen maatregelen te willen tref fen, opdat het groote nadeel, hieruit voortvloeiende voor de daar tewerkgestelden wordt ondervan gen. Het bestuur zou het zeer op prijs stellen, in dien de colleges van B. en W. wilden besluiten om op de pendagen een voorschot te geven, eenigszins overeenkomende met een zeer laag geraamd loon over die eerste week, welk voorschot dan bij het ontvangen van het loon van de laatste werkweek weer kan worden ingehouden. De practijk wordt dus, althans het verzoek, dat de bedoelde tewerkgestelden na twee weken arbeid slechts één week loon ontvangen, terwijl zij deze week slechts drie en een halve dag krijgen uitbe taald. Zouden zij nu een voorschot ontvangen over de twee ontbrekende dagen en indien mogelijk ook over de andere vier dagen, dan wordt de moeilijk heid bij de toch al lage loonen door de nieuwe maatregel niet vergroot. De hier voorgestelde maat regel is geheel in overeenstemming met den wensch van den Minister van Sociale Zaken, welke het niet noodzakelijk achtte, dat deze adminisratief onver mijdelijke maatregel nadeel zou brengen voor de betrokkenen. DE INSPECTEUR IS VERWON DERD, DAT DE LANGENDIJKER WERKLOOZEN NAAR DE WIE RINGERMEER EN NIET NAAR SCHOORL GAAN. Twee bestuursleden van den R.K. Volksbond alhier hebben een conferentie gehad met den Inspecteur van de werkverschaffing, den heer Kikkert te Beem- ster, met het doel verbetering te brengen in de voor waarden en omstandigheden, waaronder de Langen dijker arbeiders in de Wieringermeer werken. Er waren n.1. van de zijde der arbeiders verschillende "klachten geuit. Ten aanzien van de grief over te lage loonen en de onzekerheid omtrent wat per week kan worden verdiend, zal door de inspectie een onder zoek worden ingesteld. Met betrekking tot de vraag naar de mo gelijkheid, om de Langendijker werkloozen niet in de Wieringermeer doch in de werk verschaffing van het Staatsboschbeheer te Schoorl te werk te stellen, werd er door den Inspecteur verwondering over uitgesproken, dat men van Langendijk de werkloozen naar de Wieringermeer en niet naar Schoorl zendt. Hieruit mag men dus de conclusie trekken, dat, nu de vervoerkosten naar de Wieringer meer al grooter worden, er spoedig betere dagen voor de werkloozen zullen aanbreken en zij weer spoedig naar Schoorl zullen gaan, daar dit voor de gemeentekassen aanmerke lijk goedkooper zal uitkomen. Het is ons echter bekend, dat er van de zijde van sommige autoriteiten weinig medewerking wordt ge toond; reeds eerder werd door een arbeidersorgani satie een dergelijk verzoek gedaan, doch er werd geen gevolg aan gegeven. Nu de feiten echter al lui der spreken, kan worden verwacht, dat er spoedig verbetering zal komen. Dat zal dan tevens een op luchting zijn voor hen, die het zware werk in de Wieringermeer slechts met moeite kunnen verrichten. Het zal ongetwijfeld niet lang duren, of in de ver gaderingen van de gemeenteraden zal over een en ander een hartig woordje worden gesproken. De be stuursleden van den R.K. Volksbond waren zeer te vreden over het verloop van het onderhoud, dat on getwijfeld tot gevolg zal hebben, dat ernstige grie ven zullen worden opgeheven. HET VOORSTEL VAN DE L.G.C. OM F 2500 BESCHIKBAAR TE STELLEN VQOR DEN AANLEG VAN EEN NIEUWEN VERBIN DINGSWEG MET DF HEERHCJ- GO WAARD. Verleden jaar, omtrent dezen tijd, heeft het Be stuur van de Langendijker Groentencentrale, heel wat stof doen opwaaien met zijn voorstel, om door de L.G.C. f2500 beschikbaar te stellen voor den aan leg van een nieuwen verbindingsweg van den nieuw aan te leggen provincialen weg langs de ringvaart van de Heerhugowaard, bij de bekende groote brug bij KI. van der Molen naar de Dorpsstraat in Broek op Langendijk. Door het Bestuur van de L.G.C werd de aanleg van dien weg als een groot veilings- en veiligheidsbelang geoordeeld in verband met de aan voerders van groente aan de veiling, komende uit de Heerhugowaard. Het voorstel is, niet het minst door den sterken tegenstand, die zich. in de ver schillende vergaderingen der afdeelingen openbaar de, op de algemeene vergadering, verworpen. Thans vernemen we, dat er in de eerste jaren van den aanleg niets zal komen, hoewel de voorbereidings plannen al in ver gevorderden staat verkeerden, daar het gemeentebestuur van Broek op Langendijk voor den aanleg zou zorg dragen. Het terrein was reeds afgebakend, zoodat de eigenaars van de per- ceelen eiken dag konden verwachten dat de ople- vering een feit zou worden. Thans deelt men ons echter mee, dat de perceelen weer zijn verpacht en dat de plannen tot aanleg van dien weg voor tien jaar zijn opgeschort. Als we goed zijn ingelicht zal worden doorge gaan met den aanleg van het kanaal, waarover een nieuwe brug zou worden gelegd, welker plaats de veiligheid van verkeer in gevaar zou brengen en waarom men den aanleg van dien weg ter vermij ding van dat gevaar, noodzakelijk achtte. De urgentie is dus blijkhe-- niet zoo groot ge weest. als men toen wel liet Vorkomen, gezien het feit, dat de tuinders nog zouden moeten worden belast met een uitgave van f2500 in een tijd, dat men zelf in hooge mate van regeeringssteun afhan kelijk was. De afd. Langendijk van het Hollandsch Bloem bollenkweekers Genootschap hield Donderdagavond eeii vergadering in het lokaal van den heer L. Hop alhier. Na opening door den Voorzitter, den heer P. Wijn, en de lezing der notulen, bracht de heer A. Bakker verslag uit van een alg. vergadering van het H.B.G. Ondanks de schade, welke Duitschland heeft opge leverd bij de export heeft men 11/2 millioen gul den meer geëxporteerd, n.1. 23 1/2 millioen gulden. Het H.B.G. houdt spoedig een alg. vergadering en wordt de gelegenheid gegeven om voorstellen in te dienen. Algemeen is men van meening, dat de contribu tie verlaagd moet worden, een actueel onderwerp, nu de fusie met den Bond van Kleine Kweekers aanhangig is. Dan is het ledental zooveel te grooter In deze geest zal worden tewerk gegaan. Men was er voor, dat de contributie door de afdeeling wordt geincasseerd. Daardoor wordt de contributie iets lager. De uitbetaling van surplus-bollen, heffingen etc. zijn bij het Hoofdbestuur in behandeling. Men wil de daarop nu niet ingaan. De heer C. Hink vroeg, of de surplusbollen direct per Mei geheel zullen worden uitgekeerd. De heer A. Bakker meende, dat het wel op de zelfde wijze zal gaan als verleden jaar. Men merkte op, dat de heffingen allemaal vóór de uitvoer moeten worden betaald, zoodat er eigen lijk wel geld voor aanwezig was. Een der leden informeerde of het reeds bekend is, hoe hoog de exportheffing dit jaar zal zijn. Voorzitter wist het niet, maar dacht dat dit wel ongeveer dezelfde zal zijn als verleden jaar. De heer A. Bakker voegde hier nog aan toe, dat het allicht mogelijk was de heffing zoo te laten. Verleden jaar was het surplus tengevolge van de groote oogst heel groot, terwijl dit jaar Amerika toch hoogstwaarschijnlijk aan de markt zal zijn. Als de heffing wordt vastgesteld naar het surplus van verleden jaar, dan zal de heffing zeer zeker moeten worden verhoogd. Opgemerkt werd, dat reeds bollen worden ver kocht voor de minimumprijs. De heer J van Hout vroeg of men niet meer ont ving voor de bollen als deze tot het surplus be hoorden dan als men ze verkocht. Als ze verkocht werden, wordt 13 pet. afgehouden en komt men met veilingskosten etc. ongeveer tot 25 pet. aftrek. Bij de surplusbollen, waarvan 85 pet. van den mini- mumprijsw ordt uitbetaald, gaat minder af dan van de verkochte* De heer A. Bakker zeide, dat, indien er voor de late tulpen na uitkeering van de volle 85 pet. iets over is, dit weer over de kweekers wordt verdeeld. Voorzitter vroeg zich af, hoe het móest met de vroege tulpen dit jaar. Dat moet bijna vastloopen, als niet meer uitgekeerd wordt. S. O. S. De angstdroom van den opsnijden „Ach, kón ik toch maar weer een mug van hem maken!!!" Portret-Atelier JAC. DE BOER Keizerstraat DEN HELDER De hoop is nog gevestigd op het aangevraagde half millioen; dat zal men echter zeer waarschijnlijk weer moeten terugbetalen. De heer Jb. van Twuijver merkte op, dat als het half millioen er bij komt nog de volle 85 pet. niet zal kunnen worden uitbetaald. Dan komt men maar aan 70 of 73 procent toe. Verder werd nog opgemerkt, dat de beperkingsper centages precies andersom hadden moeten zijn, n.1. 35 pet. voor de vroege en 20 pet voor de late tulpen. Dat komt nu uit. Na nog eenige besprekingen, werd de vergadering door den voorzitter gesloten. Voorwaarden om in aanmerking te ko men. Zooals reeds bekend gemaakt is, ligt het in het voornemen van den minister van land bouw en visscherij over te gaan tot het toe kennen van een geldelijke uitkeering aan tuinders, die in het teelt jaar 1935 door mis oogst zijn getroffen en dientengevolge nood lijdend zijn geworden. Voor deze uitkeering komen alleen in aan merking tuinders, aangesloten bij de Neder- landsche Groenten- en Fruitcentrale, Inge deeld in groep A, die in het bezit zijn van een voor 1935 rechtmatig uitgereikte tuin bouwteeltvergunning en: a. wier hoofdbedrijf tuinbouw is; b. wier tuinbouwbedrijf in 1935 is getroffen door misoogst; c. wier met tuinbouwproducten beteelde opper vlakte in 1935 meer dan 50 aren bedraagt; d. wier met tuinbouwproducten beteelde opper vlakte in 1935 meer dan 30 pet. bedraagt van de to tale oppervlakte van hun bedrijf, volgens de gegevens, vermeld op hun tuinbouwteeltvergunning 1935, mits ook hier de met tuinbouwproducten beteelde opper vlakte in 1935 meer dan 50 aren bedraagt; e. wier producten geveild zijn op een bij de Ne- derlandsche Groenten- en Fruitcentrale aangesloten veiling; f. wier bedrijfsinkomsten inclusief steun in '35 meer dan 25 pet. lager zijn dan in 1934, tenzij een wijziging der beteelde oppervlakte hierop invloed heeft uitgeoefend; g. wier financieele toestand zoodanig is, dat zij niet zijn aangeslagen in de inkomsten- en/of vermo gensbelasting over het belastingjaar 1935/1936. Teneinde deze uitkeering zoo spoedig mogelijk te doen plaats vinden, dienen de telers, die hiervoor in aanmerking meenen te komen, uiterlijk vóór 15 Fe bruari op de veiling, waar zij in 1934 en 1935 geveild hebben, een aldaar verkrijgbaar formulier in te vul len. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen, dat opgaven, die na bovenvermelden datum binnenkomen, niet meer in behandeling kunnen worden genomen. Steun voor tuinders verhoogd. Voor warmoezerijgewassen, druiven en kruis bessen. Het bedrag van 3Vfc millioen gulden, genoemd in de crisissteunbeschikking van 30 November 1935 (fruit en warmoezerijgewassen XII) en bestemd voor steun voor warmoezerijproducten, blauwe druiven en kruis bessen, is tot 3.S millioen verhoogd. Eerlijke vinder beloond. Naar wij vernemen is de vinder van de portefeuille met ruim f 100 inhoud, door den verliezer goed be loond. De joi%eheer P. S. Jz. te Zuidscharwoude ont ving een belooning van f 10. Inzameling. Voor de Katholieke Jeugdige werkloozen over ge heel Nederland wordt een inzameling gehouden. Aan den Langendijk is hiervoor f 110.— bijeengebracht. yr Ulvenhout, 28 Januari 1936. Menier, Twéé tiepen. Twee school meesters. Geert Blom en Drs. Karei J. M. Potters. En als ik van de week éénen brief spendeer aan twéé tiepen, dan is daar niet mee gezegd, dat den Geert cn den Doctorandus maar half zoo belangrijk zijn, als b.v. Jan Gods- schalk, den gevangenisboef of Sjang de Boer, den goeiegen leugeneer, of Moeke, het vrouwke zon der naam, of Krisje van den Meulen den bceld- liouwer, Mijnheer Schmoelen den fotograaf van ver- lejen week en alle andere tiepen, die hier al door oewen krant stapten, ochneeë! Want alle men- schen zijn belangrijk, zijn evenveul interessant, zoo als 't simpelste dingske uit God's schepping de moei te van 't bekijken altij overweerd is! Zelfs, al is t' „dingske" zóó klein, dat ge 't al leen met 'nen loupe maar zien kunt! En wat ontgaat ons dan nog niet! 'n Voorbeeldeke is hier op z'n plaats. 'k Wed zeker, amico, dat gij misraadt, als ik oe vraag: „Wie vliegt sneller: de wilde eend of de zwa luw?" Wij hebben allemaal den zwaluw wel 'ns over den weg, over 't water zien scheren in zn' sierlijke, z'n pijlsnelle vaart. Wc hebben 'm zien duiken vanuit de locht naar d'eerde, waar ie dan, als den pijl uit den [boog, langs suisde met zo'nen sierlijken zweef, dat we zelf wel 'ilf efkens zo'nen veugel wilden zijn! En ook hebben we allemaal de wilde eend, ge weet, dat leelijke, muschkleurige veugeldier, door de locht zien pagaaien met 'n lawijt als 't geklep per in 't scheepswant en met 'nen veugelslag als van meulenwieken. En als we raaien moeien, wie van deus twee veu gel s t' snelste vliegt, dan kiezen we den pijlsnellen zwaluw., en niet dieën loggen eendveugel. En toch Toch is dat sjuust fout! Toch is het dat mculenpeerd onder de veugels, toch is 't den eendveugel, die niet alleen snel ler door de locht vaart, dan dieën sierlijke zweefvlie ger den zwaluw, neeë, den eerste is zelfs den al- lersnelsten, den zwaluw den traagsten veugel in de Schepping. Zelfs wint de eend het in snelheid van den valk, den „jachthond" onder 't geveugelte. En om 't nou maar pèrcies te zeggen: de eend vliegt met 'n gemiddelde snelheid van 120 K.M. per uur, do zwaluw met n' gemiddelde van 45 K.M. per uur. Ge kunt t* ook wel opmerken, amico, in den trein. Als ge dan aan 't coupéraamke zit, zult ge dikwijls zien, hoe gij den zwaluw, die daar over den sloot naast de spoorbaan scheert, hoe gij dien voorbij komt. Terwijl de vlucht wilde eenden, daar hoog in de locht, ver jouwen trein vooruitkomt! Twee dingskes wil ik hiermee duidelijk maken: lo. dat den mensch 'nen slechten waarnemer is en daarom meestal verkeerd oordeelt; 2o. dat ik eend èn zwaluw noodig had voor één bewijs, zooals ik nou den Geert en den Doctorandus noodig heb voor éénen brief. Zo de jen gelijktijdig examen, den Geert en Karei Potters. Ze kwamen van dezelfde school, ze wieren gelijk bekwaam geacht, kortom: ze waren even „wijs", mach tig", „eeuwig"; „enzoovoort". Ze waren nog 'n „twee- vuldigheid". Ochja, de schooljaren! Eenigste waarachtige democratie in 't leven .1 't Kleine verschil tusschen Geert en Potters was: den Geert vertrouwde 't zaakje nog niet, al had den Directeur 'm 'n goeie kans voorspeld en daarom zette nde z'n ouwe schoolpetje nog maar op. Potters had meer vertrouwen - go kunt toch oewen Directeur wel gelooven, en hij zette alvast z'n eer ste bolhoedje op, Zoo gingen ze naar de stad, naar 't examen. Den Geert slaagde. Potters baksteende. Den Geert begreep 't niet en deuzen uitslag ver galde halvelings zijn succes. Potters begreep 't nog minder, want wat was dieën 1 Geert-mct-z'n-petje nou toch eigenlijk voor 'n verschij ning om voor de klas te gaan staan Den Directeur begreep 't niet, want éls een van tweeën had moeten zakken en éls ie had moeten raa ien, dan wel, dan had ie verkeerd geraaien! En zoo ging Geert voor de klas staan in 't komende jaar en Potters bleef nog 'n jaarke in de schoolban ken. (Ge begrijpt, amico, ik spreek nog uit de jaren, dat 'nen jongen mensch na 'n schoolmeesteropleiding, ook schoolmeester wier. En niet z'n eigen, na z'n examen voor schoolmeester af moest vragen: „en wat zal ik nou worden Den Geert werkte als 'n peerd! Den Geert stond op den dag voor de klas, gaf na de dagtaak lessen en na die tweede taak kwam 'n derde: z'n verdere studie. Hij verdiende geld voor „thuis". Hij verdiende 'n toekomst voor z'n eigen. Plus 'n pijpke tabak en 'n Zondagsch pak. Den Geert werkte, dus lcofde-n-ïe. Want hij had 't leven lief. Niet dat ie dat wist, maar hij floot 'n deuntje als ie z'n eigen 's morgens waschte, hij neu riede 'n liedeke als ie op de fiets naar school stamp te, anderhalf uur ver, op 'n dorpke aan de grens. Hij vond 't schoolmeesteren 'n lollig baantje. Zijn „klas", wel „daar had ie nou ginnen cent moeite mee, allemaal goeie jong", zei ie thuis. Den hoofdonder wijzer was 'n gewichtig manneke, met 'nen langen Sinterklaasbaard. Z'n collega's kosten slecht met „het" hoofd opschieten, maar den Geert zei thuis: ,,'t is sjuust 'nen kabouter, as ie nog maar 'n rooi piekske op wou zetten"; hij deed 'm na dat z'n moeder schokte van den lach en niemand kost zoo goed met den kabouter opschieten als den Geert. Ja, den Geert hield van t' leven, pakte 'n vast sjuust zooals, t' in z'n handen kwam en de school, den arbeid was 'm plazierig. Thuis stelden ze 't best. Want den Geert bracht aardig wat binnen (inplaats van geld te kosten!) dus hij kwam mee zijn nieuwe fiets, z'n Zondagsch pak, z'n pijpke heerenbaai en zijnen goeien thuis, niks te kort. Hij hield van muziek, van 'n mooi boek, 't leven was voor hem 'n goed, zorgzaam wijf, dat ie eiken dag 'ns ferm pakte en in de wangen kneep! Hij hield van timmeren, knutselen, z'n handen zaagt ge 't aan. Hij vergat, dikwijls naar den bar bier te gaan en... z'n bolhoedoke, dadelijk aange schaft als ie ^aangesteld was, verruilde-n-ie weer voor zn' petje, omdat 't lekkerder op z'nen kop zat, voor al als ie drie uren per dag moest fietsen, met altij anderhalf uur teugen den wind op! De examens gingen door. Hoofdacte, talen, en als ie in de stad op 'n deftiger school kwam had ie moeite, veul moeite* om z'n ouwe dorpsschooltje-met den-kabouter te vergeten en 't mollige onderwij zereskei Den Geert had nou net overal tijd voor. Voor z'n dagelijkschen arbeid, voor z'nen thuis, voor z'n stu die, voor z'n leerlingen, voor muziek, literatuur, voor knutselarij en dan had ie nog ruim tijd om te vrijen. Hij pagaaide door 't leven als 'nen weinig aanzienlijken wilden woerd, maar hij schoot hard op! Niet omdat ie opschieten wou!! Maar omdat ie zoo gèren pagaaide! Natuurlijk trouwde-n-ie. Want sjuust zo'nen wilden, ruigen veugel heeft 't meest behoefte aan 'nen eiges-gemaakten nest. 'Nen nest mee veul eiers en 'n struisch wijfke daar op. Dat wier z'n Eerste, z'n mollige collega-onderwij- zereske van 't dorpsschooltje! Wat ook natuurlijk is! Want mensch en als den Geert mogen tijd voor veul hebben, ze hebben gec- nen tijd voor twintig meiskes, tien verlovingen en drie echtscheidingen. Geenen tijd voor balzalen, clubs, tennis en alles wat „Sport" heet. Hij was lenig gebleven met vijf jaren lang eiken dag drie uren stampen op de fiets, door alle weer! Den Geert en z'n mollig Anneke kregen 'n huis vol kinders. En hij ploeterde voor zijn zwaar geze gende huishouwen! Hij kleedde 's morgens met An neke de kinders aan. Snee twee groote brooien ka pot, smeerde er 'n pak boter op. Onderwijle stopte den oudste Vaders pijp, poetste Vader's schoenen. En Anneke? Allez! Die stond voor zeuven bedden en altij 't wiegske! Voor de kachels, voor 't dag- meiske, ge verstaat! In den tuin hield den Geert 'n stouw kiepen (want „versche eiers voor de kinders was jé!") die moesten ook nog afgevoed worden 's morgens en ais 't dan tien over half negen was, dan had ie al danig in 't zweet gestaan, en trok ie met vijf kinders van huis. Naar z'n school onderweugo eerst 'n paar afleverend aan 't Nonnekens-schooltje. Hij woonde in z'n eigen huis, waar ie zelf kamcr- kens timmerde, telkens als als er weer 'n ei uit kwam, zal 'k maar zeggen! Waar ie verfde, witte en in 't voorjaar 'n nuuw pampierke plakte." Hij zong op 't kerkkoor, schreef in de krant, be sprak boeken, versloeg muziek-uitvoeringen, was veul thuis en veul weg. Hij klapwiekte door het le ven, nog steeds als 'nen wilden woerd. Onsierlijk maar rap. Den barbier vergat ie; als Anneke er niet om dacht, den Geert zou alles laten groeien! In den bojem van z'n broek stond altijd 'nen vierkante lap. 't. Leek wel of ie dien er in liet maken als ie 'n pak kocht. Toen ie tien kinders had, nam ie nog 'n weeskc op, „omdat-d-et èrme bloeike toch ok 'nen goeien oppas noodig had". 's Zomers zat ie (op zijnen vierkanten lap) in exa mencommissies, 's winters leidde-n-ie 't kinderkoor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 14