Polder Waard en Sroet. I lelrose's Vergelding Langendijker Groentenveilingen. De leder pak HONIG's VERMICELLI honig" Bouillonblokje GRATIS Feu i I leton De „luizensteun" voorloopig maakt die een slechten indruk velen vallen er buiten een slappe markt slecht weer en weinig vraag roode kool la ger ook lagere prijzen voor gele kool ondanks geringe aanvoer idem Deensche witte kool kleine draaien soms door vrij groote aanvoer van uien ondanks goede vraag, ook uit het buitenland, lage prijzen, weinig aanvoer van peen schappelijke prijs kroten goede prijs aanvoer ramme nas. De „luizensteun", dat was de laatste dagen dezer week het onderwerp van het gesprek aan de vei lingen. Die steun was het, waarover de minister eenige mededeelingen in de pers had gedaan, waar naar de tuinders al zoo lang te vergeefs hadden uitgekeken. Men had reeds twee, drie maanden ge leden zoo graag een voorschot op dien steun ge had en thans is het geld er nog niet. Wel eenige voorwaarden zijn nu bekend, waaraan men moet voldoen, om voor een steunuitkeering in aanmer king te komen; uit die voorwaarden zal het nu ieder wel duidelijk worden, dat het niet mogelijk was, al een uitkeering te geven, omdat er volgens de voorgestelde regeling heel wat tuinders zullen worden buitengesloten. En dan zullen vooral die het hardst getroffen worden, welke niet voldoen aan de voorwaarde, wegens welke o.m. in aanmerking koonen tuinders, wier bedrijfsuitkomsten inclusief steun in 1935 meer dan 25 pet. lager zijn dan in 1934, tenzij een wijziging der beteelde oppervlakte hierop invloed heeft uitgeoefend. Als ze dus min der dan 25 pet. lager zijn, krijgt de betrokken tuin der geen steun. Daar '3-4 ook al slecht was, ziet dit er dus voor hen niet rooskleurig uit. Verder zijn tuinders van steun uitgesloten, die minder dan 50 A. tuinbouwgrond hebben. Veel wordt er dus niet van verwacht. We hebben al enkele tuinders gespro ken. die zeer teleurgesteld waren. Een groot per centage zal niets krijgen en velen onder hen zul len er zijn, die het zoo bitter noodig hebben. Neen, na de optimistische verwachtingen, welke aanvan kelijk zijn gewekt, is deze publicatie een slag in 't gezicht van hen, die al hun hoop op den nieuwen Minister van Landbouw hadden gevestigd. Het was er weer slap aan onze veilingen, de afge- loopen week. Was er in het begin van het jaar nog eenig leven te constateeren en liepen toen de prij zen aardig op, het is al spoedig slapper geworden. Twee oorzaken werken daaraan mee: eerstens de geringe vraag uit het buitenland en tweedens het buitengewoon zachte weer, dat zeer nadeelig op de winterkool inwerkt, zoodat de kwaliteit, die al niet sterk is, er ten zeerste onder lijdt. Deze week werden maar zeer weinig aardappels meer aangevoerd. Ook uit de hand is maar weinig verkocht. Blauwe Eigenheimers brachten f2.90 op en blauwe aardappelen f2.70—f3.10, lage prijzen alzoo voor puike sonsumptie-aardappelen. De aanvoer van roode kool was al weer geringer dan de vorige week. De prijzen, welke werden ge maakt, zijn aanfaerkelijk lager dan in de maand December. Bedenkt men, dat sedertdien de kool heel wat aan gewicht heeft verloren, dan voligt daaruit, dat de situatie voor de bezitters van roode kool heel wat slechter is geworden. Voor eerste kwaliteit van de sorteering van 2 tot 3 pond werd f3.90f6.70 betaald, al liep er wel een partijtje onder, dat iets meer, tot ruim f 7 opbracht. De zwaardere, van 3 tot 4 pond bracht f 6.70f 7.80 op, ofschoon deze hoogste prijs zelden werd bedongen. De zwaarste van 4 pond en daarboven gold van f 6 tot f 6.80. Veel verschil in prijs met tweede kwa liteit was er niet: immers kool van 2 tot 4 pond bracht f 4f 6.50, soms nog iets meer op, terwijl de zwaarste f5—6.60 golden. Voor het klein- of stort goed werd f 1.603 betaald, al naar gelang van kwaliteit. Ook voor gele kool was maar matige belangstel ling, ondanks den zeer geringen aanvoer. De hoog ste noteering was f8.40. Dit was een groote uit zondering voor een mooi partijtje. Voor kool van 2—4 pond werd f4.90 to ruim f 6 betaald, soms f 0.80f 1.50 meer. De zwaardere van 4 pond en 5 pond, bracht f 4.70 tot f 6 op, soms 3050 cent meer. Tweede kwaliteit bracht niet zoo veel minder op: 24 pond f5f5.50, zwaardere f6, kleine f 1f 2.90. Ruige of veldgele werden nog aan beide veilingen aangevoerd. De prijzen liepen vrij ver uit een, afhankelijk van kwaliteit en grootte. Ze bracht 40 cent tot f2.90 op. Ook Deensche witte kool had onder den achter uitgang te lijden. Sommige partijen van de lich tere sorteering waren soms onverkoopbaar; overi gens brachten ze 70 cent tot f 1.90 op. Boven de 3 pond werd voor eerste kwaliteit f45 besteed. De meerdere of mindere vraag van de zouters be ïnvloedde de prijzen. De kool boven 3 pond, tweede kwaliteit, bracht f 3f 4 op, soms 20 a 40 cent meer De aanvoer van uien was weer van beteekenis. Ondanks goede vraag, ook voor het buitenland, bleven de prijzen laag. De grove brachten f2.10— f 2.30 op, een enkele maal f 2.50. Middelgroote wer den voor f 1.802.10 verkocht, verscheidene partijen brachten zelfs nog minder op. Drielingen stegen iets in prijs, zoodat ze voor f 11.40 werden ver kocht. Nep kwam er maar weinig. Er werd f 3.70 tot f 4 voor besteed. Breekpeen kwam er niet veel aan de markt. De kleine bracht 60 a 80 cent op, de groote f 1.60 f 1.80, een schappelijk prijsje. Ook werden geen groote hoeveelheden kroten verhandeld. De prijzen waren anders goed: voor grove werd f 1.90a f2 be taald, middelgroote f 3 a f 3.30, kleine f 4f 4.50. Rammenas bracht ruim f 4 op, doch ook van dit product was de aanvoer gering. Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd ingelanden, op 1 Februari 1936, nam. 2 uur, ten pol derhuize. Dijkgraaf: de heer A. J. Waiboer, Secretaris de heer A. Wiedijk. Na de opening worden de notulen van de vergade ring van 30 Oct. 1935 gelezen en onveranderd goedge keurd en geteekend. Ingekomen stukken. Gcd. Staten keurden goed het besluit tot het aan gaan van een tweede leening ten bedrage van f 2000, voor de ontginningswerkzaamheden in den Waard- polder. Ged. Staten keurden eveneens goed het besluit tot vaststelling van de grens tusschen den polder en den Wieringermeerpolder. Mevr. Wed. A. J. F. Geertzema zonde bericht, dat haar zoon, de heer N. J. G. Geertzema, wegens ziekte verhinderd is de vergadering bij te wonen. Verbetering achtersloot In den Groetpol der in werkverschaffing. Voorzitter zegt, dat naar aanleiding van de be sprekingen in de vorige vergadering een onderzoek is ingesteld naar de mogelijkheid om de werkzaam heden verbonden aan het verkrijgen van een betere afwatering in den Groetpolder, met Rijkssubsidie als aangenomen werk, uitgevoerd te krijgen. Het antwoord op de gestelde vraag van den inspecteur der Werkverschaffing luidde ontkennend. Het werkobject is daarna ter sprake gebracht met Ingenieurs van Prov. Waterstaat, zegt Voorzitter, met het resultaat, dat nu een begrooting van kosten opgemaakt door Prov. Waterstaat, wordt voorgelegd, welke een totaalbedrag aan arbeidsloon aangeeft van f 16063.15, alsmede een bedrag van f 3005.aan bij komende kosten, welke laatste geheel in het loonbe drag, eventueel voor 15 voor rekening van den polder zou komen. Het werk zal bestaan uit het graven van een sloot langs den voormaligen zeedijk, over een lengte van ruim 3000 M., het dichten van een bestaande sloot, het slechten van een kade en het egaliseeren van pl.m. 1526 A. land. Voorzitter zegt, dat het ook hier een „Begrooting" betreft, welke echter voor wat betreft de bijkomende kosten aan den veiligen kant zal zijn. Over de loo- nen valt moeilijk een vast oordeel uit te spreken, omdat de ervaring leert, dat werk in werkverschaf fing nooit meevalt. Volgens deze begrooting zouden de kosten voor den polder f5504 bedragen. De heer A. Vis zegt, dat het voorstel hem best be valt, Spreker maakt het Dag. Bestuur een compli ment dat het water in den Groetpolder, door kleine verbeteringen in de achtersloot, op het oogenblik zoo goed weg is, doch om een afdoende verbetering te krijgen, acht spreker het voorstel zeer acceptabel. Een ander geluid. De heer F. A. Melchior zegt, dat er in het Dag. Bestuur geen volkomen eenstemmigheid heerscht. Spreker zegt, dat het plan als zoodanig hem wel aan staat, maar niet zooals het in de overgelegde be grooting wordt voorgelegd. De heer Melchior ver onderstelt, dat het werk nog aanmerkelijk meer zal kosten. Spr. kan zijn stem niet aan dit voorstel op de basis van cleze begrooting geven. De heer R. C. Schenk zegt. dat. wanneer dit voor stel niet wordt aangenomen, er toch iets zal moeten gebeuren. De heer G. D. Geertsema heeft ook bezwaren te gen de begrooting. Spr. zet deze uiteen en geeft te vens een weg aan om het werk op eenvoudiger en minder kostbare wijze uil te voeren, nl. alleen een flinke sloot graven, waarvan spr. de kosten begroot op pl.m. f 1.— per str. Meter. De heer Geertsema trekt de genoemde oppervlakte van 15 H.A. in twijfel en verwacht geen grootere op pervlakte dan 12 H.A.. terwijl de ervaring, opge daan in den Waardpolder, waar de kosten, de ra ming wel met 50 zullen overtreffen, voor spr. me de aanleiding zijn om zich tegen dezen opzet te ver klaren. De heer R. C. Schenk meent, dat het plan wel uit voerbaar is op deze kostenberekening, wanneer de werkelijke kosten hooger zullen worden dan de be grooting aangeeft, dan komt toch ook daarvan maar 15 voor rekening van den polder. Verschillende sprekers voeren over dit punt nog het woord, welke er alle op neerkomen, dat het werk op de wijze als in de overgelegde bcgrooting beschreven, kan worden uitgevoerd. Het voorstel van Dag. Bestuur wordt met 11 tegen 2 stemmen aangenomen. Wijziging van de Keur. Voorzitter leidt het voorstel tot wijziging van art. 9 van de Keur in, met mee te deelen, dat gebleken is, dat blijkens art. 15 van de Wegenwet onder het wegenonderhoud mede wordt verstaan, het onder houd van bermen, alsmede van wegslooten, wan neer dit onderhoud dient tot in stand houden van den weg en de onderhoudsplicht niet op anderen rust. In art. 9 van de Keur staat nu, dat het onderhoud van de wegslooten is voor belendende eigenaren, terwijl de helft der kosten voor speten door den polder wordt vergoed. Voorgesteld wordt de laat ste alinea van artikel 9 te wijzigen in: „Wanneer een weg- of bennsloot moet worden gespeet, zal dit door den polder geschieden". Wanneer de polder zich belast met dit onder houd, kan tevens worden voorkomen clat slooten worden- „verlegd" ten koste van den wegberm. Voorziter zegt, dat er zich op het oogenblik zoo'n geval voordoet in den polder en daaraan kan dan tegelijk een einde worden gemaakt. liet Bestuursvoorstel wordt met algemecne stem men aangenomen. Overdracht poldereigendommen ten be hoeve der kanaalplannen. Voorzitter zegt, dat Hoofdingelanden op de hoogte zijn gehouden van den gang van zaken en van alle correspondentie een afschrift hebben ontvangen. Spreker leest nu een concept-schrijven als ant woord op het tweede voorstel van Prov. Waterstaat en waarin verschillende punten nog worden bestre den en voor andere een duidelijker omschrijving wordt gevraagd. Over het geheel genomen kan de vergadering zich met dit concept vereenigen. De heer P. Kistemaker Sr. deelt de vergadering mee, dat hij van deze zaak eenige studie heeft ge maakt en zich in het geheel niet kan vereenigen met de cijfers neergelegd in het schrijven van Prov. Waterstaat. Spr. licht een en ander aan de hand van door hem gemaakte berekeningen toe, waarover de vergadering evenwel zoo voetstoots geen beslis sing kan nemen. Op voorstel van den heer R. C. Schenk wordt be sloten het concept-schrijven met de berekeningen van den heer Kistemaker nader in het Dag. be stuur te bespreken, waarna de geopperde bezwaren ter kennis van Prov. Waterstaat zullen worden ge bracht. Het onderhoud van de wegen. Voorzitter brengt het onderhoud van de wegen ter sprake en zegt, dat hij naar aanleiding van en kele opmerkingen in de vorige vergadering zijn licht over deze kwestie heeft opgestoken. Spr. heeft aller eerst gevraagd het oordeel van een Ingenieur van Prov. Waterstaat, die zcide, dat de weg te smal was en minstens 5 M. moest zijn. Spr. maakte daarbij de opmerking, dat dan de breedte dei bermen naar evenredigheid groeier zou moeten zijn, wat werd beaamd. Dit werd echter niet zoo bezwaarlijk ge acht.. Het vei-breedcn van een weg en berm en het verleggen van een sloot zou als een mooi werkoiN ject kunnen worden beschouwd; Naar dc mecning van Voorzitter is zulks vrij* wel onuitvoerbaar en brengt veel kosten mee, want er zou dan landaankoop moeten plaats vinden. Spreker heeft verder de meening gevraagd van! den secretaris, van het Hoogheemraadschap, die zei-! de, dat de wijze van werken door den puider Waard! en Groet nog steeds niet belangstelling wordt gade* geslagen, omdat het, hun bekend was, dat de pon der oi) goedkoopo wijze zijn wegen had behandeld. Over deze kwestie onspint zich een levendig^ discussie, waarbij de heer J. Saai 'o.m. zegt, dat hij gaarne gezien had. dat een berekening was over? gelegd van een algclieele verbetering van den weg met tegelijkertijd een opgave van het vermoedelijk bedrag, dat bij zoo'n verbetering uit het Wegenfond^ zou worden verkregen. Nu een dergelijke berekening niet ter tafel komt verzoekt spreker het Dag. Be« stuur die gegevens te verzamelen. i De heer Saai meent, dat de wegen in den polder slechter worden en wanneer het mogelijk is, hierin; verbetering te brengen, zonder extra kosten, dan dient dat te worden aangepakt. De heer P Kistemaker Sr. betwijfelt of de weg met een ander wegdek wel zooveel beter zal worden* De golvingen in den weg vinden zijn oorzaak in de veenlaag, meent spr., en daarin zal nooit verbetering komen. J De heer Brugman verwacht, dat het verzamelen van die gegevens, vergeefsche moeite zal zijn. De vergadering is evenwel van oordeel, dat waai* neer er mogelijkheden zijn, zooals die door den! heer Saai worden geopperd, toch een onderzoek kanl worden ingesteld. Een idéé van den heer Saai om een commissie uf| de Hoofdingelanden te benoemen, die zich met dïl onderzoek zal belasten, wordt niet gesteund. Het Dag. Bestuur zal zich daarmee belasten. Kapgeldleeningt Overeenkomstig het voorstel van het Dag. Bestuur, wordt besloten tot het aangaan van een kasgeld* leening tot een bedrag van ten hoogste f 100DO.te« gen een rente van ten hoogste 5 Rondvraag. De heer R. C. Schenk informeert naar de ontgin-i ningswerkzaamheden in den Waardpolder en welke houding het Bestuur denkt aan te riemen tegen-- over den huurder. Naar spreker's meening is het moeilijk om de volle huursom te vorderen, nu het werk nog steeds niet is opgeleverd. i Voorzitter zegt, dat een en ander reeds de aan-? dacht had van het Dag. Bestuur. De heer Schenk legt zich gaarne bij het oordeel van het Bestuur in deze neer. De vergadering wordt hierna onder dankzegging gesloten. i OUDE N I EDO PP Bevolking, Ingekomen: Wilhelmus Theodorus de Ruwe vari Haarlem, Kinderhuisvest 31 rood; Maarten Hen-, drik Bakker van Anna Paulowna, Benedenb. 16;'; Johannes Rake van Anna Paulowna; Cornelia Adri* ana Bruin van Harenkarspel, Waarland D 160. Vertrokken: Catharina Maria Eos naar Heer* hugowaard, p.a. G. Vader, Jan Gleinisweg H 112jl Dora Groot, naar Heerhugowaard, p.a. P. Groot Az.* Jan Gleinisweg C 10; Margaretha Eart naar Scha* gen, Markt B 1, café „Het Vosje"; Joost van deni Heuvel en gezin naar Aalsmeer, Zwartew. 34; Mar- garetha Geertruida Molenaar naar Heerhugowaard; p.a. W. Molenaar, Veenhuizermiddelweg; Pouwel Kuiper en echtgenoote naar Heerhugowaard, Boter* weg 26a; Johannis Matheus Magielsen naar Stadl aan 't Haringvliet, Molendijk 44. Burgerlijke Stand, Geboren: Cornelis Nicolaas, zoon van Nicolaas Cornelis Hollander en van Maria Aiida Krap; Anna; Elisabeth, dochter van Johannis Petrus Jaspers en van Anna Kramer. Gehuwd en overleden: geene. Oorspronkelijke Roman door ARTHUR E. STRATTON 9. „Hola!" riep Melrose uit en sprong op."Wacht nog even!" Hij kwam juist op tijd, om zijn be zoeker op te vangen. Deze lag slap in zijn armen Melrose bracht hem naar den divan en. legde hem voorzichtig neer- Hij dwong den jongen man, wat cognac te drinken. Na een oogenblik opende deze de oogen weer en bewoog zich on rustig. „Blijf liggen!" beval Sir Charles. „Jebent flauw van den honger!" Hij ging naar het buf fet, nam een paar sandwiches en schonk een glas wijn in. „Eet en drink!" zei hij. „Doe het op je gemak! Na een oogenblik hen je het heer tje weer. Ik ga ondertusschen kijken, wat je met mijn bediende hebt uitgespookt". Een minuut of tien later kwam Melrose terug „Het is al weer in orde met Maxwell", zei hij tot zijn bezoeker, wien het eten goed had gedaan. Er is wat kleur op zijn wangen gekomen. „Ik begrijp alleen niet, hoe iemand, die zoo uitgeput was als jij, hem zulk een oplawaai kon verkoo- pen! Maxwell is er anders toch ook wel één, die zijn mannetje staan kan". „Ik sloeg hem van achter neer, vóór hij er op bedacht was", luidde het antwoord. „Heelemaal niet sportief, dat geef ik u direct toe! Maar ik moest alles op alles zetten!" Melrose knikte „Maxwell zal er geen ongeluk van krijgen en het biljet van een pond, dat ik hem uit jouw naam heb gegeven, doet zonder twijfel de rest". De jonge man lachte. Het was een onaangena me, bittere lach. „Een pond! Lieve God, het is lang geleden •dat ik zóó rijk was! Ik zou er op het oogenblik zuiniger mee omspringen, dan u doet! Geloof u wel, dat ik me voor de helft half dood zou laten ranselen?" Sir Charles ging voor hem staan, met de ar men op den rug. „Je naam"? „Edward Wendsworth. Ik lieg er niet om. Nu u weet, wie ik' ben, zult u mij ongetwijfeld de deur wijzen. Ongelijk kan ik u niet geven". „Ik ben twaalf jaarbuitenslands geweest zei Melrose met een lichte blos. „Ik ben nog maar kort in Engeland terug- En waar ik toen was, had ik geen gelegenheid, couranten fe lezen. Je naam zegt me dus evenveel, als wanneer je Smith of Brown heette. Vertel op". „Mijn vader is Lord Waverley van Biggles- wade. Bedford. Ik ben de tweede zoon". Melrose floot zachtjes tusschen zijn tanden. „Lord Waverley, die chef van het departe ment van Marine is?" „Die het was", verbeterde de bezoeker. „Mijn vader heeft, als commandant van een eskader, den oorlog meegemaakt en werd bij den slag in het Skagerak gewond. Het heeft hem mo reel gebroken, toen hij den actieven dienst moest verlaten en voor elke functie van betee kenis werd gepasseerd. Vermoedelijk is bij daar door zoo'n verbitterd man geworden. Ik was een kind uit zijn tweede huwelijk en op mij heeft hij gewroken, dat zijn vrouw, die ruim twintig jaar jonger was dan hij en vóór haar trouwen aan het tooneel is geweest, er vandoor ging met een gelukzoeker. Ik geef toe, mijnheer Clifford, dat ik nooit een heilig boontje geweest ben, maar aan de escapades van mijn moeder heb ik part noch deel gehad. Ik werd vier jaar geleden door mijn liefhebbenden vader de wijde wereld in gestuurd met vijf-en-dertig duizend pond. Het lijkt me nu een millionnairsbedrag, maar u moet niet vergeten, dat ik toen voor het eerst in mijn leven op eigen beenen kwam te staan". „En hoe oud bent u nu?" „Zeven en twintig". „Nu," zei Sir Charles met een glimlach, „dan is het geld nogal vlot tusschen je vingers door- geloopen. Enfin, dat is mijn zaak niet- Om tot de kwestie te komen: je ambieert dus het baan tje van particulier-secretaris bij mij?" „Het zou een uitkomst voor me wezen". Melrose liep in gedachten een paar maal de kamer op en neer. De jonge man volgde al zijn bewegingen in gespannen verwachting „Ik kan niet onmiddellijk ja zeggen", sprak Sir Charles, terwijl hij wederom voor den divan bleef staan en peinzend op zijn bezoeker neer keek. „Ik verzeker je, Wendsworth, dat er aan het baantje meer moeilijkheden verbonden zijn, moeilijkheden van héél bijzonderen aard, dan je wel verwachten zou. Maar dat is van later zorg. Wat ik ook van mijn ondergeschikte zal eischen de eerste tegenspraak staat gelijk met onverbiddelijk ontslag vóór alles behoort hij een man te zijn, die zich in de society kan bewegen. Je hebt den zelfkant van het leven leeren kennen, Wedsworth, maar je bent onder de tegenslagen, die je alleen aan je zelf te wijten hebt, toch geen paria geworden? Antwoord me naar waarheid! Het zal je niet helpen, als ÏG probeert, mij te beliegen!" „Neen, mijnheer Clifford", antwoordde Wends* worth met diepe overtuiging. „Nog niet! Maar God weet, hoe weinig bet gescheeld heeft, dat ik daar aan toe was!" „Goed ik neem je verzekering onvoorwaarde lijk aan. Laten we morgen verder praten, jö. lijkt me nu finaal óp. Ga mee, in de kamer hier naast zal je een bed vinden. Al is het nog vroeg op den dag, ik denk toch wel, dat je zult kunnen! slapen?". „Slapenen dat in een bed?" zei Wendsi worth droomerig- Hij haalde diep adem. „De' laatste week heb ik 'n bank in 'n park gehad of een plaatsje onder één van de bruggen. U weet niet, hoe dankbaar ik u ben". „Wacht nog een oogenblik met je dankbaar* lieid te betuigen", antwoordde Melrose strak. „Je zou er misschien spijt van kunnen hebben* Hier is het. Ik wensch je een aangename rusi toe". „Hij sloot de deur van de logeerkamer en be* gaf zich naar Maxwell, die de gevolgen van den' onverwachten klap in zijn nek weer geheel tei boven was gekomen. „Die hardhandige vriend was een extra num» mer op ons programma. Maxwell, zei hij. „Aan de nog overblijvende sollicitanten kan je zeggen* dat in de vacature is voorzien". Het was een heel andere Edward Wendswortfi die den volgenden morgen om tien uur de kamer van Sir Charles Melrose binnenstapte. Zijn oo* gen stonden helder en er was wat kleur op zijn wangen, de eerste resultaten van een langdüri» gen, verkwikkenden slaap en van een stevig ont-. bijt. Melrose groette hem. ..Men pleegt te zeggen. Wendsworth", begort hij, „dat de nacht uitkomst brengt* Ben je bij je plan gebleven, mijn particulieren secretaris te worden?" Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6