Close up
Woensdag 5 Februari 1936. SCHAGER
COURART.
Vierde Blad. No. 9907
Uit onze omgeving.
VAN EWIJCKSLUIS, 2 Februari 1936.
Mijnheer de Redacteur,
Dé heer W. Waiboer komt in ITw blad van Zater
dag 1 Februari j.1. terug op een door mij aan „De
Courant-Het Nieuws van den Dag" toegezonden
en daarin gedeeltelijk opgenomen antwoord op een
ingezonden stuk van den heer J. L. de Vos te Wie-
ringen in datzelfde blad, waarin de heer de V. zijn
bezwaren tegen het hengelverbod in het Amstel-
meer had uiteengezet.
Ik heb gemeend het woord „gedeeltelijk" te moe
ten onderstreepen, omdat juist daardoor mijn ant
woord niet zoo duidelijk is geweest, als ik dat
gaarne had gewenscht, ofschoon ik mij kan in
denken, dat de Redactie van genoemd blad, na
den stroom van brieven en ingezonden stukken,
die zij over dit onderwerp heeft ontvangen (waar
van meerdere zijn geplaatst) bij die plaatsing tot
zoodanige bekorting moest overgaan, dat hierdoor
het karakter van het ingezondene wel eens niet
volkomen tot zijn recht kwam.
Het door den heer W. aangehaalde citaat uit het
opgenomen gedeelte zou dus mogelijk méér over
tuigend tot hem gesproken hebben, indien hij het
door mij geschreven artikel in zijn geheel had kun
nen lezen.
Nu dat niet het geval is geweest, kon de heer
W. slechts op datgene, wat gepubliceerd werd,
afgaan.
Een groot deel van wat de heer W. dan naar
aanleiding van hetgeen hij van mijn hand las, naar
voren brengt, vliedt langs mij heen, omdat het
slechts de Middenstandsvereeniging te Anna Pau-
lowna raakt. Ik wil er echter wel dit van zeggen,
dat waar de heer W. in deze zaak de secretaris der
Middenstandsvereeniging beschuldigt van het vóór-
trekken van familie-belang boven Middenstands-
belang, van den heer W., na al hetgeen over deze
kwestie reeds is gepasseerd, nu toch wel kan wor
den gezegd, dat zeker niet het Middenstandsbe-
lang, waarvan hij zoo hoog opgeeft, hem hierin
heeft geleid, doch dat het enkel en uitsluitend het
eigen persoonlijk belang is geweest, dat hij hierbij
in het oog hield.
Wat betreft de gewijzigde houding van sommige
personen, die zich eerst tegen herroeping van het
hengelverbod hadden verklaard, doch die, mag men
den heer W. gelooven, enkele weken later een pe
titionnement voor hetzelfde doel zouden hebben
onderteekend, ja, als dit juist is weergegeven, zou
dit geen hoogen dunk geven van de standvastig
heid van hen, wien dit betreft. Het is ook mij wel
bekend, dat sommige Middenstanders persoonlijk
wel eens iets doen -of ook wel eens iets nalaten,
ter wille der z.g. neutraliteit, waartoe iemand met
groot onafhankelijkheidsgevoel zich nooit zou lee-
nen, maar dat het geheele bestuur van de Midden
standsvereeniging in onze gemeente (op één per
soon na), zoo'n gebrek aan ruggegraat zou hebben,
als de heer W. het hier voorstelt, wil er bij mij,
zonder nader bewijs, nog niet in.
Wat die f 1.betreft, die iedere sportvisscher
gemiddeld per dag in deze omgeving zou verteren,
de heer W. mag nu nóg zoo ernstig doen, als hij
ons dit tracht diets te maken, maar ieder die zijn
blik onbevangen laat gaan, begrijpt toch wel, dat
hier heel wat fantasie bij te pas komt. Al verteren
ook de meergegoeden, die bij den heer W. hun
auto's stallen, dan mogelijk wel fl.per hoofd
de heer W. ziet de talloos velen, die er op uit gaan
met een van huis meegebracht broodje en een slok
thee of water, dat in een wallekantje wordt ge
bruikt, blijkbaar over het hoofd. Hij merkt ze niet
in zijn café, dus houdt er ook geen rekening mee.
Maar ze zijn er niettemin, en ieder, die zijn blik iets
ruimer laat gaan, weet dit. Heusch, waarde heer W.,
Uw fantasie heeft U hier wel een bijzonder hooge
vlucht laten nemen.
En dan tenslotte, wat de heer W. de klap op de
vuurpijl noemt, n.1. waar in mijn betoog de waarde
van de uit het water opgehaalde gulden voor den
beroepsvisscher als volledige winst werd opgegeven,
Een roadster kwam dor de straten van West-
chester New York aangesuisd en stopte in den
6chaduw van Riverside Drive.
„Adieu Gil"
j,Dus het is je werkelijk ernst, Evelyn?"
„Volle ernst. Ik kan je niet trouwen, Gilbert,
ik wil carrière maken. Ik heb vijf jaar lang ge
spaard om elegante kleeren en een kaartje naar
Hollywood te koopen- En jij, je hebt me zelf hon-
.derdmaal verzekerd, dat ik mooi ben."
„Voor mij ben je mooi, Evelyn, maar in Hol
lywood zijn er duizend nog mooiere vrouwen-
Het zal niet makkelijk zijn, misschien zul je al
les betreuren - kom dan terug bij mij".
„Niets zal ik betreuren," zei Evelyn heftig
en zette haar kleine voet op het plaveisel. „Ik
kom ook niet terug."
„Houd je dan niet meer van mij?"
„Zeker wel," zei ze en kuste hem vluchtig.
Vier maanden later stond ze bleek en afgetobt
voor de kantoordeur
van een grooten re
gisseur. Haar stra
lende oogen hadden
hun glans verloren.
Inplaats van gouden
lokken hingen doffe
haarsprieten langs
haar gezicht, het aar
dige japonnetje zag
er armoedig uit, de
punten van haar
sierlijke schoenen waren stukgeloopen en haar
kousen meermalen gestopt. Een heftige steek liep
van haar maag naar haar hart. Ze had honger
ze had twee dagen lang niets gegeten en ze had
in 't geheel geen cent meer.
Toen, vier maanden geleden was ze gelukkig
en vol goede hoop in Hollywood aangekomen,
met een koffer vol mooie dingen, en was in een
der beste hotels getrokken. Hoewel er veel won
1 tegenover den verteerden gulden, die slechts een
zeker percentage winst zou geven.
De heer W. haalt er Bartjes, Ir. Lelie en de Zui-
derzee-steunwet bij, om de onmogelijkheid van
mijn voorstelling in het licht te plaatsen. En in
derdaad, in bedoelden zin is een fout geslopen.
Maar het verwondert mij ten zeerste, dat de heer
W., die toch op allerlei wijze zijn scherpzinnigheid
heeft trachten uit te putten, om bedeelde onmoge
lijkheid aan te toonen, niet heeft gemerkt, waar
de werkelijke fout verscholen zat. Als de heer W.
tusschen de woorden „visscher" en „uit" het eene
woordje „méér" had geplaatst, dan had deze zin er
aldus uitgezien: „En ten slotte, iedere gulden door
den visscher méér uit het water opgehaald, is vol
ledige winst, enz."
Zóó gesteld, valt er op geen enkele wijze ook
maar iets op dezen zin af te dingen. Want het
bedrag, dat wordt verkregen voor de meerdere
visch, die de visscher bemachtigt, als deze hem niet
door de sportvisschers voor den neus wordt weg
gevangen, is werkelijke zuivere winst. Immers,
met de hengel vrijheid heeft hij dezelfde schade aan
netwerk en moet hij evenveel van zijn verdienste
aan nieuws aanschaffingen en voor onderhoud van j
zijn vaartuig besteden. Of eigenlijk nog héél wat
meer, daar bij hengel vrijheid de schade, hem door
de sportvisschers (laat ons de zaak niet te scherp
stellen en zeggen wij dus, dat dit meestal uit on
kunde of onbevarenheid geschiedt) aan zijn visch-
want toegebracht, nog boven de normale schade
komt. Zóó gezien, mag dus naast de volledige
mééropbrengst, die door het hengelverbod door hem
wordt verkregen, nog een zeker bedrag aan minder
geleden schade worden bijgerekend. Om dit duide
lijk te zien, behoeft men er heusch geen Bartjes,
Lelie of de Zuiderzee-steunwet bij te halen. Maar
men moet zich ten opzichte van deze zaak even
min met alle geweld een blinddoek voor de oogen
willen binden.
Tot zoover mijn antwoord aan den heer Waibóer.
Echter hoop ik, dat de Redactie mij nog zal
toestaan, hier nog even te wijzen op een kantje
van deze kwestie, dat tot dusver in de pers nog
nimmer in het juiste daglicht is gesteld, n.1. op
het gevaar dat de sportvisschers loepen, als zij met
plotseling opstekend" ruw weer op het Amstelmeer
verkeeren. Had in het najaar van 1935 géén hen
gelverbod bestaan, dan zou het vermoedelijk niet
noodig zijn geweest, hier thans op te wijzen, om
dat dan in September j.1. vermoedelijk meerdere
hengelaars in het Amstelmeer een treurig einde
zouden hebben gevonden. De bootjes, zooals die hier
en op Wieringen in 1934 aan de hengelaars werden
verhuurd, waren bij een storm als toen plotseling
losbrak, in geen geval voldoende zeewaardig geweest
De ijzeren bootjes zouden dan al spoedig gezonken
zijn en de zich daarin bevindende sportliefhebbers
zouden zeker zijn omgekomen. De houten bootjes
zouden in een minimum van tijd volgeslagen en
ten slotte omgeslagen zijn, wat voor de inzittenden
toch hetzelfde droevige resultaat tengevolge zou
hebben gehad. Ik hoef hier slechts te herinneren
aan den scharvisscher op een betrekkelijk ondiep
wad, vlak bij de Friesche kust, die bij diezelfde
gelegenheid om het leven is gekomen. Op het Am
stelmeer wordt veel verder van de kust en op een
dieote van 5 tot 20 Meter gevischt. Had het hengel
verbod niet bestaan, dan zouden er zich vermoede
lijk, want het was des morgens voor de storm los
brak zeer kalm weer en niemand had een derge
lijke catastrophe voorzien) meerdere hengelaars
op het Amstelmeer hebben bevonden. In dat geval
was de ramp niet te overzien geweest. Gelukkig
zijn wij, dank zij het hengelverbod, daarvoor be
spaard gebleven.
Ik weet wel, dit laatste is iets bijkomstigs, dat
ten oozichte van het vraagstuk inzake al- of niet-
hengelvrijheid op het Amstelmeer geen gewicht in
de schaal mag leggen, maar ik meende het toch
van voldoende belang te mogen achten, om dit eens
meer onder de algemeene aandacht te brengen. In
elk geval zal het voor het Landsbestuur (gesteld
dat dit er weer eens toe zou overgaan, om het
hengelen op het Amstelmeer aan bepaalde regelen
gebonden, weer toe te laten) een taak zijn, er op
toe te zien, dat niet weer wordt toegelaten, dat
allerlei voor dat water minderwaardige vaartuig
jes aan onbevarenen in gebruik worden gegeven en
daardoor tal van menschenlevens roekeloos in ge
vaar v/orden gebracht.
U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de
plaatsing, teekent hiermede
K. KEURIS Az.
derlijke geschiedenissen in de magazins stonden,
had ze natuurlijk niet verwacht, dat men haar
direct een groote rol zou aanbieden, maar toen
zij na een volle maand de binnenkant van een
atelier nog steeds niet gezien had, was ze zeer
teleurgesteld.
Ze bekeek zich dikwijls in de spiegel- Vreemd
ze was niet meer zoo mooi als in New York.
Hier waren alle vrouwen mooi, de kelnerinnen
in de restaurants,, de steno-typisten en verkoop
sters. Maar zij misten zeker allen wat, een goede
stem of talent. Evelyn schepte nieuwen moed.
Ze verhuisde uit het dure hotel naar een goed
koop pension. Iets moest er gebeuren.
Er gebeurde niets - absoluut niets. Ze probeer
de het bij de arbeidsbureaus, liep van kantoor
tot kantoor en wachtte met vele anderen voor
deuren, waarop „Verboden Toegang" stond en
die nooit opengingen. Aan het einde van de
vierde maand had ze honger. Het laatste paar
zijden kousen bevond zich in een treurigen toe
stand, het kostgeld was niet betaald en het groot
ste cïeel van haar garderobe had ze aan een lor-
renkoopman verkocht.
Toen plotseling kwam een magische oproep.
Men wilde haar zien. Als ze voldeed, kon het van
alles beteekenen - zelfs werk. Ze zou de huur
kunnen betalen en eten. Het was moeilijk om
niet te gaan huilen.
Voor de deur van den regisseur stond reeds
een menigte menschen, gebogen grijsaards met
grauwe baarden,magere jongemannen in af
gedragen jassen, verlepte, schuwe, anstig kij
kende vrouwtjes, een bleeke moeder met haar
kind. „Hij heeft vijftig figuranten noodig", ging
het fluisterend van mond tot mond, de film speelt
in een Armenwijk van New York-"
Eindelijk ging de deur open. De hulpregisseur
verscheen en keurde de menschen. „Jij", zei hij
en tikte een ouden man opi de schouder, „en jij.
Jij niet. je bent te dik." Toen koos hij Evelyn Het
was de ironie van het noodlot Wat zij met haar
aardige*japonnen en vriendelijk lachje niet be
reikt had, verkreeg zij door wanhoop en vertwij
feling.
„Wat hebben we te doen", vroeg ze schuchter
SCHEPEN IN DBN
STORM. Een interes
sante foto vanaf het
schip zeli, dat door de
woest aanrollende gol
ven over de watervlak
te wordt voortgejaagd.
W 1 E H 1 N G E V
„HUISVERZORGING".
Maandagavond 8 uur vergaderde in het lokaal van
den heer S. Kaan de vereeniging Huisverzorging.
Als de presidente mevr. de HaanBosker de ver
gadering opent zijn een 15-tal dames aanwezig. Spr.
heet de aanwezigen hartelijk welkom; in het hij zon
der de bestuursleden van het Witte Kruis en de pers.
Hierna volgt lezing der notulen der vorige alge
meene vergadering, welke worden goedgekeurd.
Aan het jaarverslag dat hierna volgde, ontleenen
wij dat in het afgeloopen jaar aan 33 gezinnen hulp
is verleend met totaal 1055 hulpdagen (dit was het
eerste jaar 74). De oliebollcndag en- de verloting heb
ben netto opgebracht f 604.48, welk bedrag de voor
zitster gaarne als reserve zou willen behouden. De
vereeniging telt 226 leden (vorig jaar 252) met 1 do
natrice en 1 begunstiger.
Mej. Tr. v. d. Schans was het algcloopen jaar tot
groote tevredenheid als vaste hulp werkzaam.
De penningmeesteresse mevr. BumaLentz brengt
hierna haar finantieel verslag uit, waaruit blijkt, dat
de uitgaven in totaal hebben bedragen f 905.94. De
ontvangsten bedroegen in totaal f 813.36, alzoo een
nadeelig saldo van f 92.50. Het vorig batig saldo be
droeg f 356.49, de oliebollen en verlotingopbrengst
f 604,48, samen f 960.97; Het thans nadeelige saldo
f 97.50, geeft een batig saldo van f 868.47.
Na dit jaarverslag deelt mevr.'de liaan mede, dat
een kerkcraad de steun van f 10 heeft ingetrokken,
omdat zij zegt dit niet meer je kunnen betalen, ter
wijl juist voor hun armlastigen in het afgeloopen
jaar het meest is gedaan.
Ds. van Beek vraagt of al eens getracht is subsidie
van de gemeente te krijgen, maar de voorzitter is
daar niet voor. De gemeente kan wel aan het sub
sidies geven blijven, hetgeen neerkomt op hoogerc
belastingdruk.
Uit het orgaan van het Witte Kruis leest mevr.
De Haan een zeer mooi stukje voor, getiteld „Onze
zorg" van mevr. Landsberg van Doorn, waarmede
mevr. de Haan een zeer goede keus had gedaan,
want het gaf eenvoudig en mooi de zorgen der huis
vrouwen weer.
Bestuursverkiezing. Mevr. A. Buma Lentz, die pe
riodiek moest aftreden, werd bij acclamatie herko
zen.
Mevr. Buma benut de rondvraag om namens het
geheele bestuur dank te zeggen aan allen die hebben
medegewerkt tot het doen slagen van den oliebollen
dag, in het bijzonder aan de verkoopsters, baksters,
de leensters van stellen, in het bijzonder aan den heer
„Geen zwaar werk - Jullie moeten in een rij
staan voor de brooduitdeeling." Brooduitdeeling
hoorde ze, haar maag rammelen.
Dus dat was het Mekka harer droomen. Het
plan stelde een donkere, vuile straat in New
York voor. Het grijze huis op den achtergrond
was een missiegebouw. Onder de slecht verlichte
poort stond een slanke jonge man in het uniform
van het heilsleger. Een man, dien Evelyn op het
witte doek zeer bewonderd had.
De regisseur gaf korte, scherpe bevelen.„Jul
lie moeten langzaam naar voren loopen, jullie
allemaal: Probeer te loopen met een vermoeiden,
sleependen tred- Doe alsof je honger hebt - alsof
je bijna verhongert. Wanneer men je koffie geeft
giet ze achter in je keel. Bijt in bet brood alsof
je reeds dagenlang niet gegeten liebt. Denk er
aan, dat jullie werkloozen bent".
De star bij de poort lacht met stralende oogen
en schitterende tanden „Plaats voor de eerste
serie!" riep hij jongensachtig.
Een schijnwerper vlamde .op. Men verzocht
om stilte. De rij menschen schoof voorwaarts
als een dikke rups, sleepte door zoutmassa's, die
voor sneeuw fungeerden. Toen kwam Evelyns
groote oogenblik, ze stond voor de camera. De
star boog zich naar haar over en glimlachte.
„Hier heb je te eten en te drinken, zuster" zei
hij met een warme stem.
Het was Evelyns groote oogenblik en het drong
niet tot haar bewustzijn door. De werkelijkheid
had haar gegrepen. Met een korte hysterische
kreet rukte zij brood en koffie naar zich toe en
bracht ze aan haar lippen- Het was brood, liet
was koffie - warme koffie, die door haar droge
keel vloeide.
Plotseling zakte ze in elkaar. „Mijn God", zei
de star verschrikt, „Mijn God". Evelyn keek hem
aan. De koffie liep met kleine druppels langs
haar kin. „Ik heb zoo'n honger," steunde ze,
toen viel ze flauw.
Toen ze ontwaakte, lag ze op een breede sofa
in het kantoor van den regisseur. Iemand gaf
haar cognac te drinken. „Men moet haar voor
vast engageeren," zei een stem, "ze is een groote
actrice." De spreker wendde zich tot haar. „De
O. J. Bósker, voor de schitterende gelegenheid hier
voor en vooral ook aan Dirk Minnes en Bet.
Na nog ecnige'huishoudelijke besprekingen, sluit de
voorzitster deze vlot verloopen vergadering.
Zuiveldag.
De plaatselijke vrouwenelubs. o.a. de Bond vap
Boerinnen en andere Plattelandsvrouwen, zullen op
Donderdag 13 Febr. a.s. alhier een zuiveldag hou
den voor de dames van Wieringerwaard, Wieringer-
meer en Wieringen in cinema de Haan, Voorzitter
hiervan is de Edela-chtbare Heer Burgem. Kolff. Dan
zal b.v. ook door mejuffr. Piet een lezing gehouden
worden; er zullen zuivelgerechten te proeven zijn,
een film te zien, enz. Kortom, het belooft een mooie
en leerzame dag te wordena Er zullen allemaal gra
tis bussen rijden.
LANGEND IJK
NOORDSCHARWOUDE.
Burg. stand over de maand Jan. 1636.
Geboren: Johannes Reramert, zoon van J. Ooije-
vaar en C. M. Bakker. Klaas, z. v. D. Drost en J. M,
C. Tuinman. Johannes Franciscus, zoon van T. J.
van de.r Vliet en N. Bruijn. Elizabeih, dochter van J.
P. Ivos en C. Dekker; Hendrikus Petrus, zoon van
G. Ivos en IJ. Kos; Theodorus, zoon van P. Bet en
D. Grootjes; Catharina Maria, dochter van T. J, Ivos
en F. B. Groot.
Gehuwd: geene.
Overleden te Alkmaar: Pieler Smit, 34 jaar, echt
genoot van Maria Groot.
SINT P A N C R'AS
Burg. stand over de maand Jan. 1936.
Geboren: Antoon, zoon van Klaas Cornelis Alher-
tus Bal eri Antoinette van der Linden.
Overleden en gehuwd: Geene.
Ingekomen personen: Neeltjc Duif en gezin, van
Broek op Langendijk naar No. 120a. Johannes Kort
leven en gezin, van Roozenburg naar No. 24-9. M. M.
J. Ch. Helsdingcn, dienstbode, van. Akersloot naar
No. 220c. Antoon Carel Kramer, barbier, van Edam
naar No. 225a. Dieuwertje Biersteker, dienstbode,
van Hilversum naar No. 119a. Jacob Verhagen, druk
kersknecht, van Alkmaar naar No. 331.
Vertrokken personen: J A. Glorie, tuinder, van No.
220c naar Bergen; Aafje Prins, wed. van Jan Mulder,
van No. 174 a naar Barsingerhorn; Maart, je Krom
hout. dienstbode, van No 222 naar Zaandam; Hen
drik Noot en gezin, schoenmaker, van No. 311a naar
Schoorl; Jan van der Molen en gezin, groen ten venter,
van no. 120, naar Broek op Langendijk. Arie Evers
en gezin, barbier, van No. 319a, naar Oudorp; Jacob
Adam en Wilh. Hendrik van Rijsbergen, grondwer
kers, van Buttershuizen. naar Sliedrecht.
scene heeft u aangepakt - U was buitengewoon
- maar vandaag heb ik u niet meer noodig.
Morgen zal ik de close up draaien, wanneer
alles goed gaat, teckent u een klein contract".
„Kan ik mijn geld krijgen?' vroeg Evelyn aar
zelend, de ïest verzweeg zij.
Tien dollars- Ze bestelde een overvloedig sou
per en een even overvloedig ontbijt. Prompt op
tijd stond ze met de anderen in de studio. De
menschen bekeken haar met andere oogen, ze
behoorde reeds niet meer tot hen.
Weer was er lawaai en licht en korte bevelen
en de menschelijke rups kroop naar het grijze
missiegebouw. Weer stond Evelyn voor de ca
mera. De star glimlachte. „Hier heb je te eten
en te drinken, zuster". Ze greep naar brood en
koffie en bracht het kopje naar haar lippen. Het
brood was taai, de koffie was dun en slecht,
ze kon nauwelijks slikken. Ze herinnerde zich,
dat ze in elkaar moest zakken en gleed op den
grond. „Mijn God", zei de star „Mijn God". Ze
keek hem aan. Er was niets tragisch in haar
gezicht en geen traan kwam in haar oogen-
„Slecht, zeer slecht", riep de regisseur, „u bent
zenuwachtig, we moeten nog eens draaien," E-
velyn bedwong zich. Ze wilde zuchten, huilen,
steunen, bewusteloos neervallen, het gelukte niet
Ze kon de gevoelens niet meer tot uiting brengen
de wanhoop en vertwijfeling van de hongerige.
Zij had te veel gegeten.
De regisseur vleide, smeekte, brulde en raasde
„U wilt een actrice worden? Het eerste het beste
meisje, dat ik op straat oppik, kan het heter,
't Is een brutaliteit, om mij van mijn kostbaren
tijd te berooven!' Toen streepte hij rle scene door
Het contract werd verscheurd. Evelyn verdween
voor altijd uit het heiligdom.
Nu woont ze weer in New York. Ze heeft een
verrukkelijke woning aan het eind van de Fifth
Avenue, drie kamers, bad en een aardige keu
ken met een oven, waarin ze de heerlijkste wa
fels bakt. Haar man Gilbert vindt haar de
mooiste en talentsvolste vrouw ter wereld.