Deverkeerde wereld. BEETGENOMEN. Een zelfgebouwd toestel voor droogvliegen. Bijgaande tekening bevat een volledige handleiding voor het bouwen van een pilo- ten-oefenbank. De aanstaande vlieger leert op dit model de vliegkunst, het behandelen van de stuurinrichting- en het bewaren van het evenwicht. Op het toestel zittend kan men aan de bewegingen van het kleine toe stelletje zelf controleren, welke gevolgen de bewegingen met stuurknuppel en voe- tenstuur hebben. Met de stuurknuppel kan men „prikken" en „trekken", d.w.z. het hoogtestuur zodanig stellen dat men om laag of omhoog gaat. Met het voetenstuur kan men wendingen naar links en naar rechts volbrengen. Het besturingsprincipe van de oefenbak is precies dezelfde als bij èen groot vliegtuig of een zweefvliegtuig. Men plaatse de bank met de kop in de wind, zodat de scholier de indruk krijgt in derdaad tegen de wind in te starten of te landen, zoals gebruikelijk is. Een start of een landing met wind mee kan fatale ge volgen hebben. Het toestel leert de a.s. pi loot alle nodige bewegingen volmaakt ten üitvoer te brengen en de bewegingen met stuurknuppel en voetenstuur op de juiste wijze te combineren. De bouw van het toestel is betrekkelijk eenvoudig. De hoofd-afmetingen zijn op de tekening aangegeven, maar natuurlijk kan men die naar verhouding vergroten of ver kleinen, naar mate de leerlingen groter of kleiner van postuur zijn. Het voetenstuur, dat in werkelijkheid met het, aan het sta- bilo bevestigde hoogtestuur correspondeert, is bij het oefentoestel door een gewricht met een stang verbonden, waarop het ver kleinde vliegtuigmodel bevestigd is, zodat bij het drukken met de rechtervoet het model ook naar rechts zwenkt of omge keerd. De stuurknuppel is het 35 c.M. lan ge eind van een bezemsteel, waarin aan de onderzijde een deurpen is bevestigd. De knop van deze pen beweegt zich in een lager met een paar stiften zodat als het ware een kogelgewricht ontstaat. In de la gerkom worden vier spijkers zonder kop geslagen, zodat deze in de holle ruimte on geveer 3 m.M. uitsteken. Tussen deze uit stekende punten wordt nu de kop van de deurpen gedrukt, zodat deze niet meer teruggetrokken kan worden. Daarna wordt de lager kom aangevuld met mastiek. Van te voren moet men de knop met olie be strijken, opdat deze zich niet vasthecht aan de mastiek. Is het vulsel hard geworden, dan wordt de knop rondgedraaid, zodat deze in de lagerkom vrij kan bewegen, maar ook niet zo vrij in de kom zit, dat er speling is. Die lager wordt nu op de grond plank geschroefd, waarin op enige afstand van elkaar vier gaten onder een hoek van 45 gr. schuin omlaag geboord zijn. Door deze gaten worden de stuurkabels getrok ken, die flink glad moeten zijn, door ze van te voren met glaspapier te schuren. De gaten moet men van te voren aan de randen afronden. De stuurkabel moet be staan uit 'n goede kwaliteit zijden hengel snoer. Het vliegtuig zelf wordt op zo'n zelfde kogelgewricht gemonteerd; als steun ge- VrvrUro -sashuis van o-vrca ander halve centimeter diameter en 35 c.M. leng te. De knop van het kogelgewricht wordt onder in het model bevestigd, de andere wordt op het voetenstuur bevestigd. In de gasbuis boort men zoals uit de teke ning blijkt verschillende gaten voor de stuurkabels, waarvan de kanten ook weer met een vijl worden afgerond. De stuurka bels, die tussen het model en de stuur knuppel lopen, liggen onder het grond- Jongens, roept Ko, en in de palm Houdt hij een mooie, lange halm, Al zou je je in alle bochten wringen, •Te kunt hier toch nooit over springen. plankje. Twee daarvan een van deze kabels loopt naar de vleugel van het toe stel, in werkelijkheid naar de Aileron van het vliegtuig, de andere wordt aan de kop van het model vastgeknoopt worden vastgeknoopt aan stukjes elastiek, die er voor zorgen, dat de kabel ten alle tijde strak gespannen blijft. Hiervoor kan men elastiekjes gebruiken, die tegenwoordig in de handel zijn om pakjes te sluiten, doch beter is het ringetjes van een fietsband te nemen. Het model van het vliegtuig wordt van gewoon vurenhout gemaakt; vleugels, stabilo en stuur zijn eveneens van hout. A. grondplan, (de afmetingen zijn aange geven in een Duitse maat, Zoll genaamd. 1 Zoll is 25.4 m.M.), B. bouwplan voor het model van de oefenbank: 1. het model vliegtuig, 2. een vakje is 1 vierkante Zoll, 3. tekening van een kogelgewricht met la ger, 4. schroefkoppen ter bevestiging van de stuurdraden. - C. De wijze, waarop het vliegtuigmodel op het voetenstuur beves tigd is: 5. klemblok, 6. ring, 7. van anderen draaibare buis (gaspijp). D. constructie van de grondplaat: 8. voetenstuur, 9. boor gaten onder een helling van 45 gr. 10. moer van*8. E. onderzijde met stuurkabels: 11. stuurkabel, 12. gummi tussenstuk, 13. on derzijde. F. Bevestiging van de stuur knuppel op de grondplaat: 14. kogelge wricht in de lagerkom. G. De stuurknup pel: 15. ijzerdraadoogjes ter bevestiging van de stuurdraden, 16. stuurknuppel, 17. deur pen, die als kogelgewricht dienst doet, 18. kogellager. H. Verbinding van het vlieg tuigmodel op de gaspijp, 19. grote deurpen- knop, 20. uitstekende deel van de deurpen, 21, gaten, 22. de gaspijp, waarop het vlieg tuigmodel bevestigd is J. hoe de draden naar het vliegtuigmodel door de gasbuis heeplopen: de boorgaten onder een hoek van 45 gr., 23. de afgeronde kanten, 24 de h engeldraad. DE GROOTSTE. Piet wandelt een eierwinkel binnen met een ondeugend lachje in zijn oog en vraagt: „Hebt U voor mij een half dozijn eieren door zwarte kippen gelegd?" De winkelier, die graag wil verkopen, zegt: „Ik weet niet, welke eieren door zwarte kippen gelegd zijn, maar misschien kunt U ze zelf uitzoeken." Piet: „Zeker, dat kan ik". Hij gaat naar een mand en zoekt zes van de grootste eieren er uit. De winkelier doet zè in een zak en ter wijl Piet zijn geld neerlegt, vraagt de win kelier hem: „Waaraan kunt U nu zien, dat deze eieren van zwarte kippen zijn?" Piet lacht eens en zegt: „Die zijn altijd de allergrootste." OM RAAD GEVRAAGD. Marietje: Vader, mag ik U even wat vra gen? Vader: Zeker kind, wat is er? Marietje (aarzelend): Vader, morgen ben ik jarig en ik zou graag willen weten, wat ik U voor mijn verjaardag moet vragen. De jongens luisteren stom verbaasd, Naar wat Ko daar zo maar daast, Maar waarom lachen ze dan zo, Over dat -kleine, stukje str-o? SAMEN IN DE MAND. Bello had schattige kindertjes gekregen en Annie, die zoveel van Bello hield, vond de kleine hondjes vanzelfsprekend ook heel erg aardig. Moeder wilde alleen niet heb ben, dat zij er te dikwijls aankwam, want dat vond Bello niet prettig, de hondjes moesten eerst wat groter worden. Toen de hondjes negen dagen oud waren en Annie voordat zij naar school ging, eerst haar hondenkinderen even goedenmorgen ging zeggen, waren hun oogjes open. Ach, wat was dat snoezig. Zij konden er na tuurlijk nog wel niet dadelijk mee zien, maar dat duurde toch niet zo heel lang. Het aardigst werden ze, toen zij na een week of vier probeerden uit de mand te kruipen en rond te strompelen, want zij stonden nog zo zwak op hun pootjes en rolden steeds omver. Ach, wat had Annie daar dikwijls een pret om. Zij had aan grootmoeder geschreven en natuurlijk ook over de kleine hondjes ver teld. Toen kwam vader op het idee om van haar en al de hondjes een portret te maken. Bello had gelukkig een grote mand en Annie moest er in gaan zitten, dan Bejlo en aan iedere kant van Bello een van de kleine hondjes. Toen de foto klaar was, zagen ze eigenlijk pas, hoe groot de kleine hondjes al geworden waren, want hun kopjes waren niet eens veel kleiner dan die van hun moeder. En hier zien jullie Annie en de hondjes nu allemaal samen in de mand. Piet wijst op zichzelf en zegt, Dat komt heusjes wel terecht, Leg je halm maar neer en dan, -Zal-ik.je tonen wat ik kan. Beetgenomen! gilde Ko, Want hij legde de halm zo, Helemaal tegen de muur, O, wat keken de jongens zuur! Hè, was het in Ne derland ook maar zo. Als de ouders het antwoord niet weten. De ouders op de schoolbanken en de jeugd die zich amuseert. Ieder jaar staat in Ko penhagen een dag de hele wereld op zijn kop. Als men daar op die dag een school zou kun nen binnenwandelen, dan zou men de in druk krijgen, dat er een van de vijf op de loop is en men zou werkelijk zijn ogen niet geloven. Op die bewuste dag zitten de volwasse nen op de schoolbanken en de kinderen staan tegen de muren sommige ouders zijn heus een beetje zenuwachtig omdat, als de onderwijzer hen iets vraagt, en zij het goede antwoord niet weten, de kinde ren het antwoord mogen uitroepen. Eens per jaar moeten de ouders name lijk weer naar school, dat wil zeggen, zij hebben er het recht toe, om uit eigen er varing te kunnen beoordelen, of het onder richt ook naar hun zin is. En als men het recht heeft, welnu, dan moet men het ook uitoefenen, nietwaar, zelfs al slaat men daarbij zelf wel eens een flater. En als er dan vaderlandse geschiedenis wordt ge geven, kan het voorkomen, dat men niet meer weet in welk jaar dit of dat is ge beurd, en in het uur rekenen zit men zich het hoofd te brengen over de som hoeveel 7/8 gedeeld door 3/4 is. Zo gaat het met de verschillende vakken en als de ouders dan zien, hoe zij zelf een heleboel vergeten zijn, kunnen zij zich ook de minder mooie cijfers van hun kinderen beter begrijpen. En onderwijl staan de kinderen langs de muren geschaard en hebben de grootste pret. Maar er zijn ook kinderen, die veel van hun ouders houden en het vreselijk vinden als zij iets niet zouden weten. Die sluipen dan zachtjes achter hen en probe ren hen het antwoord zachtjes in te fluis teren, of zij schrijven het antwoord op en trachten dit papiertje aan vader of moeder te doen toekomen. Maar dat mag natuur lijk niet, en geen ouder denkt er dan ook aan, zo iets aan te pakken. Maar er ont staat tussen de ouders en de kinderen een veel vertrouwelijker band, zodat zo een dag in het jaar grote voordelen voor beide partijen heeft. Er zijn natuurlijk ook ouders, die geen fout willen maken in tegenwoordigheid yan hun kinderen, deze schrijven dan aan het Hoofd der School dat zij door bijzonde re omstandigheden verhinderd zijn die dag op school te komen. Maar de volgende dagen is alles weer gewoon, dan zijn vader en moeder weer de vrienden en opvoeders, en dan weten de kinderen, dat de ouders door hun meerde re levenservaring allerlei dingen van het dagelijks leven veel beter weten en dat zij zich daaraan te storen hebben. Moeder komt de kamer binnen en geeft kleine Frits een rode appel. „Hier boy,'' zegt ze. „Hier heb ik 'n appel, maar geef je zusje de helft ervan. Je weet gedeel de vreugd is dubbele vreugd". „Ja, maar een gedeelde appel is geen dubbele appel!'' antwoordde Frits ondeugend. Meester: David, kun je mij het verschil zeggen tussen electrisch licht en daglicht'? David: Ja, meneer. Voor electrisch licht moet je betalen en voor daglicht niet. EEN TEKENING UIT ééN STUK. Terwijl de boer eens naar zijn groenten- tuin ging kijken, zag hij tot zijn schrik, dat verscheidene van zijn kleine slaplantjes afgeknabbeld waren. Hij begreep niet hoe dat kon en ging eens in de konijnenstal kij ken, waar bij bemerkte, dat de tralies van een der hokken stuk waren gegaan en het konijn kans had gezien, te ontsnappen en in de moestuin terecht was gekomen. Vlug ging de boer terug en hij zocht net zo lang tot hij langoor, die zich goed verscho len had, ontdekte. Vlug pakte hij hem beet en bracht hem weer terug naar de konijnenstal, waar hij hem in een ander hok deed en hem een paar heerlijke wor tels te knabbelen gaf. Hier zien jullie den boer met het konijn Kunnen jullie deze tekening ook uit één stuk maken? Probeer het maar eens, en weet je wat dan aardig is, dat je hem daar na kleurt. De boer heeft bijvoorbeeld gele klompen aan, een blauwe broek, blote armen, een wit schort en een zwarte pet, het konijn is bruin. L Als je de tekening gekleurd hebt, zul je zien, dat hij er nog heel anders uitziet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 20