WinkeTs Raad behandelt de Burgemeester Zwart lept io handen van zichzelf de m- eischte eeden al Scherpe woorden Secretaris=benoeming. Donderdag 26 Maart 1936. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 9943 De Raad zal in Den Haag een nadere motiveering van het besluit vragen. Vergadering van den Raad op Woensdag 25 Maart Ï936, des namiddags kwart voor 2 uur. Voorzitter de heer J. H. Zwart, burgemeester. Waarnemend secretaris de heer P. J. Korver, Alle leden zijn aanwezig. De Voorzitter opent de vergadering en spreekt In de 1ste vergadering in 1936 de hoop uit dat de econo- nomische toestand zich dermate moge herstellen, dat het voor de gemeente en hare ingezetenen een eenigszins heter jaar wordt dan de verloopen crisis jaren. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Mededeclingen. Van "de mededeeling vermelden wer Dat B. en W. toL tijdelijk vakonderwijzer (wiskun de) aan de school voor U.L.O. hebben benoemd de heer C. Hoogvorst en tot agent der arbeidsbemidde ling den heer P. J. Korver. Diverse raadsbesluiten verwierven de goedkeuring van Ged. Staten. Achtereenvolgens waren ontvangen: a. een afschrift van het Kon. Besluit tot schorsing van het besluit van den Raad der gemeente Win kel van 27 December 1935, strekkende tot benoeming Van P. J. Korver lot secretaris dier gemeente; b. een afschrift vap het Kon.. Besluit, tot vernie tiging van het besluit van den Raad der, gemeente Winkel van 27 December 1935 strekkende tot be noeming van P. J. Korver tot secretaris dier ge meente. De heer Engel vraagt deze afschriften te mogen hoor en. De Voorzitter doet dan mededeeling van de inge komen schrifturen betreffende de schorsing van het raadsbesluit waarbij de heer P. J. Korver tot secre taris werd benoemd, zoomede de mededeeling van het Kon. besluit tot vernietiging van meergenoemd raadsbesluit, als zijnde in strijd met het algemeen Jbelang en de mededeeling van den Commissaris der Koningin, dat ingevolge deze beslissing de burge meester thans van rechtswege belast wordt met de bediening van het secretariaat der gemeente en wel zoodra de beëediging heeft plaats gehad. De heer Brugman deelt mede, dat de wethouders Ingevolge de opdracht van den Raad alle moeite heb ben gedaan om de benoeming van den heer Korver blijvend te doen zijn en spr. hoopt dat 't feit dat 't raadsbesluit is vernietigd, niet de gedachte zal op wekken dat dit het gevolg is van een mindere actie van de wethouders. De beslissing van de Kroon heeft de wethouders gefrappeerd, zij hadden alle hoop, dat het raadsbesluit niet zou worden vernietigd, hebben heeren leden van Ged. Staten voor zoover dat moge- Jijk was bezocht en hebben do zaak ook bij den Mi nister van Binnenlandsche Zaken uiteengezet. De heer Dekker zegt, dat toen hij ter secretarie de raadsstukken kwam inzien, hij ook het uittreksel van het Koninklijk Besluit onder de oogen heeft ge had. Treffend heeft spr. gevonden de mededeeling dat het raadsbesluit was vernietigd, omdat het in strijd was met het algemeen belang. Spr. erkent de op merking van den heer Mr. Dr. Buiskool dat het begrip .algemeen belang zoo rekbaar is als kauwgom en spr. blijft van meening dat het raadsbesluit van Winkel, juist wel genomen was in het algemeen belang. Met cijfers en door bekwame menschen is dat in de Scha- ger Courant, die daartoe altijd plaats afstaat, uiteen gezet. Zonder ecnigen twijfel was het raadsbesluit foed en in finantieel opzicht ook goed verdedigbaar, pr. wijst er met nadruk op, dat nooit met argumen ten is aangetoond, dat het raadsbesluit in strijd met het algemeen belang is en spr. wil zelfs niet geloo- ven dat de hoogere autoriteiten dat inderdaad mee- jien. Het is hier de wil en den wensch van den Commissaris der Koningin, die den doorslag hebben gegeven. Waar de Minister in de Memorie van Ant woord doet uitkomen, dat gelet behoort te worden op de bekwaamheid, treedt de hoogste autoriteit nu zijn eigen woorden met voeten. Welk vertrouwen moet men nu in de toekomst schenken aan de woor den van een hoogsten regeeringspersoon?! Eén ding, zoo vervolgt spr., strekt ons tot voldoe ning, n.1. dat zoo'n groot gedeelte der burgerij in deze ;saak achter den Raad stond en onze opvatting deel de. Ja, niet alleen de burgerij, want dat zou tenslotte iets persoonlijks kunnen zijn, maar in ruimen kring schaarde men zich achter Winkel's raad en een gteeds stijgende belangstelling viel te constateeren. De kwestie is nu voor het ambtenarengerecht ge bracht en spr. hoopt van harte, dat over datgene wat ons kwelt, wat ons onaangenaam aandoet, recht zal jworden gesproken. Als de beslissing zal zijn naar de «uitspraak van den Raad, dan zal de geheele gemeen te, maar ook de gansche omgeving dat toejuichen. Spr. weet uit naam van de overige raadsleden te spreken, als hij de wethouders dank zegt voor de groote moeite die zij zich hebben getroost voor deze zaak. Tijd noch moeite hebben zij gespaard, om over al waar dat mogelijk en noodig werd geoordeeld, de zaak te bespreken en te verdedigen. De heer Engel wenscht ook te verklaren, dat z.i. de zaak een betreurenswaardig gevolg heeft gehad. Spr. is niet overtuigd dat de Raad in strijd met het algemeen belang heeft gehandeld, ja, hij meent dat juist door het raadsbesluit ten vol ie in het belang van het algemeen werd gehandeld. Maar spr. kan zich niet van de gedachte los maken, dat het zaakje al voor elkaar was, voor zij in den Raad kwam. En dat vindt spr. betreurenswaardig; want spr. is over tuigd dat de bevoegde instantie's, zij die controle moe ten uitoefenen over de zaken der gemeenten, niet aan kunnen tooncn, dat het raadsbesluit in strijd was met het algemeen belang. Spr.'s gedachte is dat de afspraak tusschen den Burgemeester en den Com missaris zoodanig is geweest, dat er ernstig bezwaar tegen bestond voor dien gezagsautoriteit om zijn woorden te herroepen. Spr. begrijpt ook wel dat dit heel beroerd zou zijn Do heer Van Zoonen: Het boetekleed ontsiert den mensch niet. De heer Engel meent dat als de woorden waren her roepen, het gezag er niet zoo onder had geleden, als nu. Maar spr. wijst ook op den moreelen kant, hoe tegenwoordig alle moeite wordt gedaan een ieder te doen deelnemen aan het productieproces, hoe we weten dat als een arbeider probeert naast zich zelf ook zijn jongen aan dat proces te doen deelnemen, hij zwaar wordt gestraft; terwijl hier door het ge zag een taak die 2 man hadden, nu aan één persoon wordt opgedragen en iemand die de bekwaamheid bezit, buiten wordt gesteld. Dat is moreel niet in -den haak. Doordat de kwestie nu voor het ambtenarengerecht komt, is er nog een kleine hoop en waar het volgend agendapunt is. beëediging gemeente-secretaris, meent spr. dat die beëediging, hangende het conflict, toch niet mogelijk is. Er is toch beroep mogelijk! Ook de heer Kamp meent, dat de beslissing van de Kroon niet in 't belang der gemeente kan zijn en hij betruert dat van bovenaf een dergelijk be sluit is genomen. Spr. wijst er op, hoe een jonge man met bekwaamheden en bevoegdheden op zij is gezet en in zijn plaats iemand zonder bevoegdheden komt. Dat is heel onbillijk en spr. vraagt zich af waar dat voor de ouders die kinderen hebben, heen moet. Als spr. dezen jongeen man ziet, die hier en kele jaren werkzaam is geweest en die dacht hier nu een levensbestaan te vinden, dan meent spr. dat het er niet best voor hem uitziet, want wat hier gebeurd is, zal ook in andere gemeenten gebeuren, tenminste als de burgemeesters het daar aandurven. Want naar spr.'s meening is er voor den burgemees ter een groote dosis moed noodig, want ge steld eens, dat de eerste ambtsnaar werd wegge haald, wat zou er dan overblijven! Is dat nu in 't algemeen belang? Spr. kan het zich niet indenken en is het met de andere sprekers eens, dat er een ongewenschte toestand is gekomen. De heer Van Zoonen wijst er op, dat de vernie tiging van het raadsbesluit ongemotiveerd geschiedt, de Minister constateert wel, maar bewijzen doet hij niet en spr. geeft den raad dan ook in overweging zich nog eens tot den Minister te wenden met het verzoek alsnog te willen berichten op welke gron den het Koninklijk besluit berust, in dezen zin om te willen aantoonen waai om de raad van Winkel met zijn genomen besluit niet heeft meegewerkt tot het verkrijgen van de noodige bezuinigingen. Wij hebben den Minister juist het tegenovergestelde aan getoond en het is nu noodzakelijk dat de Minister met cijfers aantoont, waarop hij zijn meening grondt De Voorzitter zegt, dat hij zich niet in de discussie zal mengen. Het beteckent hier critick op besluiten van hoogere autoriteiten en daaraan doet spr. niet mee. Eén ding wil spr. evenwel recht zei ten, nl. de opmerking van den heer Engel over een afspraak tusschen den heer Commissaris der Koningin en spr. Spr. dacht, dat de heer Engel wel wist, dat de Com missaris dergelijke afspraken niet maakt met een jongen burgemeester als spr. B. en W., zegt spr., stellen voor genoemde inge komen stukken voor kennisgeving aan te nemen. De heer Engel merkt op. dat de Voorzitter vorig maal wel zelf heeft medegedeeld, na het overlijden van den heer De Ridder, de quaestie der secretaris benoeming met den Commissaris te hebben bespro ken en dat de Commissaris toen heeft gezegd: U wordt automatisch secretaris. De Voorzitter: Dat is geen afspraak. De heer Engel: Dat is een toezegging en ik meen dat deze toezegging aanleiding is geweest tot het zoe ken van motieven, waarom het besluit van den raad in strijd zou zijn met het algemeen belang. De Voorzitter herhaalt, dat B. en W. voorstellen de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Niemand verzet zich daartegen. Diverse ingekomen verslagen liggen voor de le den ter inzage. De beëediging van den gemeente-secretaris. De Voorzitter stelt aan de orde de beëediging van den gemeente-secretaris. Hij staat op en legt de bij de wet voorgeschreven beloften af. De heer Van Zoonen had nooit kunnen denken, dat de beëediging op een dergelijke wijze kon geschieden. Het is best mogelijk, dat het op deze manier geoor loofd is en misschien is de Voorzitter daaromtrent wel beter georiënteerd als spr., maar dat de Voor zitter in eigen handen de eeden voor gemeente-se cretaris aflegt, spr. gelooft niet dat dit ooit is voor gekomen. Spr. had gedacht, dat in zoo'n geval de leiding der vergadering door den Voorzitter werd overgedragen aan den Wethouder en dat dan in diens handen de eeden waren afgelegd. Spr. hoopt te zijner tijd op deze kwestie terug te komen. Maar nu de Voorzitter dan in zijn eigen handen de eeden heeft afgelegd, nu wil spr. wel zeggen dat hij hem niet kan feliciteeren. Spr. toch heeft de overtuiging dat toen de Voorzitter in deze gemeente kwam, aan het openbare leven deelnam, hij tegen cumulatie van betrekkingen was en dat hij den heer Vervoorn, die zich ook tegen cumulatie verzette, in de Kamer heeft helpen brengen. Daar bleek dus uit, dat de Voorzitter zich met de politieke inzichten van den heer Vervoorn vereenigde. En thans, nu het hem zelf betreft, nu grijpt de Voorzitter zelf de gelegen heid tot cumulatie aan. Een degradatie van karakter en persoon lijkheid Dat is een daad, zegt spr., waarop geen felicitatie kan volgen, dat is meer een degradatie van karak ter en persoonlijkheid. Nu was de gelegenheid daar om te toonen dat men tegenstander van cumulatie is. Het spijt me voor U, zegt spr., maar ik kan U niet feliciteeren. De Voorzitter zegt, dat hij hierop niet zal antwoor den, een ieder moet voor zichzelf uitmaken wat hij meent te moeten doen. Spr. vraagt niet of men htm wil feliciteeren, het spijt hem dat de heer Van Zoo nen dat niet wil doen, spr. zou het graag gewild hebben. De heer Engel zegt, er ook perplex van te staan, dat de Voorzitter in eigen handen de eeden aflegt, temeer waar spr. straks tërVops er nog op heeft gewezen, dat de beëediging z.i. geen doorgang kon vinden, omdat de heer Korver nog in beroep is. Nu gooit de Voorzitter dus weer een kink in den ka bel, want als het beroep van den heer Korver nu eens tot gevolg zou hebben, dat de raad van Winkel in 't gelijk wordt gesteld, dan zouden we weer zit ten met een beëedigden secretaris. Het ware daarom beter geweest met de beëediging te wachten tot de zaak in laatste instantie zou zijn uitgemaakt. Spr. verwacht wel, dat de Burgemeester gedaan zal heb ben, wat geoorloofd is, maar dat men in eigen han den de eed aflegt, zooiets heeft spr. nooit op de viool hooren spelen. De Voorzitter zegt te meenen, dat hij de besluiten van hoogerhand heeft uit te voeren, het geldt hier de beslissing van de hoogste autoriteit en waar dit na de gevallen beslissing de eerste vergadering is, moest de beëediging thans plaats vinden. De heer Brugman sluit zich bij de vorige sprekers aan. Ook hem heeft het gefrappeerd, dat de Voor zitter in eigen handen de eeden van gemeente-secre taris aflegt en spr. kan zich niet indenken dat zoo iets toelaatbaar is. Maar misschien weet de Voorzit ter dat beter dan wij; spr. vermoedt dat de Voor zitter geinformeerd heeft daar waar hij het meest dhuis blijkt te zijn. Ook spr. is van oordeel, dat de zaak van het se cretarisschap nog niet is afgeloopen dpt vanzelfspre kend de beslissing van het ambtenarengerecht dient te worden afgewacht, dat in alle instanties de zaak is behandeld. Ook van spr.'s kant kan nooit een felicitatie volgen, immers spr. beschouwt deze zaak als te zijn tegen het belang der gemeente en daarom kan van spr.'s kant nooit een felicitatie worden verwacht. Ontslag en benoeming. Op haar verzoek wordt aan Mej. T. de Geus, on derwijzeres aan de O.L. school te Lutjewinkel eer vol ontslag verleend, met ingang van 1 April a.s. Ter voorziening in deze vacature leggen B. en W. de volgende voordracht aan den Raad over: No. 1. Mej. A. Koomen, tijd. te Wijk aan Zee en Duin; No. Z. Mej. A. Kater, tijd, te St. Maarten; No. 3. Mej. W. W. Kaper, tijd. te Hensbroek. De heer Dekker kan met deze voordracht accoord gaan, maar vraagt of er bezwaren waren tegen het houden van een proefles, zooals we tot heden ge wend zijn. De Voorzitter licht toe, dat de toestand thans an ders is dan voorheen, immers er mag nu niet an ders dan uit in functie zijnde onderwijskrachten ge kozen worden of uit op wachtgeld geplaatsten. Spr. leest het advies van den Inspecteur voor. Ook de heer Kamp had een proefles geprefereerd. De heer Engel blijkt meer waarde te hechten aan een bezoek aan de klassen, dan aan een proefles. De heer Kamp zegt, dat voorheen beide gebeurde, B. en W. en het hoofd bezoeken de klassen waar de gegadigden les geven, en daarna volgt proefles. De Voorzitter zegt toe dat met dien wensch reke ning zal worden gehouden. Tot benoeming overgaande, wordt mej. Koomen met algemeene stemmen benoemd. Voor de benoeming van een armvoogd van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur, vacature A. de Ridder, luidt de voordracht; 1. P. J. Korver, 2. K. Bart Pzn. Met algemeene stemmen wordt de heer P. J. Korver benoemd, die op de vraag van den Voorzitter mede deelt de benoeming aan te nemen en den Raad dank zegt voor het in hem gestelde vertrouwen. De Voorzitter en meerdere leden feliciteeren den heer Korver en de heer Kamp als voorzitter van het B. A., spreekt den wensch uit dat hij een goede kracht zal zijn. Straks toch zal aan de orde komen de benoeming van een secretaris van het B. A., een plaats, die wat de werkkring van den heer Korver betreft, gemakkelijk door hem kan worden waargeno men, maar toch een functie die veel werk geeft. Spr. feliciteert den heer Korver van harte. Ambtenaar van den Burgerlijken Stand. Voor de benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand, vacature A. de Ridder, bevelen B. en W. aan; 1. P. J. Korver; 2. D. Brugman Jbz. B. en W. stellen voor art. 2 van de verordening regelende de verdeeling der werkzaamheden tus schen de verschillende ambtenaren van den B. S., in verband hiermede in overeenstemming te brengen. De heer Korver wordt met algemeene stemmen be noemd en verklaart, onder dankzegging deze be noeming te aanvaarden. De Voorzitter wenscht den heer Korver geluk met deze benoeming. Voor een Middenstandsborgstellingsfonds. B. en W. stellen voor het te stichten Middenstands borgstellingsfonds een bijdrage te verleenen van 15 cent peri n won er. Aangenomen mag toch worden, dat het plaatselijk crisiscomité niet over voldoende middelen beschikt om in het fonds te kunnen bij dragen. B. en W. herinneren eraan, dat indien door het fonds stroppen zullen worden geleden, aan de regeering een bijdrage van 40 zal worden ge vraagd, voor zoover deze geleden worden op de rente van het aanwezige kapitaal. De Middenstandsbond, afdeeling Winkel verzoekt gunstig op het verzoek van de Studiecommissie te beschikken. Nadat enkele inlichtingen zijn gevraagd en door den Voorzitter verstrekt, wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. Subsidie Plaatselijk Crisiscomité. Door het-Plaatselijk Crisiscomité wordt een sub sidie gevraagd van f 4S.om te kunnen voldoen aan de verplichting tot bijdrage aan het Nationaal Crisis Comité van 10 van haar ontvangsten, waarna de mogelijkheid bestaat om van het Nat. Crisis Comité brandstoffen en kleeding te ontvangen. B. en W. stellen voor, dit subsidie te verleenen. De heer Engel vraagt, of een dergelijk raadsbesluit van hooger af zal worden g ifdgekeurd. De Voorzitter zegt, dat B. en W. gegronde hoop hebben dat dit wel het geval is. De heer Engel: Ja, ja, maar we moeten voorzich tig zij, want we hebben nu al een vernietigingsbe- sluit en dat moet niet,zoo blijven. Overeenkomstig het vocrstcl van B. en W. wordt besloten. Uitbreiding van de Algemeene Begraaf plaats. B. en W. stellen voor de Algemeene Begraafplaats uit te breiden. De mogelijkheid hiertoe doet zich voor, een' perceel groot pl.m. 21 A., grenzende aan de begraafplaats zal hiervoor kunnen worden aange kocht voor f 500.— benevens overschrijvingskosten, welk bedrag billijk geacht kan worden. Het perceel zal opgehoogd dienen te worden, ter wijl de benoodigde gronddaarvoor ontleend kan wor den aan den Wesifriéschendijk, ter plaatse van de weegbrug, tegen een prijs van f0.20 per M3. Dezo werkzaamheden zullen in werkverschaffing worden uitgevoerd, waaraan werklooze arbeiders geruimen tijd tewerkgesteld kunnen worden. B. en W. stellen zich voor het toezicht op dit werk op te dragen aan de Ned. Heidemaatschappij. Met algemeene stemmen wordt besloten bedoeld perceel aan te Icoopen. Wat de voor ophooging benoodigde grond betreft, deze kan tot een hoeveelheid van ten hoogste 2000 M3. van het Hoogheemraadschap worden betrokken. Medegedeeld wordt echter, dat ook van elders grond voor niets is weg te ha'en, doch die grond ligt op verderen afstand, nl. 3 K.M. Aan B. en W. wordt machtiging verleend na te gaan en te beslissen, welke grond zal worden ge bruikt, van het Hoogheemraadschap of van den heer Kistemaker. Behandeld worden diverse verzoeken om onthef fing van schoolgeld en ontheffing hondenbelasting. Vastgesteld worden suppletoire begrootingen, dienstjaar 1935 en 1936. Vastgesteld wordt een veldwachtersverordening. Tot des avonds 11 uur open. Ingekomen is een verzoek van caféhouders alhier om hun localiteiten tot des avonds 11 uur te mo gen openhouden. Aangezien in omliggende gemeen ten reeds dit sluitingsuur op 11 uur is bepaald stel len B. en W. voor aan het verzoek te voldoen en artikel 43 der Algemeene Plaatselijke Politieverorde ning in deze gemeente aldus te wijzigen. De heer Engel vraagt of dit alleen betreft den zo mertijd. De Voorzitter zegt dat het juist betrekking heeft op den wintertijd, in den zomer was het sluitingsuur al op 11 uur bepaald, maar na de voorgestelde wijzi ging zal het sluitingsuur ook gedurende den zomer tijd 11 uur zijn. Het is vooral voor het houden van vergaderingen gewenscht dat het sluitingsuur op 11 uur wordt bepaald. Wordt goedgevonden. Wijziging verordening hondenbelasting. Aangezien meermalen de wenschelijkheid gebleken is om aan aangeslagenen in de hondenbelasting ont heffing te kunnen verleenen, stellen B. en W. voor de. verordening op de heffing van hondenbelasting in deze gemeente in dien geest te wijzigen, dat ont heffing kan worden verleend over een half jaar. De heer Kamp bepleit een andere wijze van aan gifte van het houden van honden, n.1. door de bur gerij het inleveren van een opgave. Den Voorzitter blijkt dat een zoodanige regeling reeds in de verordening is voorgeschreven. Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten. Steunverleening B. Ingevolge een circulaire van den Minister van So ciale Zaken behooren gemeenten, welke voor een bijdrage in aanmerking wenschen te komen voor extra hulp aan werkloozen in 1936, voor 1 Juli 1936 een aanvraag bij zijn Departement in te dienen. Ten laste van deze gemeente zal hiervoor komen een bedrag van f 58. B. en W. stellen voor een zoodanige aanvraag in te dienen. Aldus wordt besloten. Onderhoud brandkanen. De Directeur van het P.E.N. deelt mede, dat de mogelijkheid bestaat om het onderhoud en de ver zorging van de openbare krandkranen over te ne men. Het P.W.N. zal voor de beschreven werkzaam heden aan de gemeente betalen per kalenderjaar f2 per brandkraan voor de eerste 100 brandkranen of gedeelte daarvan. Aangezien de wegwerker reeds met deze werkzaamheden is belast, stellen B. en W. voor een zoodanige overeenkomst met het P.W.n! aan te gaan. Wordt met algemeene stemmen aldus besloten. Destructor en Vleeschkeuringsdlenst Kring Barsingerhorn. Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van een o-tal besluiten inzake den keuringsdienst van vee eh vleesch in den kring Barsingerhorn, t.w dienst-8SlUit t0t splitsing van den Vleeschkeurings- b. Gemeenschappelijke regeling voor de exploita tie van den Destructor en de Centrale noodslacht- plaats in het Destructordistrict Barsingerhorn (be ginselbesluit) v c. Gemeenschappelijke regeling voor den Keurings- dienst van vee en vleesch in den kcuringskring Bar singerhorn. b De heer Dekker heeft zich erover verwonderd, dat in de bcgrooting van den destructor de post loonen op dezelfde grootte is geraamd voor de uitgebreide kring als voor de thans aangesloten gemeenten. Spr. dacht dat door de uitbreiding de loonpost toch be langrijk zou stijgen. De heer Van Zoonen zegt, dat men veronderstelt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 11