WinkeTs Raad behandelt de
Burgemeester Zwart
lept io handen van
zichzelf de m-
eischte eeden al
Scherpe woorden
Secretaris=benoeming.
Donderdag 26 Maart 1936.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 9943
De Raad zal in Den Haag een
nadere motiveering van
het besluit vragen.
Vergadering van den Raad op Woensdag 25 Maart
Ï936, des namiddags kwart voor 2 uur.
Voorzitter de heer J. H. Zwart, burgemeester.
Waarnemend secretaris de heer P. J. Korver,
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent de vergadering en spreekt In
de 1ste vergadering in 1936 de hoop uit dat de econo-
nomische toestand zich dermate moge herstellen, dat
het voor de gemeente en hare ingezetenen een
eenigszins heter jaar wordt dan de verloopen crisis
jaren.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Mededeclingen.
Van "de mededeeling vermelden wer
Dat B. en W. toL tijdelijk vakonderwijzer (wiskun
de) aan de school voor U.L.O. hebben benoemd de
heer C. Hoogvorst en tot agent der arbeidsbemidde
ling den heer P. J. Korver.
Diverse raadsbesluiten verwierven de goedkeuring
van Ged. Staten.
Achtereenvolgens waren ontvangen:
a. een afschrift van het Kon. Besluit tot schorsing
van het besluit van den Raad der gemeente Win
kel van 27 December 1935, strekkende tot benoeming
Van P. J. Korver lot secretaris dier gemeente;
b. een afschrift vap het Kon.. Besluit, tot vernie
tiging van het besluit van den Raad der, gemeente
Winkel van 27 December 1935 strekkende tot be
noeming van P. J. Korver tot secretaris dier ge
meente.
De heer Engel vraagt deze afschriften te mogen
hoor en.
De Voorzitter doet dan mededeeling van de inge
komen schrifturen betreffende de schorsing van het
raadsbesluit waarbij de heer P. J. Korver tot secre
taris werd benoemd, zoomede de mededeeling van
het Kon. besluit tot vernietiging van meergenoemd
raadsbesluit, als zijnde in strijd met het algemeen
Jbelang en de mededeeling van den Commissaris der
Koningin, dat ingevolge deze beslissing de burge
meester thans van rechtswege belast wordt met de
bediening van het secretariaat der gemeente en wel
zoodra de beëediging heeft plaats gehad.
De heer Brugman deelt mede, dat de wethouders
Ingevolge de opdracht van den Raad alle moeite heb
ben gedaan om de benoeming van den heer Korver
blijvend te doen zijn en spr. hoopt dat 't feit dat 't
raadsbesluit is vernietigd, niet de gedachte zal op
wekken dat dit het gevolg is van een mindere actie
van de wethouders. De beslissing van de Kroon heeft
de wethouders gefrappeerd, zij hadden alle hoop, dat
het raadsbesluit niet zou worden vernietigd, hebben
heeren leden van Ged. Staten voor zoover dat moge-
Jijk was bezocht en hebben do zaak ook bij den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken uiteengezet.
De heer Dekker zegt, dat toen hij ter secretarie de
raadsstukken kwam inzien, hij ook het uittreksel
van het Koninklijk Besluit onder de oogen heeft ge
had. Treffend heeft spr. gevonden de mededeeling dat
het raadsbesluit was vernietigd, omdat het in strijd
was met het algemeen belang. Spr. erkent de op
merking van den heer Mr. Dr. Buiskool dat het begrip
.algemeen belang zoo rekbaar is als kauwgom en spr.
blijft van meening dat het raadsbesluit van Winkel,
juist wel genomen was in het algemeen belang. Met
cijfers en door bekwame menschen is dat in de Scha-
ger Courant, die daartoe altijd plaats afstaat, uiteen
gezet. Zonder ecnigen twijfel was het raadsbesluit
foed en in finantieel opzicht ook goed verdedigbaar,
pr. wijst er met nadruk op, dat nooit met argumen
ten is aangetoond, dat het raadsbesluit in strijd met
het algemeen belang is en spr. wil zelfs niet geloo-
ven dat de hoogere autoriteiten dat inderdaad mee-
jien. Het is hier de wil en den wensch van den
Commissaris der Koningin, die den doorslag hebben
gegeven. Waar de Minister in de Memorie van Ant
woord doet uitkomen, dat gelet behoort te worden
op de bekwaamheid, treedt de hoogste autoriteit nu
zijn eigen woorden met voeten. Welk vertrouwen
moet men nu in de toekomst schenken aan de woor
den van een hoogsten regeeringspersoon?!
Eén ding, zoo vervolgt spr., strekt ons tot voldoe
ning, n.1. dat zoo'n groot gedeelte der burgerij in deze
;saak achter den Raad stond en onze opvatting deel
de. Ja, niet alleen de burgerij, want dat zou tenslotte
iets persoonlijks kunnen zijn, maar in ruimen kring
schaarde men zich achter Winkel's raad en een
gteeds stijgende belangstelling viel te constateeren.
De kwestie is nu voor het ambtenarengerecht ge
bracht en spr. hoopt van harte, dat over datgene wat
ons kwelt, wat ons onaangenaam aandoet, recht zal
jworden gesproken. Als de beslissing zal zijn naar de
«uitspraak van den Raad, dan zal de geheele gemeen
te, maar ook de gansche omgeving dat toejuichen.
Spr. weet uit naam van de overige raadsleden te
spreken, als hij de wethouders dank zegt voor de
groote moeite die zij zich hebben getroost voor deze
zaak. Tijd noch moeite hebben zij gespaard, om over
al waar dat mogelijk en noodig werd geoordeeld, de
zaak te bespreken en te verdedigen.
De heer Engel wenscht ook te verklaren, dat z.i.
de zaak een betreurenswaardig gevolg heeft gehad.
Spr. is niet overtuigd dat de Raad in strijd met het
algemeen belang heeft gehandeld, ja, hij meent dat
juist door het raadsbesluit ten vol ie in het belang
van het algemeen werd gehandeld. Maar spr. kan
zich niet van de gedachte los maken, dat het zaakje
al voor elkaar was, voor zij in den Raad kwam. En
dat vindt spr. betreurenswaardig; want spr. is over
tuigd dat de bevoegde instantie's, zij die controle moe
ten uitoefenen over de zaken der gemeenten, niet
aan kunnen tooncn, dat het raadsbesluit in strijd was
met het algemeen belang. Spr.'s gedachte is dat de
afspraak tusschen den Burgemeester en den Com
missaris zoodanig is geweest, dat er ernstig bezwaar
tegen bestond voor dien gezagsautoriteit om zijn
woorden te herroepen. Spr. begrijpt ook wel dat dit
heel beroerd zou zijn
Do heer Van Zoonen: Het boetekleed ontsiert den
mensch niet.
De heer Engel meent dat als de woorden waren her
roepen, het gezag er niet zoo onder had geleden, als
nu. Maar spr. wijst ook op den moreelen kant, hoe
tegenwoordig alle moeite wordt gedaan een ieder te
doen deelnemen aan het productieproces, hoe we
weten dat als een arbeider probeert naast zich zelf
ook zijn jongen aan dat proces te doen deelnemen,
hij zwaar wordt gestraft; terwijl hier door het ge
zag een taak die 2 man hadden, nu aan één persoon
wordt opgedragen en iemand die de bekwaamheid
bezit, buiten wordt gesteld. Dat is moreel niet in
-den haak.
Doordat de kwestie nu voor het ambtenarengerecht
komt, is er nog een kleine hoop en waar het volgend
agendapunt is. beëediging gemeente-secretaris, meent
spr. dat die beëediging, hangende het conflict, toch
niet mogelijk is. Er is toch beroep mogelijk!
Ook de heer Kamp meent, dat de beslissing van
de Kroon niet in 't belang der gemeente kan zijn
en hij betruert dat van bovenaf een dergelijk be
sluit is genomen. Spr. wijst er op, hoe een jonge
man met bekwaamheden en bevoegdheden op zij is
gezet en in zijn plaats iemand zonder bevoegdheden
komt. Dat is heel onbillijk en spr. vraagt zich af
waar dat voor de ouders die kinderen hebben, heen
moet. Als spr. dezen jongeen man ziet, die hier en
kele jaren werkzaam is geweest en die dacht hier
nu een levensbestaan te vinden, dan meent spr. dat
het er niet best voor hem uitziet, want wat hier
gebeurd is, zal ook in andere gemeenten gebeuren,
tenminste als de burgemeesters het daar aandurven.
Want naar spr.'s meening is er voor den burgemees
ter een groote dosis moed noodig, want ge
steld eens, dat de eerste ambtsnaar werd wegge
haald, wat zou er dan overblijven! Is dat nu in 't
algemeen belang? Spr. kan het zich niet indenken
en is het met de andere sprekers eens, dat er een
ongewenschte toestand is gekomen.
De heer Van Zoonen wijst er op, dat de vernie
tiging van het raadsbesluit ongemotiveerd geschiedt,
de Minister constateert wel, maar bewijzen doet hij
niet en spr. geeft den raad dan ook in overweging
zich nog eens tot den Minister te wenden met het
verzoek alsnog te willen berichten op welke gron
den het Koninklijk besluit berust, in dezen zin om
te willen aantoonen waai om de raad van Winkel
met zijn genomen besluit niet heeft meegewerkt tot
het verkrijgen van de noodige bezuinigingen. Wij
hebben den Minister juist het tegenovergestelde aan
getoond en het is nu noodzakelijk dat de Minister
met cijfers aantoont, waarop hij zijn meening grondt
De Voorzitter zegt, dat hij zich niet in de discussie
zal mengen. Het beteckent hier critick op besluiten
van hoogere autoriteiten en daaraan doet spr. niet
mee. Eén ding wil spr. evenwel recht zei ten, nl. de
opmerking van den heer Engel over een afspraak
tusschen den heer Commissaris der Koningin en spr.
Spr. dacht, dat de heer Engel wel wist, dat de Com
missaris dergelijke afspraken niet maakt met een
jongen burgemeester als spr.
B. en W., zegt spr., stellen voor genoemde inge
komen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
De heer Engel merkt op. dat de Voorzitter vorig
maal wel zelf heeft medegedeeld, na het overlijden
van den heer De Ridder, de quaestie der secretaris
benoeming met den Commissaris te hebben bespro
ken en dat de Commissaris toen heeft gezegd: U
wordt automatisch secretaris.
De Voorzitter: Dat is geen afspraak.
De heer Engel: Dat is een toezegging en ik meen
dat deze toezegging aanleiding is geweest tot het zoe
ken van motieven, waarom het besluit van den raad
in strijd zou zijn met het algemeen belang.
De Voorzitter herhaalt, dat B. en W. voorstellen
de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
Niemand verzet zich daartegen.
Diverse ingekomen verslagen liggen voor de le
den ter inzage.
De beëediging van den gemeente-secretaris.
De Voorzitter stelt aan de orde de beëediging van
den gemeente-secretaris. Hij staat op en legt de bij
de wet voorgeschreven beloften af.
De heer Van Zoonen had nooit kunnen denken, dat
de beëediging op een dergelijke wijze kon geschieden.
Het is best mogelijk, dat het op deze manier geoor
loofd is en misschien is de Voorzitter daaromtrent
wel beter georiënteerd als spr., maar dat de Voor
zitter in eigen handen de eeden voor gemeente-se
cretaris aflegt, spr. gelooft niet dat dit ooit is voor
gekomen. Spr. had gedacht, dat in zoo'n geval de
leiding der vergadering door den Voorzitter werd
overgedragen aan den Wethouder en dat dan in
diens handen de eeden waren afgelegd. Spr. hoopt
te zijner tijd op deze kwestie terug te komen. Maar
nu de Voorzitter dan in zijn eigen handen de eeden
heeft afgelegd, nu wil spr. wel zeggen dat hij hem
niet kan feliciteeren. Spr. toch heeft de overtuiging
dat toen de Voorzitter in deze gemeente kwam, aan
het openbare leven deelnam, hij tegen cumulatie van
betrekkingen was en dat hij den heer Vervoorn, die
zich ook tegen cumulatie verzette, in de Kamer
heeft helpen brengen. Daar bleek dus uit, dat de
Voorzitter zich met de politieke inzichten van den
heer Vervoorn vereenigde. En thans, nu het hem
zelf betreft, nu grijpt de Voorzitter zelf de gelegen
heid tot cumulatie aan.
Een degradatie van karakter en persoon
lijkheid
Dat is een daad, zegt spr., waarop geen felicitatie
kan volgen, dat is meer een degradatie van karak
ter en persoonlijkheid. Nu was de gelegenheid daar
om te toonen dat men tegenstander van cumulatie
is. Het spijt me voor U, zegt spr., maar ik kan U
niet feliciteeren.
De Voorzitter zegt, dat hij hierop niet zal antwoor
den, een ieder moet voor zichzelf uitmaken wat hij
meent te moeten doen. Spr. vraagt niet of men htm
wil feliciteeren, het spijt hem dat de heer Van Zoo
nen dat niet wil doen, spr. zou het graag gewild
hebben.
De heer Engel zegt, er ook perplex van te staan,
dat de Voorzitter in eigen handen de eeden aflegt,
temeer waar spr. straks tërVops er nog op heeft
gewezen, dat de beëediging z.i. geen doorgang kon
vinden, omdat de heer Korver nog in beroep is. Nu
gooit de Voorzitter dus weer een kink in den ka
bel, want als het beroep van den heer Korver nu
eens tot gevolg zou hebben, dat de raad van Winkel
in 't gelijk wordt gesteld, dan zouden we weer zit
ten met een beëedigden secretaris. Het ware daarom
beter geweest met de beëediging te wachten tot de
zaak in laatste instantie zou zijn uitgemaakt. Spr.
verwacht wel, dat de Burgemeester gedaan zal heb
ben, wat geoorloofd is, maar dat men in eigen han
den de eed aflegt, zooiets heeft spr. nooit op de
viool hooren spelen.
De Voorzitter zegt te meenen, dat hij de besluiten
van hoogerhand heeft uit te voeren, het geldt hier
de beslissing van de hoogste autoriteit en waar dit
na de gevallen beslissing de eerste vergadering is,
moest de beëediging thans plaats vinden.
De heer Brugman sluit zich bij de vorige sprekers
aan. Ook hem heeft het gefrappeerd, dat de Voor
zitter in eigen handen de eeden van gemeente-secre
taris aflegt en spr. kan zich niet indenken dat zoo
iets toelaatbaar is. Maar misschien weet de Voorzit
ter dat beter dan wij; spr. vermoedt dat de Voor
zitter geinformeerd heeft daar waar hij het meest
dhuis blijkt te zijn.
Ook spr. is van oordeel, dat de zaak van het se
cretarisschap nog niet is afgeloopen dpt vanzelfspre
kend de beslissing van het ambtenarengerecht dient
te worden afgewacht, dat in alle instanties de
zaak is behandeld. Ook van spr.'s kant kan nooit
een felicitatie volgen, immers spr. beschouwt deze
zaak als te zijn tegen het belang der gemeente en
daarom kan van spr.'s kant nooit een felicitatie
worden verwacht.
Ontslag en benoeming.
Op haar verzoek wordt aan Mej. T. de Geus, on
derwijzeres aan de O.L. school te Lutjewinkel eer
vol ontslag verleend, met ingang van 1 April a.s.
Ter voorziening in deze vacature leggen B. en W.
de volgende voordracht aan den Raad over: No. 1.
Mej. A. Koomen, tijd. te Wijk aan Zee en Duin; No.
Z. Mej. A. Kater, tijd, te St. Maarten; No. 3. Mej. W.
W. Kaper, tijd. te Hensbroek.
De heer Dekker kan met deze voordracht accoord
gaan, maar vraagt of er bezwaren waren tegen het
houden van een proefles, zooals we tot heden ge
wend zijn.
De Voorzitter licht toe, dat de toestand thans an
ders is dan voorheen, immers er mag nu niet an
ders dan uit in functie zijnde onderwijskrachten ge
kozen worden of uit op wachtgeld geplaatsten. Spr.
leest het advies van den Inspecteur voor.
Ook de heer Kamp had een proefles geprefereerd.
De heer Engel blijkt meer waarde te hechten aan
een bezoek aan de klassen, dan aan een proefles.
De heer Kamp zegt, dat voorheen beide gebeurde,
B. en W. en het hoofd bezoeken de klassen waar de
gegadigden les geven, en daarna volgt proefles.
De Voorzitter zegt toe dat met dien wensch reke
ning zal worden gehouden.
Tot benoeming overgaande, wordt mej. Koomen met
algemeene stemmen benoemd.
Voor de benoeming van een armvoogd van het
Algemeen Burgerlijk Armbestuur, vacature A. de
Ridder, luidt de voordracht; 1. P. J. Korver, 2. K.
Bart Pzn.
Met algemeene stemmen wordt de heer P. J. Korver
benoemd, die op de vraag van den Voorzitter mede
deelt de benoeming aan te nemen en den Raad dank
zegt voor het in hem gestelde vertrouwen.
De Voorzitter en meerdere leden feliciteeren den
heer Korver en de heer Kamp als voorzitter van het
B. A., spreekt den wensch uit dat hij een goede
kracht zal zijn. Straks toch zal aan de orde komen
de benoeming van een secretaris van het B. A., een
plaats, die wat de werkkring van den heer Korver
betreft, gemakkelijk door hem kan worden waargeno
men, maar toch een functie die veel werk geeft. Spr.
feliciteert den heer Korver van harte.
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
Voor de benoeming van een ambtenaar van den
Burgerlijken Stand, vacature A. de Ridder, bevelen
B. en W. aan; 1. P. J. Korver; 2. D. Brugman Jbz.
B. en W. stellen voor art. 2 van de verordening
regelende de verdeeling der werkzaamheden tus
schen de verschillende ambtenaren van den B. S.,
in verband hiermede in overeenstemming te brengen.
De heer Korver wordt met algemeene stemmen be
noemd en verklaart, onder dankzegging deze be
noeming te aanvaarden.
De Voorzitter wenscht den heer Korver geluk met
deze benoeming.
Voor een Middenstandsborgstellingsfonds.
B. en W. stellen voor het te stichten Middenstands
borgstellingsfonds een bijdrage te verleenen van 15
cent peri n won er. Aangenomen mag toch worden,
dat het plaatselijk crisiscomité niet over voldoende
middelen beschikt om in het fonds te kunnen bij
dragen. B. en W. herinneren eraan, dat indien
door het fonds stroppen zullen worden geleden, aan
de regeering een bijdrage van 40 zal worden ge
vraagd, voor zoover deze geleden worden op de rente
van het aanwezige kapitaal.
De Middenstandsbond, afdeeling Winkel verzoekt
gunstig op het verzoek van de Studiecommissie te
beschikken.
Nadat enkele inlichtingen zijn gevraagd en door
den Voorzitter verstrekt, wordt conform het voorstel
van B. en W. besloten.
Subsidie Plaatselijk Crisiscomité.
Door het-Plaatselijk Crisiscomité wordt een sub
sidie gevraagd van f 4S.om te kunnen voldoen aan
de verplichting tot bijdrage aan het Nationaal Crisis
Comité van 10 van haar ontvangsten, waarna de
mogelijkheid bestaat om van het Nat. Crisis Comité
brandstoffen en kleeding te ontvangen.
B. en W. stellen voor, dit subsidie te verleenen.
De heer Engel vraagt, of een dergelijk raadsbesluit
van hooger af zal worden g ifdgekeurd.
De Voorzitter zegt, dat B. en W. gegronde hoop
hebben dat dit wel het geval is.
De heer Engel: Ja, ja, maar we moeten voorzich
tig zij, want we hebben nu al een vernietigingsbe-
sluit en dat moet niet,zoo blijven.
Overeenkomstig het vocrstcl van B. en W. wordt
besloten.
Uitbreiding van de Algemeene Begraaf
plaats.
B. en W. stellen voor de Algemeene Begraafplaats
uit te breiden. De mogelijkheid hiertoe doet zich
voor, een' perceel groot pl.m. 21 A., grenzende aan de
begraafplaats zal hiervoor kunnen worden aange
kocht voor f 500.— benevens overschrijvingskosten,
welk bedrag billijk geacht kan worden.
Het perceel zal opgehoogd dienen te worden, ter
wijl de benoodigde gronddaarvoor ontleend kan wor
den aan den Wesifriéschendijk, ter plaatse van de
weegbrug, tegen een prijs van f0.20 per M3. Dezo
werkzaamheden zullen in werkverschaffing worden
uitgevoerd, waaraan werklooze arbeiders geruimen
tijd tewerkgesteld kunnen worden. B. en W. stellen
zich voor het toezicht op dit werk op te dragen aan
de Ned. Heidemaatschappij.
Met algemeene stemmen wordt besloten bedoeld
perceel aan te Icoopen.
Wat de voor ophooging benoodigde grond betreft,
deze kan tot een hoeveelheid van ten hoogste 2000
M3. van het Hoogheemraadschap worden betrokken.
Medegedeeld wordt echter, dat ook van elders
grond voor niets is weg te ha'en, doch die grond ligt
op verderen afstand, nl. 3 K.M.
Aan B. en W. wordt machtiging verleend na te
gaan en te beslissen, welke grond zal worden ge
bruikt, van het Hoogheemraadschap of van den heer
Kistemaker.
Behandeld worden diverse verzoeken om onthef
fing van schoolgeld en ontheffing hondenbelasting.
Vastgesteld worden suppletoire begrootingen,
dienstjaar 1935 en 1936.
Vastgesteld wordt een veldwachtersverordening.
Tot des avonds 11 uur open.
Ingekomen is een verzoek van caféhouders alhier
om hun localiteiten tot des avonds 11 uur te mo
gen openhouden. Aangezien in omliggende gemeen
ten reeds dit sluitingsuur op 11 uur is bepaald stel
len B. en W. voor aan het verzoek te voldoen en
artikel 43 der Algemeene Plaatselijke Politieverorde
ning in deze gemeente aldus te wijzigen.
De heer Engel vraagt of dit alleen betreft den zo
mertijd.
De Voorzitter zegt dat het juist betrekking heeft op
den wintertijd, in den zomer was het sluitingsuur al
op 11 uur bepaald, maar na de voorgestelde wijzi
ging zal het sluitingsuur ook gedurende den zomer
tijd 11 uur zijn. Het is vooral voor het houden van
vergaderingen gewenscht dat het sluitingsuur op 11
uur wordt bepaald.
Wordt goedgevonden.
Wijziging verordening hondenbelasting.
Aangezien meermalen de wenschelijkheid gebleken
is om aan aangeslagenen in de hondenbelasting ont
heffing te kunnen verleenen, stellen B. en W. voor
de. verordening op de heffing van hondenbelasting
in deze gemeente in dien geest te wijzigen, dat ont
heffing kan worden verleend over een half jaar.
De heer Kamp bepleit een andere wijze van aan
gifte van het houden van honden, n.1. door de bur
gerij het inleveren van een opgave.
Den Voorzitter blijkt dat een zoodanige regeling
reeds in de verordening is voorgeschreven.
Conform het voorstel van B. en W. wordt besloten.
Steunverleening B.
Ingevolge een circulaire van den Minister van So
ciale Zaken behooren gemeenten, welke voor een
bijdrage in aanmerking wenschen te komen voor
extra hulp aan werkloozen in 1936, voor 1 Juli 1936
een aanvraag bij zijn Departement in te dienen.
Ten laste van deze gemeente zal hiervoor komen
een bedrag van f 58.
B. en W. stellen voor een zoodanige aanvraag in
te dienen.
Aldus wordt besloten.
Onderhoud brandkanen.
De Directeur van het P.E.N. deelt mede, dat de
mogelijkheid bestaat om het onderhoud en de ver
zorging van de openbare krandkranen over te ne
men. Het P.W.N. zal voor de beschreven werkzaam
heden aan de gemeente betalen per kalenderjaar f2
per brandkraan voor de eerste 100 brandkranen of
gedeelte daarvan. Aangezien de wegwerker reeds
met deze werkzaamheden is belast, stellen B. en W.
voor een zoodanige overeenkomst met het P.W.n!
aan te gaan.
Wordt met algemeene stemmen aldus besloten.
Destructor en Vleeschkeuringsdlenst
Kring Barsingerhorn.
Aan de orde wordt gesteld de vaststelling van een
o-tal besluiten inzake den keuringsdienst van vee eh
vleesch in den kring Barsingerhorn, t.w
dienst-8SlUit t0t splitsing van den Vleeschkeurings-
b. Gemeenschappelijke regeling voor de exploita
tie van den Destructor en de Centrale noodslacht-
plaats in het Destructordistrict Barsingerhorn (be
ginselbesluit) v
c. Gemeenschappelijke regeling voor den Keurings-
dienst van vee en vleesch in den kcuringskring Bar
singerhorn. b
De heer Dekker heeft zich erover verwonderd, dat
in de bcgrooting van den destructor de post loonen
op dezelfde grootte is geraamd voor de uitgebreide
kring als voor de thans aangesloten gemeenten. Spr.
dacht dat door de uitbreiding de loonpost toch be
langrijk zou stijgen.
De heer Van Zoonen zegt, dat men veronderstelt