Versierde Paaseieren Caclemir-pit uit 't gebergte. Tante Minet's ondeugende Nichtjes. HET ARME VINKJE De hond, die jarenlang het lief en leed met zijn baasje heeft gedeeld, volgt het kind iedere keer, als zij naar het kerkhof verse bloemen op het graf strooit, hond loopt dan stil en verdrietig om zacht. Hij goeden baas. Natuur- bij wie hij heeft mo- kind bij een familie- ging wonen, even lief voor hem, maar een groot heimwee naar zijn ouden baas doet hem telkens toch meegaan naar zijn graf. De mensen uit de omtrek kennen het tweetal reeds, het kleine meisje met haar zwarte jurkje en manteltje en de grote hond met verdrietig starende ogen. Langzaam wandelt de oude heer de laan uit van het kerkhof en neemt dan afscheid van het kleine meisje, dat dan met haat Bello achter zich aan, vlug de weg naaj huis inslaat. - Het vinkje zong van „twiet-twiet-twiel! Een specht sloeg op een eikenstam De wesp had ook al zo'n plezier, De wesp zag de bek van het vinkje niet, -r. x x t- Hjj vloog er in en uit was het lied. Als wilde het zeggen: „Hoor je me met? De maat als van je: Ram-tam-tam. En gonsde van: tierg-liere-lier, Dat hem nu zo iets moest gebeuren, Was toch alleen maar te betreuren! Het dier, dat ons de stof voor de kleding stukken levert. Jullie, vooral de meis jes, hebt natuurlijk wel eens gehoord van ca- chemir, die mooie wol len stof, waarvan voor al sjaals en dassen wor den vervaardigd. En weten jullie ook, waar dezecachemir vandaan komt'? Wel, van de cachemir-geit. Dit dier leeft voornamelijk in Tibet, dat gedeelte van Azië, aan welke grenzen de enorm hoge Himalaya.-gebergten zich ver heffen. Cachemir is een gewest van Afgha nistan; deze streek is rijk aan vruchtbare grond en bezit altijd een heerlijk klimaat. Het is het schoonste dal in de bergen en c^e geitjes gevoelen zich hier het best thuis. De cachemir-geiten van Tib.et en de gei ten, die in de zuidelijker gelegen streken leven, leveren wel een verschillend soort wol, maar de geiten zijn toch van hetzelf de ras en vertonen een grote overeenkomst met elkaar, zodat iemand, die de dieren voor het eerst ziet, geen onderscheid zou kunnen maken. De cachemir-geiten zijn ongeveer een meter lang en eèiï halve meter hoog. De hoorns zijn breed en naar achteren gebo gen, terwijl het uiteinde naar buiten wijst. Het haar van deze dieren is heel lang, glad, fijn, glanzend en naai' benéden han gend, terwijl zich daaronder een nog fijner en zachter wolhaar bevindt, dat wit en tèer is en waar andere wol van wordt verva u'r digd. Men heeft fijne cachemir en grove. De kleur van deze geiten is gew.oonlijk aan de hals en kop zwart, en verder geheel wit. De cachemh-geit houdt niet van al te warme luchtstreken en hoe hoger'de plaats is, waar zij een geschikte weide heeft ge vonden, des te fijner is haar wol en des te beter is haar gezondheid. In vroeger jaren heeft men wel eens getracht de geiten over te brengen naar. Bengalen, maar de dieren geraakten al gauw hun mooie wol kwijt en een ernstige huidziekte tastte hét mooie vel aan. Toen kwam 'men op "het denkbeeld deze nuttige dieren naar Engeland, Zwitserland en Frankrijk over te brengen. Het trans port moest gaart over koude landen, wgnt zo gauw de geiten in de hetere luchtstre ken kwamen, wer.den zij ziek en stierven! Het vervoer ging dus lang niet gemakke lijk, maar eindelijk kwam m,en toch op de plaats van bestemming'aan. Bijzond,er in de Pyrepeeën, het gebergte tussen Frankrijk en Spanje, gewénden de geiten wel en bleven gelukkig, gezond en krachtig. De melk van de cachemir-geit is heel heilzaam .nog gezonder'dan gewone geiten-: melk. Het vlees dep dieren is heel goed eetbaar én allés aan het beest, zoals de huid, de hoorns en de hoeven, kan men tegenwoordig vim hen gebruiken. Op de vervaax-diging van de sjaals legt men zich hoofdzakelijk toe in die streken, waarnaar/ de feiten genoemd zijn, dus de streek vgn Cachemir. De inwoners kopen de wol van de fokkers op en de fabrieken leveren de fijnste kwaliteit cacheipir-sjaals, welke over de gefiele wepeld worden ver zonden. De wol wordt eerst goed gewassen en geprepareerd, ze worgt door kammen en borstelen uit elkaar gehaald en uitge trokken. Vroeger geschiedde het spinnen van de wol nog met ouderwetse spinnewielen: te genwoordig zijn de machines ook hiertoe in staat én dit spaart natuurlijk aanmerke lijk veel ïijd en geld uit, want moest nxen in vroeger jaren vier arbeiders hebben om een hoeveelheid wol te vervaardigen door middel van spinnewielen, thans doet een eenvoudige machine dit werk voor die vier mensen. Het verven van de wol geschiedt vóórdat de wol gesponnen is. De bloemen en allerlei mooie figuren, welke men op de sjaals en dassen ziet. als men ze in de winkels koopt, worden er op gemaakt volgens bepaalde patronen en op de manier, zoals een tapijt met de hand wordt vervaardigd: n.I. aan de verkeerde kant, zodat het patroon er helemaal wordt ingeweven. In het Qosten worden de sjaals nog wel op minder vlotte wijze vervaardigd, nl. door midde} van spanx-amen. Jullie hebt misschiep wel eens gezien hoe moeder bor duurde met een ronde houten tafelring, die Het tweede ei heeft van papier een kx\agg- je, waar een strik op wordt getekend, of je kunt van papier ook een strikje maken. Ook hier worden de oren aangeplakt, terwijl er een klein zilver- of gouddrgadje doorheen getrokken wordt bij wijze van oorbelletjes. Het haar, en het gezicht wor- Het ene ei zet je op een smalle reep wit papiex*, dat als boordje dienst moet doen, terwijl de oren eveneens van papier wor den geknipt erx aan het ei worden vastge plakt. In het hoekje kan je zien, dat er aan het oor een klein plakrand je moet wor den geknipt. Als je van heel dun vloeipapier hele smalle reepjes knipt kan dgt dienen voor gras. Op die manier kan je een heel gras veld ma.ken, door de reepjes, die eerst groen gekleurd zijn, op een stuk karton vast te lijmen. Dan neem je een beschilderd ei, zoals je op de tekening kunt zien, dat in het gras wordt vastgelijmd. Ook is het gardig een hele boomgaard te maken. Dus eerst een grasveld en daarop 'lijm je kleine takjes, natuurlijk heel dun, en van onderen gespleten vast. De blade ren worden ook van dun vloeipapier ge maakt, dat groen gekleurd is en aan de takjes wordt vastgelijmd. Misschien heb je nog wel zo'n wollen kuikentje van verleden jaar over, hét is aardig die uit een lege eierdop te laten kij ken, het echte ei zien jullie tussen de bo men in liggen. Als je over een beetje fantasie beschikt, kun je op deze manier allerlei aardige din gen zelf maken. Dus maar flink aan het werk, want het is al gauw Pasen. door ANNIE PRINSEN. maar het kopje over.Enkele eieren, die op een schaaltje lagen, werden in de haast door Tommy van een plank gestoten erx met veel lawaai vielen ze op de grond. De poesjes smulden van het kostelijke geel en vergaten alles om zich heen. Intussen was tante Minet klaar mêt haar huiselijke bezigheden en ging de nichtjes opzoeken. „Tommy, Timmy, Knortje, waar zitten jullie?" riep, ze, toen ze niemand in de tuin zag. Daar viel haar oog op het kel derluikje, dat half geopend stond. Ze sqhrok en kreeg een akelig gevoel. Zouden ze., nee maar., even kijken. Ze liep te rug naar het huis en opende vanuit de gang de deur naar de kelder. Oef! wat schrokken de nichtjes en wat keek tante Minet verschrikt en kwaad. Geen wonder! Al haar kostelijk eten lag over de grond verspreid en de leideerste beetjes hadden die stoute nichten opgegeten! Wat was tante Minet ontzettend boos. Ze trok de nichtjes hardhandig onder het ta feltje uit, waar zij zich schuil hielden en stuurde hen onmiddellijk haar woning uit met het verzoek zich nooit en nooit meer bij tante Minet te laten zienZoiets had den de nichtjes niet verwacht. Ze zouden het hele geval aan moeder moeten vertel len, want als zij het niet deden, deed tante hetEn met spijt in het hart keerden zij naar huis en daar wachtte hen opnieuw 'n geducht standje.... BELLO OP HET KERKHOF. Trouw aan zijn baasje. „Kom Bello, kom nu toch!" roept een klein meisje, gekleed in een zwart jurkje en staand aan de ingang van een groot kerkhof. Zij roept haar trouwe Bello, de hond, die daar nog maar heel alleen op dat verlatexi kerkhof toeft. „Heeft hij zo'n verdriet om zijn baasje?" hoort het kleine meisje plotseling een heer achter zich vragen. Ann kijkt om en ziet daar een man met lange grijze baard staan, medelijdend kijkt hij van het kind naar de hond. Hij haalt de hond aan en stxhjkt hem over de ruige kop. Het meisje, blij dat nog iemand haar Bello lief vindt, vertelt, dat haar vader enige maanden geleden is ge storven en daar begraven ligt. zij aan de tafel bevestigde, terwijl het kleedje, dat in de ring zat, goed strak moest zitten. Welnu, in die geest worden deze ramen ook gespannen rondom de kle den en de sjaals, die moesten wox-den be werkt. Er was eens een Framsman, zekere mijn heer Ternaux, dié in Frankrijk zelf wollen sjaals wilde maken van cachemji\-wol. Hier toe liet hij zijn koerier naar de stad Maka- rief, nabij Moskou, rijden en deze wist 60 ppnd wol mach,tig te worden, zonder dat hij' daar de nodige uitvoerrechten voor be hoefde te betalen. Want wat deed die slim me koopman? Hij liet van die 60 pon4 wol een heel groot zitkussen maken voor de zit,bank in zijn rijtuig. Alzo kon men deze wol niet belasten, want ieder reiziger mag het zich met zijn voertuigen gedurende 'n lange reis zo gemakkelijk mogelijk ma ken! Dezelfde Ternaux wilde de cachemirwol ook in Frankrijk vervaardigen, waartoe hjj eeji paar honderd geiten uit hun geboorte land weghaalde, maar de dieren stierven onderweg voor het grootste gedeelte en de overige werden ziek, en kwijnden langzaam weg. In latere jaren wist de toenemende in dustrie, zoals van zpvele artikelen, een mooie imitatje te maken van de originele cachemir-wol, welke natyurlijk zoveel goed koper was dgn de echte, hoewel deze na- maakwol begrijpelijkerwijze lang zó mooi niet is. EEN AARDIGE MANIER OM PAAS EIEREN TE VERSIEREN. OP THEEVISITE BIJ TANTE MINET. IN DE PROVISIEKEL DER. Tante Minet's nichtjes, Timmy, Tommy en Knortje, waren op weg naar het huis van de tanfe, die hen op die middag op theevisite had gevraagd. Dat was natuurlijk heel aardig van die tante Minet. Ze hield veel van haar nichtjes, al beweerde zé wél eens, dat de nichtjes nogal eens ondeugend waren. Maar ze hield nu eenmaal veel van de kinders, en omdat ze een groot huis had, konden de kleintjes hier heerlijk spelen. Vpor de nichtjes aan tante's wonjng schel den, knapten zij zich nog eventjes op, want zij hadden pnderweg met steentjes ge schopt en hun pootjes moesten daarom no dig nog even worden schoongelikt.Tante was altijd zo precies en vond 't vreselijk, als de nichten er niet als jongedames uit zagen Juist bekeken zij elkaar en knikten el kaar goedkeurend toe, toen tante zelf de deur opende en de kipderen vriendelijk goede dag zegde. Ze gaven tante Minet beleefd een pootje en werden naar de mooie voox-kamer gebracht, „Ik zal jullie een spelletje geven", zéi tante en kwam met een blokkendoos aan. „Ik moet nog even voor het avondeten zorgen in de keu ken. Biijf jullie maar rustig spelen" en met die woorden verliet zij de kamer.De nichtjes vonden het eigenlijk een flauw spel, zo'n blokkendoosje. Ze hadden meer zin om iets ondeugends te doen. Tommy sloop naar de keuken en vroeg met een den op het ei getekend of geschilderd, als je waterverf bij de hand hebt, is het aar dig het hele gezicht in kleuren te schilde- ren, maar heb je alleen maar potlood dan gaat het ook heel goed. Misschien heb je ook nog wel ergens een stompje blauw of rood potlood voor de ogen en de lippen. Zie zo, zo kun je op deze manier nu al vast beginnen de eieren voor de Pasen te versieren. lief stemmetje: „Tante Minet, mogen we wat in de tuin gaan spelen?" „Wel zeker lieverdje, als jullie daar zin in hebt", was tant#s antwoord. Zjj hojden letterlijk naar de tuin en speel den wild krijgertje met elkaar. Tante kon hen vanuit de keuken geluk kig niet zien, anders had zij haar poesen- hartje vastgehouden, toen ze Knortje daar hoog in de bomen zag klimmen. „Hè, zo is 't veel leuker, vindt jullie niet?" riep Knortje naar beneden. „Nou!" riepen de anderen en zonnen op een ander spelletje. „Ik heb zo'n honger" zei Tim, die altijd maar eten wilde, en het liefst snoe pen. „Ik ook!" riepen de anderen. „Wacht," deed Tommy geheimzinnig. „Even kijken, waar tante is.Hij sloop op zijn fluwee- len pootjes het gangetje door en zag, dat tante rustig haar aardappels schilde.. „Kom mee", fluisterde hij. „Ik weet de weg naar de kelder, waar altijd lekkere dingen staan". Daar hadden de anderen oren naar en drie kleine poesjes slopen heel zacht achter elkaar naar het luikje, dat in de tuin uitkwam en toegang gaf tot de provisiekelder. „Heerlijk ruikt het hier!" fluisterden ze elkaar toe. „Wat een boel lekkere dingen had tante Minet! „Kijk 'ns boven je hoofd", riep Tim, „een hele kip". „En kijk 'ns wat lekkere jam! Allemaal volle potjes.riep Knortje en meteen stopte ze haar pootje in een der potjes om het dan vol behagen en begerig af te likken. De anderen kregen er nog meer honger van. toen ze zagen dat Knor tje zo smulde. „Ik ook even een likje"., riepen ze, en het duurde niet lang of het potje was leek.. „Verstoppen", opperde Knor en het ledige potje werd in een hoekje gezet. Tim kon die heerlijke kip niet langer meer aan een touwtje zien hangen en nam een sprongetje. Tjoep, daar viel de kip naar beneden. De bekoring was te groot, dan dat ze het beestje daar zo maar kon den laten liggen en in minder dan geen tijd was er van tante's lekkere kip alleen nóg Een goede straf voor stoute snoepsters.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 12