Mik De B rabantsche Brief van D Zeeland en omliggende dorpen stroomde men toe en verzamelde zich op een naast het voetbalveld gelegen terrein. Toen de troep een sterkte van ongeveer 300 man had bereikt, achtte men zich in staat, de demonstratie van den heer Bouw man, die verschillende sprekers aan het woord wilde laten, te verstoren. Zoodra een spreker met zijn rede begon, zette de Jonge Boerenstand ean lied in zoodat de aanhangers van den heer Bouw man niets konden verstaan. Brabantsche kelen kunnen een nog al sterk stemgeluid ontwikke len! Heetgebakerde volgelingen van den heer Bouwman protesteerden en over en weer wer den onvriendelijke opmerkingen gelanceerd. De stemming verbitterde al meer en tenslotte werd ULVENHOUT, 14 April 1936. Menier, Sodepetat, wat was me dieën wagel van deu zen morgen toch zwaar! Nie dat ie zoo kolossaal gelajen was, Zaterdag was ie heel wat lochter en toch zat er toen drie keer zooveul op! Ge verstaat, amico! Zaterdag zat den Paasch in m'n zi element en van den morgen zat ie in m'n beenen. Da's veul verschil. 't Zijn plazierige, room- zoete dagen geweest, waarover ik deuzen avond nog fi geien n brief- ke schrijf; dagen die 'k nog 'ns geren naproef, nog 'ns geren sjuust als de poes, mijnen baard van aflik. Voor Trui is 't nie druk geweest. De kinders ko men allemaal de volgende maand, bruiloft! en eigenlijk kwam heur dat goed gelegen; want zoo 'nen schoonmaak, na veertig jaren trouwen dienst, allez, Trui is ook zoo jong nie meer. Ik begin er. zelfs al sterk over te prakizeeren, om voor de bruiloft heuren baard wat bij te knippen. Ze loopt hier en daar uit als 'nen overjaarschcn eigenheimer, die in den kelder overwinterde. Twee dagen is ze stillekens gelukkig geweest in haar schoone, krist al propere, vernieuwde huiske en ouwe meubeltjes, waarop ze veertig jaren wreef, boende en poetste en waarmee ze nog even content is, als op den dag van ondertrouw. Contenter nog! Want dingskens die altij om oe Tienen zijn geweest, zijn stukslcens van oew leven geworden. Meubeltjes waarin de kinders zijn groot geworden, zijn toch weerdevoller, zijn veul schooner in oew oog, dan glazen tafelblajen op vernikkelde gaspij- pen; dan moderne stoeltjes waarop ge. .moei wordt van 't zitten. Twee dagen is zij stillekens gelukkig geweest tus- schen glanzende bullekens, waarop den politoer zit van veertig jaren goeie zorgen. Van veertig jaren lief en leed. En dieën glans, amico, die kan den meubelarchi tect toch nie aanbrengen op de „zakelijkste", op de .modernste" op de „nieuwste" meubels nog nie, al zijn ze vernikkeld, gelakt en blinkend als 'nen hagelnieuwen Ford. Ik wil daar mee zeggen: mode in meubels is even zinloos, als huwelijken van 'nen „blauwen Maan dag." Maar genoeg. Laat ik nie gaan filosofeeren over 1 leege, t zin- leege van deuzen modernen tijd, van den moder nen mensch, die bij gemis aan den zachten glans van 't leven zeivers, nou den lakkwast zet op z'n haren, op z'n nagels, op de fietsbuizen van z'n meu bels. Genogt, zeg ik, want 'k zou geen ruimte over hebben meer, voor m'nen Paasch, of liever gezegd: voor 't plazier da'k met Paschen heb gehad! Trui liet me geren weggaan, want ze is zóó zuinig op heur nieuwe gordijntjes voor de bedstee, voor de ramen; op heuren schoonmaak kortom, die zoo blijven moet tot ons feest da'k ze 'r werendig van verdenk, dat ze mij daarom zoo n bietje loost 'n Spiksplinternieuwe ervaring na veer tig jaren. Tweeden Paaschmorgen b.v., als ik zo vertoefd, kan niet bij nadering beseffen, wat het zeggen wil, twaalf maal de lente te zien komen met al haar beloften van nieuw leven, terwijl je weet, dat dat nieuwe leven voor anderen is, niet voor je zelf! En geloof dit van me, mevrouw Fenton: wanneer ik me in die rampzaligen-jaren geen vast doel voor oogen had gesteld, dan was ik in de hel van Newgate bezweken. Weet u, wat mij staande heeft gehouden?'" „Ik weet het", antwoordde Caroline met gebo gen hoofd. Na een oogenblik zag zij tot hem op. j.Het is een ontzettende tijd voor u geweest, Sir Charles. Ik zie nu ook de fout in, die ik daar straks heb begaan. Ik ik had in de allereerste plaats aan u behooren te denken Vegeef het mij! „Ik maak een weddenschap met u, mevrouw Fenton", zei hij sarcastisch, „dat u van gedach ten aan mij niet veel last gehad zult hebben! Ja, natuurlijk;.die brief van advocaat Ramsay heeft u plotseling weer an mijn ongewenscht be staan herinnerd! Maar hebt u laten we zeg gen een maand geleden aan mij gedacht? Een jaar geleden bijvoorbeeld? Vier, vijf, zes jaar geleden?" Caroline bleef met gebogen hoofd zitten en gaf geen antwoord. „Uw zwijgen is de beste bekentenis", ging hij onbewogen voort. „En, eerlijk gezegd, ik had ook niet anders verwacht. Heusch het beeld, dat ik mij van u gevormd heb, is trek voor trek juist. Egoisme leidt al uw daden en al uw gedachten. Egoisme leidde u ook, toen u mij op Rothermere Gastle in de val lokte!" Zij sprong van haar stoel op. >,Dat is een leugen, Melrose!" riep Caroline heftig uit. „En je moet er in je hart van over tuigd zijn, dat het een leugen is! De plotselinge terugkomst van Sir Everard overviel mij min het een formeele scheldpartij die weldra overging in handtastelijkheden. Steenen vlogen door de lucht en tenslotte werden de heiningen tusschen de beide terreinen verbroken en werd het een ge duchte kloppartij, waarbij men overal kluwen vechtende menschen zag. Een detachement maxechaussee was intus- schen ter plaatse verschenen en vroeg onmiddel lijk het laatste woord. Sabels en gummistokken kwamen, toen sommaties geen effect hadden, voor den dag en het terrein was in korten tijd ontruimd. Afgeslagen hoofddeksels en flarden vaii kleedingstukken bewezen, dat het raak ge weest was. Maar actie is er genoeg onder de kleine boeren m'n smoesje maken wou, om 's middags mee de kameraads te gaan schieten, dan liep dat zoo ca sueel voor me af, da 'k efkens twee trekken aan m'n pijp moest doen, voor ik deuzen nieuwen, tij- delijken toestand heelegaar besefte. Ik begon zóó: ik keek 'ns uit 't raam, ander de gordijn door en zee, alsof ik ze voor 't eerst van m'n leven zag: „wat 'n schoone, hooge locht, van daag. Wel killekes nog, maar „Ga-g-er 's uit," zee Trui. En da zee ze zoo „ge woon" en effen-af, da'k die twee trekken aan m'n pijp noodig had, om mijnen gedachtengang 'nen an deren draai te geven. Welja! Als ge zoo veertig ja ren eerst tien zinnekens tot één behoorlijk smoesje in malkaar moest kneejen om weg te komen .1 Alles wordt gewoonte. ,,'k Gaai 'n bietje schieten," zee ik toen. „Waarom nie!" Trui weer. Ik docht, daar doe'k nog 'n bietje bij en zee: „*k had daarveur al afgesproken mee de jongens." „Allicht," zee Trui en toen amico, toen duizelde t me efkens! Want toen kreeg ik toch dat kouwe gevoel over m'n rug, van ja, hoe zal 'k dat zeggen? Luister, zoo: 'n paar jaar gelejen hielp ik mee aan den schoonmaak en had twee uren staan krab ben op 'n bovenlicht om er oud glaspapier af te krabben mee 'nen eerpelschilder. ('n Echt peekar- weike!) 'n Bietje driftig door Trui's op-, en aanmerkin gen, begost ik na twee uren krabbelen, te zeemen. En toen drukte ik de ruit in duuzend gruze lementen. Ge hoeft niks te vragen Daar stond ik; mee twee verprutste kostelijke schoonmaakuren, mee 'n figuur als Jan-Loei mee 'nen bloeienden duim, en... mee 'n wijf afijn! 't Is verjaard. Maar ik had gisteren sjuust zoo'n gevoel als bij die kapotte ruit, toen Trui zee: „krak" oneeë, dat zee die ruit; Trui zee: .^allicht". Maar 't klonk sjuust eender! Had ik daarvoor veertig Jaren m'n smoesjes zorg vuldig staan construeeren, terwijl zij me al veertig jaren van begin af in de gaten had en me kalm had laten aanknutselen?? - Ik moet 'wel 't zelfde stomme gezicht getrokken hebben, als toen mee die ruit, want Trui draaide d'r eigen om, nog al rap en slefte naar 't achterhuis. „Allicht". Als ik op de schietbaan stond, achter de „Gou wen", dan schoot ik m'n eerste zes pijlen voor schandaal af en zee: „allicht". „Ja," zee onzen keizer, den Blaauwe: „daar staat te veul wind, allicht schiet ge 'r dan neffen, Dré!" Maar hij..., hij tooverde na mij zeuven rozen in zijnen heul (12 schoten) en ik zee weer: „allicht" „Den keizer, ee," vulde den Fielp aan, die ook al z'n schoten liad zien wegwaaien. Nou is den Fielp al 'nen heel kwajen schutter. Dat zit 'm minder in z'n schietoog, dan in zijnen kolossalen buik. Z'n armen zijn gewoonweg te kort, als io den boog, daar in de verte, waar den buik ergens op houdt, moet spannen. Zoodoende kan ie nie vast aanleggen, maar als voorzitter, ja, dam moet ie toch zoo nou en dan 'ns 'nen boog vasthouwen! Hijzelf beweert, dat ie in den loop van de jaren minder van gezicht is geworden, maar laat ik oe zeggen: hij brilt aleen maar in den gemeenteraad, waard en nieuwen veldwachter altij achter 'm staat, om telkens den bril op te vangen. Wamt olifanten brillen nie en toch zou den Fielp, zöo'n maat noo dig hebben! Da's al sjuust als mee z'n hoedjes; daar is op de heele weareld niks, dat hun past of 't moet aangemeten zijn, tot z'n handschoenen toe. enenen Als wij zoo wel 'ns bij hum in de bakkerij kaart- speulen, dan hangt daar aan 'nen spijker achter de stens even erg! Maar ik zweer je, dat ik er de hand niet in heb gehad! Ik zweer het je bij het leven van mijn kleine Edith, Melrose!" Zij liet zich snikkend weder in haar stoel terugvallen. „Goed goed" weerde hij f Het is lang geleden en ik gevoel geen lust, het gebeurde nog eens op te ratelen. Waarom ookna zóóveel jaren! Maar, Mevrouw Fenton, we waren aardig op weg, het doel van uw komst uit het oog te verlie zen Laten we er daarom op - terugkomen. U bent gewaarschuwd voor een gevaar, dat u van mijn kant dreigt. U wilt het afwenden. Tot wel ken prijs?" „Tot welken prijs?" stamelde Caroline, terwijl een diep rood haar gelaat overtoog. „Natuurlijk!" lachte Sir Charles grimmig. „Bij elke transactie is sprake van een prijs. Ik heb het lot van u en de uwen in handen. Vlei u niet met een ijdele hoop, mevrouw Fenton! Ik ben geen dwaze, romantische held van de film, die maar in de oogen van een mooie vrouw heeft te kijken, om kwaad met goed te vergelden! Zoo iets heeft trouwens nooit in mijn aard gelegen. Maar we zouden het over een anderen boeg kun nen gooien; ik bedoel, dat ik bijvoorbeeld bereid zou kunnen worden gevonden, u uitstel te ver- leenen. Telkens voor een zekeren termijn la ten we zeggen op zijn hoogst drie maanden. Op één voorwaarde natuurlijk. Dat u er voor betaalt zoo dikwijls ik betaline vorder!" „Melrose! Melrose!" De tranen sprongen Caro line in de oogen. „Is dan alle gevoel in je dood? Hoe durf je een dergelijk voorstel doen? Al was ik een ellendig, diep gezonken schensel. dan nog had je het recht daartoe niet! Zee. dat je het niet gemeend hebt!" Zij snikte. Het waren droge korte, elkander snel opvolgende snikken. Sir Charles zag op Caroline neer en wist, dat haar ZONDAG 19 APRIL. HILVERSUM (1875 M.) 8.30 KRO, 9.30 NCRV., 12.15 KRO, 5.00 NCRV, 7.45- 11.30 KRO. 8.30 Morgenwijding; 9.30 Gewijde mu ziek; 10.20 Doopsgez. Kerkdienst; Hierna Orgelspel; 12.15 KRO-orkest én Lezing; 2.10 Causerie; 2.30 KRO Symphonie-orkest en solistè; 3.30 Causerie; 3.45 Ver volg concert; 4.30 Ziekenhalfuur; 5.00 Ned. Herv. Kerkdienst. Hierna: Gewijde muziek; 7.45 Sport; 7.50 Causerie 8.10 Berichten; 8.20 KRO-orkest, KRO-boys en Zangsextet; 10.30 Berichten; Grampl; 10.40 Epi loog; 11.00—11.30 Esperanto. HILVERSUM (301 M.) 8.55 VARA, 12.00 AVRO, 5.00 VARA, 6.00 VPRO, 8.00 —12.00 AVRO. 8.55 Orgelspel; 9.00 Berichten; Cau serie; 9.30 Berichten; Orgelspel; 9.45 Veiligheidskwar liertje; 10.00 Berichten; Grampl; 10.25 Damles; 10.45 Hoilandsch Strijkkwartet; 11.05 Grampl; 11.10 Lezing 11.25 Vervolg kwartetconcert; 12.00 Grampl; 12.50 Cantabilé-orkest; 2.00 Boekbespreking; 2.30 Opera concert mmv. solisten, koor en orkest; 4.00 Sport- reportage; 4.30 Olympisch Nieuws; 4.45 Sportberich ten; Grampl; 5.00 Grampl; 5.30 Sportnieuws; Grampl; 6.00 Lezing; 6.30 Causerie; 6.45 Ned. Herv. Kerkdienst 8.00 Berichten; 8.15 Concertgebouw-orkest en solist; 8.55 Grampl; 9.00 Radio-Journaal; 9.15 Gevar. pro gramma; 10.30 Dialoog; 10.50 Grampl; 11.00 Berich ten; 11.10—12.00 Kovacs Lajos' orkest. deur, z'n blaauw-linnenschen werkbroek. Nou, dat ding is zoowat stijf van den deeg, die hij daar altij aam smeert en als ge dat ding daar stijf en bol ziet uitstaan aan die deur, dan moet g'al heel erg de smoor in hebben, om nie stil te lachen, 't Is sjuust 'nen Zeppelin die pas 'n weareldreis achter den rug heeft. Niks as „buik" en „gewitwel"; ruimte voor twee uitstaande perepluies. „We scheien er af," commandeerde den Fielp. „Hal de schoten waaien weg lijk..." Afijn! De ver gelijking was nie slecht, maar voor de krant „min der geheigend", zou den Edelachtbaren Philippus zeggen. Toen zijn we rap binnen gegaan, daar brandde lekker de kachel. Die kosten we hebben! Want schieten doet ge in oew hemdsmouwen en 't lcie- penvel stond op ons lijf! Den Joost uit Oosterhout was er nie vandaag, die was mee den Paasch naar z'n kinders, ge weet: hij is weduwman. Dus viel den Jaan in voor den Jozef. Janus spuit altij nog al fortuinlijk en den Fielp nouja, die piekt nog altij! Die waagt teveul. Drie keer ging ie pico, drie keer liep 't falikant. En 't ergste: drie keeren ook was 't den Jaan, die den Fielp erbij lapte! Ondertusschen is Janus gepensiomneerd, lijk ge weet, dus Z.E.A. Fielp Beeckers is z'n overwicht van 'n kwarteeuw lang, op den Jaan kwijt! En toen den "aan tot drie keeren toe den Fielp had „ingeluisd" (da's 'n sportwoord, amico, da's 'n nationaal sportwoord; ge kunt 't gerust laten staan; iedereen verstaat t!) maar toen den Jaan er den Fielp dan drie keeren had ingeluisd, wier 't toch wel wat benauwd aan ons tafeltje. Den Fielp zweeg. Maar hij zag wittekens. Janus zweeg nie. Zelfs ging ie den Fielp uitleggen, dat ie 'n „reuze- kafferstreek" had uitgehaald. De temperatuur steeg. Toen zee den Blaauwe: „jaja, Jaan, maar kaart- speulen is zoo makkelijk nie De temperatuur steeg steeds. Ik zweeg. Na veertig jaren trouwen dienst léért den mensch op tijd zwijgen, amico! Vooral als ie pas wéér 'n „ruit gebroken" heeft! „Is nie waar, Dré," betrok den Blaauwe mij er toen in: „bij kaartspeulen mot ge nie zitten slapen!" En voor ik 't wist, viel uit m'nen mond: „allicht". Pats! „Hastmoumaaruitis!" viel den Fielp uit En toen lei ie z'n knuistje (waar aan de handschoenen moeten aangemeten worden!) zoo onbehouwen op 't tafeltje, dat zijn eigen citroentje mèt, hoofdschud dend, beenenbevend in zwijm viel, waarna den dik ken, suikerigen citroen over 't tafeltje kronkelde als 'nen langen pier. Den Fielp wier er ineenen kalm van. Hij schoof de kaarten van tafel, schoof meteen den Jaan méé. die achteruit rolde, met stoel en al," toen dook den Fielp z'n schouwers op het tafeltje en met 'nen schuiver van 'n hal ven meter lang, dweil de-n-ie 't tafelblaaike schoon mee z'n. tong. Weg pier! Kepot heb 'k me gelachen. Amico vol. En maar goed ook. Want we hebben zoo'n leut gehad, dat afijn. Tot de naaste week! Veul groeten van .Allicht' en as altij geen haarke minder van oewen t. a. v. DRê. droefheid thans oprecht was. „U hebt mijn woorden absoluut verkeerd uit gelegd, mevrouw Fenton", zei hij „U geeft er een bedoeling aan, die geen oogenblik in mij is opgekomen, en u doet me onrecht", Zijn stem had den harden, vijandigen klank verloren. Hij kwam naar Caroline toe en legde een hand op haar schouder. „Eenmaal heb ik op het punt ge staan", zei hij ernstig, „om te nemen, wat niet het mijne was en ik ben er zwaar voor gestraft Ik zal niet een tweede maal in die fout vervallen U bent de vrouw van Arthur Fenton, u bent moeder ik zal het nooit vergeten bij alles, wat ik doe. Bij alles, wat ik doe, mevrouw Fen ton", herhaalde hij met grooten nadruk. „U bent geen kind en eenigszins kunt u zich wel voor stellen, wat ik in Newgate heb doorgemaakt. Ik erken ten volle het deel van mijn eigen schuld, maar dat delgt daarom het uwe nog niet uit". Caroline droogde haar oogen en zag hem aan Zij was getroffen door den zachteren toon, wel ken hij had aangeslagen, en het gaf haar een oogenblik nieuwen moed. Een oogenblik ook slechts. Want zij las iets in het harde gelaat, dat geheel in tegenspraak was met zijn correct, bijna vriendelijk optreden. „Zeg me dan tenminste, Melrose, wat je voornemens ten opzichte van mij van ons zijn pleitte Caroline. „Dat is toch wel het allerminste wat ik weten mag". Sir Charles haalde de schouders op. „Ik ben het met me zelf nog niet eens, me vrouw Fenton", zei hij. „Op mijn woord van eer niet. Ik kan evenmin bij eenige benadering het tijdstip aangeven, waarop ik er aan herinneren zal, dat ik een vordering op u heb en voldoening verlang. Alles hangt van de omstandigheden af. De volgende week, de volgende maand, het vol DROITWICH (1500 M.) 8.45—9.30 Kerkdienst; 10.20—11.35 Kerkdienst; 11.50 BBC-Northern-Ireland-orkest en solist; 12.50 Orkest concert en solist; 1.50 E. Pini's Tango orkest; 2.20 Kerkdienst; 3.20 Pianorecital; 3.50 Voor de kinderen; 4.10 Lezingen; 4.50 Zang en Trioconcert; 6.05 Lezing; 6.20 Zang en Cello; 7.20 Kerkdienst; 7.35 Relig. cau serie; 8.05 Liefdadigheidsoproep; 8.10 Berichten; 8.20 Mantovani's Tipica orkest; 8.50 Alb. Sandler's orkest en soliste; 10.05 Epiloog. RADIO-PARIS (1648 M.) 6.20 en 7.20 Grampl; 10-20 Orkestconcert; 11.20 Or gelconcert; 12.20 en 2.05 Orkestconcert; 4.20 Pascal- orkest; 6.50 Mandoline orkest; 8.05 Radiotooneel; 10.0511.35 Dansmuziek. KEULEN (456 M 5.20 Havenconcert; 8.50 Omroepstrijkkwartet; 10.35 Koorconcert 11.20 Orkestconcert; 1235 Hans Bund's orkest; 1.50 Grampl; 3.20 Omroeporkest en solisten; 6.50 Viool en piano; 7.20 Volksmuziek; 9.50 Dansmuz. BRUSSEL (322 en 484 M.) 322 M.: 8.25 Grampl; 8.50 Orgelspel; 9.20 Zigeuneror kest; 10.05 Harmonicamuziek en Grampl; 11.20 Om roeporkest; 12.30 Constatin-orkest; 1.20 Grampl; 1.50 Pianorecital; 2.20 Grampl; 4.20 Dansmuziek; 5.20 Zi- geunermuziek; 6.20 Grampl; 7.20 Operette-uitzending; 9.40 Grampl; 10.20—11.20 Dansmuziek. 484 M.: 8.20 Grampl; 9.35 Orgelspel; 10.05 Grampl; 10.20 Zigeunermuziek; 11.20 Grampl; 11.50 Orgelcon cert; 12.30 Grampl; 1.50 Constantin-orkest; 2.50 en 4.20 Grampl; 4.35 Pianoduetten en Grampl; 5.20 Koorcon cert; 6.35 Grampl; 7.20 Variété-programma; 9.30 Dansmuziek; 10.20—11.20 Grampl. DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.) 7 30 Operetteconcert; 9.20 Berichten; 9.50 Fluit en piano: 10.05 Weerbericht; 10.20 Dansmuziek; 11.20— 11.50 Rijkszending. MAANDAG 20 APRIL. HILVERSUM (1875 M.) NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing; 8.15—9.30 Gr. pl.; 10.30 Morgendienst; 11.00 Chr. lectuur; 11.30— 12.00 en 12.15 Grampl; 12.45 A'damsch Salonorkestj 2.20 Grampl; 2.4-5 Voor de keuken; 3.153.45 Gram. pl; 4.00 Bijbellezing; 5.00 Bas-bariton, viool en piano 6.30 Vragenuur; 7.00 Berichten; 7.15 Reportage; 7.30 Vragenuur; 8.00 Berichten; 8.15 Leger des Heils Sar menkomst; 9.15 Stichtsch Salonorkest (Om 10.00 Be richten); 11.00—11.30 Grampl. HILVERSUM (301 M.) Algemeen programma, verzorgd door de AVRO. 8.00 Grampl; 9.00 Ensemble Rentmeester; 10.00 Mor genwijding; Grampl; 10.30 Vervolg ensembleconcert; 11.00 Orgel en zang; 12.00 Aeolian-orkest; 12.30 De Octophonikers; 1.30 Omroeporkest en voordracht; 4.00 Pianorecital; 4.30 Micha Novy' orkest en solist; 5 00 Lyra Trio; 5.45 Aeolian-orkest; 6.30 Muzikale causerie; 7.30 De Staalmeesters; 8.00 Berichten; 8.10 Grampl; 8.20 BBCDansorkest; 8.50 Radiotooneel; 9.25 Oratorium-concert mmv. solisten, koren en or kest; 11.00 Berichten; 11.10—12.00 De orkesten.Veres Lajos en Freddy Hoffmann. DROITWICH (1500 M.) 10.20 Grampl; 11.05 Orgelconcert; 11.50 Het Krein- Zigeuner orkest en solist; 12.50 Populair concert; 1.50 Grampl; 2.35 Pianorecital; 3.05 Voordracht; 3.20 Amington-orkest mmv. conferencier; 4.05 Cello en piano 4.35 CelliniTrio en zang; 5.20 Berichten; 5.50 Pianorecital; 6.10 Lezingen; 7.20 Voordracht; 7.30 Radiotooneel; &20 BBC-Dansorkest; 8.50 Berichten; 9.20 Lezing; 9.35 BBC-Northern-orkest 10.35 Dans muziek; 10.50—11.20 Dansmuziek (Gr.pl.) RADIO-PARIS (1648 M.) 6.20 en 7.35 Grampl; 10.20 Orkestconcert; 1.50 Gram. pl; 3.20 Concert; 4.50 Orkestconcert; 5.50 Vervolg concert; 7.20 Radiotooneel; 8.05 Vioolrecital; 8.20 BBC-Symphonie-orkest; 10.20—11.35 Dansmuziek en populair concert. 5.50 Orkestconcert; 11.20 Verzoekprogramma; 12.35 Ned. Saks. Symphonie-orkest; 1.35 Omroepschram- melensemble; 3.20 Literair-muzikaal programma; 4.20 Symphonieconcert; 6.20 Omroepkwintet; 8.20 Omroepkleinorkest; 9.50 Trioconccrt; 10.30 Gevar. concert. BRUSSEL (322 en 484 M.) 322 M.: 11.20 Grampl; 11.50 Omroeporkest; 12.50— 1.20 Grampl; 4.20 Dansmuziek; 5.50 en 6.20 Grampl; 7.20 Symphonie-orkest en zang; 9.30—10.20 Grampl; 484 M.: 11.20 Orkestconcert; 12.30—1.20 Dansmuziek; 4.20 Omroeporkest; 5.35 Dito; 7.20 Zigeunermuziek; en voordracht; 8.35 Hoorspel; 9.30—10.20 Dansmuz. DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.) 7.50 Radiotooneel met muziek; 9.20 Berichten; 9.50 Kamermuziek; 10.05 Weerbericht; 10.20—11.20 Gr.pl. gend jaar?Wie zal het zeggen! Ik weet het niet! Maar dit ééne weet ik wel: wat ik van u. verlang, zal nooit iets oneervols wezen". Caroline stond moeizaam op. „Melrose, ben ik dan tevergeefs naar je ge komen?" vroeg zij mat. Hij negeerde haar vraag. „U hebt me nog niet gezegd, mevrouw Fen ton, of u met de voorgestelde transactie accoord gaat. Ik wil u bovendien nog verzekeren, dat ik tot geen enkele daad zal overgaan, zonder u be hoorlijk gewaarschuwd te hebben. Wat zal het zijn? „Er blijft me geen keus over". Zij keek hem recht in de oogen. „Maar o, wat ben je hard, Melrose! Véél harder dan ik dacht, dat ooit een man tegen een vrouw zou kunnen zijn!" Sir Charles liet zelf Caroline uit. Hij zag haar in de wachtende taxi stappen en bleef in de deur-opening staan, totdat de wagen uit het gezicht verdwenen was. Toen ging hij langzaam naar zijn kamer terug. De zoete geur van een exquis parfum hing er nog en met welbehagen snoof Melrose hem op. Hij staarde een oogenblik naar de plaats, waar Caroline gezeten had. Voor zijn oog verrees een beeld: het leek hem. alsof vele jaren plotseling waren weggevallen, zóó vol komen gelijk was het heden aan het verleden. Toen, op Rothermere-Castle, ging zijp hart uit naar haar, die een ander toebehoorde: nu was zij als een smeekelinge tot hem gekomen en wéér moest hij erkennen dat een ander dan hij zijn rechten op Caroline mocht doen gelden. Na vele laren was zij emdeh'ik in zijn reeele leven te ruggekomen en nog altijd stond zij even ver van hem verwijderd. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 18