In een uitgestorven stad
J. K. BREDERODE
De terugkeer van de
Ned. ambulance
Jongens stelen een auto
Nieuwe menschenroof
op de Tsjechische grens?
De instorting in de
Cunera-kerk
Gyronomus bezet wederom
den Afsluitdijk.
ANGST ONDER DE BEWONERS
VOOR HET STEEDS TERUGKEE-
REND GEVAAR VAN EEN BOM
BARDEMENT
door
DIRÉDAWA, 16 April.
DAGENLANG heeft het niet meer geregend en
is de hemel blauw gebleven en dit is hier
thans als een bedreiging, want dit sehoone
weder maakt luchtaanvallen gemakkelijk en waar
schijnlijk. Nog eenige malen is de overdag zoo goed
als uitgestorven stad opgeschrikt door een alarm en
een enkelen keer heb ik het geronk van motoren ge
hoord en zelfs hoog tegen den blauwen hemel een
Italiaansche vliegmachine gezien, die echter ter
waarneming scheen gekomen en geen bommen wierp,
tenminste niet op Dirédawa. Onderweg evenwel, niet
ver van Harrar, had ze drie bommen laten vallen op
een klein, onaanzienlijk dorpje, zonder schade aan
te richten.
Ook mijn Russische: hotelier en zijn vrouw zijn
nu zenuwachtig geworden en bij elk alarm nemen
ze met hun zoontje de vlucht naar een loopgraaf bui
ten de stad. Het is de langzame uitputting van den
geestelijken weerstand door een eiken dag terugkee-
rend, op zich zelf toch niet groot gevaar. Zij, die den
wereldoorlog hebben medegemaakt of van zeer na
bij gezien, weten wat dit beteekent. Er zijn mensclien,
die een zeer gevaarlijken toestand voor enkele uren
met de grootste koelbloedigheid uithouden, doch niet
bestand zijn tegen het elk uur en eiken dag weder te-
ruglceerend gevaar, zooals er menschen zijn, die de
heftigste pijnen voor enkele uren verdragen, doch dol
worden door een langdurige kiespijn.
Als de hotelier met vrouw en kind wegvlucht na
het hotel te hebben gesloten, blijf ik meestal op de
veranda aan een tafeltje, maar ik ben niet alleen,
Aan mijn voeten ligt een groote, witte hond, die bij
liet huis behoort, en dichtbij me hurken twee Ethi
opische bedienden, die na den eersten schrik zijn te
ruggekeerd en wanneer zenuwachtig het alarmklok
je klept en hoog in de lucht motoren snorren, kij
ken de twee Ethiopische bedienden me vragend aan.
Zij zijn rustig, zoolang ik rustig blijf. Zonderling en
als iets uit een droom is dit alles onder den hoogen
blauwen hemel, die teeder is van goddelijke goed
heid en gevaarlijk door mensclielijke boosheid.
Er waren dé feestdagen eerst Goede Vrijdag.
Overdag was de stad verlaten en stil, maar tegen den
avond kwamen de gevluchte menschen uit de vel
den en de bergen terug naar het stadje, waar hun
woning is en dien avond ben ik getogen naar de
Grieksche kerk om er de plechtigheid bij te wonen
van Christus' begrafenis, zooals die in de orthodoxe
kerk op Goeden Vrijdag wordt herdacht.
In de schemerduistere kerk stond een groot zwart
kruis en daarbij lag op een met bloemen gesierde
■baar een op zijde geschilderd portret van den Zalig
maker. Door de duisternis van den avond kwamen
van alle zijden de geloovigen, de meesten met een
lamp, die aan een ster deed denken en elk der nieuw
gekomenen ontstak een kaars, tot de schemerduiste
re kerk hel was van licht en glans.
Met enkele tientallen slechts waren we. Te ve
len waren weggevlucht naar Djibouti om veilig te
zijn voor uit de hoogte neerstortende bommen. Dan
bad de oude, grijze priester bij de baar van den ge
storven Christus en daarna stegen klaagliederen op,
eerst schuchter, dan met meer overtuiging. Maar in
de klaagliederen kwam een klank van hoop. Mis
schien toch misschien
Dan was er de begrafenisstoet. Voorop gingen kna
pen met groote, vergulde lantaarns. Mannen droegen
daarachter de bebloemde baar met den gestorven
Christus en dan volgden de grijze priester en de ge
loovigen, elk met een brandende kaars in de hand,
terwijl treurzangen klonken. Buiten de kerk om ging
het, onder hoogen hemel met zijn duizenden onbe
grijpelijke sterren. Teruggekeerd in de kerk, nam de
oude, grijze priester van de baar het zijden doek
met het Christusportret en borg het achter het al
taar. Toen gingen de menschen door den nacht met
hun lampjes naar huis als waren het allen dwalen
de sterren, maar den volgenden avond laat waren we
allen weder in de orthodoxe kerk tezamen en we
wachtten het wonder na een dag, die voor velen
uren van angst had beduid, van angst voor gevaren,
die dreigen konden uit den goddelijken hemel.
Treurzangen klonken weder onder het kerkgewelf,
terwijl in schemerduister allen stonden met niet ont
stoken kaarsen in de hand. Toen de priester van
achter het altaar verscheen met in de hand het op
zijde geschilderde Christusportret, werd de treur
zang tot een jubel. Alle kaarsen werden ontstoken,
liet schemerduister verdreven. I-Iet wonder was ge
schied: Christus was opgestaan uit den doode en van
alle zijden klonk de begroeting, die tegelijk bij de
Grieken een gelukwensch is: „Christos anèsti"
(Christus is herrezen).
In een enkel kléin restaurant bleven eenige men
schen nog korten tijd tezamen om het feest van de
opstanding te vieren, maar niet lang, want de hel
dere hemel van den naderenden morgen bracht we
der gevaren en angst en nog voor het opgaan van
de zon waren de meesten weder weggevlucht uit hun
huizen, naar buiten, in de velden, in de bergen, om
veiligheid te zoeken voor gevaren, die van boven kon
den dreigen.
Den eersten Paaschdag bleef het rustig, maar den
tweeden Paaschdag was er reeds 's morgens vroeg
het onrustwekkend gelclep van een klok, die waar
schuwde en de weinig nog niet gevluchten uit de
fctad dreef.
Zittend op de veranda van mijn verlaten hotel, heb
ik het geronk van een motor gehoord en heb ik hoog
tegen den blauwen hemel een vliegmachine zien drij
ven als een grooten vogel, doch ook nu vielen geen
bommen.
Dien middag evenwel was er iets anders, dat moe
deloosheid en verontrusting bracht. Er was de begra
fenis van een Franschen korporaal van het zeker
heidsdetachement, dat te Dirédawa ligt. De begrafe
nis van een Franschen korporaal, die door een zij
ner eigen soldaten op den avond van den eersten
Paaschdag was vermoord met een enkelen dolkstoot,
na slechts weinige booze woorden. „Tropenkolder"
noemt men, wat de hand van den moordenaar dreef,
maar weinig zegt dit woord.
De Fransche soldaten te Dirédawa, een compagnie,
zijn meer gevangenen dan bezetting. Slechts drie uur
per dag kunnen ze hun kamp verlaten. Afwisseling,
ontspanning bestaan er voor hen niet en het zijn jon
ge menschen, vol levenskracht en levenslust. Bitter
heid ontstaat in de harten en verbittering, die mis
schien door zeer. raenschkundige leider zou kun
nen worden getemperd. Hierover zou heel veel te
zeggen zijn, doch ik wensch me er liever buiten te
houden, daar het me te ver zou voeren.
Den dag na het overlijden van den Franschen kor
poraal gingen Fransche soldaten overal rond in de
stad, teneinde om bloemen te vragen en van die bloe
men hebben de brave knapen vele sehoone kransen
gevlochten voor hun gestorven makker. Tegen het
vallen van den avond eerst, toen geen Italiaansche
vliegmachines meer konden worden verwacht, had
eerst de begrafenis plaats. Italiaansche aviateurs
hadden immers den stoet voor een afdeeling soldaten
kunnen houden. De Ethiopische overheid gaf het
meeste blijk van deelneming. Ethiopische politie-af-
deelingen gaven de militaire honneurs en zelfs mocht
een afdeeling Franschen buiten de zóne van het kam
pement gewapend medetrekken.
Heel de Europeesche bevolking volgde den lijkstoet
naar het kerkhof. De Fransche consul en vice-consul,
benevens de Grieksche consul namen deel aan de
droeve plechtigheid. Op het kerkhof werden toespra
ken gehouden bij het open graf en bij menig Fransch
soldaat, die reeds meerdere veldtochten in Afrika en
Azië achter den rug heeft, liepen de tranen over de
wangen.
Di'oevig en beangstigend was dit alles en den vol
genden morgen weder, onder den hoogen, blauwen,
Afrikaanschen hemel, klonk het jagend geklep van
de alarmklok over het als uitgestorven stadje en over
het graf van hem, die ver van zijn vaderland begra
ven werd.
J. K. BREDERODE.
Dr. van der Boes te Genua aangekomen.
Een interview mei den chirurg.
De speciale correspondent van het A.N.P, te Ge
nua telefoneerde gisterenmiddag:
Vanochtend om zes uur, een schitterenden ochtend
vol beloften voor een schoonen zomerdag, na zoo
veel weken van troostelooze regens, die wij hier te
Genua hebben gehad, voeren we, daartoe welwillend
in de gelegenheid gesteld door het agentschap van
de stoomvaartmaatschappij „Nederland", met een
sleepboot de haven van Genua in, rie „Johan van
Oldenbarnevelt' tegemoet.
In de voorhaven van Genua stapten we van de
sleepboot op de „Johan van Oldenbarnevelt" over.
Aan boord van het mailschip werden we onmiddel
lijk naar de brug verwezen, waar we door kapitein
Moerzer Bruyns werden begroet. Daar ontmoetten
we ook Jhr. Dr. J. N. van der Does, die naast Dr.
Winckel, de-leiding heeft gehad van de Nederland
sche ambulance in Abessinië.
Dr. van der Does stond, toen wij op de brug kwa
men, te filmen, daarbij genietend van het sehoone
gezicht op de haven van Genua.
Na de kennismaking was Dr. van der Does on
middellijk bereid onshet een-en ander te vertellen
van hetgeen hij tijdens zijn verblijf in Abessinië had
meegemaakt en gezien.
In de eerste plaats informeerden wij naar zijn eigen
gezondheid en het deed ons genoegen te vernemen
dat hij zich persoonlijk zeer goed gevoelde. Alleen
was Dr. van der Does tijdens zijn verblijf in het on
herbergzame land een weinig in gewicht afgenomen.
Ongeveer tien dagen had dr. van der Does te
Cairo met griep gelegen. Zoodra had hij echter te
Port Said voet aan boord van de „Johan van Olden
barnevelt" gezet, of hij begon op te knappen. Ook
geen wonder, voegde hij hieraan toe, op zoo'n schip....
Dr. van der Does heeft, zooals ook oorspronkelijk
de bedoeling was, vroeger dan de andere leden der
ambulance Abessinië verlaten, behalve Dr. v. Schel
ven, die door de opgeloopen verwondingen, genood
zaakt was nog vroeger te vertrekken.
„Ongeveer een maand geleden vertrok ilc reeds
uit Dessie. Er was toen nog geen sprake van de
komst der Italianen".
Dr. van der Does vertelde verder geen contact met
het Italiaansche leger te hebben gehad. Hoewel hij
de leiding had van het meest vooruitgeschoven ge
deelte van de Nederlandsche ambulance, kon men
steeds tijdig terugtrekken voordat dc Italianen zoo
ver waren doorgedrongen, ciat zij de Nederlandsche
ambulance zouden hebben bereikt.
De Arnhemsche chirurg, die morgen in Nederland
hoopt terug l.c zijn, gaf vervolgens een relaas van de
omstandigheden, welke- de Nederlandsche ambulance
noodzaakten terug te trekken. Vooral nu den over
val op Dr. van Schelven, en de leden der ambulance
die bij hem waren, waarhij groote voorraden levens
middelen en verhandstoffen verloren gingen, was
het niet mogelijk het Roode Kruiswerk behoorlijk
voort te zetten.
„Van Dr. Schupler, een Oóstenrijkscli arts in liet
leger van Ras Kassa, vernamen wij destijds het
nieuws van de nederlaag van Ras Kassa en Ras
Seyoem in Tembien. Wij kregen toen ook de waar
sohuwing op te passen niet tusschen de terugtrek
kende Abessijnen te geraken.
„Toch heeft het Nederlandsche Roode Kruis in
Abessinië veel nuttig werk verricht. Toen ik het
basis-hospitaal te Dessie verliet, waren er nog hon
derdveertig patiënten".
Dr. van der Does vertelde verder op prettige wijze
te hebben samengewerkt mei dr. Meliy, van de Brit-
sche ambulance. Met hem werd veel overleg ge
pleegd. De Nederlandsche voorpost trok tegelijk en
gezamenlijk met de Engelschen terug.
Er werdén tijdens het verblijf in Abessinië niet al
leen oorlogsgewonden behandeld, doch er werden
heel wat injecties aan zieke soldaten en Fitaorari's
(generaals) gegeven, die voor de behandeling zeer
dankbaar waren. De plaatselijke bevelvoerders kwa
men ook naar de ambulance om zich injecties te la
ten geven.
Tenslotte vertelde Dr. van der Does van verschil
lende gevallen van verminking, welke hij bij de
Abessijnsche soldaten heeft geconstateerd, welke
waarschijnlijk door wilde bergstammen waren ver
oorzaakt.
„Wij hebben geen Italiaansche krijgsgevangenen
ontmoet, behalve een paar gevangen genomen vlie
gers, die hij den Negus waren.
De Negus maakte op mij aldus dr. van der Does
den indruk een zeer merkwaardig man te zijn".
Over politiek wilde dr. van der Does zich niet uit
laten. Hij was alleen als medicus naar Abessinië ge
gaan.
Dr. van der Does heeft' uit Abessinië heel wat
filmmateriaal medegebracht, waaronder, van me
disch standpunt bezien, ongetwijfeld veel belangwek
kends zal zijn.
Wij dankten Dr. van der Does voor het aangename
onderhoud, dat hij ons op zijn doorreis naar Neder
land heeft willen toestaan en wenschten hem een
voorspoedige reis naar zijn woonstad Arnhem.
Met den boottrein van 10.20 is Dr. van der Does
gistermorgen naar Nederland doorgereisd.
Vier arrestaties.
Amsterdam, 5 Mei. Zondagavond hebben drie
jongens, allen ongeveer 16 jaar oud, op de. Vijzel
gracht te Amsterdam een auto gestolen. Na een
ritje gemaakt te hebben, parkeerden zij den wagen
in de Hertzogstraat in de voormalige Watergraafs
meer. Maandagavond ontdekte een agent, dat een
jongen met den wagen wilde wegrijden en aan
gezien deze inmiddels als gestolen was aangegeven,
herkende hij de auto aan het nummer. Hij hield
het jongmensch aan, waarna spoedig bleek, dat
deze de vierde knaap in het complot was.
De namen der drie anderen warep. toen spoedig
bekend, met het gevolg, dat ook dezen werden aan
gehouden.
Het viertal zal ter beschikking van de justitie
worden gesteld.
Poging om Duitsch vluchteling over de
grens te brengen.
Londen. De Times meldt uit Praag, dat Woens
dag j.1. een poging is gedaan een in Tsjecho-Slo-
wakijc wonenden Duitschen vluchteling bij. het sta
tion Eisenstein over de Beiersche grens té ontvoc-
i'cn.
De naam van den vluchteling luidt Hugo Leupolz.
Deze man wilde hij de Tsjechische douane 200 Mk.
innen, welke voor hem op het op Beiersch gebied
op 100 meter afstand gelegen postkantoor waren
aangekomen. Hij liet den Beierschen douanebeamb
te zijn paspoort zien, deze bood hem aan hem naar
het postkantoor te brengen. Nauwelijks waren zij
daar of een gendarme arresteerde Leupolz. Leupolz
rukte zich los en slaagde erin weer aan de andere
zijde van de grens te komen. Drie Duitse,he beamb
ten haalden hem pas weer op Tsjechisch grondge
bied in, waar «en vechtpartij ontstond, waarbij Leu
polz de kleeren van het lijf werden gerukt.
Tsjecho Slowaaksche gendarmen ontzetten den
man.
DIENSTBODE MET MEDENEMING VAN SIERA
DEN EN GELD VERDWENEN.
Maastricht, 5 Mei. Sinds Zondagmiddag is uit
Maastricht verdwenen de Duitsche dienstbode F. G.
met medeneming van sieraden ter waarde van ruim
f 1000, welke het eigendom waren van de familie M.,
te Maastricht, bij wie zij in betrekking was.
Ook een bedrag aan gckl heeft het meisje meege
nomen. Het onderzoek cler politie heeft nog geen re
sultaat gehad.
HOOFDPILAAR BEGINT OOK
TEEKENEN VAN WERKING TE
VERTOONEN. HET GEVAAR
VOOR DE ARBEIDERS ZEER
VERGROOT.
Rhenen, 5 Mei. Gistermorgen vertoonde da
hoofdpilaar in de Cunera-kerk teekenen van wer*
king. Op het pleister kwamen bulten te zien, terw
wijl de kalk steeds meer ging afschilveren. In ver*
band hiermede hielden zich ook gister geen werk
lieden in de kerk op.
Werklieden zijn thans bezig met het in de na'bip
heid van de kerk brengen van het 2100 K.G. we
gende ijzeren geraamte, dat, volgegoten met beton,
bestemd is als nieuwe pilaar, zoo spoedig mogelijk
te worden opgesteld op de plaats waar in de vorige
week een pilaar is bezweken. Men hoopte met de
werkzaamheden zoodanig te vorderen, dat de pilaar
reeds in den afgeloopen nacht op de in de kerk
vastgestelde plaats kan worden geplaatst.
Vrijwilligers doen het werk.
In verhand met het feit, dat ook de hoofdpilaar in.
de Cunera-kerk gistermorgen teekenen van werking
vertoonde, vernemen wij nader, dat het gevaar voor
de arbeiders hierdoor zeer is vergroot. Men heeft
thans vrijwilligers opgedragen om deze pilaar ijze
ren banden te slaan, terwijl zooals reeds in het
eerste bericht medegedeeld de pilaar die de vo
rige week is ingestort, door een ijzerconstructie zal
worden vervangen. In de pilaar welke werking ver
toont, is een microfoon opgehangen, waardoor het
mogelijk is het ontstaan van scheuren dadelijk te
signaleeren. Do arbeiders worden hierdoor ge
waarschuwd, zoodra een nieuwe instorting op
handen is.
OOG UITGESLAGEN.
Hooge schadevergoeding toegewezen dooï
de rechtbank.
Amsterdam, 5 Mei. In November '1934 had in
bet cabaret „de Boerenhofstede" te Laren een vecht
partij plaats tusschen een Larenschen kunstschilder
en een plaatsgenoot, advocaat te Amsterdam,
De schilder gaf den advocaat een vuistslag tegen
een der oogen, dat zoo ernstig gewond werd, dat hij
het'licht eruit moest missen.
De kunstschilder werd vervolgd wegens mishande
ling en hoorde zich veroordeelen tot drie maanden
gevangenisstraf, een vonnis, dat door het hof is be
vestigd.
De kunstschilder heeft een gratierequest inge
diend, waarop echter nog niet is beschikt.
De advocaat heeft een eisch tot schadeloosstelling
ingediend. In dit civiele proces heeft de rechtbank
vandaag vonnis gewezen. De schilder is veroor
deeld tot directe betaling van f5145.83. Voorts zal
hij den advocaat een bedrag van f2250 per jaar
moeten uitkeeren, ingaande op 1 Augustus a.s.
Dit bedrag zal jaarlijks moeten worden betaald tot
de advocaat 60 jaar geworden is. De volgende tien
jaar zal hij f 1125 per jaar moeten afstaan.
Het vonnis is uitvoerbaar gesteld bij lijfsdwang.
Voor den advocaat trad op Jhr. Mr. S. M. S. de
Ranitz en voor de schilder mr. J. P. Lens.
11 DOODEN BIJ EEN MIJNONGELUK IN JAPAN.
Tokio. In een Japansche mijn heeft een mijn-
gasontploffing plaats gehad, waarbij elf arbeiders
om het leven zijn gekomen. Het stoffelijk overschot
kon worden geborgen.
JAPANSCHE MARINE STEUNT INDUSTRIE EN
LANDBOUW.
Nota van het ministerie van Marine van
Japan.
Tokio, 5 Mei. (ANP) De minister van Marine
heeft een nota gepubliceerd, waarin hij de aandacht
van het Japansche volk vestigt op de beperkte op
pervlakte van het land en de armoede aan natuur
lijke hulpbronnen. Hij verklaart verder, dat Japan
derhalve de vrijheid der zeeën en de nationale de
fensie rnoet verzekeren. Verder wees de minister er
op, dat 94 procent van do marine-begrooting wordt
gebruikt voor de ontwikkeling van industrie en
hulp aan de landbouw-centra.
(Van onzen correspondent).
WIERINGEN, 5 Mei. Indien de muggen, welke
sedert de afsluiting van de Zpiderzee jaarlijks Wie-
ringen en omgeving onveilig maken, even goede
barometers zijn als voorheen, dan is het warme weer
ongetwijfeld in aantocht, want zij beteekenèn de ze
kere voorboden. En wel precies 2 dagen vroeger dan
in 1935 hebben wij heden onze lastige gasten voor
het eerst weder kunnen begroeten, want in dat jaar
is 7 Mei als aankomstdag der muggen geboekstaafd.
Bij observatie bleken het weer precies dezelfde
muggen van voorheen te zijn, oude kennissen dus,
wetenschappelijk met den naam „gyronomus" aan
geduid. In donkere wolken hangen deze gyronomus-
horden weder over den afsluitdijk om den automo
bilisten het leven zuur te maken. Dit merkten wij
heden toen wij, nadat de eerste muggen waren gesig
naleerd, den auto pakten om te zien of de afsluit
dijk nog berijdbaar was, afgezien van het betonnen
snelverkeerwegdek.
Na tot Breezand met een 40 K.M. snelheid te heb
ben gereden, was onze voorruit reeds vrij dicht bezet
met resten van muggen, tegen het glas te pletter
geslagen. Na reiniging van het voorruit werd
op den terugrit met een snelheid van 100 K.M. ge
reden, doch na enkele minuten was uitstappen reeds
geboden, daar elk uitzicht op den weg ons volkomen
werd ontnomen door een dikke brei muggencadavers
op het voorruit. Deze resten laten zich zeer moeilijk
verwijderen, doch ook hier hebben de uitvinders
reeds goed werk verricht. Na met verschillende oplos'
smgen proeven te hebben genomen, is het aan een
cler bij de tankstations alhier geëmployeerden ge
lukt een vloeistof te ontdekken, waarmede in een
minimum van tijd uw voorruit weder glashelder
wordt gemaakt. De uitvinding is niet gepatenteerd
en bovendien schaden wij het beroep van den uit
vinder niet, wanneer wij verklappen dat de vloeistof
bestaat uit een in een emmer water opgelost zakje
blauw, want wel niemand zal er aan denken een
emmer met deze vloeistof in zijn wagen mede te
nemen, alvorens den weg over den afsluitdijk te on
dernemen. Met „het vrij van muggencadavers ma
ken van auto-voorruiten" heeft de uitvinder een
nieuw en lucratief ambacht geschapen, hetgeen in
dezen tijd de vermelding wel waard is.
Behalve aan den automobilist, veroorzaakt de gy
ronomus, die weliswaar niet steekt en volkomen on
schadelijk is, toch ook anderen veel ongemak. Zij
laat zich n.1. niet met een enkele handbeweging
verjagen, zoodat de op gezicht en haar neergestre
ken muggen met de hand dienen te worden ver
wijderd.
Des nachts zoeken deze muggen een schuilplaats
in het grasgewas. Ook op koude dagen houden zij
zich schuil. Nu zijn wij thans noch op koude dagen
noch op den muggenplaag gesteld, doch prefereeren,
voor de keuze gesteld, toch warme dagen mèt mug
gen boven koude zonder.
Zooals bekend komen de larven der gyronomus
voor in zoet water en de geleidelijke verzoeting van
het IJsselmeer kan dus als oorzaak van deze jaar-
lijk sche muggeninvasie worden beschouwd. De na
tuurlijke verdelgers zijn, behalve dan de ongezochte
autoriteiten, de visschen, voor welke de larven een
kostelijk aas vormen, en de vogels die de muggen
oppikken. De zeemeeuwen op den afsluitdijk bele
ven een gouden tijd. Staande op den kruin verorbe
ren deze-hun maaltijden want de gebraden duiven
vliegen hun als het ware in den bek. Zonder dat zij
een poot verzetten is het interessant te zien hoe deze
vogels hiaten in de muggenwolken happen. En wat
de visschen betreft, het is bekend dat in IJsselmeer
en Amstelmeer baarzen worden gevangen, zooals
zij nergens in Nederland worden bemachtigd, zoo
groot en vet als deze zijn. De thans beslechte strijd
om het hengelverbod in het Amstelmeer moge daar
van getuigen. Zeer waarschijnlijk is dus dat. de gy-
ronomuslarve zich voor de hengelsport onsterfelijk
verdienstelijk heeft gemaakt en naast den vloek
van de automobilist toch ook den dank der henge
laars heeft geoogst. 6
VAL MET ERNSTIG GEVOLG.
Het j'eugdige zoontj'e van den heer J V., woon
achtig op een der vaartuigen in de Nieuwlandhaven
te Den Oever, had het ongeluk van een trap te val
len, waarbij het knaapje zich ernstig aan het. hoofd
verwondde. Nadat dc wond door Dr. B. was ge
hecht, is hersenvliesontsteking ontstaan.