In een uitgestorven stad J. K. BREDERODE De terugkeer van de Ned. ambulance Jongens stelen een auto Nieuwe menschenroof op de Tsjechische grens? De instorting in de Cunera-kerk Gyronomus bezet wederom den Afsluitdijk. ANGST ONDER DE BEWONERS VOOR HET STEEDS TERUGKEE- REND GEVAAR VAN EEN BOM BARDEMENT door DIRÉDAWA, 16 April. DAGENLANG heeft het niet meer geregend en is de hemel blauw gebleven en dit is hier thans als een bedreiging, want dit sehoone weder maakt luchtaanvallen gemakkelijk en waar schijnlijk. Nog eenige malen is de overdag zoo goed als uitgestorven stad opgeschrikt door een alarm en een enkelen keer heb ik het geronk van motoren ge hoord en zelfs hoog tegen den blauwen hemel een Italiaansche vliegmachine gezien, die echter ter waarneming scheen gekomen en geen bommen wierp, tenminste niet op Dirédawa. Onderweg evenwel, niet ver van Harrar, had ze drie bommen laten vallen op een klein, onaanzienlijk dorpje, zonder schade aan te richten. Ook mijn Russische: hotelier en zijn vrouw zijn nu zenuwachtig geworden en bij elk alarm nemen ze met hun zoontje de vlucht naar een loopgraaf bui ten de stad. Het is de langzame uitputting van den geestelijken weerstand door een eiken dag terugkee- rend, op zich zelf toch niet groot gevaar. Zij, die den wereldoorlog hebben medegemaakt of van zeer na bij gezien, weten wat dit beteekent. Er zijn mensclien, die een zeer gevaarlijken toestand voor enkele uren met de grootste koelbloedigheid uithouden, doch niet bestand zijn tegen het elk uur en eiken dag weder te- ruglceerend gevaar, zooals er menschen zijn, die de heftigste pijnen voor enkele uren verdragen, doch dol worden door een langdurige kiespijn. Als de hotelier met vrouw en kind wegvlucht na het hotel te hebben gesloten, blijf ik meestal op de veranda aan een tafeltje, maar ik ben niet alleen, Aan mijn voeten ligt een groote, witte hond, die bij liet huis behoort, en dichtbij me hurken twee Ethi opische bedienden, die na den eersten schrik zijn te ruggekeerd en wanneer zenuwachtig het alarmklok je klept en hoog in de lucht motoren snorren, kij ken de twee Ethiopische bedienden me vragend aan. Zij zijn rustig, zoolang ik rustig blijf. Zonderling en als iets uit een droom is dit alles onder den hoogen blauwen hemel, die teeder is van goddelijke goed heid en gevaarlijk door mensclielijke boosheid. Er waren dé feestdagen eerst Goede Vrijdag. Overdag was de stad verlaten en stil, maar tegen den avond kwamen de gevluchte menschen uit de vel den en de bergen terug naar het stadje, waar hun woning is en dien avond ben ik getogen naar de Grieksche kerk om er de plechtigheid bij te wonen van Christus' begrafenis, zooals die in de orthodoxe kerk op Goeden Vrijdag wordt herdacht. In de schemerduistere kerk stond een groot zwart kruis en daarbij lag op een met bloemen gesierde ■baar een op zijde geschilderd portret van den Zalig maker. Door de duisternis van den avond kwamen van alle zijden de geloovigen, de meesten met een lamp, die aan een ster deed denken en elk der nieuw gekomenen ontstak een kaars, tot de schemerduiste re kerk hel was van licht en glans. Met enkele tientallen slechts waren we. Te ve len waren weggevlucht naar Djibouti om veilig te zijn voor uit de hoogte neerstortende bommen. Dan bad de oude, grijze priester bij de baar van den ge storven Christus en daarna stegen klaagliederen op, eerst schuchter, dan met meer overtuiging. Maar in de klaagliederen kwam een klank van hoop. Mis schien toch misschien Dan was er de begrafenisstoet. Voorop gingen kna pen met groote, vergulde lantaarns. Mannen droegen daarachter de bebloemde baar met den gestorven Christus en dan volgden de grijze priester en de ge loovigen, elk met een brandende kaars in de hand, terwijl treurzangen klonken. Buiten de kerk om ging het, onder hoogen hemel met zijn duizenden onbe grijpelijke sterren. Teruggekeerd in de kerk, nam de oude, grijze priester van de baar het zijden doek met het Christusportret en borg het achter het al taar. Toen gingen de menschen door den nacht met hun lampjes naar huis als waren het allen dwalen de sterren, maar den volgenden avond laat waren we allen weder in de orthodoxe kerk tezamen en we wachtten het wonder na een dag, die voor velen uren van angst had beduid, van angst voor gevaren, die dreigen konden uit den goddelijken hemel. Treurzangen klonken weder onder het kerkgewelf, terwijl in schemerduister allen stonden met niet ont stoken kaarsen in de hand. Toen de priester van achter het altaar verscheen met in de hand het op zijde geschilderde Christusportret, werd de treur zang tot een jubel. Alle kaarsen werden ontstoken, liet schemerduister verdreven. I-Iet wonder was ge schied: Christus was opgestaan uit den doode en van alle zijden klonk de begroeting, die tegelijk bij de Grieken een gelukwensch is: „Christos anèsti" (Christus is herrezen). In een enkel kléin restaurant bleven eenige men schen nog korten tijd tezamen om het feest van de opstanding te vieren, maar niet lang, want de hel dere hemel van den naderenden morgen bracht we der gevaren en angst en nog voor het opgaan van de zon waren de meesten weder weggevlucht uit hun huizen, naar buiten, in de velden, in de bergen, om veiligheid te zoeken voor gevaren, die van boven kon den dreigen. Den eersten Paaschdag bleef het rustig, maar den tweeden Paaschdag was er reeds 's morgens vroeg het onrustwekkend gelclep van een klok, die waar schuwde en de weinig nog niet gevluchten uit de fctad dreef. Zittend op de veranda van mijn verlaten hotel, heb ik het geronk van een motor gehoord en heb ik hoog tegen den blauwen hemel een vliegmachine zien drij ven als een grooten vogel, doch ook nu vielen geen bommen. Dien middag evenwel was er iets anders, dat moe deloosheid en verontrusting bracht. Er was de begra fenis van een Franschen korporaal van het zeker heidsdetachement, dat te Dirédawa ligt. De begrafe nis van een Franschen korporaal, die door een zij ner eigen soldaten op den avond van den eersten Paaschdag was vermoord met een enkelen dolkstoot, na slechts weinige booze woorden. „Tropenkolder" noemt men, wat de hand van den moordenaar dreef, maar weinig zegt dit woord. De Fransche soldaten te Dirédawa, een compagnie, zijn meer gevangenen dan bezetting. Slechts drie uur per dag kunnen ze hun kamp verlaten. Afwisseling, ontspanning bestaan er voor hen niet en het zijn jon ge menschen, vol levenskracht en levenslust. Bitter heid ontstaat in de harten en verbittering, die mis schien door zeer. raenschkundige leider zou kun nen worden getemperd. Hierover zou heel veel te zeggen zijn, doch ik wensch me er liever buiten te houden, daar het me te ver zou voeren. Den dag na het overlijden van den Franschen kor poraal gingen Fransche soldaten overal rond in de stad, teneinde om bloemen te vragen en van die bloe men hebben de brave knapen vele sehoone kransen gevlochten voor hun gestorven makker. Tegen het vallen van den avond eerst, toen geen Italiaansche vliegmachines meer konden worden verwacht, had eerst de begrafenis plaats. Italiaansche aviateurs hadden immers den stoet voor een afdeeling soldaten kunnen houden. De Ethiopische overheid gaf het meeste blijk van deelneming. Ethiopische politie-af- deelingen gaven de militaire honneurs en zelfs mocht een afdeeling Franschen buiten de zóne van het kam pement gewapend medetrekken. Heel de Europeesche bevolking volgde den lijkstoet naar het kerkhof. De Fransche consul en vice-consul, benevens de Grieksche consul namen deel aan de droeve plechtigheid. Op het kerkhof werden toespra ken gehouden bij het open graf en bij menig Fransch soldaat, die reeds meerdere veldtochten in Afrika en Azië achter den rug heeft, liepen de tranen over de wangen. Di'oevig en beangstigend was dit alles en den vol genden morgen weder, onder den hoogen, blauwen, Afrikaanschen hemel, klonk het jagend geklep van de alarmklok over het als uitgestorven stadje en over het graf van hem, die ver van zijn vaderland begra ven werd. J. K. BREDERODE. Dr. van der Boes te Genua aangekomen. Een interview mei den chirurg. De speciale correspondent van het A.N.P, te Ge nua telefoneerde gisterenmiddag: Vanochtend om zes uur, een schitterenden ochtend vol beloften voor een schoonen zomerdag, na zoo veel weken van troostelooze regens, die wij hier te Genua hebben gehad, voeren we, daartoe welwillend in de gelegenheid gesteld door het agentschap van de stoomvaartmaatschappij „Nederland", met een sleepboot de haven van Genua in, rie „Johan van Oldenbarnevelt' tegemoet. In de voorhaven van Genua stapten we van de sleepboot op de „Johan van Oldenbarnevelt" over. Aan boord van het mailschip werden we onmiddel lijk naar de brug verwezen, waar we door kapitein Moerzer Bruyns werden begroet. Daar ontmoetten we ook Jhr. Dr. J. N. van der Does, die naast Dr. Winckel, de-leiding heeft gehad van de Nederland sche ambulance in Abessinië. Dr. van der Does stond, toen wij op de brug kwa men, te filmen, daarbij genietend van het sehoone gezicht op de haven van Genua. Na de kennismaking was Dr. van der Does on middellijk bereid onshet een-en ander te vertellen van hetgeen hij tijdens zijn verblijf in Abessinië had meegemaakt en gezien. In de eerste plaats informeerden wij naar zijn eigen gezondheid en het deed ons genoegen te vernemen dat hij zich persoonlijk zeer goed gevoelde. Alleen was Dr. van der Does tijdens zijn verblijf in het on herbergzame land een weinig in gewicht afgenomen. Ongeveer tien dagen had dr. van der Does te Cairo met griep gelegen. Zoodra had hij echter te Port Said voet aan boord van de „Johan van Olden barnevelt" gezet, of hij begon op te knappen. Ook geen wonder, voegde hij hieraan toe, op zoo'n schip.... Dr. van der Does heeft, zooals ook oorspronkelijk de bedoeling was, vroeger dan de andere leden der ambulance Abessinië verlaten, behalve Dr. v. Schel ven, die door de opgeloopen verwondingen, genood zaakt was nog vroeger te vertrekken. „Ongeveer een maand geleden vertrok ilc reeds uit Dessie. Er was toen nog geen sprake van de komst der Italianen". Dr. van der Does vertelde verder geen contact met het Italiaansche leger te hebben gehad. Hoewel hij de leiding had van het meest vooruitgeschoven ge deelte van de Nederlandsche ambulance, kon men steeds tijdig terugtrekken voordat dc Italianen zoo ver waren doorgedrongen, ciat zij de Nederlandsche ambulance zouden hebben bereikt. De Arnhemsche chirurg, die morgen in Nederland hoopt terug l.c zijn, gaf vervolgens een relaas van de omstandigheden, welke- de Nederlandsche ambulance noodzaakten terug te trekken. Vooral nu den over val op Dr. van Schelven, en de leden der ambulance die bij hem waren, waarhij groote voorraden levens middelen en verhandstoffen verloren gingen, was het niet mogelijk het Roode Kruiswerk behoorlijk voort te zetten. „Van Dr. Schupler, een Oóstenrijkscli arts in liet leger van Ras Kassa, vernamen wij destijds het nieuws van de nederlaag van Ras Kassa en Ras Seyoem in Tembien. Wij kregen toen ook de waar sohuwing op te passen niet tusschen de terugtrek kende Abessijnen te geraken. „Toch heeft het Nederlandsche Roode Kruis in Abessinië veel nuttig werk verricht. Toen ik het basis-hospitaal te Dessie verliet, waren er nog hon derdveertig patiënten". Dr. van der Does vertelde verder op prettige wijze te hebben samengewerkt mei dr. Meliy, van de Brit- sche ambulance. Met hem werd veel overleg ge pleegd. De Nederlandsche voorpost trok tegelijk en gezamenlijk met de Engelschen terug. Er werdén tijdens het verblijf in Abessinië niet al leen oorlogsgewonden behandeld, doch er werden heel wat injecties aan zieke soldaten en Fitaorari's (generaals) gegeven, die voor de behandeling zeer dankbaar waren. De plaatselijke bevelvoerders kwa men ook naar de ambulance om zich injecties te la ten geven. Tenslotte vertelde Dr. van der Does van verschil lende gevallen van verminking, welke hij bij de Abessijnsche soldaten heeft geconstateerd, welke waarschijnlijk door wilde bergstammen waren ver oorzaakt. „Wij hebben geen Italiaansche krijgsgevangenen ontmoet, behalve een paar gevangen genomen vlie gers, die hij den Negus waren. De Negus maakte op mij aldus dr. van der Does den indruk een zeer merkwaardig man te zijn". Over politiek wilde dr. van der Does zich niet uit laten. Hij was alleen als medicus naar Abessinië ge gaan. Dr. van der Does heeft' uit Abessinië heel wat filmmateriaal medegebracht, waaronder, van me disch standpunt bezien, ongetwijfeld veel belangwek kends zal zijn. Wij dankten Dr. van der Does voor het aangename onderhoud, dat hij ons op zijn doorreis naar Neder land heeft willen toestaan en wenschten hem een voorspoedige reis naar zijn woonstad Arnhem. Met den boottrein van 10.20 is Dr. van der Does gistermorgen naar Nederland doorgereisd. Vier arrestaties. Amsterdam, 5 Mei. Zondagavond hebben drie jongens, allen ongeveer 16 jaar oud, op de. Vijzel gracht te Amsterdam een auto gestolen. Na een ritje gemaakt te hebben, parkeerden zij den wagen in de Hertzogstraat in de voormalige Watergraafs meer. Maandagavond ontdekte een agent, dat een jongen met den wagen wilde wegrijden en aan gezien deze inmiddels als gestolen was aangegeven, herkende hij de auto aan het nummer. Hij hield het jongmensch aan, waarna spoedig bleek, dat deze de vierde knaap in het complot was. De namen der drie anderen warep. toen spoedig bekend, met het gevolg, dat ook dezen werden aan gehouden. Het viertal zal ter beschikking van de justitie worden gesteld. Poging om Duitsch vluchteling over de grens te brengen. Londen. De Times meldt uit Praag, dat Woens dag j.1. een poging is gedaan een in Tsjecho-Slo- wakijc wonenden Duitschen vluchteling bij. het sta tion Eisenstein over de Beiersche grens té ontvoc- i'cn. De naam van den vluchteling luidt Hugo Leupolz. Deze man wilde hij de Tsjechische douane 200 Mk. innen, welke voor hem op het op Beiersch gebied op 100 meter afstand gelegen postkantoor waren aangekomen. Hij liet den Beierschen douanebeamb te zijn paspoort zien, deze bood hem aan hem naar het postkantoor te brengen. Nauwelijks waren zij daar of een gendarme arresteerde Leupolz. Leupolz rukte zich los en slaagde erin weer aan de andere zijde van de grens te komen. Drie Duitse,he beamb ten haalden hem pas weer op Tsjechisch grondge bied in, waar «en vechtpartij ontstond, waarbij Leu polz de kleeren van het lijf werden gerukt. Tsjecho Slowaaksche gendarmen ontzetten den man. DIENSTBODE MET MEDENEMING VAN SIERA DEN EN GELD VERDWENEN. Maastricht, 5 Mei. Sinds Zondagmiddag is uit Maastricht verdwenen de Duitsche dienstbode F. G. met medeneming van sieraden ter waarde van ruim f 1000, welke het eigendom waren van de familie M., te Maastricht, bij wie zij in betrekking was. Ook een bedrag aan gckl heeft het meisje meege nomen. Het onderzoek cler politie heeft nog geen re sultaat gehad. HOOFDPILAAR BEGINT OOK TEEKENEN VAN WERKING TE VERTOONEN. HET GEVAAR VOOR DE ARBEIDERS ZEER VERGROOT. Rhenen, 5 Mei. Gistermorgen vertoonde da hoofdpilaar in de Cunera-kerk teekenen van wer* king. Op het pleister kwamen bulten te zien, terw wijl de kalk steeds meer ging afschilveren. In ver* band hiermede hielden zich ook gister geen werk lieden in de kerk op. Werklieden zijn thans bezig met het in de na'bip heid van de kerk brengen van het 2100 K.G. we gende ijzeren geraamte, dat, volgegoten met beton, bestemd is als nieuwe pilaar, zoo spoedig mogelijk te worden opgesteld op de plaats waar in de vorige week een pilaar is bezweken. Men hoopte met de werkzaamheden zoodanig te vorderen, dat de pilaar reeds in den afgeloopen nacht op de in de kerk vastgestelde plaats kan worden geplaatst. Vrijwilligers doen het werk. In verhand met het feit, dat ook de hoofdpilaar in. de Cunera-kerk gistermorgen teekenen van werking vertoonde, vernemen wij nader, dat het gevaar voor de arbeiders hierdoor zeer is vergroot. Men heeft thans vrijwilligers opgedragen om deze pilaar ijze ren banden te slaan, terwijl zooals reeds in het eerste bericht medegedeeld de pilaar die de vo rige week is ingestort, door een ijzerconstructie zal worden vervangen. In de pilaar welke werking ver toont, is een microfoon opgehangen, waardoor het mogelijk is het ontstaan van scheuren dadelijk te signaleeren. Do arbeiders worden hierdoor ge waarschuwd, zoodra een nieuwe instorting op handen is. OOG UITGESLAGEN. Hooge schadevergoeding toegewezen dooï de rechtbank. Amsterdam, 5 Mei. In November '1934 had in bet cabaret „de Boerenhofstede" te Laren een vecht partij plaats tusschen een Larenschen kunstschilder en een plaatsgenoot, advocaat te Amsterdam, De schilder gaf den advocaat een vuistslag tegen een der oogen, dat zoo ernstig gewond werd, dat hij het'licht eruit moest missen. De kunstschilder werd vervolgd wegens mishande ling en hoorde zich veroordeelen tot drie maanden gevangenisstraf, een vonnis, dat door het hof is be vestigd. De kunstschilder heeft een gratierequest inge diend, waarop echter nog niet is beschikt. De advocaat heeft een eisch tot schadeloosstelling ingediend. In dit civiele proces heeft de rechtbank vandaag vonnis gewezen. De schilder is veroor deeld tot directe betaling van f5145.83. Voorts zal hij den advocaat een bedrag van f2250 per jaar moeten uitkeeren, ingaande op 1 Augustus a.s. Dit bedrag zal jaarlijks moeten worden betaald tot de advocaat 60 jaar geworden is. De volgende tien jaar zal hij f 1125 per jaar moeten afstaan. Het vonnis is uitvoerbaar gesteld bij lijfsdwang. Voor den advocaat trad op Jhr. Mr. S. M. S. de Ranitz en voor de schilder mr. J. P. Lens. 11 DOODEN BIJ EEN MIJNONGELUK IN JAPAN. Tokio. In een Japansche mijn heeft een mijn- gasontploffing plaats gehad, waarbij elf arbeiders om het leven zijn gekomen. Het stoffelijk overschot kon worden geborgen. JAPANSCHE MARINE STEUNT INDUSTRIE EN LANDBOUW. Nota van het ministerie van Marine van Japan. Tokio, 5 Mei. (ANP) De minister van Marine heeft een nota gepubliceerd, waarin hij de aandacht van het Japansche volk vestigt op de beperkte op pervlakte van het land en de armoede aan natuur lijke hulpbronnen. Hij verklaart verder, dat Japan derhalve de vrijheid der zeeën en de nationale de fensie rnoet verzekeren. Verder wees de minister er op, dat 94 procent van do marine-begrooting wordt gebruikt voor de ontwikkeling van industrie en hulp aan de landbouw-centra. (Van onzen correspondent). WIERINGEN, 5 Mei. Indien de muggen, welke sedert de afsluiting van de Zpiderzee jaarlijks Wie- ringen en omgeving onveilig maken, even goede barometers zijn als voorheen, dan is het warme weer ongetwijfeld in aantocht, want zij beteekenèn de ze kere voorboden. En wel precies 2 dagen vroeger dan in 1935 hebben wij heden onze lastige gasten voor het eerst weder kunnen begroeten, want in dat jaar is 7 Mei als aankomstdag der muggen geboekstaafd. Bij observatie bleken het weer precies dezelfde muggen van voorheen te zijn, oude kennissen dus, wetenschappelijk met den naam „gyronomus" aan geduid. In donkere wolken hangen deze gyronomus- horden weder over den afsluitdijk om den automo bilisten het leven zuur te maken. Dit merkten wij heden toen wij, nadat de eerste muggen waren gesig naleerd, den auto pakten om te zien of de afsluit dijk nog berijdbaar was, afgezien van het betonnen snelverkeerwegdek. Na tot Breezand met een 40 K.M. snelheid te heb ben gereden, was onze voorruit reeds vrij dicht bezet met resten van muggen, tegen het glas te pletter geslagen. Na reiniging van het voorruit werd op den terugrit met een snelheid van 100 K.M. ge reden, doch na enkele minuten was uitstappen reeds geboden, daar elk uitzicht op den weg ons volkomen werd ontnomen door een dikke brei muggencadavers op het voorruit. Deze resten laten zich zeer moeilijk verwijderen, doch ook hier hebben de uitvinders reeds goed werk verricht. Na met verschillende oplos' smgen proeven te hebben genomen, is het aan een cler bij de tankstations alhier geëmployeerden ge lukt een vloeistof te ontdekken, waarmede in een minimum van tijd uw voorruit weder glashelder wordt gemaakt. De uitvinding is niet gepatenteerd en bovendien schaden wij het beroep van den uit vinder niet, wanneer wij verklappen dat de vloeistof bestaat uit een in een emmer water opgelost zakje blauw, want wel niemand zal er aan denken een emmer met deze vloeistof in zijn wagen mede te nemen, alvorens den weg over den afsluitdijk te on dernemen. Met „het vrij van muggencadavers ma ken van auto-voorruiten" heeft de uitvinder een nieuw en lucratief ambacht geschapen, hetgeen in dezen tijd de vermelding wel waard is. Behalve aan den automobilist, veroorzaakt de gy ronomus, die weliswaar niet steekt en volkomen on schadelijk is, toch ook anderen veel ongemak. Zij laat zich n.1. niet met een enkele handbeweging verjagen, zoodat de op gezicht en haar neergestre ken muggen met de hand dienen te worden ver wijderd. Des nachts zoeken deze muggen een schuilplaats in het grasgewas. Ook op koude dagen houden zij zich schuil. Nu zijn wij thans noch op koude dagen noch op den muggenplaag gesteld, doch prefereeren, voor de keuze gesteld, toch warme dagen mèt mug gen boven koude zonder. Zooals bekend komen de larven der gyronomus voor in zoet water en de geleidelijke verzoeting van het IJsselmeer kan dus als oorzaak van deze jaar- lijk sche muggeninvasie worden beschouwd. De na tuurlijke verdelgers zijn, behalve dan de ongezochte autoriteiten, de visschen, voor welke de larven een kostelijk aas vormen, en de vogels die de muggen oppikken. De zeemeeuwen op den afsluitdijk bele ven een gouden tijd. Staande op den kruin verorbe ren deze-hun maaltijden want de gebraden duiven vliegen hun als het ware in den bek. Zonder dat zij een poot verzetten is het interessant te zien hoe deze vogels hiaten in de muggenwolken happen. En wat de visschen betreft, het is bekend dat in IJsselmeer en Amstelmeer baarzen worden gevangen, zooals zij nergens in Nederland worden bemachtigd, zoo groot en vet als deze zijn. De thans beslechte strijd om het hengelverbod in het Amstelmeer moge daar van getuigen. Zeer waarschijnlijk is dus dat. de gy- ronomuslarve zich voor de hengelsport onsterfelijk verdienstelijk heeft gemaakt en naast den vloek van de automobilist toch ook den dank der henge laars heeft geoogst. 6 VAL MET ERNSTIG GEVOLG. Het j'eugdige zoontj'e van den heer J V., woon achtig op een der vaartuigen in de Nieuwlandhaven te Den Oever, had het ongeluk van een trap te val len, waarbij het knaapje zich ernstig aan het. hoofd verwondde. Nadat dc wond door Dr. B. was ge hecht, is hersenvliesontsteking ontstaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6