Economische Kroniek Zaterdag 9 Mei 1936. SCHAGER COURANT. Vierde Blad. No. 9973 Landelijke Ruitersport. Het systeem van Schacht ter verhooging van den export. Sluwe oplichters ontmaskerd. I n h e t L a n d der PhilippijneiL PAARDENSPORT. De geschiedenis van de menschelijke welvaart wordt tegenwoordig voor een goed deel bepaald door de resultaten, die economische experimenten ople veren. Deze experimenten worden in den regel on dernomen na rijp beraad der financieele kopstukken en hun doel is meestal tweeledig. In de eerste plaats moeten ze de opleving van de conjunctuur bevorderen en bespoedigen. Men hoopt er de werkloosheid mee te kunnen bestrijden, handel en industrie in bloei te doen toenemen, kortom het einde te bewerkstelligen van de malaise. Daarnaast zijn ze er in de tweede plaats op berekend de diver se regeeringen de mogelijkheid te bieden hun poli tiek program dat tegenwoordig meestal neerkomt op versterking der bewapeningen verder door te .voeren. Het is niet onwaarschijnlijk', dat deze oor logsrusting dikwijls hoofdzaak is, terwijl de toename van den algemeenen welstand slechts van secundair belang is. Tegenover het volk wordt echter met omhaal van woor den in den regel den nadruk gelegd op de bevordering van de bloei en daarom zullen we maar aannemen, dat de boven aangege ven volgorde de juiste is. ïntusschen zijn de experimenten overal van ver schillenden aard. Dat ligt voor de hand. De omstan digheden zijn nergens gelijk en ook zijn het steeds andere personen, die er hun licht over laten schij nen. En zoo ziet men, dat alom verschillende stok paardjes worden bereden. Wij willen ons voor heden een oogenblik" bezig houden met dat van den Duitschen minister van Economische Zaken, dr. Schacht. Het is nu ongeveer een jaar geleden, dat hij be gon met de verwezenlijking zijner ideeën, die neer komen op iets wat men wel eens als „exportslag" hoort betitelen. Met toenemende onrust zag hij, hoe de export van Duitschland doorloopend bleef dalen en hij zon op middelen om daaraan een einde te maken. We willen in het midden laten aan welke oorzaken een en ander precies was toe te schrijven. Zonder twijfel hebben verschillende daarbij samen gewerkt. De ïerugloopènde uitvoer kwam \oor re kening zoowel van het feit, dat de Duitsch© goederen ten aanzien van de buitenlandsche duurder waren geworden als van de dwaze pogingen om den invoer te beperken en zoo doende te komen tot een exportsaldo van eenigen omvang. Ook zijn de in het buiten land genomen beschermingsmaatregelen er schuld aan en wellicht zijn nog meerdere factoren aan te wijzen, die zich hebben laten gelden. Dr. Schacht stelde zich bij zijn experiment op het standpunt, dat alles wel beter zou worden, wanneer de Duitsche exportgoederen maar goedkoop genoeg waren om mee te kunnen concurreeren op de inter nationale markt. Men kan hierover van inzicht verschillen. Zoo is de goedkoopste prijs machteloos tegenover een in voerverbod, terwijl tolmuren van een hoogte, zooals we die tegenwoordig kennen, dikwijls een onover- momelijke hindernis vormen. Dr. Schacht echter baseerde zijn plan op de ge dachte, dat goedkoope prijzen den uitvoer wel zouden stimuleeiën en hij heeft het doorgezet. De moeilijkheid was natuurlijk, hoe hij tot die goedkoope prijzen zou komen. Hij wilde te dien ein de de beschikking hebben over een exportfonds van 1 milliard mark, dat door de industrie zelf moest woxden opgebracht in den vorm van een heffing, die men omzetbelasting zou kunnen noemen. Uit dit fonds zou dan aan den export een toeslag worden verleend, zoodat hij in een bevoorrechte positie kwam te verkeeren. Het idee op zichzelf kwam in wezen neer op een belasting van het voor het binnen land geproduceerde artikel, dus verhooging van de prijzen voor het Duitsche volk ten hate van de uitvoerartikelen. Geheel heeft dr. Schacht zijn .plan niet kunnen Verwezenlijken. Want tot zijn 1 milliard mark is hij niet kunnen komen. Het is gebleven bij 600 millioen over het eerste jaar, ook een respectabel bedrag in- tusschen en voldoende om te kunnen nagaan of zijn idee behoorlijke resultaten heeft afgeleverd. Jammer genoeg voor den heer Schacht is dit blijkbaar niet het geval geweest. De totale export over 1935 is ongeveer 100 millioen mark grooter geweest dan in 1934. Weliswaar waren de cijfers over de laatste helft van 1935 betrekkelijk beter dan die over de eerste, maar men behoeft zich er allerminst over te verwonderen, dat zich stemmen verheffen, die vinden dat een opoffering van 600 millioen veel te groot is om een dergelijke relatief geringe verhooging van den uitvoer te kunnen rechtvaardigen. Men zou daartegen in kunnen brengen, dat zonder het exportfonds misschien een groote daling vap den uitvoer te boeken zou zijn geweest, maar met zulke mogelijkheden houdt men zich in 't algemeen niet op. En zoo zijn er velen in Duitschland, die van inzicht zijn, dat het experiment van dr. Schacht een mislukking is geweest. ïntusschen is thans het tweede jaar ingegaan. Verre van zelf te erkennen, dat zijn methode on volkomenheden zou bezitten, wil hij ze nu eerst recht dooi-zetten. Hij wil thans de beschikking heb ben over het heele milliard, in plaats van over het zes tiende deel daarvan en de moeilijkheden, die hij op het oogenblik ondervindt, spruiten mede voort uit de tegenkanting, welke bestaat in de kringen, die het exportfonds moeten bijeenbrengen. Dr. Schacht stelt zich voor, zijn milliard mark bijeen te brengen op de volgendge wijze. Evenals in het afgeloopen jaar is geschied, zal 600 millioen moeten worden geheven van de industrie. Handel en verkeer zullen een aderlating hebben te onder gaan van 200 millioen, de landbouw ten slotte ook een van 200 millioen. Maar de ondernemers in die takken van bedrijf voelen daarvoor allerminst. Ze willen niet, ze maken stemming tegen de plannen van Schacht en ze stellen over het algemeen het grootste vertrouwen in een devaluatie, die practisch neerkomt op een loonsverlaging. Bij een en ander vinden ze steun bij de theoretische inflationisten en het resultaat is, dat de zaken er voor dr.'Schacht niet al te best voorstaan. Toch moet de export worden vermeerderd,* omdat de regeering meer grondstoffen noodig heeft, hoofd zakelijk \oor de bewapening, terwijl men ook voor de levensmiddelenvoorziening ten deele op het buitenland aangewezen blijft. Niettegenstaande alle autarkische maatregelen produceert Duitschland er niet voldoende van om in de eigen behoeften te kunnen voorzien. Deze laatste overwegingen zijn het vermoedelijk, die maken, dat sommigen toch ook wel iets voelen voor de argumenten van den minister van Econo mische Zaken en dat men hinkt op twee gedachten. Welke richting het uitgaat, zal wel spoe dig blijken. Waarbij we nog even willen memoreeren, dat een fout in de redeneering van dr. Schacht vermoedelijk deze is, dat door zijn systeem de prijzen in het bin nenland stijgen, wat ten gevolge heeft een tendens tot loonsverhooging. Met het uit eindelijk resultaat, dat de positie van de industrie in het algemeen, met inbegrip van die, welke werkt voor export, er weer slechter op wordt. Door eventueele loons- verhoogingen worden de onkosten hooger en gaan de voordeelen, verkregen door het ex portfonds, althans ten deele weer te niet. Men mag zich er over opwinden of niet, alles grijpt nu eenmaal in elkaar. Dat laat zich niet weg- redeneeren. Het is zoo. Maar het maakt alles zoo moeilijk, dat zelfs de grootste kopstukken zich hopeloos kunnen vergissen. VOORTREFFELIJK Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van 20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 ets. Van een broodfabriek die niet bestond. Vrouw uit Limburg gaat naar haar woonplaats terug met een ervaring rij ker en 500 gulden armer. In Het Limburgsch Dagblad van 16 Maart stond een advertentie, waarin gevraagd werd een depot houdster voor een filiaal van een broodfabriek te Amsterdam. Inkomsten acht gulden per week bene vens vrij wonen en vrij licht. Als borgstorting werd gevraagd 500 gulden. Op deze advertentie heeft gereflecteerd een in woonster van Heerlen. Ze ontving brieven van een bemiddelingsbureau op de Keizersgracht. Het brood depot was gevestigd in de Van Ostadestraat. De Limburgsche vrouw, die te Amsterdam was komen kijken, ging op de aanbieding in en stortte f150. Den 9den April, in'de avonduren kwam ze te Amsterdam aan en tegelijk met haar de verhuis- boedel. In het perceel in de Van Ostadestraat, dat men haar van tevoren had laten zien, kon zij geen toegang krijgen, want de huur was opgezegd tegen den eersten April. Goede raad was in het late avonduur duur en zij wendde zich tot de politie, die haar hielp, maar ook verder op de zaak inging. Den volgenden mprgen heeft de directeur van het bemiddelingsbureau haar gebracht naar een win kelhuis in de Celebesstraat, waar een sigarenzaak gelikwideerd werd, maar waar het brooddepot van Amstel's broodfabriek zou worden gevestigd. Inmid dels was het restant van de waarborgsom door den directeur van de toekomstige filiaalhoudster geind. Echter van een brooddepot kwam niets. De politie heeft thans haar neus wat verder in de zaak gestoken en weet nu dat een bakkertje in de Nieuwe Leliestraat de directeur is van Amstel's broodfabriek, die in waarheid niet bestaat. Zij weet ook dat de directeur van het bemidde lingsbureau de zwager is van den bakker uit de Nieuwe Leliestraat. Beide heeren zijn geen onbekenden van de politie, en zij zitten thans beiden achter slot en grendel op het bureau Leidscheplein, om nadere verklaringen af te leggen in deze zaak, waarvan de Heerlensche inwoonster de dupe is geworden. Deze vertoeft op het oogenblik nog te Amsterdam, maar gaat toch over een paar dagen weer naar Limburg terug met een ervaring rijker en een minder zware por- temonnaie, ofschoon de politie de hoop heeft, dat van haar 500 gulden nog wel een en ander zal te recht komen. BOM ONTPLOFT IN EEN ZWEEDSCH DAGBLAD-BUREAU. Stockholm. In den nacht van Donderdag op Vrijdag is in het gebouw waar de bureaux van het sociaal-democratische dagblad „Ny Tid" geves tigd zijn, een bom ontploft, tengevolge waarvan een brand uitbrak, die echter spoedig gebluscht kon worden. De schade is vrij onbelangrijk, en het blad heeft normaal kunnen verschijnen. Omtrent den dader van den bomaanslag en zijn motieven is niets be kend. TOENEMEND AANTAL KATHOLIEKEN IN AMERIKA. New Yorlc. Volgens dezer dagen gepubliceerde statistieken, is het aantal leden van de katholieke kerk in de Ver. Staten het vorig jaar gestegen met 212.136, waaronder zich 63.454 bekeerlingen bevon den. In de Vereenigde Staten zijn 4 kardinalen, 70 aartsbisschoppen, 109 bisschoppen, 31.108 priesters, 18.387 kerken en in totaal 20.735,109 katholieken. Einde van den grooten estafette-rit door Nederland. Belangstelling van de Koningin en Prinses Juliana. Donderdag is de groote estafette-rit, welke de Kon. Ned. Federatie van landelijke rijvereenigingen ter gelegenheid van haar 10-jarig bestaan heeft ge houden, te Apeldoorn geëindigd. De laatste ruiter aan de hoofdroute was aldaar des morgens aange komen, even later gevolgd door den laatstcn deel nemer aan de Friesland-route. De belangstelling bij het hotel De Keizerskroon, waar de beide routen eindigden, was bijzonder groot. De burgemeester van Apeldoorn nam de beide berichtkokers in ont vangst en overhandigde die onmiddellijk aan den secretaris der Federatie. Des middags te half drie heeft H.M. de Koningin, vergezeld van H.Iv.H. Prinses Juliana op het paleis 't Loo de negen oorkonden in ontvangst genomen, welke 675 landelijke ruiters over een afstand van 1835 K.M. door ons land hadden medegevoerd. Na dat Jhr. van Coehoorn van Sminia, voorzitter van de federatie, H.M. verschillende mededeelingen over den estafette-rit had verstrekt, bood hij Haar deze oorkonden aan. Een honderdtal landelijke ruiters, onder commando van den heer Jb. Maarsingh, be stuurslid der federatie, heeft daarna voor Hare Majesteit en de Prinses gedefileerd, welke zich met eenige leden van Hun gevolg bevonden op het bordes van het paleis. Verschillende personen, welke tot het welslagen der estafette hun mede werking hadden verleend, werden daarna aan Hare Majesteit voorgesteld. De Prinses had des morgens reeds van Haar belangstelling in dezen estafette-rit blijk gegeven, door een gedeelte van de laatste etappe in een auto te volgen. Naar een zelfstandige staat Voor eenige maanden terug is de 10-jarige overgangstijd ingegaan, na het verstrijken waar van de Philippijnen, de zonnige eilanden-gróep in de Stille Zuidzee, die eens Amerikaansch be zit waren, een volledig zelfstandige staat zullen zijn. De geschiedenis der Philippijnen is bloedig. Ferdinand Magalhaes ontdekte ze en gaf er de naam Lazaruseilanden aan. Hij sneuvelde al gauw in de strijd tegen de inboorlingen. Twee- en-twintig jaar later, in 1543, ondernam Villalo bos een tweede expeditie naar deze eilanden en noemde ze naar den Spaanschen kroonprins, den lateren Philips II. Hoeveel moeite en menschen- levens het bezit der Filippinos aan Spanje ge kost heeft, is niet meer nauwkeurig vast te stel len. In 1570 legde Spanje officieel beslag op dit gebied, hetgeen overigens meer in de acten dan in werkelijkheid geschiedde, want de vrijheid lievende Philippijners gaven de strijd niet op. Primo Rivera, de vader van den voormaligen Spaanschen dictator, „pacificeerde" de eilanden in 1897. Het aantal terechtgestelde inboorlingen groeide bij deze vredestichting voortdurend, eenige maanden nadien brak de Spaansch-Ame- rikaansche oorlog uit. De Iberiërs werden bij Manilla verslagen, de opstandige inboorlingen verlieten de bosschen en streden aan de zijde der Amerikaanscbe troepen, met het resultaat, datde U.S.A. bet gebied in bezit namen. Bij de Vrede van Parijs betaalden zij er twintig milioen dollar voor De Philippijners kwamen tot de ontdekking, dat zij alleen van overheersching verwisseld hadden. De Amerikanen hebben het verstaan de eilanden uit te buiten. Zij haalden er koper, goud, suikerriet en tabak vandaan. De veertien millioen autochtone inwoners begon nen voor de rijkdom van Amerika te werken. En nu zullen dan over afzienbaren tijd de Philippijnen weer onafhankelijk zijn Het is wel eens gezegd, dat de Philippijners al les behalve ingenomen zijn met deze „grootmoe dige daad" van de Amerikanen. Het ligt ook wel een beetje voor de hand dat bier van grootmoe digheid der Amerikanen geen sprake kan zijn. De Philippijners bleken in tegenstelling met de meeste andere Zuidzeevolkeren een groote be kwaamheid aan de dag te leggen om de Wester- scbe beschaving aan te leeren en zich die ten nutte te maken Veertig jaar koloniale arbeid heb ben Amerika geleerd, dat de Philipijnen uit een strategisch oogpunt niet zeer bruikbaar zijn. In dit licht bezien verschijnt Japan op het too- neel, het land dat aan sterke overbevolking lijdt en tracht in alle richtingen zijn gebied uit te breiden. Door koe meegesleurd en overleden Donderdag liep de 4-6-jarige landbouwer Vru- wink te Noordijk met een koe over de Bergstraat toen plotseling de koe op bol sloeg. V. had bet touw, waaraan de koe vastzat, met een lus om zijn» arm met bet gevolg, dat bij door de koe werd meegesleurd en tweehonderd meter verder tegen een paal werd geslagen. Hierdoor raakte het touw los. Vruwink was deerlijw aan het hoofd gewond en werd in .bGwusteloozen toestand bij een der omwonenden binnengedragen. Dr. Fun- ke, die de eerste hulp verleende achtte overbren ging naar het ziekenhuis te Enschede noodzake lijk. Vruwink is in den afgeloopen nacht aan zijn verwondingen overleden. Door haar man met een revolver bedreigd Echtelijke oneenigheid te Den Haag* 's-Gravenhage, 8 Mei. Donderdagmiddag heeft de echtgenoote van den 37-jarigen slager C. R., van de Hoefkade te Den Haag, die gescheiden van haar man aan den de La Reyweg woont, bij de politie aangifte gedaan van het feit, dat zij door haar man met een revolver bedreigd is. De vrouw deed een fantastisch verhaal en de politie stond daar ecnigszins sceptisch tegenover. Zij onderwierp den man aan een verhoor, doch er waren geen termen aanwezig, hem in arrest te houden. De politie vermoedt, dat de man haar met een stuk pijp bedreigd zou hebben. Het onderzoek in. deze zaak is nog niet geëindigd. Hierboven een beeld van dit zonnige landt waar op vele plaatsen liet leven ?iog zeer primi tief is. Be inboorlingen aan de kust leven daar nog in paalwoningen, die bij elke opkomende vloed steeds weer opnieuw rodom in het water liggen. En dit is het, waarom de Philippijners mis schien de zoo gewenschte vrijheid met niet vol komen vreugde kunnen begroeten. Menigeen vreest, dat, zoodra Amerika de hand van dit ge bied aftrekt, Japan er zijn gulzige vingers naar zal uitstrekken. Wanneer de Philippijnen Japansch bezit zou den worden, zouden zij er ongetwijfeld op achter uit gaan in vergelijking met hun Amerikaansche tijd: de U.S.A. hebben deze eilanden democra tisch bestuurd. Gedurende de laatste jaren ver heugden zich de Amerikaansche gouverneurs en andere regeeringsambtenaren in een groote po- pulairiteit. De bewoners hebben nooit te lijden gehad van een Amerikaansche invasie, hoewel zich plantagebezitters en farmers in deze kolo nie gevestigd hebben. Het onder overbevolking gebukt gaande Japan zal daarentegen niets an ders kunnen doen dan een zoo groot mogelijk aantal kolonisten naar de Philippijnen sturen. Twee jeugdige Philippijnsche schoonen, die aan verscheidene films van deze zonnige Zuidzee jeilandenhebben meegewerkt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 13