Natuurleven in de „Wieringermeer" Een roep om verlossing van den Muggenplaag Aanbesteding bouw van boerde rijen in de Wieringertneer Een tocht naar het „Klutengat" Ernstige brand te Stevensweert Weifeling in de Britsche politiek Woensdag 20 Mei 1936. SCHAGER COURANT. Tweede Blad. No. 9981 Emigratie der beestjes van de dijken naar de bewoonde centra Alkmaar, 19 Mei. Hedenmorgen is door de directie van de Wieringermeerpolder te Alkmaar II MEI is in het land, en de klank van die naam wekt allerlei vreugdevolle ge dachten hij ons op. Zo gauw het enig zins mogelijk is pak ik de fiets en zoek een deel van de polder op, waar ik ze ker vogels zal vinden. Vorige jaren bleken deze plekjes een grote aantrekkingskracht te bezit ten en in de vaste overtuiging, dat er ook dit jaar een rijk vogelleven zal zijn, zet ik koers naar het „Klutengat". Toen we in het begin van 1935 dit plasje ont dekten, vonden we er een talrijke bevolking van Kluten, wat voor ons voldoende reden was, de naam van die mooie zwart-witte vogel aan de plek te verbinden. Het plasje is eigenlijk geen plasje, maar een toevallige verbreding in een kanaal. Wellicht was daar vor de drooglegging ook al een verbreding van „de sloot", de vaargeul, waar Slootdorp zijn naam aan dankt. In ieder geval is de oever zeer drassig; een mooie slikbank loopt als een miniatuurstand in het water af. Een slootje, dat tussen twee kavels doorstrqomt, heeft een geul in die slikbank uitgeschuurd, een over blijfsel van een gevlochten schoeiing veroorzaakt een zacht kabbelend watervalletje. Op die drassige oever, waar de Zeeaster welig tierde, is het prachtig wandelen. Wandelen met hindernissen zouden we het kunnen noemen! Vooral als het voorjaar aan de natte kant is, kom je op een Aprildag voor allerlei verrassin gen te staan. Zonder enige waarschuwing zak je plotseling tot aan de enkels in de slikmassa weg en door enige krampachtige sprongen kan je weer de vaste bodem bereiken. Dat Klutengat was dus het doel van de tocht. Bij tientallen vlogen langs de weg de Gele Kwik staarten met ons mee. We kunnen dit gerust de Wieringermeer-vogel noemen. Overal-in de Pol der ontmoeten we deze levendige vogel. Met zijn heldergele borst, die in de zonneglans de hele vogel geel doet schijnen, zijn vragend: „tissik", dat hij tijdens zijn golvende vlucht telkens laat horen, tenslotte met zijn druk staartgewip, wan neer hij een paaltje of een prikkeldraad tot zit plaats heeft gekozen, is dit een vogel, die niet gauw over het hoofd gezien kan worden. Nog een andere Kwikstaart zien we op een kluit aarde zitten. Het is de Witte- het Bouwmannetje dat in het begin van de Lente achter de ploegen de boeren een rijke insectenbuit pleegt te vinden. Het trillende gejubel van de Leeuweriken hangt boven de weilanden en onwillekeurig zoeken we de uitbundige vogel, die hoog in de blauwe lucht met uitgespreide vleugels en staart spiralen be schrijft. Verder gaan we weer Daar springt een Tapuit een hoop stenen op en af. De nijdige ruk van zijn witte staart, die met een zwarte omgekeerde T aan het eind is versierd, doet zijn snavel de lucht in schieten en zijn korte: „sjek, sjek" vraagt gebiedend opheldering waarom we zijn gebied binnendringen. We laten de ongeduldige sinjeur maar stil vragen, leggen onze fietsen in het gras en stappen over het hek op het weiland dat aan het Klutengat grenst. Onmiddellijk schiet een Kievit de lucht in. Schallend gaat zijn roep o.ver de wei, en waarschuwt het wijfje dat er onraad is, zodat ze, als manlief er niet in slaagt de indringers te verjagen, op een niet in het oog lopende wijze het nest kan verlaten en een heel stuk verder een beetje aan het pikken kan gaan, alsof ze van de prins geen kwaad weet. „Roef, roef" suizen de wieken van dè verstoorde Kievit door de lucht. We laten ons wegjagen, want het is ons niet om Kievitten te doen. Ach ter ons strijkt de tevredengestelde vogel weer neer, en kijkt spiedend uit naar volgende rust verstoorders. Al heel gauw kunnen we een blik slaan op het Klutengat. Vlug de kijker erbij. Er blijkt al heel wat vertier te zijn. Een Reiger staat roerloos tussen het riet; zijn lange, hoog- uütgestrekte hals is niet meer op het water ge richt. Hij heeft ons natuurlijk allang in de ga ten en zal eerst de kat eens uit de boom kijken. Gin, als het gevaar al te dicht nadert zijn brede, ronde vleugels uit te slaan, en met lome sla gen een veiliger visplaatsje uit te zoeken. Een paar Wilde Eenden steken de koppen onrustig in de lucht en vertrouwen de zaak ook niet erg. Een tiental Kluten loopt bedrijvig heen en weer, schuimen met hun naar boven gebogen snavels het water af, om dan weer met hoogopgetrok- ken poten een eind verder te waden, telkens ach terom kijkend of het gevaar nadert. Een paar Bergeenden proberen zich zwemmende in vei ligheid te brengenkortom, er heerst een geest van onrust over de hele plas. We willen echter nog dichterbij komen, om alles goed te kunnen zien, maar nu wordt het ze toch te bar! Luid: „Kluut, kluut" roepend, vliegen een dozijn Kluten omhoog en stormen op de vijand aan. Al spoedig zwenken ze en vlie- „H ET KLUTENGAT' gen twee aan twee langs ons heen. Ze hebben zich dus al tot paren gevormd, en we zullen binnenkort de eieren kunnen verwachten. Eén paar is niet bang. Met groot vertoon van moed vliegen ze luid roepend over ons heen en komen zo dicht bij, dat we zeer duidelijk allerlei bijzon derheden kunnen opmerken. De lange, dunne, omhooggebogen snavel, loodgrijs van kleur gaat open en dicht, hun alarmkreten vullen de' lucht: de angst schijnt groot te zijn! Ik verdenk ze ech ter van aanstellerij: het is nog wel een beetje vroeg voor Kluteneieren, maarde mogelijk heid bestaat. Wat smetteloos wit is hun verenkleed en wat schitterend zijn. de zwarte vlekken op de vliegen de vogel verdeeld: zwart de nek, de vleugelein den en vier overlangse strepen op vleugels en rug De lange grijze poten steken voorbij de staart en worden af en toe even onder het lichaam getrokken, terwijl de tenen zich krommen, alsof ze in machteloze woede hun vuisten ballen. Het duurt niet lang, of ze hebben zelf genoeg" van hun demonstratie, zodat de verdenking van aan stellerij wel. gegrond zal zijn geweest. Wel vin den we enkele kuiltjes, waar de Klutenman al even aan het „proefdraaien" is geweest, maar het wijfje heeft zich nog niet laten verleiden er haar eieren in te deponeren. Dit zou een mooi plekje zijn om een schuil- tent te plaatsen. De vogels zouden er heel mak kelijk aan wennen, en ik zou ze in al hun doen en laten kunnen bespieden, zonder zelf gezien te worden. Ik zal er werk van maken. NATUURLIEFHEBBER „WIJ STAAN MET DE MUGGEN OP EN WE GAAN ER MEE NAAR BED, LETTERLIJK ZOOWEL ALS FIGUURLIJK." (Van onzen correspondent.) WIERINGEN, 19 Mei. HJRRENGAAS willig, aldus zou de beursbaro- meter kunnen aanwijzen, indien dit nuttige artikel ter beurze zou worden verhandeld. Wel zelden hebben groepen uit onze 'bevolking zich tegen indringerige insecten op meer intensieve wijze moeten wapenen als thans het geval is met den meest actueelen Egyptischen plaag, welke de menschen langs de boorden van het IJsselmeer tot wanhoop brengt. De Chyronomus ontziet niets en niemand. Verbleef zij vorige jaren slechts in de onmiddellijke omgeving van het water, thans ontziet zij zich niet om verder landwaarts te dringen als forsche wind vlagen haar trillioenenlegers uiteenrijten en tegen den grond slaan, zooals met den krachtigen Oostenwind de laatste dagen het geval is geweest. Het gevolg ervan was dan weliswaar dat de auto mobilist op den afsluitdijk iets ruimer adem haal de, voor zoover dit althans bij de toch nog talrijke, echter minder dichte, zwermen nog mogelijk was, doch dat de inwoners van Den Oever en Oosterland op den Noordoostpunt van Wieringen en van de Hau- aanbesteed de bouw van 45 boerderijen in den Wie- ringermeerpolder. Ingeleverd waren 81 biljetten, waarvan er twee van onwaarde waren. De laagste inschrijvers waren: voor groep 1 en 2 de firma F. A. Smulders te Oïs- tervvijk voor f205.974, voor groep 4 en 5 de Gebroe- der van Hees wijk te Best (N.-Br.) voor f 132.900 en voor groep 3 de firma H. Hannink te Enschedé voor f141.162. In totaal f480.036. De gunning is aangehouden. Gistermorgen te omstreeks half twaalf is door tot dusver onbekende oorzaak te Stevensweert (L.) brand ontstaan in de boederij van den landbouwer P. Krijn. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat weldra de boerderij met schuren en stalling in lich ter laaie stond. Aangewakkerd door den feilen wind duurde het niet lang of ook de aangrenzende woning van de gebroeders Jeurissen met de daarachter lig gende klompenmakerij en dc woning bewoond door den landbouwer A. Krijn vatton vlam. Alles 'brandde tot den grond toe af. Ook een 4e perceel, een bak kerij met winkel bewoond door de weduwe R. Krijn werd door het vuur aangetast. Hier slaagde men er in het vuur tot staan te bren gen. De bovenverdieping is evenwel geheel uitge brand. Er kon slechts weinig gered worden. Bij den landbouwer P. Krijn kwam een vijftal varkens in de vlammen om. Slechts eenig huisraad van de be woners kon in veiligheid worden gebracht. Tenge volge van overslaande vonken ontstond nog een be gin van brand in het op eenigen afstand gelegen postkantoor en een tweetal woningen. De brand weren van Stevensweert en Eclit slaagden er in hier erger te voorkomen. Gistermiddag omstreeks een uur was gevaar voor verdere uitbreidng van den brand geweken. De brandweer bepaalde zich toen tot het nablusschen van de smeulende resten. De schade wordt door ver zekering gedekt. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. Moskou, 19 Mei (A.N.P.). De Prawda schrijft in een artikel, dat getiteld is „Crisis der Britsche buitenlandsche politiek", dat in politieke kringen in Engeland een ongekende oneenigheid heerscht. Met niet geringe moeite aldus het blad blijven de leiders der Britsche politiek thans nog officieel trouw aan het program der collectieve veiligheid. Toch hebben ook zij zich formeel reeds door een program van hervorming van den Volkenbond ge bonden. Het blad besluit, dat de Engelsche buiten landsche politiek een fase van crisis is ingetreden, evenals dat met de geheele internationale positie van Engeland het geval is. kes in den Zuidwesthoek daarvan den terugslag on dervonden en met gesloten deuren en vensters hunne warme woningen niét konden ventileeren. De plaatselijke horrenindustrieën, waarin een on gekende opleving heerscht, is n.1. niet bij machte het groot aantal orders tijdig te verwerken nu 't Chy ronomus heeft beliefd ook de bewoonde centra tot verblijfplaats te kiezen. Wij staan met de muggen op en gaan erme de naar bed, letterlijk, zoowel als figuurlijk. Het is al mug wat de klok slaat. Een ieder heeft er behoefte aan zijn muggenbelevenis- sen aan anderen mede te deelen. Er zit ech ter weinig kleur in de verhalen want zij ko men alle op hetzelfde neer. Andere belangen schijnen niet meer te bestaan, zinken gewoon in het niet bij dezen plaag. En inderdaad, is het wel zeer erg met den „mug- gentroep", waarmede gemakshalve alle ongemakken door de Chyronomus veroorzaakt, worden aangeduid, gesteld. Het is alsof langs den geheelen afsluitdijk en Wie- ringermeerdijk soms een onzichtbare keten stoomsche pen op volle capaciteit bezig is de kolenvoorraden binnen den kortst mogelijken tijd via de schoorstee- nen in de lucht te doen opgaan. Brand op den dijk, meent iemand, die nog vreemdeling in Jeruzalem is ofschoon de symptomen identiek zijn. Wij behoeven nauwelijks de overlast voor de bewo ners te schetsen, wanneer deze roetwolken, als het op de vlakte te winderig is, zich eenvoudig mengen in het knusse dorpsleven tusschen de beschutte huizen. Van nok tot dorpel zitten dc woningen gewoon ónder. En als de N.W.U. reeds recordpogingen rond het IJsselmeer moet uitstellen en de K.N.A.C. in het ge weer komt voor de belangen van den automobilist, ¥-ï Het bovenstaande is geen plaatje uit Ccdifornië maar uit onze eigen Westfriesche drevenwaar in de warenhuizen reeds volop de rijpe pruimen worden geplukt. En dat de oogst goed is bewij zen wel de rijk met vruchten beladen takken. BOTSINGEN TE PARIJS. Royalistische demonstraties verboden. Parijs, 19 Mei (A.N.P.): Niettegenstaande de ontbinding van de Action Fran(;aise heeft deze ver- eeniging gisterenavond een massa-demonstratie geor ganiseerd. De minister van binnenlandsche zaken had deze bijeenkomst verboden en een sterke politie macht had de omgeving van de plaats waar de de monstratie zou plaats hebben, afgezet. De deelnemers aan de vergadering werden niet tot de plaats toege laten, waarbij herhaaldelijk botsingen plaats hadden. De royalisten verspreidden zich,doch kwamen eldèrs weer bijeen. Ook hier greep de politie in en eerst om streeks 11 uur was de orde hersteld. als ,ide'muggen" tenslotte de gesprekken van den dag beheersclien; ja dan "nloët liét niet de muggen wel heel erg gesteld zijn. Touristenverkeer belemmerd. Het touristenverkeer over den afsluitdijk, in nor male omstandigheden thans reeds zeer beduidend, is thans minimaal. De pachters van de zaken te Bree- zand, die reeds hebben moeten sluiten, en in het Mo nument op den Afsluitdijk, waarop als oaeses in den woestijn de muggen, zich nederzetten, daarmede Du- dok's schoone bouwwerk tot één grooten muggenzuil verlagende, zij weten er U van te vertellen. De door hen geleden schade is reeds zeer beduidend. Men schreeuwt om maatregelen ter verdelging, doch komt reeds direct in conflict met de biologische weten schap, welke immers dezen plaag alleen reeds sancti- onneert bij de gedachte aan de enorme en waarde volle voedselvoorraden voor de, helaas nog niet te tal rijke, bewoners van het IJsselmeerwater. Bovendien al verdelgt gij een muggenlegcr, waarvan het getal nauwelijks is uit te spreken, dan blijft daar nog een aantal over waarvan het cijfer zeker niet is uit te drukken. Voor den trekker is het zeker niet mogelijk den af sluitdijk per rijwiel te „doen". Voor den automobilist enfin, wij laten hier de chauffeur aan het woord, die zijn dagelijksch brood in de muggen moet verdienen. Wie kan de ellende beter beschrijven dan deze chauffeur, die, in dienst van den aannemer van de onderhoudswerken aan den Afsluitdijk, van des ochtends vroeg tot des avonds niets anders doet dan op het 30 K.M. lange dijktraject zand en puin, aan nemersmaterialen en muggen per as aanvoe ren. „Het is bij de beesten af, mijnheer", aldus drukte onze zegsman zich zeer duidelijk uit. „In het begin moest ik wel 10 maal per dag rui ten wasschen en radiateur leegspuiten. M'n water kookte geregeld! Ja, dat horrengaas helpt wel. De muggenbrei verhardt door de warmte van den motor, zoodat ik met een harden borstel de resten er telkens nogal gemakkelijk kan afschuieren. Maar die ruiten! Daar moest ook nog iets op gevonden worden. Kunt u er niet eens iets over schrijven?", alsof tot dusverre nog niemand van het muggenprobleem notitie had genomen En terwijl onze chauffeur blijft afgeven op het „ge spuis", bezien wij zijn wagen, aan de voorzijde ge lijk een muggenberg op wielen, waarvan hij de ruiten vandaag voor de 6e maal komt wasschen. Ook brachten wij een bezoek aan het in de haven liggend aannemersmateriaal, een vloot van kranen, transporteurs, keileembakken, dekschuiten, stoom- booten en woonarken, alles tot de laatste vierkante centimeter met muggen bezet. Een tocht over dit materiaal moest reeds zeer spoedig worden gestaakt, tegengehouden als wij werden door het lastige goed je. En hoe de bewoners van deze vaartuigen dag in dag uit in de „muggenwolken" leven? De verhalen die wij daarover aanhoorden, zullen wij den lezer be sparen. Zij culmineerden echter in één waren roep om verlossing uit den muggenhel. Ondertusschen is van Regeeringswege, zooals reeds gemeld, een begin gemaakt om aan dezen oproep ge hoor te geven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 5