Van een kleine Koningin, die nimmer
haar Koninkrijk zag
Het jonge Prinsesje dat niet lachen kon
door
Violette Carr.
De verzegelde brief.
De kleine Koningin van Schotland.
Op weg naar haar koninkrijk.
Koning Erik van Noorwegen gaf een
verzegelde brief aan den wachtenden koe
rier en toen deze was vertrokken, verborg
de koning zijn hoofd in de handen, want
hij had juist aan den koning van Schotland
geschreven: „Uw dochter, mijn liéve vrouw
leeft niet meer. Zij heeft mij een dochter
tje nagelaten, dat naar haaf moeder is ge
noemd."
Toen de koerier aan het Schotsche Hof
kwam, vond hij dit reeds in diepe rouw ge
dompeld, want de erfgenaam van den
troon was eveneens gestorven.
Nadat de koning van Schotland den brief
van den koning van Noorwegen had ge
lezen, riep hij zijn Ministerraad bijeen en-
zoo gebeurde het dan, dat zijn kleindochter,
de pas geboren Margaretha van Noorwegen
werd benoemd als erfgenaam van den
Schotschen troon als haar grootvader mocht
komen te overlijden.
Drie jaren gingen voorbij. De kleine
Margaretha groeide op als een lachend,
vroolijk, klein meisje. En op een dag, dat
zij met haar vader in den tuin aan het
spelen was, pakte hij haar op, hief haar
in de hoogte en zette haar toen weer op den
grond. Dat was een geliefkoosd spelletje.
Haar vader vroeg dan: „Hoe groot wordt
je?", dan tilde hij haaf zóó hoog mogelijk
op en dan zei het kleintje: „Zóó groot!"
„Dat is vandaag voor het laatst geweest",
zei hij, terwijl hij Margaretha met een
zucht weer op den grond zette, „want de
koningin van Schotland moet met grooten
eerbied worden behandeld." Margaretha
keek hem verwonderd aan. Zij begreep hee-
lemaal niet wat hij zeide, toen hij haar
vertelde, dat haar grootvader van een rots
was gestort en om het leven was gekomen
in een land, dat zij nog nooit had gezien. Zij
begreep ook niet, waarom zij in het vervolg
steeds zes schildknapen met zich mee kreeg.
Maar in Schotland waren verschillende ede
len, die zichmet de troonopvolging niet
hadden kunnen vereenigen, en zich nu gin
gen roeren. Daarop had de koning van En
geland gewacht. Want deze wilde Schotland
graag bij 'zijn land hebben en hij zag nu
kans dit misschien zonder oorlog of bloed
vergieten te laten gebeuren.
Hij stuurde een koerier naar den koning
van Noorwegen, waarin hij voor zijn zoon
Edward de hand vroeg van Margaretha, die
intusschen pas zeven jaar oud was. Ieder
een was blij en gelukkig, behalve Marga
retha, want zij wilde haar vader niet ver
laten om naar een vreemd en kil land te
gaan en zij huilde, omdat zij in Noorwegen
wilde blijven. Maar. tranen helpen niet bij
kleine koninginnen en zoo reed zij op ze
ekeren dag in een lange processie door
Bergen, de hoofdstad van Noorwegen om
zich met haar Prinsgemaal in te schepen
naar Schotland. En hoewel haar oogjes ge
zwollen waren van de tranen, probeerde
zij toch tegen'haar- volk teglimlachen.
Toen-zij, aan boord van het schip was,
werden de' vlaggen geheschen en langzaam
verliet het schip de kade en koos de volle
zee....
Zij stond over de railing en zwaaide
naar haar vader tot zij hem niet meer kon
onderscheiden. Overal aan den kant werd
gezongen en zij 'dacht bij zichzelf: „Nu
hoor ik niet meer zingen, totdat ik in
Schotland ben!"
Maar ach, zij zou nooit meer luisteren
naar de vreugdezanger? van haar onderda
nen. Want nauwelijks twee dagen aan
boord werd zij zwaar ziek, zoo ziek, dat de
geneesheeren haar niet over de woelige zee
durfden vervoeren. Er werd nu koers gezet
naar de Orkneij-Eilanden, en daar in de
armen van een goeden vriend, namelijk
de oude Bisschop van Narve, sliep de klei
ne koningin Margaretha in, om niet meer
wakker te wordenEn het trotsche zee
kasteel, dat haar van huis had weggevoerd,
bracht haar lichaam weer terug om begra
ven te worden naast dat van haar jongge
storven moeder, die zij nimmer had ge
kend, terug van het land, waarvan zij ko
ningin was geweest, zonder het ooit te
hebben gezien.
EEN LEUKE KLEURPRENT.
Onderstaand plaatje toont jullie weer 'n
aardige kleurprent. Jullie hebt die immers
zoo graag? Of niet? Je kunt er op een re-
genachtigen middag zoo heerlijk mee bezig
zijn. Ja, zul je zeggen, maar er zijn zoc
veel regenachtige middagen, en dat eene
kleurplaatje krijg ik in één middag wel
klaar.
Ik geloof jullie graag, maar als ik daar
mee rekening moest houden, zou ik wel
een heele bladzijde van de krant vol kleur-
prentjes moeten geven. En dat kan na
tuurlijk niet!
Jullie moeten het dus maar voorloopig
stellen met dit leuke plaatje, misschien
krijgen jullie er volgende week weer een.
Het prentje is, zooals jullie wel ziet, lang
niet moeilijk. Ik zal jullie vertellen, hoe je
het moet doen, om de familie eens fijn in
de kleurtjes te zetten. Je hebt hiervoor
weer verschillende kleuren noodig. Wij
beginnen met papa Dog, die links het touw
draait. Je kunt zijn kop lichtbruin ma
ken en zijn tong rood. Het jasje groen en
HET TEEKENEN VAN EEN HAAN
Meneer de Haan is al vroegaan het I kend. Hier zien jullie zijn portret,
kraaien en omdat hij mij -'s mórgens zoo beert hem eens na te teekenen!
vroeg wekt, heb ik hem eens uitgetee-
door
Carly Vos.
Zij kreeg alles, wat haar hart je be
geerde. Zij huilde zich 's avonds
dikwijls in slaap..— De betoover-
de vlinder, die, op' haar mouw
kwam zitten*
In Japan leefde er eens een-prinses, die
geen moedër meer had, maar alleen nog
haar vader. Haar moeder was gestorven,
toen zij no'g klein was en zij kon :zich niet
meer herinneren hoe haar moesje was ge
weest en -hoe :zij er had „uitgezien;
niet. Als de kinderen opgeruimd en lachend
aan het spelen waren, kroop zij in een
hoekje van het vertrek of den tuin en had
moeite haar tranen te bedwingen.
Zij at haast niet, huilde zich des avonds
in slaap, kortom, het was treurig met haar
gesteld. Haar vader raadpleegde verschil
lende doktoren, maar zij konden haar niet
helpen en het prinsesje was en bleef som
ber. Zoo liep zij op zekeren morgen met
haar tante door het mooie park, dat achter
hun paleis lag en béroemd was om de
prachtige bloesems, welke in het park
groeiden. De kersenbloemen stonden in
volle glorie en dan is de Japansche tuin 't
mooist! Maar ons prinsesje had nu geen
oog voor al het schoone en liep naar den
grond turend en een paar passen achter
Maar haar vader, die zielsveel van zijn
dochtertje hield, probeerde zooveel moge
lijk haar het groot verlies van de moeder
te doen vergeten. Hij liet verschillende kin
deren tegelijk met de prinses opvoeden,
gaf haar het mooiste speelgoed, dat er in
Japan te koop was, zij had een kleine pon-
ny, een paar honden, in één woord, zij had
maar te wenschen of zij had het, maar één
ding kon haar vader niet geven, en dat
was vroolijkheid.
Onze prinses was altijd treurig en neer
slachtig en waarom, ja, dat wist zij zelf
ook het broekje. Het strikje om zijn boord
je wordt zwart; zijn manchetten zijn wit,
natuurlijk.
Dolly Dog, die daar zoo lustig staat te
springen, heeft een blauw jurkje aan en Ma
heeft een stemmige donkerblauwe japon
aan en het kleine kanten broekje is wit.
Ma Dog behoeft geen kleurtje op haar
wangen. Haar gelaatskleur is mooi genoeg,
vindt je niet?
haar tante aan, inplaats van gezellig keu
velend naast haar te loopen. Zij trachtte
steeds haar aandacht te trekken door haar
op een mooie bloem of boom te wijzen,
maar zij keek er nauwelijks naar, ant
woordde beleefd op alles, wat tante zei,
maar vroeg of sprak uit zichzelf weinig of
niets.
Haar tante loosde een diepe zucht,
schudde het hoofd en was wanhopig!
Nu dwarrelde er al den heelen dag een
kleine vlinder voor het meisje uit, maar
onze prinses had haar oogen zoo naar den
grond geslagen, dat zij het vroolijke dier
niet eens bemerkte. Het vlindertje liet zich
niet afschepen, vloog iets lager, bijna tot
op den grond en dan weer naar boven bij
na tegen haar gezicht aan. Tenslotte zag
het meisje het vlindertje, wilde op zij gaan
om door te loopen, toen het dier, wat moe
diger geworden nu, tegen haar kimono aan
ging zitten en alzoo probeerde naar boven
te klimmen, tot vlak bij haar gezicht. Zij
was opeens geboeid door het slimme vlin
dertje, dat al hooger en hooger klom en
opeens haar lippen raakteDe prinses,
DAT KOMT VAN GULZIG ZIJN
Frans, zegt moeder, stom verbaasd,
Ben je heelemaal verdwaasd,
Om zooveel appelen te eten,
Nu, dat zal je strakjes weten.
Ook zijn vader zegt: „Maar kind,
Dat je die appels zoo lekker vindt,
Ik zou dat eten nu maar staken,
En je maag niet van streek doen raken.
Maar Frans stoort zich aan geen raad,
Hij weet werkelijk geen raad,
Hij eet, en eet zich dik en rond,
In den mand ziet hij al grond.
Maar ach, wat moest dat Frans bezuren,
Dat had hij van zijn malle kuren,
Zijn heele buik die deed hem pijn,
Hoe kon hij ook zoo gulzig zyn.
die altijd doodsbenauwd was voor insec
ten en vlinders, hield haar adem in, om het
dier niet te schrikken, doch nauwelijks had
de vlinder haar lippen beroerd, of opeens
stond .daar voor haar lachend en buigend
een mooie,'slanke jonge man! De tante
van de prinses schrok natuurlijk en her
kende in den jongeling den zoon van den
koning van een naburig land, die jaren
geleden plotseling was verdwenen.
De jonge prins vertelde nu, dat hij
door een heks in een vlinder was omgetoo-
verd 'en net zoo - lang vlinder moest blij
ven, totdat hij de lippen van een prinses
kon aanraken. Nu, dat was met vele geva-
rén gepaard gegaan en vaak was hij ter
nauwernood aan den dood ontsnapt. De
prinses was zoo verheugd, dat zij eensklaps
begon te lachen, dat zij haast niet meer
konophouden. De vader van het prinsesje,
die dit hoorde, was zoo verheugd hierover,
dat hij den prins-beloofde, dat hij later, als
de prinses volwassen was, met haar mocht
trouwen en van-dien dag af was er geen
yrooMj.ker en zonniger prinses in geheel
Japan!'
RECEPT-PUZZLE.
Als je van de verschillende woorden het
aangegeven deel gebruikt en je zet die ver
schillende letters naast elkaar, dan krijg
je een naam van iets, dat zoo heerlijk is in
koek.
uaqmao :Suissoido
EEN KASTJE, DAT JE ZELF MAAKT.
Hierbij zien jullie een kastje, dat de
groöteren onder jullie misschien wel zelf
kunt maken, want moeilijk is het niet.
Als je het kastje goed bekijkt, dan zie
je, dat het feitelijk niet anders is dan een
groote kist waaroverheen een cretonnen
lap stof. Nu, een groote kist kun. je wel
krijgen, die vraag-je maar aan den groen
teboer. En het plankje, dat er dwars door
heen loopt, wil je broer er wel even in
timmeren. De buitenkant van het kastje
wordt met cretonne overtrokken. Jullie
meisjes weet wel wat cretonne is, niet
waar? De stof wordt goed over de wanden
van het kistje getrokken, anders komen
er plooien in en dat staat slordig. Je be
grijpt zeker wel, dat de onderkant van het
kastje niet van stof behoeft te worden
voorzien; dat staat toch op den grond.
Een roetje, waaraan de gordijn-ringen
komen, rust op een paar spijkers aan
weerskanten van het kastje en het gor
dijntje kun je, als je handig bent, zelf
borduren. Voor diegene, die de stof zelf
willen borduren, gaat hierbij een patroon,
dat heel eenvoudig is. Het figuurtje, waar
bij „c" staat, geeft aan hoe de bloempjes
v/orden verwerkt.
„Opa, mag ik nu op mijn step?"
„Ik heb hem toch van Papa gekregen.. 1"