Als de natuur weer in frisch groen prijkt
Pinkstergebruiken
voorheen en thans
Zing Uw Lied...
Zaterdag 30 Mei 1936.
SCHAGER COURANT.
Zesde Blad. No. 9987
„Pinksterblomloopen"
in Amsterdam
„PINKSTERBLOMLOOPEN IN
AMSTERDAM! - „HAEGSCHE
MEIDEN. HUNNE TRONY
VOL MOUCHES!" TYPISCHE
GEBRUIKEN OP HET EILAND
MARKEN. „VAN PINKSTER
VIEREN, KOMT BRUILOFT
VIEREN!"
Het Pinksterfeest is altijd met veel vreug
de gevierd geworden. Het isdan ook waar, dat
er het geheele jaar geen tijd is, welke zich zóó'
tot feestviering leent als de Pinkstertijd, als de
natuur weer in frisch groen- prijkt. Vooral in
vroeger tijden, toen men meer met de natuur
meeleefde als tegenwoordig, werd het Pinkster
feest op zeer bijzondere wijze gevierd Ieder-streek
had zijn eigen Pinkstergebruiken. Een algemeen
verspreid Pinkstergebruik was het Pinkster
bloem kiezen, hetgeen ook thans nog in sommige
dorpen wel gebeurt.
Het mooiste meisje van het dorp werd tot
Pinksterbloem gekozen. De deur van haar wo
ning werd door de jongemannen met bloemen
slingers versierd en iedere inwoner bracht aan
de Pinksterbloem de haar toekomënde hulde.
Geen wonder dan ook, dat dé jonge meisjes er
trotsch op waren, als haar de eer te beurt viel
tot Pinksterbloem te worden gekozen.
Te Amsterdam was in het begin der 17-eeuw
het „Pinksterbloemloopen" in zwang. De „Pink-
sterbloemloopers'" waren kinderen, die liedjes
zongen en een meisje bij zich hadden, dat om
hangen was met zooveel mogeliik gouden en zil
veren voorwerpen en ook met bloemen. Te Scher-
merhorn werd de Pinksterbloem, omhangen met
„twintig zilveren tuigen, tien zilveren bellen,
drie beugeltasschen en'vijf-en-twintig zoo barn-
steende als bloedkoralen kettingen", op een
schild rondgedragen. In haar rechterhand had
zij een zilveren kommetje, in de linkerhand een
zilveren bel, welke zij luidde als de omstanders
een kleinigheid offerden. De sieraden, welke de
Pinksterbloem droeg, waren door de ijverige
buren geleend, die er trotsch op waren, dat zij
de Pinksterbloem mee mochten helpen versieren
In 1612 werd te Amsterdam door de stedelijke
overheid het Pinksterbloemloopen verboden, daar
er te veel uitspattingen bij voorkwamen. De Ge
rechtsdienaren kregen opdracht om als boete een
der schoonste versierselen van de Pinksterbloem
af te nemen. De buren werden toen wel-wat be
vreesd om hun gouden en zilveren sierraden te
leenen, zoodat sedertdien de Pinksterbloemen'
worden opgetuigd met linten, bloemen en ge
kleurd papier.
Vele andere plaatsen volgden het voorbeeld van
Amsterdam en verboden het Pinksterbloemloopen
daar dit gebruik meer en meer in een bedelpar
tij ontaardde. Te 's-Gravenhage was het Pink
sterbloemloopen nog in 1680-1690 in zwang. In
de Mercurius van die jaren kan men hierom
trent lezen: „Wederom begint zich de Pinkster
bloem met al hare magnidicentie te vertopnen.
Onder anderen vernam men van een groote
Haegsche meid. met hare trony zoo vol mouches
dat zij veel geleek naar een, opgesneden suster
met krenten". Bepaald aantrekkelijk schijnt de
Haagsche Pinksterbloem er dus niet te hebben
uitgezien.
Een variant op de Pinksterbruid was de Pink
sterluiaard. Het Luilakkenfeestwerd den Zater
dag vóór Pinksteren gevierd. Wie- in ee.n huis
gezin het laatst op stond, moest zijn familiele^
den dien dag tracteeren.
Doch niet alleen in de huisgezinnen ook op de
werkplaatsen','markten en scholen moest de lui
lak het ontgelden. Vooral in de 16e en 17e eeuw
was Luilakkendag berucht De straatjongens
maakten een dol rumoer, hingen vuile voorwer
pen, zelfs' doode honden en katten aan de deur
knoppen en ontzagen zich niet de ruiten der
langslapers in te gooien. Aan deze baldadighe
den is thans gelukkig een einde gemaakt. In de
plaatsen, waar het Luilakkenfeest nog in eere
wordt gehouden, wordt volstaan met het woord
„Luilak" ,met krijt op een deur of een heining te
schrijven,
Een oud Pinkstergebruik, hetwelk nog in den
.Gelderschen Achterhoek voorkomt, is het z.g.
^Hagelkruis". Hiervan komt reeds een afbeelding
voor in een atlas der bezittingen van de heeren
Van Bergh in 1727. Voordat de Katholieke, kerk
in de buurtschap Kilder tusscheri Doetinchem
en Zeddam werd gebouwd, kwamen de katholie
ke boeren uit de omgeving op Zondag, (eersten
Pinksterdag) op die plaats met hun brooden te
zamen, welke onder de armen werden verdeeld.
Eén en ander geschiedde met eènigé plechtigheid
Als een der armen vijf rozenkransen had voor
gebeden, werd eén begin gemaakt met de rond
deeling van het brood, dat telkens weer door ge
bed werd onderbroken. Deze plechtigheid heeft
thans het karakter gekregen van een processie,
de z.g. „Hagelkruisprocessie".
In het naburige Wehl trekt deze hagelkruis-
processie twéémaal per jaar door de velden: met
Pinksteren, wanneer de brooduitdeeling geschiedt
en op den Eersten Zondag in September. Ty
pisch is het op het eiland' Marken gekende ge
bruik, om met Pinksteren in plaats van nieuwe
Pinksterpronk. klgeren te dragen, welke de voor
ouders der Markenaren vóór drie eeuwen droe
gen. Ter Gouw vertelt, dat -in 1869 bij een ver-
kooping op Marken een hand hetwelk reeds ja
ren in de families was geweest, voor 35 guldens
werd verkocht! Een bekoorlijk Pinkstergebruik
bestaat in het Scharzwald op het kruispunt van
Elz en Kinzig. Het geheele jaar door staat daar
eenzaam en verlaten de herberg „Zurn Bossle".
Maar op den Pinkster-Zondag heerscht daar op
de anders zoo verlaten plek een ongekende leven
digheid en drukte. Dan wordt ér gelachen en ge
zongen en de lucht is vervuld van klokkengelui
en bellen geschal. Van alle kanten komen op Pink
ster-Zondag de menschen daar bijéén, waar op
de grasvelden van dé „Zum Rosslë" een drukke
handel wordt gedreven in de koeklokken en klok
jes. Voor de herders en herderinneties i« het van
groot belang, wélk geluid door de klokken wordt
voortgebracht, daar zij er het geheele jaar door
naar moeten luisteren. Deze „schellenmarkt"
wordt besloten mét 'een vroolijk feest, waaraan
door iederen kooper en verkooper wordt d(-eige
nzoen.
De ongehuwde meisjes uit Ecausinnes in Bel
gië houden er al een zeer merkwaardige traditie
op na. Teder jaar op Pinkstermaandag 'richten
zij in de openlucht een groot gastmaal aan.
waarop de ongehuwde jongemannen uit den wij
den omtrek worden uitgenéodigd. Een groot aan
tal huwelijksaanzoeken is het resultaat van de
ze unieke gewoonte Voor het openluchtdiner is
ieder jaar zeer veel belangstelling, zoowel van de
zijdb der jongens als die der meisjes. Het oude
gezegde, dat men op sommige plaatsen in België
hoort ..Van Pinkster vieren, komt bruiloft vieren'
is hierdoor gemakkelijk te verklaren.
Wat de tijd ook moge brengen,
Met zijn zorg van dag tot dag,
Hoe de toekomstplannen wiss'len,
Waar ook 't lot ons voeren mag,
Daar is iets, wat ons wil sterken,
Mensch, die zorgt, vergeet dit niet
Bij Uw' zoeken, bij Uw werken,
In ons leven hoort een lied!
Hoeveel betere gevoelens
Rijzen met den zang omhoog,
't Brengt een zonnetje van binnen,
En een tint'ling in ons oog!
't Geeft weer frischheid van gedachten,
En hernieuwden levensmoed,
Dan is vaak de zorg verdwenen,
Dan wordt alles,alles goed!
Hoort de eerste, lieve klanken
Van het eerste kinderlied,
Mocht het leven ze vergeten,
Moeder, die vergeet ze niet!
Of het feestlied op den feestdag,
Dien we.nu nog voor ons zien....
Bloemen.... een gelukkig bruidspaar.,
't Bruidskoor uit de Lohengrin!
Hoort de groote zangeressen,
Of den zanger, die ontroert,
En ons uit het daag'lijksch leven
Naar de lichte verten voert!
Hoort de onvolprezen koren
Met hun machtig jubelwerk
Tot één loflied saamgeweven,
Innerlijk zoo grootsch en sterk!
Maar hoe schoon dit ook mag wezen,
't Liefste, wat ons steeds verblijd,
Dat is toch het lied van moeder
Uit den goeden, ouden tijd!
Hoe eenvoudig ook de woorden,
En hoe simpel vaak de wijs,
't Blijft ons immer vergezellen
Heel den langen levensreis!!
Mei 1936. (Nadruk verboden) KROES.