et huis GRATIS Kantongerecht te Alkmaar. met de J tiAMO. SCHAGER COURANT ZITTING VAN VRIJDAG 5 JUNI 1936. A1 k ma a r. HIJ HAD Z'N DRAAI NIET. Een beroepschauffeur, Gerrit Pleiter, gedomicili eerd in de bedreigde kaasstad, had zich onlangs nu wel niet geamuseerd, maar in elk geval bezig ■gehouden met het reinigen van een auto en was in dit vehikel geklommen, zonder zich te voorzien van een rijbewijs., dat door agent Hooijer, 'n actief lid van het. beroemde Victoria-politiecorps werd gecon stateerd. Gerrit beweerde heden de „Bloemstraat", wat niet precies hetzelfde is, bezig was te keeren en toen den agent niet het gevorderde bewijs te kunnen toonen. Een- veroordeeling bij verstek volgde, die de pi sang in de historie echter gaarne zag herzien, re den waarom hij in verzet kwam en nu de opgelegde straf zag gereduceerd tot f 6 boete of 3 dagen. Schoorl. DE DROEVE LIJST VAN MAGERE HEINTJE WERD GELUKKIG NIET VERGROOT. De heer Piet van Twuijver te Schoorl nam ver moedelijk op 22 Maart les in autobesturing van ai aanstaan familielid en de heeren waren zoo verdiept in deze veelzijdige aandacht vragende bezigheid, idatn iet werd gelet op de tramweg op het moment dat dit hijgend staatsvehikel in aantochtw as. Het scheelde maar 'n haartje of de wagen met inhoud was aan gruis gereden, doch gelukkig volgde een torpedeering van geringen omvang en werden de bestuurders, die om strijd aan de remmen sjorden, gespaard en bepaalde zich de ramp tot een flinke materieele schade. De onattente lesgever-chauffeur bad zich echter heden te verantwoorden wegens overtreding van het spoorwegreglement en mocht fcich zelf feliciteeren, dat hij er met f 6 boete of 6 dagen afkwam. Alkmaar. DE GEMEENTE GEEFT GEEN PARDON. De metselaar Cornelis Roodenburg had in een lelaag van professorale verstrooidheid, die bij een kalkbewerker niet te pas komt, na een karweitje aan een riool of zoo iets smakelijks, op het over- diepad 'n Spaansche doörsteekriet achtergelaten en had toen als de weerga het gat in de straat weer geopend, om zich in 't bezit van zijn eigendom te stellen, maar nagelaten om daarvoor vergunning te vragen en wat nog erger was, het verschuldigde vergunningsrecht te voldoen. Waar hij reeds in de gehuld stond bij onze hongerige gemeentewerken, liet men niet na hem te grazen te nemen, werd proces-verbaal opgemaakt en stond onze ridder van de troffel, pannestrijker, voegspijker en kalkbak, heden terecht. Hij uitte voor den kantonrechter zijn ontevredenheid over de weinig coulante, om niet te zeggen krenterige behandeling, die echter door den boekhouder Bood nader werd toegelicht en werd veroordeeld tot 1 gulden boete of 1 dag. Hij schijnt echter niet genegen om dat geringe bedrag te voldoen en wil, gelooven wij, zijn schuld aan het rijk compenseeren door een dag gratis logies met volledig pension. Beemster. DE KALME RIJDER LEGDE HET LOODJE. Een Oudorper veehandelaar, de heer Wijbrand Schermerhorn, bereed op 18 April in rustig vaartje met moeder de vrouw als passagier, te Beemster •den Middenweg, ongeveer tér plaatse waar deze weg wordt gekruist door den anderen weg. Maar een ander automobilist, 'n onderwijsman _uit Amersfoort, scheen meer haast te hebben en jak kerde met zooveel snelheid, dat op het gezegde kruispunt een botsing tusschen de wagens plaats jiad, waarbij de vrouw van den heer Schermerhorn met geweld door het opengesprongen portier op den weg werd geslingerd en daar, zooals Wijbrand ver ontwaardigd zei, „voor oud vuil bleef liggen"! De meneer uit Amersfoort trok zich van deze collisie niet veel aan en het was Schermerhorn, die de sla gen van het noodlot en de wet moest opvangen, omdat hij, het verkeer aan de rechterhand heb bend, dit verkeer voorrang had moeten laten. Dus moest hij, trots zijn gewonde vrouw en beschadigd rijtuig, ook nog terecht staan. 1 Natuurlijk liet de oude heer zich-niet onbetuigd en trachtte met kracht de heeren te overtuigen, dat Eijn terechtstelling op ver van stevige gronden was gebaseerd. Maar hij kon echter momenteel niet voldoende zijn onschuld aantoonen, zoodat de amb tenaar niet anders mocht doen dan in casu 'n ver oordeeling, maar dan ook een heel lichte, gelet op de verzachtende omstandigheden, te requireeren,. De kantonrechter wenschte zich echter nog eens ten deze te beraden en zal a.s. week uitspraak doen. Alkmaar. HET IS ZAAK OM DAAR NIET TE SUFFEN. Op het dubbele kruispunt Koorstraat— Laat en Heul, nabij het monumentale en door menige arme FEUILLETON Naar het Engelsch I Mm door A. E. W. Mason 13. „Jawel, mijnheer, doch daarvoor moet u eenigszins met mijn tante bekend zijn, en u een oogenblik in haar plaats indenken. Zij wilde het zoo. Zij was zooals u zegt, een invalide. Drie jaren lang, was zij niet verder gegaan dan haar tuin, behalve in een gereserveerde spoorweg coupé ieder jaar naar Monte-Carlo. Doch zij wilde niet weten dat zij een kwaal had. Neen, zij bezat een sterken wil, en verzette zich. Zij wilde en zou beter worden; het was bij haar altijd een kwestie van niet langer dan een paar weken, en een verpleegster in costuum altijd vlak in haar nabijheid en de deur open, alsof zij in het laatste stadium van een ziekte verkeerde dat was haar te veel". Betty hield op, om daarna weer te vervolgen „Wanneer zij een kritieken aanval .te doorstaan had, verhuisde de verpleeg ster natuurlijk. Ik gaf daartoe zelve den last. Doch zoodra was de aanval niet voorbij, of de verpleegster moiest verdwijnen. Madame kon er niet tegen". Jim kon deze uitlegging volkomen begrijpen. De eenvoudige waarheid die r in lag, deed hem de gestorven vrouw zien, gaf hem een denkbeeld slokker met weemoed bestaarde Ned. Bankgebouw, 'is het zaak voor iederen rijweggebruiker,' om ter" dege uit z'n doppen te kijken, want het aantal aan rijdingen, ook wegens verzuim van den wegregél „rechts gaat voor" is daar legio. Heden hadden we althans weer 'n tweetal van die botsingen te boeken, in de eerste plaats .contra M. van Broekhuijzen, die op 21 April een Hoornsche bankbediende, die vertrouwde als rechtsche partij den voorrang te hebben, een aanrijding had be zorgd, komende van de Laat-zijde en even later was liet onzen drukker Hette Woudstra, die met dit watertje voor Dokter Boei-richter moest komen, omda hij, vanaf den Heul-kant op 3 Mei den slager A. A. dén Hartog 'n dergelijke poets had gespeeld. Gelukkig werd niet hard gereden, anders waren er volgens de sombere beschouwing van den slager lijken gevallen. Geen der verkeerszondaren was verschenen en werdenmet roerende eenstemmigheid door den kan tonrechter ieder veroordeeld tot f 15 boete subs. 10 dagen hechtenis, ScboorL HET GENOEGEN VAN REGEERINGSBEMOEI- ZUCHT. De heer Jb. v. d. Oord te Schoorl behoort tot de gelukkige veehoudende Nederlanders, die met zijn vee staat onder de vaderlijke controle van het Rijk en alsnu werd bevonden in het bezit van een vaars- kalf van 250 kilo, dat niet voorzien was van een i identiteitsbewijs. De stakker was te dier zake al door het tuchtrecht veroordeeld tot 10 pop boete, bovendien was hij tftvee rijksdaalders nutteloos kwijt geraakt, omdat hij een ander kalf had aangevraagd, welk verzoek na ruim een jaar lang overweging, was gewezen van de hand. In welk geval de 5 gul den, benoodigd*voor de aanvrage, niet teruggegeven, alzoo ingepikt wordt. Nu moest hij echter nog eens voor de dikke vaars zonder geboorteacte terecht staan. Waar evenwel werd overwogen dat summa summerum de man reeds f32.00 was afgetapt en het toch niet aanging om de stelling „non bis in idema" niet tweemaal voor dezelfde zaak te veroordeelen, toe te passen, zocht de ambtenaar 'n uitvlucht om het recht toch zijn loop te geven, alzoo de geit en de kool te spa ren, en stelde voor géén straf op te leggen, met wel ke propositie zich tot voldoening van den geplukten veefokker, den kantonrechter zich geheel kon ver eenigen. Warmen huizen. DE BAKFIETS DEED MAAR ééN OOG OPEN. 1 De ingezetene van Warmenhuizen, Dirk Beuken, wien het noodlot heeft bestemd om 's avonds op een bakfiets rond te moeten trappen, zeker niet voor zijn plezier, sukkelde onlangs op 'n avond met een zij ner olielantaarns en had bovendien het ongeluk, als toen rijksveldwachter Vermeulen uit Spaarn-, dam wat drommel deed die nu op den rijksweg onder Warmenhuizen te streunen! te ontmoeten, en het gevolg laat zich denken, 'n bekeui'ing! Thans: stond hij terecht en werd, omdat bleek dat Dirk een eerlijke pechvogel was, geen hooger straf opgelegd, dan 1 gulden boete of 1 dag. In 't vervolg gaat Dij er echter bij tippelen, dan maken ze 'm niks, advi-; seerde hem de ambtenaar, die wel 'n wetshandhaver. maar geen „zuiger" is. Alkmaar. SAMENLOOP VAN ONGUNSTIGE OMSTANDIG- HEDEN. De heeren Jan de Groot, 'n rijwielhersteller en Jan; Th. Schut, 'n metselaar, beiden te Alkmaar, hadden! samen'op 23 April bij de bocht van het Kenriemer-i park aldaar naar deHeilopêrbrug in kwaliteit van wielrijders verzuimd het voorgeschreven aanwij-' zingsgebaar te maken, waardoor agent Hooijer zich ambtelijk verplicht zag, hen het gebruikelijke re ceptje uit te reiken. De in gebreke gebleven fietsers stonden heden na elkander terecht en verontschul digden zich dat het verzuimen van bedoeld teekcm het gevolg was geweest van bijzondere omstandig heden. Waar de wet echter gewoonlijk geen reke-> ning mee houdt, zoodat veroordeeling van ieder der! comparanten tot f2 boete of 1 dag volgde. Be r g e n. VAN JE VRIENDEN MOET JE 'T MAAR HEBBEN1 Een gebrild heer uit Bergen, met name Joh. Corn. Koster, die zich de. weelde permitteert het auto stuur te bedienen, was in den nacht van 22 op 23 April te Alkmaar in de Koorstraat door agent Jan Dalenberg gesnapt, omdat het achterlicht' van zijn wagen niet brandde. Toen latér Dalenberg vernam, dat de bestuurder van de genoteerde auto was bo vengemelde heer Koster, bleek het een goede ken nis van Jan te zijn en had deze met kennelijke vol doening gesmoesd: Zoo, zoo. heb ik jou ook eres te pakken! Gezegde heer Koster stond nu terecht en had ge weldig veel tegen te pruttelen, hoewel de ambtenaar slechts 1 onnoozele gulden of 1 dag requireerde.Maar van haar taaie levenskracht. Zij wilde niet toe geven. Zij wilde de kenmerken van een ziekte niet altijd om zich heen hebben. Neen, zij ver koos te slapen in haar eigen kamer, en alleen als iedere andere vrouw van haar leeftijd. Ja, Jim begreep het, en geloofde ieder woord wat door Betty was gesproken. Maar.maar! zij had iets verzwegen. En dat iets hinderde hem. Wat zij gezegd had was waar, doch er viel nog meer te zeggen. Het spreken van Betty had' zich gekenmerkt door 'eenige aarzeling, zij had haar woorden te zorgvuldig gekozen, en dan plotse ling een aanloop van zinnen genomen om de weifeling goed te maken. Hij zag naar Hanaud, die bewegingloos was blijven zitten en de oogen op het gelaat van Betty gevestigd hield, reeds door zijn onbeweeglijkheid alléén, te kennen ge vende, dat hij verwachtte hetgeen nog moest ko men. Zij waren beide, daarvan was Jim over tuigd, aan den rand van dat kleine geheim, dat zoowel volgens Haslitt als volgens Hanaud altijd verscholen is achter beschuldigingen van dem- zelfden aard als die, welke door Weberski was ingebracht het kleine scandaleuse familiege heim, wat voor de oogen van de wereld diep verborgen moest blijven. En terwijl Jim peinsde over deze verklaring voor de houding van Bet ty, werd hij eensklaps uit zijn overdenkingen wakker geschud, door een hartstochtelijken kreet die door haar geuit werd. „Waarom kijkt u mij zoo aan?" rïep zp tot Hanaud, haar oogen in haar bleek gelaat plotse ling vuur schietend en met trillende lippen. Haar stem klonk bijna uitdagend: „Gelooft u mij soms niet?" Hanaud hief afwerend de handen op. H!»j leunde achterover in zijn stoel. Het onderzoe kende in zijn oogen, in zijn geheele hoeuding, verdween. DE HEILIGE OFFERPLAATS VAN BOK MAS WATOE LINGAR. Achter de spoorhalte Kesoegion, gelegen op een paar minuten spo- rens van 't centraal station Maos (res, Banjoemas), wordt 't land schap op eénige palen gaans be grensd door een heuvelrij bekend onder den naam van Goenoeng Ke len g. Aan den voet van een der heu vels aan den grooten weg gelegen, heeft men een heilige offerplaats, die ieder inwoner van de omliggen-, de-plaatsen kent en die den naam draagt van Bok Mas Watoe Lingar. Aan deze heilige plaats zijn de vol gende regels gewijd. De verhalen in omloop omtrent het ontstaan en de beteekenis van deze offerplaats, zijn zooal niet eensluidend dan toch zoo weinig van elkander verschil lend, dat men ze in 't kort kan sa menvatten als volgt: Sinds oeroude tijden woonde in 't Semarangsche 4en gelukkig ou derpaar, gezegend met veel zoons en een eenige dochter. Toen de jon gens groot geworden waren en hun eigen brood moesten verdienen, ver lieten ze het ouderlijk huis en bleef de dochter alleen bij de oude luidjes om hen op hun ouden dag te ver zorgen. Toen haar ouders stierven had ze reeds zoo'n leeftijd bereikt, dat aan trouwen niet meer te den ken viel en besloot ze afstand te doen van alles wat wereldsch is en zich geheel te wijden aan de zalig heid van ha ar ziel. Zij werd boete ling en toog heen-van haar -ge boortegrond, overal zwervend totdat ze aan den voet kwam van de Goe noeng Kelong, toentertijd nog be dekt met maagdelijk bosch. Hoogo boomen, donkere plekken, stille eenzaamheid, een plaats uiterst geschikt om zich geheel te wijden aan godsdienstige overpeinzingen en ongehinderd haar gebeden te richten tot den Allerhoogste. Weldra was zij onder de omliggende bevol king bekend, die haar, om haar reuk van heiligheid, bijgeloovig al. de inlander is, kwam raadplegen omtrent ziekten en rampen die hen troffen. Zij gaf raad en medicijnen aan kranken, voorspelde toekomsti ge gebeurtenissen en de geheele be volking was een en al bewondering en geloofde aan haar verhalen en uitleggingen, en zoo was haar naam als heilige gevestigd. Voor de goede raadgevingen nam zij geen geld aan: haar uitspraken werden be taald in rijst en vruchten, die zij aannam als offer. Deze gewoonte heeft lang bestaan, totdat eens het hutje, waarin de ou de vrouw woonde, geheel verlaten werd gevonden, zonder dat men wist waar de bewoonster was geble ven. De waarschijnlijke oplossing van dit verdwijnen zal wel zijn dat ze door tijgers is opgegeten, die maar al te veel in Goenong Kelong te vinden zijn, zelfs nog in dezen tijd. De bijgeloovige bevolking ech ter gaf een andere uitlegging. Bok Mas Watoe Lïngar 5s gestorven en haar lichaam en haar ziel beide zijn ten hemel gevaren, in den he mel van Mohamed. Om een gedach tenis te hebben aan de vrouw die hun gedurende haar kluizenaarsle ven steeds zoo liefderijk heeft bijge staan met haar medicijnkennis en die hun eerbied afdwong door haar godsvrucht, heeft de bevolking een soort eereteeken voor haar opge richt; heel eenvoudig: een grooten steen, den steen die voor haar wo ning lag en waarop zij in deemoed haar gebeden placht op te zenden tot haar Allah. Op deze steen, een kalkbrok'van omvangrijke grootte, werd een huisje van bamboe met boschgrasbedekking geplaatst, en de troostzoekende die deze plaats bezoekt, brengt daarin een offer in de gedaante van een stuk wit goed ter grootte van een servet en naar inlandsch gebruik bloemen en wel riekende gele zalf. Nog steeds wordt deze plaats als heilig beschouwd ep komen de inlanders van heinde en ver hun offer brengen, vooral bij' feestelijke gelegenheden, zooals het Javaansch nieuwjaar; dan kan men opmerken, dat de trek daarheen niet is verflauwd. Menig inlander- gaat naar deze heilige offerplaats om daar te bidden en geloften af te leggen, en te baden in het kleine beekje dat daar bruisend voortijlt tusschen de bergspleten, teneinde absolutie te krijgen van zijn zon* den, gedurende het afgeloopen jaar begaan. Kinderlijke eenvoudigheid! het flux de bouche van den verdachte met betrek king van het onbeduidende geval had echter zooveel invloed op den heer kantonrechter, dat de uitspraak tot a.s week werd aangehouden. DINSDAG 9 JUNI. HILVERSUM (1875 M.) KR.Ouïtzending. 8.00—9.15 Grampl; 9.30 Midden- sta'ndspraatje; 10.30 Grampl; 11.30—12.00 Godsd. halfuur; 12.15 Grampl. en KRO-orkest; 2.00 Voor de vrouw; 3.00 Grampl; 3.15 „De Katholieke Kerk in de branding"; 4.15 Grampl; 4.45 KRO-orkest; 5.15 Grampl; 5.30 De KRO-Boys; 5.45 Felicitaties; 6.00 De KRO-Boys; 6.15 Zwemles; 6.30 KRO-Melodisten; 7.15 Sacramentsfeest en processie; 7.35 Sportpraatje; 8.00 Berichten A.N.P. en KRO-Nieuws; 8.10 KRO- Symphonie-orkest; 8.30 Fanfare „St. Joezep"; 8.50 KRO-Boys; 9.10 Carlo Pagani's Tzigane-orkest; 9.25 Grampl; 9.40 KRO-Symphonie-orkest; 10.00 Ver volg Fanfare-orkest; 10.20 Vervolg Tzigane-orkest; 10.35 Berichten A:N.P.; 10.40 KRO-Svmphonie-orkest; 11.00 Grampl; 11.15 KRO-Boys; 11.45—12.00 Gr.pl. HILVERSUM (301 M.) AVRO-uitzending; 6.307.00 R.V.U. 8.00 Grampl. 9.00 Kovacs Lajos1 orkest; 10.00 Morgenwijding; Grampl; 10.30 Kovacs Lajos' orkest; 11.00 Huish. wenken; 11.30 Pianorecital; 12.00 Omroeporkest en Grampl; 2.00 Orgel en viool; 3.00 Knipcursus; 4.00 Zang en piano; 4.30 Grampl; 5.00 Voor de kinde ren; 5.30 Omroeporkest; 6.30 Astronomische cau serie; 7.00 Dansmuziek en zang; 8.00 Berichten A.N.P.8.10 Gevarieerd programma mmv. het Om roeporkest, solisten, accoi'deon-duo en Kovacs La jos' orkest; 11.00 Berichten A.N.P.; Grampl; 11.15 12.00 Aeoiian-orkest. DROITWICH (1500 M.) 11.20—11.50 Orgelspel; 12.10 Het Hallis-kwintet en soliste; 12.50 BBC-Schotsch-orkest en solist; 1.50 2.20 Grampl; 3.1(^—3.55 R. Powell's kwintet; 4.20 Causerie „This and That"; 4.40 Sopraan en strijk kwartet; 5.35 Londensch Zigeunerorkest; 6.20 Be richten; .50 Liederen van Ravel; 7.15 Fransche les; 7.50 Koloniale causerie; 8.20 Zangrecital; 8.50 Radio tooneel met muziek; 9.50 Berichten; 10.20 Scheep vaartkundige causerie; 10.40 Het Gr i 11 er - s tri j kkw a r- tet; 11.3512.20 Dansmuziek. RADIO-PARIS (1648 M.) 7.20 en 8.35 Grampl; 11.20 Orkestconcert; 2.50 Grampl; 5.50 Orkestconcert; 9.05 Zang; 10.05 Orkestconcert „Neemt u mij niet kwalijk mademoiselle", zei- de hij met een stem vol zelfverwijt. „Er is geen sprake van, dat ik u niet geloof Ik zat met mijn beide ooren te luisteren naar hetgeen u zeide, op dat ik u nooit weer met mijn vragen zou behoe ven lastig te vallen. Doch ik had moeten beden ken in plaats van het te vergeten, dat u een ze ker aantal dagen in een groote spanning heeft geleefd. Ik heb mij niet gedragen zooals het be hoort". De kleine orkaan was overgewaaid. Betty liet zich weer in haar hoekje van de vensterbank zakken, het hoofd terzijde van de raamlijst ge leund en het gelaat een weinig opgeheven. „U is wel voorkomend, mijnheer Hanaud", ant woordde zij. .Eigenlijk had ik u mijn veront schuldigingen moeten aanbieden. Ik gedroeg mij als een hysterisch schoolmeisje. Wilt u als 't u blieft uw vragen voortzetten?" „Gaarne" antwoordde Hanaud vriendelijk. Het is beter dat wij er nu ineens een einde aan ma ken. Laat ons dus terugkeeren tot den nacht van den zeven en twinstigsten. „Hij was afwezig", hernam Betty. „Hij ver trok den vijf eh twintigsten om forellen te gaan visschen in de rivier de Ouche, en keerde eerst in den morgen van den acht en twintigsten te rug". „Juist", merkte Hanaud op. „Wat een tijpe is die ,man! Laat ons hopen dat bij een beter net-gereed had voor zijn forellen, dan hetwelk hij zoo haastig voor mademoiselle Harlowe in gereedheid bracht. Anders zal hij in die drie dagen niet veel aan zijn sport gehad hebben." Zijn lach en zijn woorden riepen een flau- wen glimlach op het gelaat van Betty te voor schijn, en daarna keerde hij tot zijn vragen te rug. Wie zich vanaf heden op de abonneert, ontvangt alle in de maand Juni verschijnende nummers en solisten; 11.05—12.35 Populair concert en dans muziek. KEULEN (456 M.) 6.40 Orkestconcert; 12.20 Concert; 1.35 Symphonie- concert;'2.35 Gevar. concert; 4.20 Orkestconcert; 5.55 Gevar. concert 7.20 Omroeporkest; 9.2010.20 Ge varieerd programma. BRUSSEL (322 en 484 M.) 322 M.! 12.20 Grampl; 12.50 Salonorkest; 1.50-2.20 Grampl; 5.20 Omroeporkest; 6.50 en 7.20 Grampij 8.20 Symphonieconcert en hoorspel; 10.30—11.20 Gr, pl; 4S4 M.: 12.20 Grampl; 12.50 Omroeporkest; 1.50— 2.20 Grampl; 5.20 Orgelconcert; 6.35 Grampl; 8.20 Salonorkest en zang; 9.35 Dansmuziek; 10.30—11.15 Grampl. DEUTSCHLANDSENDER (1571 M.) 8.30 Dansmuziek; 10.20 Berichten; 10.50 Klarinet en fagot; 11.05 Weerbericht... 11.10—12.20 Dansmuziek en populair concert -,,U ging dus naar een bal, mademoiselle. Bil wie?" „Ten huize van mijnheer Pouillac Boulevard! Thiers". „En hoe laat ging u daarheen?" „Ik verliet dit huis te vijf minuten voor negen"1 Is u zeker van dien tijd.? „Volkomen", antwoordde Betty. „Hebt gij vóór uw vertrek mevrouw Harlowé nog gezien?" „Ja", gaf Betty ten antwoord. „Even vóór ik ging begaf ik mij naar haar kamer. Zij had in bed gedineerd zooals zij dikwijls deed. Ik droeg bij gelegenheid van dit bal een nieuw toilet, dat ik dezen winter te Monte-Carlo gekocht had, en ik ging naar haar kamer, om haar te laten zien hoe het mij stond". „En was mevrouw alleen?" „Neen, de verpleegster was bij haar". En hier lachte Hanaud met een grooten schijn van slimheid. „Dat wist ik reeds, mademoiselle", verklaarde hij met een vriendelijken grijnslach. „Want ja, hier spande ik u een kléinen strik. Want hier heb'ik het getuigenis van de verpleegster, Jean- ne Baudin, zelve". Hij nam uit zijn zak een stuk papier waarop een paar regels getypt waren. „Ja, de rechter liet haar roepen en liet haar verklaringen op schrijven. „Dat was mij niet bekend", zeide Betty. „Je- anne verliet ons den dag na de begrafenis en ging naar huis. Sedert heb ik haar niet gezien" Met haar hoofd knikte zij een of twee malen waardeerend in de richting van Hanaud waarbij zij lachte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 4