VAN DIT EN VAN DAT
EN VAN ALLES WAT
Zeemanslatijn.
VARIA
Kabouter* Avon turen. Stan en Pol bij de kinderen.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 20 Juni 1936. No. 10001.
Opnieuw bewerkt door SIROLF.
(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
HET was stil en slaperig in
hot kleine scheersalonnetje.
D$ zon stond te branden op
■het lancaster gordijn met
de tallooze zwarte stipjes van vlie
genvuil. De baas stond met raspe
rige geluiden zwijgend een heel oud
mannetje te scheren. De „bedien
de", bleek joch met een hazen-
snoet en sproeten en groote, ver
schrikt kijkende oogen, keek met
een staag verbijsterde doch niets
ziende blik over het deurgordijntje
naar buiten, in het zonnige, sla
pende straatje.
Maar dan opeens was het, of er
een felle, zilte zeewind het slape
rige salonnetje binnenwoei en het
onooglijke winkeltje plots met een
fel-kloppend leven vervulde. Een
man laveerde, druk gebarend het
salonnetje binnen, bulderde een
opgewekte groet, dat het oude man
netje in de scheerstoel er ver
schrikt de oogen van opensperde,
gaf den „bediende" een hartelijke
klap op den schouder, zoodat het
joch bijna dubbel sloeg, liet zich
in de andere scheerstoel vallen en
liet een daverende lach door het
salonnetje schallen, alsof iemand
hem daarnet een kostelijke grap
had verteld. Het was net, of hij
een brok van de prikkelende zee
wind meebracht. Het was een zeer
lang, mager man, in een blauw pak
gestoken met lichtbruine schoe
nen. Hij had geen boord, doch een
enorme adamsappel. Een donkere
schipperspet met glimmende klep
stond leutig op zijn grijze, stoppe
lige haar gestulpt. Het kortgeknip
te witte snorretje deed zijn rood
verbrande glundere tronie nog
zonniger schijnen en in zijn oogen,
wat dichtgeknepen door de ge
woonte van het turen naar verre
horizons, vonkte het van inge
houden pret-lichtjes.
Op een wenk van den kapper
trad het joch met een witte hand
doek op den nieuwen klant toe,
die zijn pet naar een haak aan
den wand zeilde, en vroeg: Knip
pen, meneer?
Ja, je mot me voorsteven 'ns op
kalefateren en in de teer zetten,
snappie? Kortwieken en zoo, maar
denk om me volle maan, hoor!
Het joch had willen lachen, als
hij gedurfdhad. Maar hij wist niet,
wat hij van dezen vreemden sin
jeur, die hem daarnet bijna den
schouder ontwricht had, moest
denken. Hij begon dus met een
nog verschrikter gezicht het spaar
zame peper-en-zout-haar van den
man te kammen, toen hij opeens
weer opgeschrikt werd door den
man, die daverde: Hé, maat, gooi
je roer om! Je maakt een dekzwab-
ber van me kraaiennest! Van bak
boord naar stuurboord, vader, net
andersom!
De bediende haastte zich de ha
ren andersom te kammen om zoo
listiglijk het wassende maantje, op
den schedel te bedekken.
Wat zeg jij maat? Ilc raak al aar
dig door me veeren heen, niet?,
merkte de zeeman op. De jongen
knikte schichtig. En terwijl hij
met angstige bewegingen knipte
en ondertusschen zijn oogen steeds
grooter schenen te worden,vertelde
■cle zeeman opgewekt en monter:
Da's ook toevallig, zeg. Ik heb
een neeffie, een soortement oom
zegger van me, en die is ook kap
per. Ja, maar die het er genoeg
van. Rare kajuitsgast! Het is net
zoo'n jongen as jij. Ja, hij wil met
alle geweld naar Zuid-Amerika,
nee, niet als baardkrabber, ben je
betoeterd! Nee, zooies als opzichter
op een plantage met niks als
van die zwartjanusen om zich
heen. Nou, geef mij maar rijst. Zit
ie daar moerziel alleen, vier dag
reizen van de bewoonde wereld.
En dan de reis erheen. Een bliks
katers eind, man! Nou ja, teges-
woordig is dat natuurlijk zoo erg
niet meer. Vroeger was dat an
ders. Toen deeje we. d'r 183 dagen
en een nachie over om met een
brik naar de Oost te komen! Jan
Oost? Best land, hoor! Maar geef
rnij maar snert met gummi-hak
ken! Je loopt er toesjoers maar
door te zweeten als een zeehond!
Maar, je ziet anders wel wat op
zoo'n reis, da's waar! Gevaarlijk
Nou ja, dat zou ik denken! Ver
roest, nou ik jou zoo ankijk mot
ik opeens an die rare heeste den
ken, die zee-apen, die ze in de In
dische Oceaan hebben. Of die je
wat doen? Nou, blijf maar uit d'r
lui koers, hoor! Want as ze het op
d'r heupen krijgen en ze geven je
zoo'n opsoejang met d'rlui staart,
dan loop je minstens 14 dagen met
een blauw oog zoo groot als een
kokesneutt Ja, dat benne rare
visse die zee-apen. Ik zal nooit
vergeten dat ik op een .keer haast
te grazen ben genomen door een
zee-dromedaris. Dat benne een
soortvan draken, nou, ik zal niet
veel zeggen, maar zoo groot as een
hekwieïer, en met een bek, waarin
je wel met een stoombarkes kan
rondtoeren en een stelletje tanden
in d'rlui bek, dat een olifant er
nog een lieveheersbeestje bij lijkt!
Praat me d'r niet van. Hij had me
haast bij me bakboordkluif te pak
ken, maar toen gaf ik 'm toch een
dofer op ze neus, dattie voor lijk in
de stille Zuidzee plonsde. Nou, die
is niet meer teruggekomen. Die
most niks Van mij hebben. Ik heb
'ra ten minste niet meer weerom
gezien.
De zeeman hield even op om
adem te scheppen, knipoogde eens
tegen, het kappersjoch, dat met
klamme, bevende handen zijn haar
knipte en ging voort:
Jonge-ja, je ken aan boord rare
akkevietjes meemaken, hoor! En
dan die schipbreuken. Nou, zeg,
maat,, jij mot maar nooit gaan va
ren, hoor, want dat zou je leelijk
kenne opbreken! Jonge, kijk me
niet zoo an, want als ik jouw
konijnensnuit zie, moet ik aldoor
denken an jlie scheepsjongen die
we toen rauw hebben opgegeten.
Ja, dat was net zoo'n jongen as jij,
en as je hier niet levend voor me
stond en me krullen stond te kam
men, zou ik zweren dat jij het was
geweest! Nou, enne hier liet de
zeeman zijn stem onheilspellend
dalen we hebben die jongen zoo
rauw opgebikt! Ja, niet zoo in
eene, want dat zou gemeen geweest
zijn. Maar eerst een vinger, en
toen nog een, en nog een, zoo bij
stukkies en beetjes, anders zou het
in de gaten geloopen hebben. Dat
was in de golf van Zanzibar. We
hadden 97 dagen op een lek vlot
rondgedobberd met ze zeven-en-
vijftigen met één enkel kistje
scheepsbeschuit. Of nee, laat ik
niet liegen, d'r was ook nog een
aap bij, Maar die hebben we eerst
gebraje, en daar heeft die scheeps
jongen eerst ook nog een lekker,
malsch stukkie van gehad. Ja,
want zeelui zijn wel ruw, maar
erg eerlijk! Maar ja, eindelijk
De jeugd.
moest die jongen er dan aan ge-
looven. Het was een aardige jon
gen, maar ja, als je honger heb...
Jaja, een mensch maakt wat mee
op zee. As ik nog an die geit denk.
Het was een bok, als je snapt wat
ik bedoel! Maar dat wou de kapi
tein niet toegeven. Die had in Ma
rokko zoo'n rare Afrikaansche geit
gekocht, omdat ie dan iedere dag
versche melk kon hebben en daar
was die ouwe gek op. Jenever
lustte hij niet, maar melk, nou
daar kon je 'm wel onder begraven!
Nou affijn, het stomme dier most
iri hét vooronder in een hok bij
de provisie staan. Den volgenden
dag zal de kok het beest gaan
melken. Maar laat 't nou een bok
zijn! Die goocheme Afrikees had
'm een bok voor een geit verkocht!
Maar de ouwe was een echte stijf
kop en hij wou niet toegeven en
het most en het zou een geit zijn
en hij most en hij zou mellc geven.
Hij most zeker nog wat ouwer
worden, zei hij. Maar wat gebeurt
er dan 's middags. Daar draaft de
scheepsjongen het heele dek op en
neer, op zoek naar zijn dekzwab-
ber. Voor alle zekerheid gaat hij
ook nog even in het vooronder kij
ken. En wie denk je, dat, hij daar
nog net het laatste stukje van de
steel van de dekzwabber ziet door
slikken? De kapitein? Ben je be
toeterd! De bok! Nou, dat was me
d'r eentje. In drie dagen tijd heeft
me dat dier de halve provisiekamer
verwoest en we hebben ons de
heele reis verder niet kunnen was-
schen, omdat het stomme dier in
zijn vreetwoede het vat met groe
ne zeep had leeggeslobberd! Nou,
toen kreeg de ouwe toch ook de
duvel an 'm en toen hebben we
hem de rest van de reis in het
kippenhok gezet om 'm vet te mes
ten, maar hij was niet te eten! Bij
de eerste hap die we namen, stónd
het schuim ons op onze mond! Ik
wor nog misselijk ervan als ik .er
aan denk!
De kappersjongen had, heel
bleek en ontdaan, zijn karwei be
ëindigd. Zijn handen trilden, toen
hij het geld van den zeeman aan
nam. Die knipoogde eens, klopte
den jongen op zijn schouder en zei,
terwijl hij de deur uitstevende:
Nou, tabé meester, tabé maat,
knip ze maar kaal, hoor! As ik nog
'ns terug kom, neem ik beslist een
zee-aap voor je mee!
elementen en de aanhangers van
de Ilde Internationale eenerzijds
met die van de lilde Internationale
anderzijds af te teekenen. De sta
kingen in Frankrijk en België, als
mede de verwarde toestand in
Spanje laten geen twijfel aan de
waarde en het succes van derge
lijke verbonden bestaan. De Rus
sen behoeven een democratisch
alibi, indien de nieuwe bondgenoo-
ten niet al te spoedig helderziend
ten aanzien van de bedoelingen der
West-Europeesche sectics van de
Komintern willen worden. De nieu
we grondwet is een Trojaansch
paard, in wiens democratischen
romp de Russen ongehinderd hun
intocht in de West-Europeesche
landen willen houden.
Duitschlancl volgt deze gebeur
tenissen in de rol van een werk
loos toeschouwer. Men herinnert
slechts aan de verschillende ver
klaringen van Hitier, dat Duitsch
land een onmiddellijk belang bij
deze gebeurtenissen eerst dan zou
krijgen, indien de Komintern in
derdaad in West-Europa de roo-
de vlag zou planten. Duitschland
zou dan zoowel in het oosten als
in het westen door het communis
me bedreigd zijn. De nieuwste
truck van de Russen opgevat als
bewijzen voor de juistheid van cle
zorgen, die men zich steeds ten
aanzien van het communisme ge
maakt heeft.
SOVJET-DEMOCRATIE.
En wat Berlijn daarop
heeft aan te merken.
In Duitschland heeft men met
belangstelling kennis genomen
van het bericht, dat het Russische
Congres tegen eincl November bij
een geroepen is, om een beslissing
te nemen over een grondwetsont
werp van het Centraal Comité dei-
Unie van Sovjet-Republieken. De
Russen hebben hun plannen aan
de buitenwereld bekend gemaakt
onder de leuze „terug naar de de
mocratie". Zij b.elooven het alge-
meene, directe en geheime stem
recht. Het parlement zal bestaan
uit twee kamers, waarvan de een
direct gekozen wordt en de andere
door cle vertegenwoordigers dei-
verschillende sovjetrepublieken
zal worden gevormd. De grondwet
belooft, ook een onafhankelijke
justitie.
Van katholieke zijde, te Rome
heeft men reeds eenig beden
ken tegen al deze beloften ge
uit. Het Vaticaan beveelt de
gelQovigen aan eerst eens af
te wachten, of .deze beloften,
waartoe ook de religieuse vrij
heid -behoort, inderdaad 1 tot
werkelijkheid zullen worden
gemaakt. De Parijsche pers,
b.v. de „Journal", betitelt de
nieuwe Russische grondwet
als een „groote bluf".
Volgens Duitsche meening ver
raadt het tijdstip, waarop deze
plannen -aan cle wereld' worden
bekend gemaakt, de ware bedoe
lingen van de Russische macht
hebbers. In de Volksfrontregeerin-
gen begint zich een samenwerking
tusschen de radicaal burgerlijke
ALLERLEI VAN OVERAL.
Te Hankau in China, woont een
zeer gezochte Europeesche chirurg,
een zekere dr. Alexandcr Skinner.
Een patiënt van dr. Skinher was
o.a. ook cle Chineesche generaal
Yeh Peng. Deze was zoo geest
driftig over de kunde van den dok
ter, dat hij dezer dagen aan de
spits van vele soldaten, met de ke
telmuziek van 50 instrumenten
voorop, voor de woning van dr.
Skinner verscheen. Hij zelf droeg
een wit vaandel, waarop in zwarte
letters van 1/4 m. hoogte cle verkla
ring der demonstratie te lezen
was: Den hoogvereerden doctor
Skinner, zijn onderdanigste die
naar Generaal Yeh Peng in onver
gankelijke dankbaarheid voor de
genezing van zijn ziekte.
De weduwe van den eenige jaren
geleden gestorven millionnair San
ders uit, San Francisco, heeft, lang
een taaien strijd'gevoerd om de na
latenschap van haar echtgenoot.
De compagnon van Sanders had
ri.1. het testament vcrvalscht, resp.
het echte testament verscheurd.
Nu heeft Mrs. Sanders echter he»
echte, origineele document gevon
den, bestaande uit niet minder dari
37.518 stukjes papier. Die heeft zij
in twee jaren tijds weer aan elkaar
gehecht. De weduwe is thans in
het bezit der erfenis en de com
pagnon zit in de gevangenis.
In New York heeft de bereden
politie al haar paarden van rubber
hoefijzers doen voorzien. Het ge-
klapper der met ijzer beslagen
paardenhoeven is nu in New York,
waar thans een radicale anti-la-
waai-campagne wordt gevoerd, niet
meer te hooren.
Sesam, open U. Van iemand
die zich gemakkelijk toegang weet
te verschaffen tot iemands hart,
huis of brandkast, zegt men
wel eens, dat hij de tooverformule
„Sesam, open kent.
Deze uitdrukking is afkomstig
van Ali Baba, den eenvoudigen
houthakker uit de „Duizend en één
nacht". Deze eenvoudige man was
op de hoogte van een groot ge
heim, hij wist namelijk, waar een
kolossale schat verborgen lag, en
meer dan dat: hij wist óók, hoe hij
tot dezen schat toegang kon ver
krijgen.
Terwijl Ali in het foosch aan het
werk was, had hij gehoord hoe een
bende dieven de tooverwoorden:
„Sesam, open U!" en „Sesam, sluit
U!" gebruikten, bij het betreden
en verlaten van de grot, waarin ze
hun gestolen schatten bewaarden.
Natuurlijk maakte de houthakker
gebruik van zijn nieuw verworven
wetenschap, zonder twijfel in de
overtuiging, dat- hij geen diefstal
pleegde, maar integendeel 'n daad
van rechtvaardigheid deed, indien
hij den schat, dien de dieven ge
stolen hadden, wegnam.
Vanzelfsprekend ontdekten de
dieven, dat hun buit verdwenen
was en deden zij moeite, hem terug
te krijgen. Al hun pogingen hiertoe
werden echter verijdeld door Ali's
vernuftige helpster Morgiana.
In Amerika kwamen eenige in
genieurs op het - zonderlinge denk
beeld, de spoorweglijn van een
reeds versleten* ijzeren brug, door
aluminium te vervangen. Men be
spaarde daarmede aan gewicht
685 ton, d.i. ongeveer 3000 kg. per
strekkenden meter brug. De alu
minium spoorlijn moet zich uitste
kend houden, zoodat men er
voortaan toe zal overgaan bij
nieuwbrugbouw ijzer en staal door
het lichtere metaal te vervangen.
HUMOR.
Een gezelschap uit een zeer ver
afgelegen dorp bezocht Amsterdam
Zoo zagen ze ook in een der grach
ten een" baggermolen aan het werk.
Die scheen een groote aantrek
kingskracht uit te oefenen op een
der leden van het gezelschap. Ter
wijl de anderen de stad verder
gingen bekijken, bleef hij maar
strak naar cle eindelooze rij bagger
emmertjes kijken, die uit het water
modder en vuil omhoog brachten.
Toen het. gezelschap zes uur later
weer langs den baggermolen
kwam, stond de man er nog. Toen
ze hem toeriepen, dat de laatste
trein binnen een kwartier vertrok,
en dat hij zich moest haasten, om
dat hij die anders zou missen, riep
hij terug: „Kan me niet schelen;
ik heb er nu 19.784 geteld en ik
wil het laatste emmertje nu ook
zien! Al duurt het tot vannacht!"
Ou'kleerkoop: Heeft U oude klee-
ren, mevrouw?
Mevrouw Penhaan: Zeker
maar die draagt mijn man!
WETENSWAARDIGHEDEN.
Is het U bekend:
dat rijstpapier niet gemaakt wordt
van clen rijstplant, maar van den
bast van een boom, die op Formo-
sa groeit?
dat de Chineezen weinig keus
hebben wat achternamen betreft.
Zo hebben er slechts een honderd
tal verschillende.
dat er geien twee vogels zijn, die
op dezelfde manier vliegen?
dat op den cocon van een zijde
rups 500 tot 1000 meter zijdedraad
zit?
dat muggenei eren altijd op de
oppervlakte van het water gelegd
worden?
dat de gemiddelde dikte van den
huid van een nijlpaard 5 c.M. is?
151. Freekje zat op den vensterbank, hij was nog
steeds onzichtbaar, dus niemand kon hem zien, en
hij zag hoe de vrouw maar aan een stuk door zat te
werken onder hef licht van een olielamp.
152. Langzamerhand zag hij hoe uit de vormelooze
lap een aardig jongensbroekje ontstond, net zooals
het zijne was geweest en toen het eerste broekje
klaar was, legde de vrouw het netjes op zij om aan
den and-eren te beginnen.
153. Stan en Pol zeiden nu tegen Freekje dat ze
weer weg moesten en ze vroegen hem of hij nu
voldoende had gezien om te beseffen wat of hij ge
daan had, door zoo slordig met zijn ldeeren om te
springen. Freekje knikte heftig .van ja.