Raad Harenkaispel.
Hebbenapen
een taal
Het ongeluk met den dieselfrein
begrippen schijnt te hebben, zoo vrij, zich zelf te
helpen. Natuurlijk werd deze theorie in de rechtzaal
niet geduld en de man veroordeeld tot 1 maand ge
vangenisstraf, doch ditmaal nog voorwaardelijk met
3 proefjaren.
Bergen.
MAANDAG WAS HIJ IN GEEN* VELDEN
OF WEGEN TE ZIEN.
Een als Hendrik Geval in de registers van den
Burg. Stand geboekte heer, te Bergen woonachtig,
had op 1 Mei „op z'n erf heibel gekregen met zeke
ren heer Corn. Hoogenbrok, een vertegenwoordiger
te Zaandam over een geverfde mantel, die zeker
niet naar genoegen was opgekikkerd en had bij die
gelegenheid meneer Hoogenbrok gequalificeerd als
een „flesschentrekker". De heer Hoogenbrok, die wel
mantels verfde, maar geen flesschen trok, achtte
zich niet gevleid, deed de noodige stappen om Hen-
ldc op het zondaarsbankje te werken en met zoo
veel succes, dat Geval, die geen moeite had gedaan
zich te presenteeren, werd veroordeeld tot f 12 boete
of 10 dagen.
Oudorp.
DE MUSICALE BUURVROUW.
Een Oudorper dame, Hillegonda Bakker, gehuwd
Voor wet en kci'k met zekeren heer Jacob Schoen
maker, en woonachtig te Oudorp had op 24 April
„bonje" gekregen met een dorpsgenoote, Mej. Buijs,
geboren van Leeuwen en haar diversa hatelijkhe
den naar het hoofd geslingerd, luide den wensch
toegesproken met: „Stik wijf" en bovendien had zij
nog het wondermooie lied gezongen: „Zwarte Zigeu
nerin", waarbij zij geen rekening hield met het
feit, dat mevr. Buijs, geb. Schoenmaker, zoo doof
is als een grafzerk. Niettemin scheen ze toch zoo
veel wel gehoord te hebben, dat voldoende was voor
een klacht wegens beleediging en daar ook de
Alkmaarsche chauffeur Hendr. Fransen mede de
„zwarte zigeunerin" had hooren voordragen, was er
voldoende bewijs om Mej. Schoenmaker 10 gulden
boete of 10 dagen hechtenis aan haar... hm,aan
.haar...... nachtjapon te geven.
'Akersloot, gem. Graft.
EEN KWAADWILLIGE RICHARD TAUBER.
Meneer Albert v. Zwol, die het nobel beroep be
oefent van straatzanger, bevond zich op 12 Mei ook
te Graft om daar zijn schoone liederen ten gehoore
te brengen, liij had natuurlijk op reusachtig veel
succes gerekend en was ten hoogste verstoord toen
hij aan een woning gekomen, men niet van zijn
lied noch van zijn bellen notitie nam. Hij kon zijn
toorn niet verkroppen en gaf aan zijn wraak lucht
door een ruit in te meppen. Een dergelijk „klinkend"
bewijs van afkeuring kan echter in het belang der
goede orde niet getolereerd worden en werd heden
de driftige zanger, helaas niet verschenen, zoodat de
politierechter en officier niet in de gelegenheid wa
ren zijn stemkwaliteit te beoordeelen, veroordeeld
tot f 20 boete of 10 dagen.
Enkhuizen-
EEN ZUINIGE KLANT.
De niet ter zitting verschenen heer Franciscus Lam-
bertus Raven, is wat men kan noemen ,,'n mooie
jongen", waarbij men aan het epitheton ornaad
„mooi" een niet al te gunstige beteekenis moet hech
ten. De caféhouders te Enkhuizen zouden hem al
thans vermoedelijk met genoegen zien ophangen!
Hij had aldaar gedurende het tijdsverloop 1935
Ü936 diverse kasteleins opgelicht wegens genoten
consumptie, onder meer de heeren de Boer, Takens
en Roozendaal. Verdachte nam het er goed van,
anaakte grove verteringen en als hij om betaling
werd aangemaand, zei hij nonchalant: „Nou, dat
'komt wel, of, hij had zijn portemonnaie vergeten. Tot
tenslotte de boel spaak liep, deze brutale oplichter
door de justitie werd aangepakt en heden de kerel,
die ook van andere vermogensdelicten niet vies is,
[tot 4 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Alkmaar.
DAT MOET NU NIET ERGER WORDEN.
Tn het modemagazijn de Kofa (firma Spruijt) 'tc
Alkmaar, had een boerenvrouw een lap stof verdon
keremaand. Mej. A. Genet uit Egmond aan Zee, de
winkeljuffrouw had haar geholpen. De lichtzinnige
vrouw stond alsnu terecht en mocht dankbaar zijn,
dat zij werd veroordeeld tot 2 maanden gev. voorw.
met drie proefjaren.
[Uitgeest'.
HET SLOT WAS WEER MISERE.
Tot slot van de plechtigheid compareerde nog de
boerenarbeider Arie ten Wolde, wonende te Uit
geest, die zeker dacht dat ie in Den Haag was en
zich schuldig had gemaakt aan misdr. Art. 239 wetb.
van strafrecht, openbare schennis der eerbaarheid.
[Werd behandeld met gesloten deuren.
Vergadering van den raad op Dinsdag 30 Juni
tl93ü 's morgens om 10 uur.
Voorzitter de heer H. Nolet, burgemeester, secre
taris de heer G. H. Essing..
Alle leden zijn aanwezig.
Na opening volgt vaststelling der notulen.
.Van de
Ingekomen stukken
noemen we de goedkeuringen van verschillende
raadsbesluiten, alsmede proces-verbaal van kasop
name: in kas was cn moest zijn f1144.84.
Verlaging van de biljartbelasting.
Het betreft hier de jaarlijksche af- en overschrijvin
gen.
De begrooting 1936.
De begrooting 1936 is van Ged. Staten met eenige
bemerkingen ter wijziging teruggezonden. In hoofd
zaak houden deze opmerkingen verband met admi
nistratieve wijzigingen.
Een afzonderlijke beslissing wordt echter ge
vraagd over de verlaging van de jaarwedde van den
gemeente-geneesheer.
De regeering is van oordeel, dat de jaarwedde kaïn
worden verlaagd.
In verband hiermee stellen B. en W. voor met in
gang van 1 Januari 1936 de jaarwedde te verlagen
met f 100 en vast te stellen op f 2100.
Ook vorig jaar is reeds op verlaging aangedron
gen en toen is het salaris met f 200 verlaagd. Waar
mede men voorloopig genoegen nam, zoodat deze
wenk geen verrassing was. Er is niets aan te doen.
We stellen deze verlaging voor, aldus de Voorzitter
in de hoop, dat men er genoegen mee zal nemen en
niet alleen een voorloopig genoegen. Met den betrok
kene is overleg gepleegd en die heeft geprotesteerd
en komt tot de conclusie, dat er voor de verlaging
geen aanleiding bestaat. Dit noemde spr. een gewoon
verschijnsel en inderdaad het is ook onaangenaam
voor den betrokkene.
De heer Francis informeerde of door Ged. Staten
nog een bedrag was genoemd.
De Voorzitter antwoordde ontkennend.
De heer Doekes achtte het voor den raad moeilijk
deze kwestie te beoordeelen. Hoeveel gebruik wordt
er van den gemeentegeneesheer gemaakt?
De Voorzitter lichtte toe, dat oorspronkelijk 80
personen werden behandeld, dit getal groeide later
tot 135 en nu zijn het er 170. Eerst werden er slechts
enkele verlossingen verricht, terwijl op het oogenblik
alle werkloozen bijstand behoeven, zoodat het aan
tal verlossingen sterk is vermeerderd.
De heer De Vries legde uit, hoe de belooning inder
tijd werd vastgesteld en wees er op, dat het aantal
personen is verdubbeld. Spr. wist ndet, waarom
men in Den Haag steeds maar doortamboerde. De
verlaging wordt bovendien niet gemotiveerd. Tben
meai den dokter niet meer behoefde te halen en thuis
te brengen, werd het salaris verhoogd, maar een
eigenlijke verhooging was dit natuurlijk niet, daar
de geneesheer nu onkosten kreeg voor z'n voertuig.
Spr. begrijpt niet waarom men op het thema van ver-
Van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Hollands Noorderkwartier is een adres ingekomen
waarin verzocht wordt o.m. de grondslag biljarten
voor de Personeele Belasting te verlagen.
B. en W., van oordeel, dat een bedrag van f60,
't welk aan belasting voor één biljart moet worden
opgebracht, als een drukkende last op het cafébe
drijf moet worden beschouwd, achten 't billijk, dat
de grondslag wordt verlaagd met f5 en derhalve
wordt vastgesteld op f15 met ingang van 1 Januari
J937.
De op te brengen belasting wordt nu dus f 45.—.
De Voorzitter noemde de biljarts, een attractie
voor de café's. Men kan wel zijn biljart opruimen,
maar dan zou men zijn hëele zaak wel kunnen op
ruimen. Dit voorstel beteekent voor de caféhouders
tenminste een kleine tegemoetkoming. Intusschen
beteekent deze verlaging een mindere belastingop
brengst van f 150.—.
De heer Bakker kon zich met het voorstel van B.
jen W. zeer wel vereenigen.
De heer De Vries zeide, dat de opcenten op de
personeele belasting veel te hoog waren; deze 200
opcenten werken funest. Voor het platteland druk-
!ken ze veel te zwaar. Spr. juichte het toe, dat iets
gedaan werd, waar het nog kon. In de steden deli
bereert men er lang over, om de opcenten van 60 op
65 te verhoogen en hier moet je op de 200, Deze 200
opcenten vond spr. het grooto kwaad.
Overeenkomstig het voorstel werd hierna besloten.
Vastgesteld wordt een suppletoire begrootlng 1935.
Ruzie tosschen de giraffen.
(Den ganschen dag plagen die beesteit]
me, zij hebben ruzie en om de paarjiurj
ojoet ifc hen vai elkan teftopeno'
lagen doordranst. Ze toonen het ook niet aan, want
dan varen ze lek. Men kan zich in de steden den toe
stand op het platteland nog steeds niet voorsteiren.
Spr; zou nog niet tot de verlaging willen besluiten,
maar liever afwachten, tot het gebeuren moet.
De Voorzitter gaf in overweging deze zaak niet op
de spits te drijven, want we trekken toch aan het
kortste eind. We leven nu eenmaal in een tijd dat
iedereen omlaag gaat en spr. merkt op, dat de kosten
voor de auto nu ook aammerkelijk zijn gedaald. En
tenslotte is het toch maar een kleine verlaging.
De heer De Vrias geeft een en ander toe, maar wijst
op het aantal personen, dat voor behandeling in
aanmerking komt en welk aantal is verdubbeld, als
mede op bet veel grooter aantal verlossingen. Spr.
zoekt tevergeefs naar redelijkheid.
De heer Doekes zegt, dat als de steun van de
werkloozen verlaagd wordt, men ook met geen mo
tiveering komt.
De heer De Vries beaamt dit.
Zonder h.s. wordt het voorstel van B. en W. aan
genomen.
De rondvraag.
De heer Molenaar vraagt, hoe het staat met het
adres .n.a.v. de rouleering verzonden.
De Voorzitter wil liever nog geen mededeelingen
doen, want er moet nog nader overleg gepleegd wor
den.
De heer De Vries informeert naar het resuHtaat van
de brieven, verzonden aan de rentelooze credietne-
mers.
De Voorzitter zal straks ln comité den heer De
Vries antwoord op zijn vraag geven.
Hierna volgt sluiting.
RECHTBANK
Huwelijkszwendelaar
veroordeeld.
Hooge straffen opgelegd.
Amsterdam, 30 Juni De rechtbank veroor
deelde gister een huwelijkszwendelaar een me
taaldraaier van middelbaren leeftijd, wegens op
lichting tot twee en half jaar gevangenisstraf
met aftrek voorarrest.
Door middel van huwelijksadvertenties had
hij kennis gemaakt met een achttal dames. Hij
beschikte over een rijke fantasie en door zijn
trouwbeloften werden zij er toe bewogen hem
geld te geven.
Het O.M. had drie jaar geëischt. Tegen een
man die'n Tsjechische dienstmeisje had bedrogen
en haar f 900.- afhandig had gemaakt, had de
officier twee jaar gerequireerd. De rechtbank
veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van
twee jaar met aftrek van drie maanden voor
arrest.
Wagenvoerder tot een maand
voorwaardelijk en f 60.- boete
veroordeeld.
Het gerechtshof te Amsterdam wees arrest in
de strafzaak tegen den 35-jarigen bestuurder
bij de Nederlandsche spoorwegen L. die wegens
het aan zijn schuld te wijten hebben, dat ge
vaar is ontstaan voor het verkeer door mecha-
Hebberig.
Fifi: He, van hem zou ik wel een paar
kluifjes lusten.
nische kracht over een spoorweg der N.S. is
veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenis
straf van een.maand met een proeftijd van een
jaar en tot f 60.- boete. De rechtbank had de
zelfde straf opgelegd en de procureur-generaal
had bevestiging van het vonnis geëischt.
Het betrof hier het ernstig ongeluk met een
dieseltrein, dat op Zondag 5 Aug. 1934 in de
Hoofdstad nabij het Weesperpoortstation plaats
had en waarbij achttien personen min of meer
ernstig werden gewond. Het ongeluk had vlak
na het vertrek plaats.
Het eerste rijtuig werd in de linkerflank aan
gereden door den tender van een locomotief van
een dat perron hinnenrijdenden stoomtrein.
Verd. was weggereden niettegenstaande heï
uitrijsignaal op onveilig stond.
COMMUNISTEN IN OOSTENRIJK
GEARRESTEERD
In Bischofshofen zijn 21 communisten gear
resteerd, wegens het voeren van propaganda.
Onder hen bevinden zich drie personen, die
zich uitgaven voor handelsreiziger en in wier
„monsterkoffers" groote hoeveelheden propa
gandamateriaal werden gevonden.
WIELRIJDER ONDER VRACHTAUTO METJ
STEENEN GERAAKT EN GEDOOD
Arnhem, Gistermorgen is op den Velper-
weg de 60-jarige wielrijder Vaal, wonende aan
den Sonsbeeksingel te Arnhem,- onder een
vrachtauto met steenen geraakt en ernstig ge
wond opgenomen.
De ongelukkige werd per auto naar het ge
meente-ziekenhuis te Arnhem vervoerd, waar hij
kort na aankomst is overleden.
INTERESSANTE EXPERIMEN
TEN VAN EEN AMERIKAAN-
SCHEN ZOÖLOOG.
„Cheui" en „Its J gk".
Hoe dieren zich niten.
WAARSCHUWENDE EN
VRAGENDE KLANKEN.
Of dieren verstand Hebben, of ze
met overleg handelen, of ze getal
len kunnen onderscheiden en of de
klanken die ze uitstooten, een be
paalde beteekenis hebben over
al deze vragen hebben de geleerden
zich reeds lang het hoofd gebro
ken, er zijn boekdeel en vol over
geschreven, debatten en verhande
lingen zonder tal over gehouden.
Een van de interessantste experi
menten in deze richting heeft in
den laatstcn tijd de Amerikaan Gar-
ner uitgevoerd, die in verschillende
dierentuinen diepgaande studies op
apen en andere dieren heeft ver
richt.
Al mocht men natuurlijk niet ver-
wachten, dat een echte taal met
zelfstandige en bijvoegelijke naam
woorden gevonden zou worden en
zoo mogelijk dat een woordenboek
van de apentaal het licht zou zien,
zoo waren niettemin zelfs de karige
resultaten van dit onderzoek bijzon
der belangwekkend.
Melk in de apentaaL
Met groot geduld nam Garner Üe
klanken die de apen voortbrach
ten, met de phonograaf op, tot hij
zelf in staat was, enkele woorden
natuurgetrouw te herhalen. Zoo be
gon hij met een woord, dat volgens
zijn meening „melk" moest bctceke-
nen en dat hij van een Capucijner
aapje had opgestoken. Nu ging hij
naar de kooi van het aapje en liet
het bewuste geluid hooren. Onmid
dellijk keek de aap om, antwoordde
met hetzelfde geluid en kwam vlak
bij de tralies. Toen Garner het ge
luid nogmaals maakte, antwoordde
het diertje onmiddellijk weer, ging
zijn nap halen die in een hoek van
de kooi stond en zette die naast
de deur, waardoor de oppasser ge
woonlijk het voer bracht. Toen
keerde hij weer naar de tralies te
rug en herhaalde het woord .ver-
Scheiden malen.
De geleerde vroeg 'den oppasser
nu, wat melk te brengen, doch
deze bracht, omdat er geen melk
meer was, een glas water. Het aap
je gaf zich de grootste moeite om
het glas te bemachtigen, doch dit
werd hem niet toegestaan. Wel
mocht hij zijn hand er in steken,
die hij dan telkens aflikte. Het was
duidelijk, dat hij dorst had. Toen
het glas 2ioo ver van hem vandaan
werd gehouden, dat hij er niet
meer bij kon, liet hij verscheidene
malen achter elkaar het bewuste
geluid hooren. Hieruit concludeer
de Garner, dat deze klank niet al
leen melk, maar ook „water", dug
in 't algemeen iets drinkbaars, be-
teekende. Hij vertaalde hem dus in
het vervolg met „drank".
Dat deze vertaling juist was,
bleek wel hieruit, dat een andere
aap van dezelfde soort, waarmee
Garner in Chicago hetzelfde expe
riment uitvoerde, precies op dezelf
de wijze reageerde. Dit geluid, dat
„drank" beteekent, klinkt onge
veer als „ch-eu-ai"»
Waarschuwende klank:
alarm!
Een ander woord, 'dat zïcfi Helaas
niet in letters laat weergeven,
heeft Garner voor „alarm" of „ge
vaar" gevonden. Als hij dit geluid
liet hooren, vluchtten de apen ver-
Schrikt naar de hoogste takken in
de kooi en waren niet te bewegen,
weer naar beneden te komen. Eén
aap zelfs, met wie de zoöloog an
ders de beste maatjes was, was zoo
geschrokken, toen hij het alarmge
luid hoorde, dat hij Garner na tien
dagen nog niet durfde te naderen.
Behalve deze roep, die slechts bij
het uiterste gevaar gebruikt wordt,
hebben de apen nog een ander
waarschuwend geluid, dat alleen
gebezigd wordt voor een gevaar,
dat nog op een afstand is. Dit
klinkt ongeveer als i-tsj-g-k en
wordt gewoonlijk eerst heel zacht,
en dan, als er nog geen aandacht
aan geschonken wordt, al harder
en harder „gezegd". Ook een
woord, dat zooveel als „pardon" of
„sorry" beteekent en in elk geval
onderdanigheid en volgzaamheid
moet uitdrukken, heeft hij waar
genomen. Het is een klaaglijk ge
luid, dat tegelijk iets vragends
heeft en steeds vergezeld gaat van
een gebaar, waarbij het dier zijn
kop met den eenen kant op den
grond legt en de tong uitsteekt.
Optimistische conclusies.
Resumeerend zou men dus kun
nen zeggen: de klanken, die de
apeli voortbrengen, ontstaan wille
keurig, zijn van te voren overdacht
en worden gearticuleerd. Ze wor
den steeds tot bepaalde individuen
gericht met de duidelijke bedoeling,
zich voor hen verstaanbaar te ma
ken. De apen bewijzen door hun
doen en laten, dat zij zich welbe
wust zijn van de gedachten, die zij
door middel van klanken tot uit
drukking willen brengen. Ze wach
ten een oogenblik, als ze gespro
ken hebben, om antwoord te krij
gen; krijgen ze dit niet, dan herha
len ze telkens de zelfde woorden.
Meestal zien ze de persoon, tot wie
ze spreken, daarbij aan en laten
de klanken niet hooren, als ze al
leen of met iets anders bezig zijn.
Ze verstaan de klanken van andere
apen van hun eigen soort en ant
woorden hen in dezelfde „taal".
Deze observaties geven Garner
aanleiding tot de vraag: „Als een
enkele klank voldoende is om een
gedachte van het eene individu op
het andere over te brengen als
deze klanken alles doen, wat de
taal bereikt in welk opzicht zou
den ze dan eigenlijk géén taal
zijnl"
Hoe belangwekkend de experi
menten van dezen Amerikaanschen
zoöloog ook zijn en hoe zeer men
zijn geduld moet bewonderen, tocli
komt het ons voor, dat hij hier zijn
doel voorbijschiet. Want wat hij bij
de apen heeft waargenomen, komt
ook bij andere dieren voor. Als hij
zegt, „ze richten zich steeds tot be
paalde individuen met de duidelijke
bedoeling, hun gedachten kenbaar
te maken", dan geldt dit ook voor
onze huisdieren. Want ook de kat,
die haar melk nog niet heeft ge
had en miauwend komt bedelen,
zoowel als de hond, die om een
hapje schooiert, richten zich tot een
bepaalde persoon. Ook zij wachten
antwoord af en herhalen hun vraag
door blaffen, miauwen, „mooi zit
ten", net zoolang tot ze hun zin
krijgen of weggejaagd worden.
Ook het aankijken van de persoon
tot wie ze spreken, is niet iets spe
ciaals van de apen. Dit komt, even
als het geven van alarmsignalen,
bij de meest uiteenloopende dier
soorten voor.
Hoe verschillend zijn niet 'de ge
luiden, die wij in het kippenhok
kunnen waarnemen: de lokroep van
de kloek tot de kuikens, het kake
len na het leggen van een ei, de
lokroep van den haan, als hij een
lekker hapje gevonden heeft, zijn
waarschuwingskreet bij gevaar
het is 'n heel gamma van klanken
die in hun veelzijdigheid voor de
„taal der apen zeker niet behoeven
onder te doen.
Ik geloof dan ook', dat tnen
slechts in zooverre van een „apen
taal" kan spreken, als men daar
mede bedoelt, dat dit een van de
vele dierentalen is, doch niet als
men het een hoogerstaande taal
zou willen noemen, die de bestu
deering waard is. Want dan zou
men even goed van een honden- of
kattentaal, een kippen- of eenden
taal kunnen spreken. En het zal ze
ker wel niemand invallen, om deze
talen te gaan bestudeeren of er
zelfs een verhandeling over te
schrijven.
[{Nadruk verboden.)]