Polder „'t Hoekje Rumoerige vergadering ELASTIEKEN KOUSEN TERLEP's Drogisterij Uit onze omgeving. Vergadering van stemgerechtigde Ingelanden van den polder ,,'t Hoekje" op Dinsdag 30 Juni 1936, des v.m. 11 uur, gehouden ten huize van den heer H. Scliricken te 't Zand. Vertegenwoordigd zijn een tiental stemgerechtig den. Behalve de lieer J. Commandeur zijn de ove rige bestuursleden, t.w. de heere'n J. Visser, D. Schenk Az., A. Boontjes en M. P. de Wit., aanwezig. Voorzitter de lieer jb. Visser. Secretaris-penningmeester de heer A. C. Brussaard. De Voorzitter opent de vergadering en verzocht den secretaris de notulen der vorige vergadering te willen lezen. Deze worden na voorlezing goedge keurd, terwijl de heer W. Roos een opmerking maakt over het gezegde van den Voorzitter over sprekers landbouwkundigheid. Spr. betwijfelt dit ook sterk van den voorzitter wederzijds. Naar aanleiding van een desbetreffende circulaire van heeren (led. Staten wordt overeenkomstig het daartoe strekkende bestuurvoorstel besloten de uit staande kasgelden van de Boerenleenbank af te ne men en te deponeeren op de Rijkspostspaarbank. Rapport der Commissie tot nazien- en vaststelling der rekening van 1935. De heer Kos zegt namens de Commissie dat alles in keurige orde is bevonden cn alles klopte. De Voorzitter dankt de leden der Commissie voor het werk en hoopt dat nogmaals een beroep op hen gedaan kan worden. De heer Roos meent dat de Commissie geheel over bodig is. De rekening ligt ter inzage en elk Ingeland kan zijn bezwaren indienen, tenminste als de secre taris thuis is als men komt. Spr. is n.1. op de ge meentesecretarie geweest om inzage van de stukken. De gemeenteveldwachter, de heer Koelemij, heeft toen gezegd dat Brussaax-d er niet was. De secretaris krijgt gelegenheid zich tegen deze v persoonlijke aanval te verdedigen. Spr. merkt op dat in de eerste plaats Nde secretarie de plaats niet is voor polderzaken en dat men zich ook niet voor deze zaken bij den gemeenteveldwachter zal moeten ver voegen. „Het is toch te gek", aldus spr., „indien men zich tot Koelemij wendt inzake polderzaken." De stukken lagen bij spr. thuis ter inzage, aldus de be kendmaking, en daar is men niet geweest. Tenslotte gelooft spr. wel te kunnen verklaren dat waar de Commissie de bescheiden in orde heeft bevonden, deze wel in orde zijn. De heer Keijzer voelt wanti-ouwen in de woorden van den heer Roos aan het adres van de Commissie gericht. De heer Roos zegt dit niet bedoeld te hébben, doch kan over een afschrift der rekening, gevoegd bij de convocatie, geen oordeel over de rekening geven. Er zal xiaar Ged. Staten geschreven moeten worden, De Voorzitter: Ja, schrijven, dat is heel leuk. Spr. zou er nu graag een eind van zien. De heer Roos: Wij hebben anders de tijd wel. De Voorzitter:. Geen _tijd ..oni_praatj.es t,e maken. De heer G. Keijzer heeft geen aanmerking, maar een voorstel. Het is gebleken bij het nazien van de rekening dat wijlen de heer A. de Heer nog een be drag te vorderen had, waarvan wel de grootte, doch niet precies gesplitst n§.ar de uitga ven* bekend is. Gezien de accui'atesse van den vorigen secretaris, stelt. spr. voor straks op de begrooting een bedrag hiervoor uit te trekken om een en ander aan- de wed. A. de ^Hepr te\ betalen.f De Voorzitter eh de Secretaris lichttek dit nog nader toe. Allen zijn hier voor. liet betreffen kosten van briefporten, schrijf- én bureaubehoeften e.d. Thans wordt de rekening 1935 met algemeene stemmen goedgekeurd. Vaststelling der begrooting voor 1936. Evenals dit het geval was met de rekening 1935, wordt de ontwerp-begrooting 1936 post voor post voorgelezen en krijgt dan een ieder de gelegenheid aanmerkingen te. maken. - De heer A. Noordstrand vraagt waarom geen gra tificatie voor den. machinist is geraamd'voor ,1936. De Voorzitter zegt dat het bestuur het niet meer noodig oordeelde. Do heer Noordstrand: Dan kan je wel aan het oor- deolen blijven tot er niets meer is. De Voorzitter zegt dat de gi-atificatie is ingetrok ken door de handelwijze van den machinist. De heer Noordstrand vraagt of de machinist on willig was om het werk te doen. De Voorzitter zegt dat Joinking wel eens gezegd heeft hierover: dat verd... ik, in het bijzijn van het bestuurslid Boontjes. De heer M. P. de Wit betwijfelt dit. Het komt wel uit een verkeerde hoek, aldus spr. Dc heer Noordstrand meent dat het bestuur het werk wel zal kunnen beoordeelen. Spr. heeft er het zijne alleen van gezegd. De Vooi-zitt.cr merkt op dat het bestuur in overwe ging gegeven kan worden om een en. ander "na te gaan. De hoer Roos vraagt of deze gratificatie er zoo maar af kan. De Voorzitter: Ja, het slootwerlc kon hij niet doen, de duikers schoonmaken kon hij niet. Hij jaagt ons op kosten. We kunnen ons geld beter gebruiken. Dc lieer Roos zegt dat er een andere kwestie tus- schcn zit, en vi'aagt of er nooit iets voorgevallen is tussclien voorzitter en machinist. De heer Schenk kan niet met deze vraag accoord gaan. Spr. stelt voor om het bestuur deze zaak nog nader te laten overwegen. De heer Roos wijst er op dat dc machinist is aan genomen zonder pensioensverhaal. De Scci-ctaris licht toe, dat pensioensverhaal toen niet verplichtend was, doch nu moet 10 pet. verhaald wordt, wat wel verschil uitmaakt. Dc heer Roos zegt vervolgens dat de voorzitter toen voorstelde om den machinist f 50 bodeloon te geven. Waarom, vraagt spr., wordt de machinist steeds zoo benadeeld? Eerst werd er 50 pet. afgenomen en f 25 betaald en nu niets meer. Destijds adviseerde de heer Zomerdijk om het be drag van f 50 hij zijn salaris te voegen, ter verhoo ging van zijn pensioensgrondslag. Waarom is dit niet geschied? Dc Voorzitter antwoordt: Omdat we vrij willen blijven. Vorig jaar hadden we het recht om f 25 al of niet te betalen, wat toen is ingetrokken. Dc heer Roos: Ingetrokkeii? Neen, u denkt de baas te zijn en meent dat er een reglement voor uzelf is. De. Voorzitter zegt dat hij te zorgen heeft dat de rekening zal kloppen. Alle jaren, dat spr. bestuurs lid is, is dat zoo geweest. Zou jij nu met je twaalf stuivers aan lasten, hier komen te vertellen hoe het moet cn gelei uitgeven? aldus spr. tot den heer Roos. De heer Roos: 'k Wou, dat u me maar vrijstelde, ik moet toch ook het volle bedrag betalen. Spr. stelt het bestuur Vóór het geven van het bodeloon, het welk den machinist toekomt, in overweging te ne men. Dit zal gebeuren. Spr. vraagt waarvoor reiskosten voor leden van het. bestuur ad f 15 is geraamd. De Voorzitter antwoordt dat indien het bestuur ergens hem moet zij dan kunnen gaan, wat" dan ook zoo noodig betaald kan worden. De heer Roos dacht dat het voor één bestuurslid was?. De ;heer Keijzer meent dat het de bedoeling is de kosten te kunnen betalen, b.v. van afvaardiging naar dc vergadering van den bond van Waterschappen enz. De heer Roos dacht dat het voor bestuurslid Com mandeur was, die in Heiloo woont. De heer Schenk: Neen, dat is absoluut de bedoe ling niet. Het wordt ook niet gebruikt, als het niet noodig is. Den heer Roos komt de post onvoorziene uitgaven wel wat heel erg hoog vooi\ Vorig jaar is f 0.50 uit gegeven en nu wordt f 624.41 geraamd. Dc Secretaris geeft een technische uiteenzetting, waarbij blijkt dat de heer Roos de bedragen verkeerd opvatte. De onvoorziene, uitgaven, bij de rekening is een klein bedragje van uitgaven, welke niet onder andere posten vallen. De onvoorziene uitgaven op de begrooting "1936 is een sluitpost. De lieer Roos kan zich er nu wel mee vereenigen. Thans wordt de begrooling 1936 overeenkomstig liet' bestuursvoorstel met algemeene stemmen goed gekeurd. Benoeming commissie nazien rekening 1936. Benoemd worden de heeren A. Kos, G. Keijzer en C. Borst. Dc lieeren A. Kos eii.G. Keijzer nemen hun benoeming aan, den heer C. Borst zal bericht van benoeming worden gezonden. Rondvraag. De heer Keijzer wil dank brengen voor hetgeen wij len den heer A. de Heer als secretaris-penning meester van den polder gedaan heeft. Spreker dankt ook den tegenwoordigen secretaris-penningmeester voor de welwillende medewerking bij het nazien der rekening 1935 verleend. De heer Roos brengt naar voren dat in Juni eeii hestuui'slid aftredend was volgens het bijzonder re glement cn vraagt wie van de bestuursleden is af getreden. De heer Keijzer merkt op dat dit vroeger zoo was. De Voorzitter zegt dat het bijzonder reglement voor twee jaar is gewijzigd, nu is in September de af treding en verkiezing. De heer Roos vraagt waarom dat bijzonder regle ment is. Het is z.i. toch van den polder zelf. De Voorzitter geeft den heer Roos in overweging maar weer naar Ged. Staten te schrijven. De heer Roos wil een rechte beweging hebben. „Het is nog niet uit voor dit jaar", aldus spreker. De Voorzitter: „Als de bom moet barsten, is het mij goed". De heer Roos wijst op de kroosschouw in October. Hiervan moet 8 dagen van te voren kennis gegeven worden. Spreker heeft nog nooit hiervan gehoord. Dc Voorzitter zegt clat deze kennisgeving zeer ze ker zal gebeuren. Spreker meent echter dat men de menschen altijd ter wille is geweest. „Wij maken het de menschen niet moeilijk. Het is geen kunst, maar bekeuringen uit te deelcn en de menschen de boeten van minstens f 5.of f 25.te laten betalen. De heer Roos meent, dat wanneer ze gewaarschuwd zijn, het toch recht zou zijn. Spreker heeft maling aan die soepele voorwaarden. De Voorzitter: Ik heb maling aan jou, wat doe je hier, 'k heb met jou niets noodig. De heer Roos zegt hier te zijn om in te lichten. Do Voorzitter: 't Zou wat, als de menschen niet wel opletten, zal „vriend" Roos hun centen kosten. De 'heer Roos wijst op de bepalingen in'de keur over het leggen van dammen met een duiker. De Voorzitter zegt, dat dit onderwerp behandeld en beslist wordt zooals het bestuur noodig oordeelt. De heer Roos zou dan willen dat het bestuur in kennis gesteld wordt met deze zaken en wijst op de verwijding van den duiker van de hoofddam bij het machinegebouw. De Voorzitter zegt dat dit in een bestuursvergade ring is behandeld. Er bestond groot gevaar voor het gei'cgeld springen van de duiker. De betrekkelijke alinea uit dc notulen wordt voorgelezen, waaruit het bestuursbesluit blijkt. De heer Keijzer meent dat het bestuur hiervan geen verantwoording schuldig is. De heer Roos acht het toch in het belang van dén polder, als 30 c.M. water kosteloos in en uit kan, wat bij het bestaan van den duiker mogelijk was. De Voorzitter: De duiker is er uit en komt er niet weer in. De heer Kos antwoordt op een vraag van den heer Roos, waar dc duiker is, dat deze bij spreker is en goed is besteed ook in het belang van den polder. De heer Roos: Dus de duiker van den polder is aan den loop. Zoo maar geplaatst bij een particulier. De voorzitter is zeker de baas over de polderspullen. Het is besloten door het bestuur, maar nadcelig voor de kosten. De heer Schenk merkt op dat er een andere ge legenheid. en een goede gelegenheid is gemaakt. Het plan was eerst een lange duiker te maken. Dit zou echter op groote kosten komen. Nu is een andere manier gevonden, waar ook een goede gelegenheid is om water in en uit te laten. Kosten zijn gespaard. Nu komt de hoer Roos zeggen dat hpt niet goed is. Dat. is niet juist, dat zal misschien van het najaar eventueel uit kunnen komen. Dan heeft de heer Roos het volste recht om aanmerkingen te maken. De heer Roos komt tenslotte hierop neer, dat de duiker het eigendom van den polder was. De Voorzitter: Dat blijft het. De heer Roos: Naar mijn meening is hij weggege ven. De lieer Schenk merkt op dat door den Voorzitter deze kwesties wel degelijk zijn besproken. De heer De Wit vraagt wat er gebeurt als de dui ker weer noodig is. De beer Schenk: Dan zullen we hem er weer uit halen. De heer Roos spreekt thans over het motorgemaal. Er zijn monteurs gevraagd om te onderzoeken of er iets aan den motor mankeerde. De machinist wordt nu voor leugenaar gezet. De Voorzitter zegt dat de machinist bij hem ïs gekomen met een klacht dat de as krom was. Ook een onderdeel van de waterpomp is kapot geweest. Spreker heeft opdracht gegeven dit te laten maken, doch veronderstelde clat er iets in was blijven zitten. Deze veronderstelling was wel juist,, want toen de pomp gemaakt, werd, vroeg do reparateur hetzelfde, n.1. of er iets in was blijven zitten, anders kon het niet stuk. Wat de kromme as betreft, die was den volgenden dag A^anzelf weer recht gekomen. Trouwens wanneer de as van een vliegwiel krom is, kom je niet aan liet kijken toe, want dan vliegt de heele boel er af met flinke gevolgen. De heer Roos zegt, dat, de monteur KI. Schagen ge vraagd is. Dc Voorzitter: Neon, Zwart ïs gevraagd, hij (de machinist) wil er KI. Schagen wel aan hebben. De heer Roos heeft er liever één van de fabriek, en meende dat deze zou komen. De Voorzitter heeft Zwart gevraagd en deze oor deelde dat, de motor niet uit elkaar behoefde. De heer Roos: Zwart is onkundig. De Voorzitter zegt dat Zwart onberlingd heeft ge zegd, dat als de motor schoon gemaakt zou worden, deze weer goed zou zijn. Dit is gebeurd en de motor loopt nog goed. De heer Roos zegt dat KI. Schagen en D. Brugman zijn uitgenoodigd den motor na te zien. De Voorzitter zegt, dat KI. Schagen niet is uitge noodigd en D. Bregman vindt het uit elkaar halen niet noodig. De heer Roos leest verklaringen voor van KI.'Scha gen, welke in September 1935 op verzoek van Visser den toestand vaii den motor heeft nagegaan. Hieruit blijkt, dat er ruimte in de bovenmetalen was, waar door meerdere slijtage in de zuigerbouw zou komen. Dit moest hersteld. De Voorzitter zegt dat Zwart en Bregman ge vraagd zijn en niet Schagen. De heer Roos leest de verklaring van den heer Bregman. Diens oordeel is hetzelfde en zelfs dat het niet verantwoord zou zijn verder te draaien. De Voorzitter: Wat heb je nu aan die pret? De motor draait nog en is nog goed. Tenslotte heb je er niets mee te maken. Het is het werk van het be stuur en mijzelf. De heer Roos: Worden die menschen dan maar voor een lolletje geroepen?" De Voorzitter: „Het eind is, dat de machine draait. Alles is gedaan om de kosten zoo weinig mogelijk te maken. De heer Roos zegt, dat toch een lucht druk pomp is aangebracht. Eerst was er een 2 p.k. motor, later is dat een 3 p.k. motor geworden. De Voorzitter: Dat moest van het P.E.N. Het bleef toch hetzelfde. De heer Roos zegt, dat liet heel geriefelijke men schen zijn. Noodt heeft hij ze zoo ontmoet. Aan dien 2 p.k. motor zal dan wel heel wat verdiend zijn, als zoo maar een 3 p.k. motor wordt geplaatst. De Voorzitter: Dat is kletsen op niets af. De heer Roos: Dat is gebrek aaai woorden. Dat zijn geen woorden voor een voorzitter. De heer De Wit zegt, verplicht te zijn, als be stuurslid de vergadering mede te deelen wat ge beurd is in de bestuursvergadering van 19 Mei jl. Omdat spr. niet accoord kon gaan met den Voorzit ter, den heer Visser, werd hij door deze mishandeld, welke hem in den keel greep, deze dicht kneep en spreker tegen den muur drukte. De heer Schenk had spreker vrij gemaakt. Op 24 Juni werd weer vergade ring gehouden. Bij de behandeling der notulen is door spreker aanmerking gemaakt, omdat dit voor val niet vermeld stond. Spreker verklaart, dat deze notulen vervalscht zijn, zelfs moedwillig. Trots mijn reclame zijn ze goedgekeurd. Ook moest spreker maar als bestuurslid bedanken. De Secretaris merkt op, clat de opmerking van den heer De Wit op de notulen, verwerkt zullen dienen te worden in de notulen van de op 24 Juni gehouden vergadering, welke notulen nog giet zijn vastgesteld, zoodat van vervalschen geen sprake is. Spreker staat er voorts op te verklaren, dat hij ab soluut los en onpartijdig staat. Hij heeft uit te voe ren wat besloten wordt door het bestuur. Ook al zal de heer De Wit hier tegen zijn. Spreker heeft geen stem, alleen een adviseerende stem. Hij wil niet dat gezegd wordt, dat hij met den Voorzitter onder één hoedje speelt. Dit is onjuist. Ieder Ingeland zal bij hem cle behandeling van zaken krijgen waar hij recht op heeft, zonder aanzien des persoons. De heer Roos leest een schrijven van een land bouwer-ingeland voor, waaruit blijkt, dat de Voor zitter gezegd heeft De Wit doodgeknepen te hebben als er niemand tusschen gekomen was. Deze ingeland was het ook niet met het beheer van den voorzitter eens. De heer Boontjes was met het voorstel gekomen of hij bereid was f 15 te betalen. Do heer Schenk zou dan ook f 15 betalen en cle polder zou f30 be talen. Dit om een scheidingssloot uit te diepen. Achter den rug om is deze persoon bij weigering op grove wijze belasterd. De heer Roos zegt, dat dit toch geen kinderwerk is. De Voorzitter: Dat is groot kinderwerk. De heer Keijzer merkt op, dat het hier slechts een verzoek, een vraag was om een bijdrage voor dit goede werk in het polderbelang. De heer De Wit vraagt zich af of dit werk in het. belang van den polder-is. De polder moet er op jtqe>-, leggen. De voorzitter moet er geen vriendenpolitiek" van maken. De heer Roos zegt, dat de polder er geen kosten voor mag maken om een particuliere sloot er uit te gooien. De Voorzitter zegt, dat ook gedwongen kan wor den als het niet gedaan wordt. Spreker noemt dit spijkers zoeken op laag water. De heer Roos zegt, clat de voorzitter vriendjes zoekt. U probeert hen te bepraten. De heer De Wit zegt, dat de voorzitter spreekt van kletspraatjes en huichelarij, Maar hij is zelf de huichelaar. „Jij bent een droevige kerel, 'n droevige vent", aldus spreker tegen den voorzitter. De heer Roos vraagt hoe het gegaan is met de benoeming van den secretaris-penningmeester. De Voorzitter zegt, dat dit een bestuurszaak is. D.e heer Roos noemt, dat in de Sch. Crt. van 7 Jan. 1936 een benoemingsbei'icht stond, bovendien een oproeping voor sollicitanten, en ook een rectifi catie van het henoemingsbericht, waarin vermeld was dat de heer A. C. Brussaard de betrekkingen waarnam. De Secretaris licht toe, dat dit een misverstand ■was van den correspondent van de Sch. Crt., welke j iets te voorbarig was, doch wat met de rectificatie j toch goed gemaakt is. Later in de vergadering van 14- Januari is spreker officieel benoemd. De heer Keijzer vindt, dat niet moet worden af gegaan op een krantenbericht, dat is niet altijd of ficieel. De heer Roos vraagt, hoe.het staat met het water gemaal van J. Weij. Is dat al' toegestaan? De Voorzitter antwoordt bevestigend. De heer Roos betwijfelt of de heer Weij het water zal kunnen blijven rekjken. Om waterstandverhoo- ging zal spreker niet vragen, daar is de voorzitter toch tegen. De heer Schenk merkt op, dat het bestuur er te gen is. De heer Roos .meent, toch dat er menschen zijn die wel hooger water willen. De Voorzitter zegt gekozen te zijn door menschen die geen hoog water verlangen. De heer Roos merkt op, dat in den drogen tijd geen water in de greppel stond. Het bestuur zal deze zaak onder handen dienen te nemen en het zou mooi zijn indien het erin medewerken wilde. Spre ker hoopt, dat er eeniger mate rekening mede ge houden zal worden. De heer Weij verlangt ook ten slotte wat voor zijn polderlasten. De heer Schenk zegt, dat wanneer er klachten zijm men zich bij den voorzitter cliënt te vervoegen. De heer Roos: De voorzitter is geen man er voor. De heer Schenk vraagt, of het vroeger goed was toen er f 15 lasten werden betaald, en er kaden wa ren om het land tegen hoog water te beveiligen. De heer De Wit zegt, dat zijn dochter voor P. Bruin om hooger water vroeg en een groote mond kreeg van den voorzitter. De heer Roos vindt ook, dat ook een goed woord niet bij den voorzitter goed wordt ontvangen. De hoer Keijzer vraagt, of Bruin zelf niet kon vragen. De heer Roos: De redenon van den voorzitter zijn altijd „Ik". „Heil Hitier". Spreker vraagt den voorzitter, om welke reden deze critiek op hem uitoefent. De heer Keijzer dacht, dat het juist anders om is. Allemaal achterklap en verdachtmakingen, inplaats van samenwerking. De heer Roos meent, toch het recht te hebben te spreken tegen de macht van den voorzitter. Hij mag toch kritiek uitoefenen op de handelingen van het polderbestuur. Men heeft getracht spreker's vol macht te ontnemen. Spreker heeft den voorzitter toch niets misdaan. De Voorzitter: Jouw optreden en handelingen zijn zoo, dat ik geen reden tegen je heb te zeggen. De heer Roos: U heeft mijn volmacht doen intrek- KNIEKA.PPEN - ENKELSTUKKEN, enz. BUIKBANDEN en HEERENGORDELS vanaf 7.50. BREUKBANDEN met en zonder veer. Verder alle andere VERPLEGINGSARTIKE LEN.. APOTHEKERS-ASSISTENTEN, HOOGZIJDE 103. SCHAGEN. ken: U beinvloedt de menschen. Het heeft geen suc ces gehad, want ik ben hier thans weer. Ik maak me ook niet sappel om naar Medemblik te gaan oio. een volmacht te krijgen. Voorzitter: Ik ben ook niet heen geweest. De heer Schenk: Jij doet je best en wij doen ool< onze best, dat is ons volste recht. De heer Roos vindt, dat men niet de ingelanden mag beinvloeden. De heer Schenk: Beinvloeden doen we niet, doch wanneer het in het belang van den polder is doen, wij zeker ook ons best. De heer Roos: Koeien met gouden horens belo-< ven. Van dien man moeten we af. De heer Keijzer stelt voor een reglement van orde in het leven te roepen met een spreektijdbeperking. De heer Ros: De voorzitter is de schuld van alles. Enfin, naar de meening van Keijzer moet ik maar bedaren. De heer Schenk vindt dat hetgeen Roos naar vo- ren heeft gebracht, kant noch wal raakt. Het ia net alleen antipathie tegen den vooi-zitter. Wat den polder betreft is goed, b.v het geval Weij. Per soonlijke dingen moeten hier niet ter sprake komen. Wanneer er klachten zijn, moet men er mee iii het bestuur komen, dan kan er over gesproken worden. Spreker zou wel andere dingen kunnen noemen, B.v. 5 of 6 jaar geleden moest er een brug komen. Door de bemoeiingen van den voorzitter is dat uit gesteld tot vorig jaar en nu is het veel goedkoopei\ Het kon wel f5000 geweest zijn en nu is het pl.nu f2300. Enkel en alleen door het werk van den voor zitter. Wat de polderbelangen betreft is de voorzit ter heel goed. Dat de polderlasten, zoo zijn als nu, is aan geen mensch anders te danken dan aan den voorzitter. Zoo straks is er gezegd dat de voorzitter te veel verdien de, doch spr. is het er lang niet mee eens. De heer Roos vindt het wel, te oordeelen naar an dere polders, waar ze f 7 a f 8 per 100 H.A. hebben. De heer Schenk: Maar dan is de'polder ook veel en veel hooger. U wil toch niet dat men voor niets werkt. De heer Roos: de Voorzitter wil dat toch wel voos anderen. Spr. zoekt recht en recht zal boven blijven drijven. De Voorzitter trekt zich niets van de treiterige wijze aan waarop de heer Roos in de vergadering spreekt. Spr. is overtuigd van den steun van de groote meerderheid van het bestuur en houdt zich' niet op met praatjes van iemand, die maar 'n kroffc bezit. De heer Schenk geeft, in overweging het bestuur t$ doen wegwerken bij de verkiezing in het najaar. De heer Roos: Gedeeltelijk zal ik het probeeren. Hierna sluiting. Z I J P E: Uitslag van de op 29 Juni gehouden openbare aan besteding van het onderhoud der gemeente-eigenr dommen, dienst 1936. Ingeschreven is als volgt: Timmer- en metselwerk: C. Dekker to Schagerbrug f 3S5, 'G.Plevier té Schagerbrug f 368,, firma van Eekeren te Keinsmerbrug f 503, M. Schipper te Scha gerbrug f 349, D. de Leeuw Wz. te St. Maartensbrug f325; Schilderwerk: I, Visser te Burgerbrug f646; J. Renooij te Burgerbrug f 439. Gegund aan de laag ste inschrijvers. WINKEL Burgerlijke stand en loop der bevolking over Juni 1936. Geboren: Matthijs Jacob, zoon van Matthijs Jacob Westrate cn Trijntje Portegijs; Pieter, zoon van Hen drik Jan Groenewoud en Alida Visser. Gehuwd: Gecne. Overleden: Simon Bakker, 78 jaar, zonder beroep, Elisabeth Keesman, echtgenoote van Pieter Bakker, 69 jaar. Ingekomen personen: Cupido, Klaas, van Terschel ling, nu Z 66 inw.; Vennik, Charles Louis, van Am sterdam, nu A 133 inw.; I-Iansma, Albertus, van Wie- ringen nu D 37 a.; Kasma, Tjettje, gehuwd met A. Hansma, van Barradeel nu D 37 a.; Van Rijn, Hen drik, van Beverwijk, nu A 45 inw.; Nieuwenhuis, Grardus Egbertus, van Broek op Langendijk nu A 77 inw.; Visser, Dirk en echtgenoote, van Abbekerk nu D 95; Wildeman, Jan, van Abbekerlc nu C ld inw.; Mej. A. Verlioeks en gezin, van Beemster, nu B 43 inw. Vertrokken personen: Middelkoop, Pieter, van D 31 naar Zijpe; Middelkoop, Aaltje, van D 31 naar Gouda; Klaver, Cornelis Petrus, van E 3 naar Zijpe^ Mej. Neeltje van der Doorn, van B 89 naar Hoorn; Hendrik van Riesen en gezin, van A 6 naar Barsin- gerhorn; Jan Spaans en gezin, van B 87 naar Sclioorl; Wictze de Jong, van C 38 naar Wijdewor- mer; Ilajo Johannes Johannes en gezin, van A 48 naar Callantsoog. S C H O 0 R L SCHOORLDAM. Onze plaatsgenoot, de heer Piet Pinxter, slaagde j.1. Maandag te Nijmegen (Canisius College) voor het eind-examen Gymnasium B. Benoemd. Tot. controleur in de werkverschaffing te Schoorl is benoemd de heer P. Blankenstein, gepensioneerd haltechef te Schoorl. HARENKARSPEL DIRKSHORN. Maandagavond j.1. gaf de muziekvereeniging „On der Ons", directeur de heer P. Pranger, een concert in den tuin van den heer Th. IJff. Het weer liet zich in het begin slecht aanzien, doch het liep zeer goed af, toch heeft het wel af breuk gedaan voor het bezoek. De jeugd was wel 'vertegenwoordigd, doch de donateurs lieten op zich wachten. Toch hebben zij veel gemist, want de uit voering van verschillende ten gehoore gebrachte nummers, zooals „La Reine Moud" van Louis Boeger, Hommage a St. Cecile, van Schubert, werden zeer mooi gespeeld, vooral de stemming was subliem. Ook de andere gespeelde nummers verwierven een dank baar applaus van het aanwezig publiek. Wij willen hopen dat als „Onder Ons'' weer een buitencóncert mag geven, het beter weer mag treffen, want wat gegeven wordt is meer bezoek waard. W I E RIN GE N Fancy fair Harmonie. Deze attractie is dan j.1. Maandagavond weer be ëindigd en Harmonie kan over de belangstelling dunkt ons wel tevreden zijn. Zondagavond was het tenminste zeer druk. Maan dagavond als laatste avond dezer feestelijkheden trok het nog vrij veel belangstelling. Prijzen werden nog toegekend voor sjoelen op Za-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6