Polder „'t
Hoekje
Rumoerige vergadering
ELASTIEKEN KOUSEN
TERLEP's Drogisterij
Uit onze omgeving.
Vergadering van stemgerechtigde Ingelanden van
den polder ,,'t Hoekje" op Dinsdag 30 Juni 1936, des
v.m. 11 uur, gehouden ten huize van den heer H.
Scliricken te 't Zand.
Vertegenwoordigd zijn een tiental stemgerechtig
den. Behalve de lieer J. Commandeur zijn de ove
rige bestuursleden, t.w. de heere'n J. Visser, D.
Schenk Az., A. Boontjes en M. P. de Wit., aanwezig.
Voorzitter de lieer jb. Visser.
Secretaris-penningmeester de heer A. C. Brussaard.
De Voorzitter opent de vergadering en verzocht
den secretaris de notulen der vorige vergadering te
willen lezen. Deze worden na voorlezing goedge
keurd, terwijl de heer W. Roos een opmerking maakt
over het gezegde van den Voorzitter over sprekers
landbouwkundigheid. Spr. betwijfelt dit ook sterk
van den voorzitter wederzijds.
Naar aanleiding van een desbetreffende circulaire
van heeren (led. Staten wordt overeenkomstig het
daartoe strekkende bestuurvoorstel besloten de uit
staande kasgelden van de Boerenleenbank af te ne
men en te deponeeren op de Rijkspostspaarbank.
Rapport der Commissie tot nazien- en
vaststelling der rekening van 1935.
De heer Kos zegt namens de Commissie dat alles
in keurige orde is bevonden cn alles klopte.
De Voorzitter dankt de leden der Commissie voor
het werk en hoopt dat nogmaals een beroep op hen
gedaan kan worden.
De heer Roos meent dat de Commissie geheel over
bodig is. De rekening ligt ter inzage en elk Ingeland
kan zijn bezwaren indienen, tenminste als de secre
taris thuis is als men komt. Spr. is n.1. op de ge
meentesecretarie geweest om inzage van de stukken.
De gemeenteveldwachter, de heer Koelemij, heeft
toen gezegd dat Brussaax-d er niet was.
De secretaris krijgt gelegenheid zich tegen deze v
persoonlijke aanval te verdedigen. Spr. merkt op dat
in de eerste plaats Nde secretarie de plaats niet is
voor polderzaken en dat men zich ook niet voor deze
zaken bij den gemeenteveldwachter zal moeten ver
voegen. „Het is toch te gek", aldus spr., „indien men
zich tot Koelemij wendt inzake polderzaken." De
stukken lagen bij spr. thuis ter inzage, aldus de be
kendmaking, en daar is men niet geweest.
Tenslotte gelooft spr. wel te kunnen verklaren dat
waar de Commissie de bescheiden in orde heeft
bevonden, deze wel in orde zijn.
De heer Keijzer voelt wanti-ouwen in de woorden
van den heer Roos aan het adres van de Commissie
gericht.
De heer Roos zegt dit niet bedoeld te hébben, doch
kan over een afschrift der rekening, gevoegd bij de
convocatie, geen oordeel over de rekening geven. Er
zal xiaar Ged. Staten geschreven moeten worden,
De Voorzitter: Ja, schrijven, dat is heel leuk.
Spr. zou er nu graag een eind van zien.
De heer Roos: Wij hebben anders de tijd wel.
De Voorzitter:. Geen _tijd ..oni_praatj.es t,e maken.
De heer G. Keijzer heeft geen aanmerking, maar
een voorstel. Het is gebleken bij het nazien van de
rekening dat wijlen de heer A. de Heer nog een be
drag te vorderen had, waarvan wel de grootte, doch
niet precies gesplitst n§.ar de uitga ven* bekend is.
Gezien de accui'atesse van den vorigen secretaris,
stelt. spr. voor straks op de begrooting een bedrag
hiervoor uit te trekken om een en ander aan- de
wed. A. de ^Hepr te\ betalen.f
De Voorzitter eh de Secretaris lichttek dit nog
nader toe.
Allen zijn hier voor. liet betreffen kosten van
briefporten, schrijf- én bureaubehoeften e.d.
Thans wordt de rekening 1935 met algemeene
stemmen goedgekeurd.
Vaststelling der begrooting voor 1936.
Evenals dit het geval was met de rekening 1935,
wordt de ontwerp-begrooting 1936 post voor post
voorgelezen en krijgt dan een ieder de gelegenheid
aanmerkingen te. maken. -
De heer A. Noordstrand vraagt waarom geen gra
tificatie voor den. machinist is geraamd'voor ,1936.
De Voorzitter zegt dat het bestuur het niet meer
noodig oordeelde.
Do heer Noordstrand: Dan kan je wel aan het oor-
deolen blijven tot er niets meer is.
De Voorzitter zegt dat de gi-atificatie is ingetrok
ken door de handelwijze van den machinist.
De heer Noordstrand vraagt of de machinist on
willig was om het werk te doen.
De Voorzitter zegt dat Joinking wel eens gezegd
heeft hierover: dat verd... ik, in het bijzijn van het
bestuurslid Boontjes.
De heer M. P. de Wit betwijfelt dit. Het komt wel
uit een verkeerde hoek, aldus spr.
Dc heer Noordstrand meent dat het bestuur het
werk wel zal kunnen beoordeelen. Spr. heeft er het
zijne alleen van gezegd.
De Vooi-zitt.cr merkt op dat het bestuur in overwe
ging gegeven kan worden om een en. ander "na te
gaan.
De hoer Roos vraagt of deze gratificatie er zoo
maar af kan.
De Voorzitter: Ja, het slootwerlc kon hij niet doen,
de duikers schoonmaken kon hij niet. Hij jaagt ons
op kosten. We kunnen ons geld beter gebruiken.
Dc lieer Roos zegt dat er een andere kwestie tus-
schcn zit, en vi'aagt of er nooit iets voorgevallen is
tussclien voorzitter en machinist.
De heer Schenk kan niet met deze vraag accoord
gaan. Spr. stelt voor om het bestuur deze zaak nog
nader te laten overwegen.
De heer Roos wijst er op dat dc machinist is aan
genomen zonder pensioensverhaal.
De Scci-ctaris licht toe, dat pensioensverhaal toen
niet verplichtend was, doch nu moet 10 pet. verhaald
wordt, wat wel verschil uitmaakt.
Dc heer Roos zegt vervolgens dat de voorzitter toen
voorstelde om den machinist f 50 bodeloon te geven.
Waarom, vraagt spr., wordt de machinist steeds zoo
benadeeld? Eerst werd er 50 pet. afgenomen en f 25
betaald en nu niets meer.
Destijds adviseerde de heer Zomerdijk om het be
drag van f 50 hij zijn salaris te voegen, ter verhoo
ging van zijn pensioensgrondslag. Waarom is dit niet
geschied?
Dc Voorzitter antwoordt: Omdat we vrij willen
blijven. Vorig jaar hadden we het recht om f 25 al
of niet te betalen, wat toen is ingetrokken.
Dc heer Roos: Ingetrokkeii? Neen, u denkt de
baas te zijn en meent dat er een reglement voor
uzelf is.
De. Voorzitter zegt dat hij te zorgen heeft dat de
rekening zal kloppen. Alle jaren, dat spr. bestuurs
lid is, is dat zoo geweest. Zou jij nu met je twaalf
stuivers aan lasten, hier komen te vertellen hoe het
moet cn gelei uitgeven? aldus spr. tot den heer Roos.
De heer Roos: 'k Wou, dat u me maar vrijstelde,
ik moet toch ook het volle bedrag betalen. Spr. stelt
het bestuur Vóór het geven van het bodeloon, het
welk den machinist toekomt, in overweging te ne
men. Dit zal gebeuren.
Spr. vraagt waarvoor reiskosten voor leden van
het. bestuur ad f 15 is geraamd.
De Voorzitter antwoordt dat indien het bestuur
ergens hem moet zij dan kunnen gaan, wat" dan ook
zoo noodig betaald kan worden.
De heer Roos dacht dat het voor één bestuurslid
was?.
De ;heer Keijzer meent dat het de bedoeling is de
kosten te kunnen betalen, b.v. van afvaardiging naar
dc vergadering van den bond van Waterschappen
enz.
De heer Roos dacht dat het voor bestuurslid Com
mandeur was, die in Heiloo woont.
De heer Schenk: Neen, dat is absoluut de bedoe
ling niet. Het wordt ook niet gebruikt, als het niet
noodig is.
Den heer Roos komt de post onvoorziene uitgaven
wel wat heel erg hoog vooi\ Vorig jaar is f 0.50 uit
gegeven en nu wordt f 624.41 geraamd.
Dc Secretaris geeft een technische uiteenzetting,
waarbij blijkt dat de heer Roos de bedragen verkeerd
opvatte. De onvoorziene, uitgaven, bij de rekening is
een klein bedragje van uitgaven, welke niet onder
andere posten vallen. De onvoorziene uitgaven op de
begrooting "1936 is een sluitpost.
De lieer Roos kan zich er nu wel mee vereenigen.
Thans wordt de begrooling 1936 overeenkomstig
liet' bestuursvoorstel met algemeene stemmen goed
gekeurd.
Benoeming commissie nazien rekening
1936.
Benoemd worden de heeren A. Kos, G. Keijzer en
C. Borst. Dc lieeren A. Kos eii.G. Keijzer nemen hun
benoeming aan, den heer C. Borst zal bericht van
benoeming worden gezonden.
Rondvraag.
De heer Keijzer wil dank brengen voor hetgeen wij
len den heer A. de Heer als secretaris-penning
meester van den polder gedaan heeft. Spreker dankt
ook den tegenwoordigen secretaris-penningmeester
voor de welwillende medewerking bij het nazien der
rekening 1935 verleend.
De heer Roos brengt naar voren dat in Juni eeii
hestuui'slid aftredend was volgens het bijzonder re
glement cn vraagt wie van de bestuursleden is af
getreden.
De heer Keijzer merkt op dat dit vroeger zoo was.
De Voorzitter zegt dat het bijzonder reglement voor
twee jaar is gewijzigd, nu is in September de af
treding en verkiezing.
De heer Roos vraagt waarom dat bijzonder regle
ment is. Het is z.i. toch van den polder zelf.
De Voorzitter geeft den heer Roos in overweging
maar weer naar Ged. Staten te schrijven.
De heer Roos wil een rechte beweging hebben. „Het
is nog niet uit voor dit jaar", aldus spreker.
De Voorzitter: „Als de bom moet barsten, is het
mij goed".
De heer Roos wijst op de kroosschouw in October.
Hiervan moet 8 dagen van te voren kennis gegeven
worden. Spreker heeft nog nooit hiervan gehoord.
Dc Voorzitter zegt clat deze kennisgeving zeer ze
ker zal gebeuren. Spreker meent echter dat men de
menschen altijd ter wille is geweest. „Wij maken
het de menschen niet moeilijk. Het is geen kunst,
maar bekeuringen uit te deelcn en de menschen de
boeten van minstens f 5.of f 25.te laten betalen.
De heer Roos meent, dat wanneer ze gewaarschuwd
zijn, het toch recht zou zijn. Spreker heeft maling
aan die soepele voorwaarden.
De Voorzitter: Ik heb maling aan jou, wat doe je
hier, 'k heb met jou niets noodig.
De heer Roos zegt hier te zijn om in te lichten.
Do Voorzitter: 't Zou wat, als de menschen niet
wel opletten, zal „vriend" Roos hun centen kosten.
De 'heer Roos wijst op de bepalingen in'de keur
over het leggen van dammen met een duiker.
De Voorzitter zegt, dat dit onderwerp behandeld
en beslist wordt zooals het bestuur noodig oordeelt.
De heer Roos zou dan willen dat het bestuur in
kennis gesteld wordt met deze zaken en wijst op de
verwijding van den duiker van de hoofddam bij het
machinegebouw.
De Voorzitter zegt dat dit in een bestuursvergade
ring is behandeld. Er bestond groot gevaar voor het
gei'cgeld springen van de duiker. De betrekkelijke
alinea uit dc notulen wordt voorgelezen, waaruit het
bestuursbesluit blijkt.
De heer Keijzer meent dat het bestuur hiervan
geen verantwoording schuldig is.
De heer Roos acht het toch in het belang van dén
polder, als 30 c.M. water kosteloos in en uit kan,
wat bij het bestaan van den duiker mogelijk was.
De Voorzitter: De duiker is er uit en komt er niet
weer in.
De heer Kos antwoordt op een vraag van den heer
Roos, waar dc duiker is, dat deze bij spreker is en
goed is besteed ook in het belang van den polder.
De heer Roos: Dus de duiker van den polder is
aan den loop. Zoo maar geplaatst bij een particulier.
De voorzitter is zeker de baas over de polderspullen.
Het is besloten door het bestuur, maar nadcelig voor
de kosten.
De heer Schenk merkt op dat er een andere ge
legenheid. en een goede gelegenheid is gemaakt. Het
plan was eerst een lange duiker te maken. Dit zou
echter op groote kosten komen. Nu is een andere
manier gevonden, waar ook een goede gelegenheid is
om water in en uit te laten. Kosten zijn gespaard.
Nu komt de hoer Roos zeggen dat hpt niet goed is.
Dat. is niet juist, dat zal misschien van het najaar
eventueel uit kunnen komen. Dan heeft de heer Roos
het volste recht om aanmerkingen te maken.
De heer Roos komt tenslotte hierop neer, dat de
duiker het eigendom van den polder was.
De Voorzitter: Dat blijft het.
De heer Roos: Naar mijn meening is hij weggege
ven.
De lieer Schenk merkt op dat door den Voorzitter
deze kwesties wel degelijk zijn besproken.
De heer De Wit vraagt wat er gebeurt als de dui
ker weer noodig is.
De beer Schenk: Dan zullen we hem er weer uit
halen.
De heer Roos spreekt thans over het motorgemaal.
Er zijn monteurs gevraagd om te onderzoeken of er
iets aan den motor mankeerde. De machinist wordt
nu voor leugenaar gezet.
De Voorzitter zegt dat de machinist bij hem ïs
gekomen met een klacht dat de as krom was. Ook
een onderdeel van de waterpomp is kapot geweest.
Spreker heeft opdracht gegeven dit te laten maken,
doch veronderstelde clat er iets in was blijven zitten.
Deze veronderstelling was wel juist,, want toen de
pomp gemaakt, werd, vroeg do reparateur hetzelfde,
n.1. of er iets in was blijven zitten, anders kon het
niet stuk.
Wat de kromme as betreft, die was den volgenden
dag A^anzelf weer recht gekomen. Trouwens wanneer
de as van een vliegwiel krom is, kom je niet aan
liet kijken toe, want dan vliegt de heele boel er af
met flinke gevolgen.
De heer Roos zegt, dat, de monteur KI. Schagen ge
vraagd is.
Dc Voorzitter: Neon, Zwart ïs gevraagd, hij (de
machinist) wil er KI. Schagen wel aan hebben.
De heer Roos heeft er liever één van de fabriek,
en meende dat deze zou komen.
De Voorzitter heeft Zwart gevraagd en deze oor
deelde dat, de motor niet uit elkaar behoefde.
De heer Roos: Zwart is onkundig.
De Voorzitter zegt dat Zwart onberlingd heeft ge
zegd, dat als de motor schoon gemaakt zou worden,
deze weer goed zou zijn. Dit is gebeurd en de motor
loopt nog goed.
De heer Roos zegt dat KI. Schagen en D. Brugman
zijn uitgenoodigd den motor na te zien.
De Voorzitter zegt, dat KI. Schagen niet is uitge
noodigd en D. Bregman vindt het uit elkaar halen
niet noodig.
De heer Roos leest verklaringen voor van KI.'Scha
gen, welke in September 1935 op verzoek van Visser
den toestand vaii den motor heeft nagegaan. Hieruit
blijkt, dat er ruimte in de bovenmetalen was, waar
door meerdere slijtage in de zuigerbouw zou komen.
Dit moest hersteld.
De Voorzitter zegt dat Zwart en Bregman ge
vraagd zijn en niet Schagen.
De heer Roos leest de verklaring van den heer
Bregman. Diens oordeel is hetzelfde en zelfs dat het
niet verantwoord zou zijn verder te draaien.
De Voorzitter: Wat heb je nu aan die pret? De
motor draait nog en is nog goed. Tenslotte heb je er
niets mee te maken. Het is het werk van het be
stuur en mijzelf.
De heer Roos: Worden die menschen dan maar
voor een lolletje geroepen?"
De Voorzitter: „Het eind is, dat de machine draait.
Alles is gedaan om de kosten zoo weinig mogelijk
te maken.
De heer Roos zegt, dat toch een lucht druk pomp
is aangebracht. Eerst was er een 2 p.k. motor, later
is dat een 3 p.k. motor geworden.
De Voorzitter: Dat moest van het P.E.N. Het bleef
toch hetzelfde.
De heer Roos zegt, dat liet heel geriefelijke men
schen zijn. Noodt heeft hij ze zoo ontmoet. Aan dien
2 p.k. motor zal dan wel heel wat verdiend zijn, als
zoo maar een 3 p.k. motor wordt geplaatst.
De Voorzitter: Dat is kletsen op niets af.
De heer Roos: Dat is gebrek aaai woorden. Dat
zijn geen woorden voor een voorzitter.
De heer De Wit zegt, verplicht te zijn, als be
stuurslid de vergadering mede te deelen wat ge
beurd is in de bestuursvergadering van 19 Mei jl.
Omdat spr. niet accoord kon gaan met den Voorzit
ter, den heer Visser, werd hij door deze mishandeld,
welke hem in den keel greep, deze dicht kneep en
spreker tegen den muur drukte. De heer Schenk had
spreker vrij gemaakt. Op 24 Juni werd weer vergade
ring gehouden. Bij de behandeling der notulen is
door spreker aanmerking gemaakt, omdat dit voor
val niet vermeld stond. Spreker verklaart, dat deze
notulen vervalscht zijn, zelfs moedwillig. Trots mijn
reclame zijn ze goedgekeurd. Ook moest spreker
maar als bestuurslid bedanken.
De Secretaris merkt op, clat de opmerking van
den heer De Wit op de notulen, verwerkt zullen
dienen te worden in de notulen van de op 24 Juni
gehouden vergadering, welke notulen nog giet zijn
vastgesteld, zoodat van vervalschen geen sprake is.
Spreker staat er voorts op te verklaren, dat hij ab
soluut los en onpartijdig staat. Hij heeft uit te voe
ren wat besloten wordt door het bestuur. Ook al zal
de heer De Wit hier tegen zijn. Spreker heeft geen
stem, alleen een adviseerende stem. Hij wil niet
dat gezegd wordt, dat hij met den Voorzitter onder
één hoedje speelt. Dit is onjuist. Ieder Ingeland zal
bij hem cle behandeling van zaken krijgen waar hij
recht op heeft, zonder aanzien des persoons.
De heer Roos leest een schrijven van een land
bouwer-ingeland voor, waaruit blijkt, dat de Voor
zitter gezegd heeft De Wit doodgeknepen te hebben
als er niemand tusschen gekomen was.
Deze ingeland was het ook niet met het beheer
van den voorzitter eens.
De heer Boontjes was met het voorstel gekomen
of hij bereid was f 15 te betalen. Do heer Schenk
zou dan ook f 15 betalen en cle polder zou f30 be
talen. Dit om een scheidingssloot uit te diepen.
Achter den rug om is deze persoon bij weigering
op grove wijze belasterd.
De heer Roos zegt, dat dit toch geen kinderwerk is.
De Voorzitter: Dat is groot kinderwerk.
De heer Keijzer merkt op, dat het hier slechts
een verzoek, een vraag was om een bijdrage voor
dit goede werk in het polderbelang.
De heer De Wit vraagt zich af of dit werk in het.
belang van den polder-is. De polder moet er op jtqe>-,
leggen. De voorzitter moet er geen vriendenpolitiek"
van maken.
De heer Roos zegt, dat de polder er geen kosten
voor mag maken om een particuliere sloot er uit te
gooien.
De Voorzitter zegt, dat ook gedwongen kan wor
den als het niet gedaan wordt. Spreker noemt dit
spijkers zoeken op laag water.
De heer Roos zegt, clat de voorzitter vriendjes
zoekt. U probeert hen te bepraten.
De heer De Wit zegt, dat de voorzitter spreekt van
kletspraatjes en huichelarij, Maar hij is zelf de
huichelaar. „Jij bent een droevige kerel, 'n droevige
vent", aldus spreker tegen den voorzitter.
De heer Roos vraagt hoe het gegaan is met de
benoeming van den secretaris-penningmeester.
De Voorzitter zegt, dat dit een bestuurszaak is.
D.e heer Roos noemt, dat in de Sch. Crt. van 7
Jan. 1936 een benoemingsbei'icht stond, bovendien
een oproeping voor sollicitanten, en ook een rectifi
catie van het henoemingsbericht, waarin vermeld
was dat de heer A. C. Brussaard de betrekkingen
waarnam.
De Secretaris licht toe, dat dit een misverstand
■was van den correspondent van de Sch. Crt., welke
j iets te voorbarig was, doch wat met de rectificatie
j toch goed gemaakt is. Later in de vergadering van
14- Januari is spreker officieel benoemd.
De heer Keijzer vindt, dat niet moet worden af
gegaan op een krantenbericht, dat is niet altijd of
ficieel.
De heer Roos vraagt, hoe.het staat met het water
gemaal van J. Weij. Is dat al' toegestaan?
De Voorzitter antwoordt bevestigend.
De heer Roos betwijfelt of de heer Weij het water
zal kunnen blijven rekjken. Om waterstandverhoo-
ging zal spreker niet vragen, daar is de voorzitter
toch tegen.
De heer Schenk merkt op, dat het bestuur er te
gen is.
De heer Roos .meent, toch dat er menschen zijn die
wel hooger water willen.
De Voorzitter zegt gekozen te zijn door menschen
die geen hoog water verlangen.
De heer Roos merkt op, dat in den drogen tijd
geen water in de greppel stond. Het bestuur zal deze
zaak onder handen dienen te nemen en het zou
mooi zijn indien het erin medewerken wilde. Spre
ker hoopt, dat er eeniger mate rekening mede ge
houden zal worden. De heer Weij verlangt ook ten
slotte wat voor zijn polderlasten.
De heer Schenk zegt, dat wanneer er klachten zijm
men zich bij den voorzitter cliënt te vervoegen.
De heer Roos: De voorzitter is geen man er voor.
De heer Schenk vraagt, of het vroeger goed was
toen er f 15 lasten werden betaald, en er kaden wa
ren om het land tegen hoog water te beveiligen.
De heer De Wit zegt, dat zijn dochter voor P.
Bruin om hooger water vroeg en een groote mond
kreeg van den voorzitter.
De heer Roos vindt ook, dat ook een goed woord
niet bij den voorzitter goed wordt ontvangen.
De hoer Keijzer vraagt, of Bruin zelf niet kon
vragen.
De heer Roos: De redenon van den voorzitter zijn
altijd „Ik". „Heil Hitier".
Spreker vraagt den voorzitter, om welke reden
deze critiek op hem uitoefent.
De heer Keijzer dacht, dat het juist anders om is.
Allemaal achterklap en verdachtmakingen, inplaats
van samenwerking.
De heer Roos meent, toch het recht te hebben te
spreken tegen de macht van den voorzitter. Hij mag
toch kritiek uitoefenen op de handelingen van het
polderbestuur. Men heeft getracht spreker's vol
macht te ontnemen. Spreker heeft den voorzitter
toch niets misdaan.
De Voorzitter: Jouw optreden en handelingen zijn
zoo, dat ik geen reden tegen je heb te zeggen.
De heer Roos: U heeft mijn volmacht doen intrek-
KNIEKA.PPEN - ENKELSTUKKEN, enz.
BUIKBANDEN en HEERENGORDELS vanaf
7.50. BREUKBANDEN met en zonder veer.
Verder alle andere VERPLEGINGSARTIKE
LEN..
APOTHEKERS-ASSISTENTEN,
HOOGZIJDE 103. SCHAGEN.
ken: U beinvloedt de menschen. Het heeft geen suc
ces gehad, want ik ben hier thans weer. Ik maak
me ook niet sappel om naar Medemblik te gaan oio.
een volmacht te krijgen.
Voorzitter: Ik ben ook niet heen geweest.
De heer Schenk: Jij doet je best en wij doen ool<
onze best, dat is ons volste recht.
De heer Roos vindt, dat men niet de ingelanden
mag beinvloeden.
De heer Schenk: Beinvloeden doen we niet, doch
wanneer het in het belang van den polder is doen,
wij zeker ook ons best.
De heer Roos: Koeien met gouden horens belo-<
ven. Van dien man moeten we af.
De heer Keijzer stelt voor een reglement van orde
in het leven te roepen met een spreektijdbeperking.
De heer Ros: De voorzitter is de schuld van alles.
Enfin, naar de meening van Keijzer moet ik maar
bedaren.
De heer Schenk vindt dat hetgeen Roos naar vo-
ren heeft gebracht, kant noch wal raakt. Het ia
net alleen antipathie tegen den vooi-zitter. Wat
den polder betreft is goed, b.v het geval Weij. Per
soonlijke dingen moeten hier niet ter sprake komen.
Wanneer er klachten zijn, moet men er mee iii het
bestuur komen, dan kan er over gesproken worden.
Spreker zou wel andere dingen kunnen noemen,
B.v. 5 of 6 jaar geleden moest er een brug komen.
Door de bemoeiingen van den voorzitter is dat uit
gesteld tot vorig jaar en nu is het veel goedkoopei\
Het kon wel f5000 geweest zijn en nu is het pl.nu
f2300. Enkel en alleen door het werk van den voor
zitter. Wat de polderbelangen betreft is de voorzit
ter heel goed.
Dat de polderlasten, zoo zijn als nu, is aan geen
mensch anders te danken dan aan den voorzitter. Zoo
straks is er gezegd dat de voorzitter te veel verdien
de, doch spr. is het er lang niet mee eens.
De heer Roos vindt het wel, te oordeelen naar an
dere polders, waar ze f 7 a f 8 per 100 H.A. hebben.
De heer Schenk: Maar dan is de'polder ook veel en
veel hooger. U wil toch niet dat men voor niets
werkt.
De heer Roos: de Voorzitter wil dat toch wel voos
anderen. Spr. zoekt recht en recht zal boven blijven
drijven.
De Voorzitter trekt zich niets van de treiterige
wijze aan waarop de heer Roos in de vergadering
spreekt. Spr. is overtuigd van den steun van de
groote meerderheid van het bestuur en houdt zich'
niet op met praatjes van iemand, die maar 'n kroffc
bezit.
De heer Schenk geeft, in overweging het bestuur t$
doen wegwerken bij de verkiezing in het najaar.
De heer Roos: Gedeeltelijk zal ik het probeeren.
Hierna sluiting.
Z I J P E:
Uitslag van de op 29 Juni gehouden openbare aan
besteding van het onderhoud der gemeente-eigenr
dommen, dienst 1936. Ingeschreven is als volgt:
Timmer- en metselwerk: C. Dekker to Schagerbrug
f 3S5, 'G.Plevier té Schagerbrug f 368,, firma van
Eekeren te Keinsmerbrug f 503, M. Schipper te Scha
gerbrug f 349, D. de Leeuw Wz. te St. Maartensbrug
f325; Schilderwerk: I, Visser te Burgerbrug f646;
J. Renooij te Burgerbrug f 439. Gegund aan de laag
ste inschrijvers.
WINKEL
Burgerlijke stand en loop der bevolking
over Juni 1936.
Geboren: Matthijs Jacob, zoon van Matthijs Jacob
Westrate cn Trijntje Portegijs; Pieter, zoon van Hen
drik Jan Groenewoud en Alida Visser.
Gehuwd: Gecne.
Overleden: Simon Bakker, 78 jaar, zonder beroep,
Elisabeth Keesman, echtgenoote van Pieter Bakker,
69 jaar.
Ingekomen personen: Cupido, Klaas, van Terschel
ling, nu Z 66 inw.; Vennik, Charles Louis, van Am
sterdam, nu A 133 inw.; I-Iansma, Albertus, van Wie-
ringen nu D 37 a.; Kasma, Tjettje, gehuwd met A.
Hansma, van Barradeel nu D 37 a.; Van Rijn, Hen
drik, van Beverwijk, nu A 45 inw.; Nieuwenhuis,
Grardus Egbertus, van Broek op Langendijk nu A
77 inw.; Visser, Dirk en echtgenoote, van Abbekerk
nu D 95; Wildeman, Jan, van Abbekerlc nu C ld inw.;
Mej. A. Verlioeks en gezin, van Beemster, nu B 43
inw.
Vertrokken personen: Middelkoop, Pieter, van D
31 naar Zijpe; Middelkoop, Aaltje, van D 31 naar
Gouda; Klaver, Cornelis Petrus, van E 3 naar Zijpe^
Mej. Neeltje van der Doorn, van B 89 naar Hoorn;
Hendrik van Riesen en gezin, van A 6 naar Barsin-
gerhorn; Jan Spaans en gezin, van B 87 naar
Sclioorl; Wictze de Jong, van C 38 naar Wijdewor-
mer; Ilajo Johannes Johannes en gezin, van A 48
naar Callantsoog.
S C H O 0 R L
SCHOORLDAM.
Onze plaatsgenoot, de heer Piet Pinxter, slaagde
j.1. Maandag te Nijmegen (Canisius College) voor het
eind-examen Gymnasium B.
Benoemd.
Tot. controleur in de werkverschaffing te Schoorl
is benoemd de heer P. Blankenstein, gepensioneerd
haltechef te Schoorl.
HARENKARSPEL
DIRKSHORN.
Maandagavond j.1. gaf de muziekvereeniging „On
der Ons", directeur de heer P. Pranger, een concert
in den tuin van den heer Th. IJff.
Het weer liet zich in het begin slecht aanzien,
doch het liep zeer goed af, toch heeft het wel af
breuk gedaan voor het bezoek. De jeugd was wel
'vertegenwoordigd, doch de donateurs lieten op zich
wachten. Toch hebben zij veel gemist, want de uit
voering van verschillende ten gehoore gebrachte
nummers, zooals „La Reine Moud" van Louis Boeger,
Hommage a St. Cecile, van Schubert, werden zeer
mooi gespeeld, vooral de stemming was subliem. Ook
de andere gespeelde nummers verwierven een dank
baar applaus van het aanwezig publiek.
Wij willen hopen dat als „Onder Ons'' weer een
buitencóncert mag geven, het beter weer mag treffen,
want wat gegeven wordt is meer bezoek waard.
W I E RIN GE N
Fancy fair Harmonie.
Deze attractie is dan j.1. Maandagavond weer be
ëindigd en Harmonie kan over de belangstelling
dunkt ons wel tevreden zijn.
Zondagavond was het tenminste zeer druk. Maan
dagavond als laatste avond dezer feestelijkheden trok
het nog vrij veel belangstelling.
Prijzen werden nog toegekend voor sjoelen op Za-