M ÏËQ "0% r* Vit Jw Storm over Hoord-Afrika Brieven over Engeland* Engeland's wenschen ten aanzien van de Dardanellen wUl Str^alr K* ter Laan Vrijdag a.s. alle burgersv.Schagen Rond het IJsselmeer Nederlandsch protest tegen de gifgasoorlog. HET zou misschien wel eens een interessant onderwerp zijn voor een dag- of weekblad, dat belang stelt in de meening van zijn le zers, als het hun vroeg welk feit, of welke feiten voorgevallen tijdens hun schooljaren den meesten indruk op hen hadden gemaakt. De meesten van ons zouden waarschijnlijk wel met een heel lijstje aan komen zetten. Zelf herinner ik me, als een gebeurtenis van wereldschokkende be- teekcnis, tenminste, zoo vatte ik ze op, en mijn va der liet me in dien zoeten waan, het feit, dat de juffrouw, die les gaf aan het kleine schooltje, de eerste, tweede en derde klas, een fout op het bord had geschreven. Mijn knappe oogen hadden het tusschen twaalf en twee uur gezien: buskruid, met een d. Ik moet er van gegriezeld hebben, maar natuurlijk met een in nig genoegen, dat een „juffrouw'' zoo iets schreef. "Wat heb ik mezelf in later jaren vaak uitgelachen om mijn .onnoozelheid, dat ik zoo iets belangrijk'" had kunnen vinden. Ik zal heel wat fouten op het bord hebben geschre ven in den loop der jaren, vrees ik. En ook nu nog wel eens schrijven. Het treurigste is, dat ik het zoo onbelangrijk ben gaan vinden. Ik heb altijd een paar woordenboeken bij de hand, en als ik ergens aan twijfel, zoek ik het in het bijzijn van alle leerlingen op. Maar mijn leerlingen schijnen van een verstandi ger soort te zijn, dan ik was. Zij vinden zoo iets blijkbaar heel gewoon. En zij hebben gelijk. Het is een kwaal van ons allen, dat we soms de meest «éénvoudige dingen op zeker oogenblik wél eens niet weten. Eenigen tijd geleden gaf een jong collega onder mijn toezicht les aan een van mijn klassen. Hij moest het woord matroos in het Engelsch op het bord schrijven, en deed het correct: sailor. Toen het woord er stond, voldeed het hem blijkbaar niet. Vlug nam hij den borddoek, en veranderde het in sailes. Ik zag, dat hij daar toch ook maar matig mee vol daan was. Doch hij liet het er bij. Hij was jong, en moest het vak nog leeren. Met het vak bedoel ik het les geven, want wij bezaten dezelfde bevoegdheden. Als hij ouder was geweest, zou hij gezegd hebben: „Nou weet ik toch werkelijk niet, of dat woord met een e of met een o moet. Ik zal het even opzoeken." Dat waardeert een klas. Ze weet heel goed, dat een loeraar lang niet onfeilbaar is, en ziet graag, dat hij daar zelf openlijk voor uitkomt. 11c zat stil op de achterste bank, en keek toe. En plotseling waren mijn gedachten ver weg van die Amsterdamsche hoogere burgerschool, en zaten in een klein dorpsschooltje in West-Friesland. Daar za gen ze een waanwijs jongetje van een jaar of tien, die het woord „buskruid" op het bord zag staan, en het „heel erg" vond. Ik heb meer van die „erge'' dingen gehad in mijn leven. Als ik er over nadenk, geloof ik toch heusch, dat ik wel een beetje achterlijk was op dat gebied. Als kweckeling van een jaar of zestien, kwam ik op zekeren dag tot de vreeselijke ontdekking, dat een onderwijzer van de leerschool, die bij de kweek school hoorde, niet wist, hoe de drie riviertjes heeten, die bij Koevorden te zamen komen. Ik vergat niet, liet aan al mijn klasgenooten mee te declen. Verscheidene jaren geleden waren we op een fiets tocht. We kwamen van Zuidlaren, en tegen den avond bereikten we Koevorden. Vlak voor het stadje passeerden we een klein brugje, en onder het brugje stroomde een heel klein stroompje. Het was een van de drie, de liemeL mag weten welk. En ik schaam de me over mijn waanwijsheid op zestienjarigen leeftijd. Een derde, en laatste feit was dit. We hadden juist op de algebrales de formule voor de vierkantsverge lijking geleerd. Het was vlak voor de vacantie. Ik kwam thuis, en merkte, dat mijn vader zich de for mule niet terstond met absolute zekerheid kon her inneren. Hij dacht even na, twijfelde even, en schreef toen de formule correct op. Maar dat mijn vader had getwijfeld over iets, wat ik wist! Ik ben nu zelf vader, en grootvader op den koop toe. Maar al geeft U me vier en twintig uur om over de formule van de vierkantsvergelijking te twijfelen, dan schrijf ik ze nog niet op. Deze dingen zijn mij steeds heel erg bij gebleven. Maar ik geloof, dat de meesten van ons dingen van totaal anderen aard zouden herinneren uit onze schooljaren. Zouden het straffen zijn? Misschien! We zijn allen wel eens onrechtvaardig gestraft, en dat blijft ons gewoonlijk heel erg bij. Ik ben éénmaal gestraft wegens suiker snoepen, toen ik het niet gedaan had, en dat heeft me toen erg gehinderd. Het had me heusch niet zoo erg hoeven te hinderen, als ik maar had willen bedenken, dat ik het nog van verscheidene voorgaande keeren te goed had. Maar dat verkoos ik niet. Misschien zouden we het ons ook herinneren, als we heel d i k w ij 1 s gestraft waren. Zoö ken ik nu een jongetje, dat zich misschien later zijn school zal herinneren, als een instituut voor regels schrijven. Hij schrijft altijd regels. Als hij ze niet af kan krij gen, schrijft zijn vader ze. Die schrijft haast net zoo slordig als zijn zoon, dus het wordt niet gemerkt. Toen ik kort geleden op een Woensdagmiddag bij hem kwam, was het jongetje zelf druk bezig. Hij was heel vroolijk gestemd, want het waren er ditmaal maar twee honderd. En hij had al twee honderd keer: I k, twee honderd keer mag, en twee honderd keer niet af, dus hij schoot al aardig op. Een andere jongen van zijn klas had er dien midclag vijftien honderd. Ik weet niet zeker, of ik wel eens regels heb laten schrijven. Misschien heel in het begin, en dan heel zelden. Ik heb het altijd een onzinnige straf gevon den. Tenminste, veel regels. Ik heb een collega, die regels opgeeft als strafwerk, maar nooit meer dan drie, en dan drie, en dan keurig netjes geschreven. Dat schijnt heel goed te helpen. En het geeft aan vaders de noodzakelijke rust, die zij na hun dagtaak verdienen. Ik heb me wel eens afgevraagd, waarom het regels schrijven zulk een belangrijke plaats schijnt te blij ven innemen in het Engelsche schoolleven. Als ik me niet vergis, begint het in Holland meer en meer in onbruik te geraken. Maar ik ben er nu achter gekomen. Het is wel jammer voor den Engelschen schooljongen, maar ik vrees, dat hij met zijn regels nog wel eenige eeuwen door zal moeten sukkelen. Want de regels zijn oud, on alles, wat oud is, blijft reeds daarom in Engeland in eere. De Manchester Guardian schrijft deze week over den heer Leonard Woolley, leider van de opgravingen te Ur. Natuurlijk weet U allen, waar Ur ligt. Het is dan ok maar zuiver om den brief te vullen, dat ik het desniettegenstaande nog even zeg. Ur is een oude stad van Zuid-Babyloniö en ligt aan de samen vloeiing van do Euphraat, het kanaal Shat-el-Hai, en de Wady Rummein. Het is de tegenwoordige stad Mugheir (U weet wel). Nu in dat Ur, wat in ek geval korter is dan Mugheir, en makkelijker uit te spreken, heeft Mr. Woolley een heel belangrijke vondst gedaan. Hij heeft er schriften opgegraven van het jaar 530 vóór Christus. Aan den linkerkant staat het keurige voorbeeld van den onderwijzer, en aan den rechter kant de min of meer, en gewoonlijk min geslaagde poging van de leerlingen, om dat voorbeeld te be naderen. De schfiften werden gevonden op een plek, waar een school had gestaan, die onder leiding stond van een zuster van Belshazzar. U weet wel, de zoon van koningin Nicotris. Hij stierf in het jaar 539 of 538 vóór Christus, in zijn zeventiende re- geeringsjaar. Het is toch maar prettig als je zoo veel weet. TURKIJE NIET AFWIJZEND. Gisterenochtend zijn bij het bureau der conferentie Britsche amendementen ingediend, welke den vorm hebben van een volledig tegenvoorstel op het Turk- sche voorstel inzake de zee-engten. Het voorstel behelst: 1. Do doorgang van oorlogsschepen in vredestijd. Turkije heeft voorgesteld de tonnage van tot de zee engten door te laten schepen niet hoogcr dan 14.000 ton te laten zijn. Het Engelsche voorstel behelst schepen van 15.000 ton. Turkije had voorgesteld, dat de vreemde zee strijdkrachten van niet aan de Zwarte Zee gelegen landen niet de 28.000 ton zouden mogen overschrij den. Engeland wenscht deze tonnage op 30.000 ton gebracht te zien en in zekere bijzondere omstandig heden op 45.000. 2. In geval van oorlogsdreiging wilde Turkije naar eigen goeddunken de zee-engten te kunnen afsluiten. Het tegenvoorstel wenscht deze sluiting te laten af hangen van een met 2/3 meerderheid genomen be sluit van den Volkenbondsraad. 3. In geval van oorlog en neutraliteit van Tur kije zou het voorstel Turkije de vrijheid laten de voor vredestijd geldende regelen toe te passen. Het tegenvoorstel oppert do mogelijkheid voor oorlog voerende staten de vijanden door de zeeëngte te achtervolgen. 4. Het Turksche voorstel maakte geen enkele toespeling op het voortbestaan der huidige commis sie voor de landengten. Het tegenvoorstel vraagt de instandhouding volgens de geamendeerde modali teiten. In overeenstemming met het tegenvoorstel zal de nieuwe conventie geldig zijn, zoodra zij door alle onderteekenaars zal zijn geratificeerd, de geldig heidsduur zou 50 jaar zijn met de mogelijkheid van amendeering per tijdvak van vijf jaren. De Turksche delegatie heeft het' tegenvoorstel als basis van onderhandeling aanvaard. Het Engelsche tegenvoorstel werd van Russische zijde met eenige reserve ontvangen. Paul Boncour, die van het Engelsche tegenvoor stel in kennis was gesteld, heeft gisteren de eerste afgevaardigden van Roemenië, Sovjet-Rusland en Turkije, Titulesco, Liwinow en Roestoe Aras bijeen geroepen. teneinde de moeilijkheden uit den weg te ruimen en sommige ongerustheid op te heffen. Dat Rusland zich niet erg prettig gestemd ge voelt door deze Britsche tegenvoorstellen is begrij pelijk. Zij openen immers de deur naar do Zwarte Zee, ook voor andere dan Russische strijdkrachten en be- nadeelen daardoor in hooge mate de zeer sterke Russische positie ind eze binnenzee. De Russische vloot zal zie onder 3 niet lan ger kunnen terugtrekken onder dekking der Turk sche kanonnen, doch zich er op moeten voorbereiden dat een vijandelijke staat het gevechtsterrein naar de Zwarte Zee verplaatst. Zal het volgend jaar als burgemeester van Zaandam aftreden. In een gistermiddag gehouden persconferentie heeft do heer K. ter Laan meegedeeld, dat hij in het begin van het volgend jaar zijn ambt als burgemeester zal neerleggen. De heer ter Laan hoopt Woensdag 8 Juli den 65- jarigen leeftijd te hereiken, doch zijn zesjarige be noemingsperiode als burgemeester eindigt pas 5 Fe bruari 1938. Of hij ook als lid van de Tweede Kamer zal aftre den, is nog niet heslist. Indien de kiezers van Leiden hem het volgende jaar weer candidaat stellen en het partijbestuur van de S.D.A.P. dit goedkeurt, zal de heer ter Laan gaarne een vernieuwing van het mandaat aanvaarden. In zijn verdere mcdedcclingen heeft de heer ter Laan er aan herinnerd dat, toen hij in 1913 op voor dracht van minister Cort van der Linden benoemd werd, hij de eerste soc--dcm. burgemeester was, zoo als hij in 1905 ook als eerste socdem- zijn intrede deed in den Haagschen gemeenteraad, terwijl hij, toen hij in 1901 voor het district Hoogezand geko zen werd, ook behoorde tot de eerste soc.-demoraten in de Kamer. Troelstra, van Kol en Schaper waren hem voorge gaan, terwijl tegelijk met hem ook Helsdingen, Hu- gcnholtz en Melchcrs in Kamer kwamen. Men heeft het hem in Zaandam niet moeilijk ge maakt. Burgemeester ter Laan erkende dit met dank baarheid. DE VLAG UIT! En weet U, wat Mr. Woolley nu ook heeft ge vonden te Ur. Het kon ook moeilijk anders, toen hij daar aan het opgraven was van die oude schoon schriften van een voor-voor-voorganger van wijlen Van 't Hof. U raadt het al, wil ik wedden. Schrif ten met regels, echte, onvervalschte strafregels. Ik heb het nu maar gewoónweg schriften ge noemd, maar het waren natuurlijk tabletten, waar op de stoute jongens van Ur schreven. En de eenige strafregel, die de heer Woolley ons meedeelt, is deze: Groot is Nannar, Heer van Ur. Heele bladzijden, ik bedoel tabletten vol. En steeds slechter geschreven, zooals alle fatsoenlijke strafregels zijn. De jongens, van Ur zullen toch zeker ook wel an dere strafregels geschreven hebben? Regels, die begonnen met: Ik mag niet? Of zou Mr. Woolley die niet kunnen vertalen? Hoe het zij, nu bewezen is, dat de strafregel van zulk een ouden datum is, zit de Engelsche school jongen er voor goed aan vast. De Manchester Guar dian vraagt zich al af, welke regels er in het jaar 4000 geschreven zullen worden. Vóór hij heen gaat hoopt hij de begrooting voor 1937 gereed te kunnen maken. Nu de gemeente geen schuld meer bij het rijk heeft, vertrouwt hij dat voorafgaande goedkeuring door Ged. Staten niet meer gevorderd zal worden. Er is alleen nog een schuld van 8 ton voor de laat ste woningbouw waarin de gemeente met eigen geld zit. Het uitzicht bestaat dat hiervoor een leening kan worden aangegaan, zoodat dan zijn opvolger met een schoone lei kan beginnen. Met de hulp van de gemeenteraad is heel veel tot stand gekomen en het deed de heer ter Laan leed, dat de tijd om heen te gaan gekomen was. GOEDE TEELAARDE GEBAGGERD Zelfs naar het buitenland ver kocht. Het gemeentelijk ontgmningsbedrijf te Nieuw koop, dat thans reeds sinds jaren het huisvuil uit de omliggende steden verwerkt, heeft den laatsten tijd bijzonder veel succes met de door de ontginning verkregen teelaarde, welke door steuntrekkenden in werkverschaffing wordt gebaggerd. Zoowel te Boskoop als te Naaldwijk hebben de kweekers uitgebreide proeven genomen met deze aarde en het resultaat was inderdaad verrassend. Een kweeker te Boskoop leverde zelfs een vlet van deze teelaarde aan Zwitser land. De grond blijkt zeer humusrijk te zijn en moet een goede zuurgraad bezitten. Het fosforzuur en kaligehalte is zeer laag, zoodat bij gebruik een normale fosforzuur- en kali bemesting moet worden gegeven. Voor de gemeente Nieuwkoop is een en ander van groot belang, daar bij het baggeren een vrij groot aantal steuntrekkenden werk zal kunnen vinden. VERGIFTIGD VISCHWATER Doordat de inhoud van een ketel ammoniak- water van de zuivelfabriek te Eensluis in het water terecht is gekomen, is de visch in de Schoterlandsche compagnonsvaart vergiftigd. Gistermorgen zag het water wit van de doode visch. Voor de amateur-hengelaars, die van het vischrijke water veel gebruik maakten, een groote teleurstelling. OOIEVAARS Gistermorgen ontdekten bewoners vande Tjepkemastraat te Hoeren veen dat vier jonge vogels hun koppen boven de rand van een niet meer in gebruik zijnde fabrieksschoorsteen van een voormalige olieslagerij uitstaken. Bij nader onderzoek bleken het vier jonge ooie vaars te zijn. Een ooievaarspaar had zich op de schoorsteen een „woning" ingericht en daar vier eieren uitgebroed. Het opmerkelijke is, dat de omwonenden voorheen niets van het paar ooievaars hebben bemerkt. n V- IL - „Als je tante Eulalia niet dadelijk een kus geeft, ga je naar bed!" i,Wel te rusten, papa!" OORZAKEN VAN DE TOENEMEN DE ONLUSTEN. PARIJS, Juli 1936. De drie departementen van FranschAlgiers wa ren dezer dagen het tooneel van ernstige onlusten. In Ainrif lynchten Arabieren een Joodschen hande laar, in Constantine deden zich heftige hotsingen tusschen Arabieren en Joden voor en in Oran spuw den communisten een kapitein in het gezicht en rie pen: „Weg mot het leger! Weg met Frankrijk!" Alhoewel het in den laatsten tijd in Frankrijk verre van rustig is geweest, was er toch geen reden tot ern stige bezorgdheid. Anders is het echter in Noord- Afrika gesteld, omdat men hier niet slechts met een partijstrijd te doen heeft. De Fransche politieke tegenstanders van de Volks- frontregeering zien in de Noord-Afrikaansche on lusten een onmiddellijk gevolg van de regeeringswis- seling in het moederland. Stakingen, fabriekbezettin gen, demonstraties van revolutionnaire massa's wer den eerst zuiver uiterlijk nagevolgd. Maar de slechts weinig ontwikkelde inboorlingen begrepen den zin hiervan niet en wisten geen maat. te houden. Boven dien zijn zij reeds jarenlang door communistische agitators opgehitst tegen het kapitalisme, dat niets voor hen zou doen. Inderdaad schuilt hier een kern van waarheid in: de sociale toestanden in Noord- Afrika zijn dikwijls beneden peil. Daarnaast is ook een belangrijk feit voor de toe nemende ontevredenheid dat gedurende de periode van hoogconjunctuur de werkgevers duizenden Ara bieren naar Frankrijk gehaald hebben, diq daar iets van de Westcrschc cultuur opstaken en meer levens behoeften kregen. Later heeft men deze menschen weer naar Arabië teruggestuurd, maar daar ontbrak hun eveneens de mogelijkheid weer werk te vinden. Het is intusschen geen gemakkelijke taak, een land als Algerie, dat slechts 1 millioen Franschcn, 6 mil- lioen inboorlingen en een groot aantal vreemdelingen herbergt, te regeeren. De politieke onlusten zijn overigens niet slechts tot Algerië beperkt gebleven: ook in Marokko gist het. Zoo deed in rechtsgezinde koloniale kringen het gerucht de ronde, dat de resident Peyrouton moest aftreden, omdat hij het Volksfront niet gunstig ge zind zou zijn. Demonstraties zoowel voor als tegen Peyrouton waren daar het gevolg van. Zooals in do straten van Parijs streden Marscillaise en Interna tionale om den voorrang. Wat echter in Parijs van tijdelijken aard is en als een „intermezzo" moet worden beschouwd, is in de koloniën een groote gebeurtenis, die mogelijk den grondslag legt voor nieuwe onlusten. WIELRENNEN. De bekende Amsterdamsche wielrenner D. Ver meulen heeft gister een geslaagde recordpoging rond het IJsselmeer gedaan. Hij vertrok gistermorgen om vijf uur bij het Tol huis aan den overkant van het IJ, waar de heeren Hogenkamp, en Zeegers Veeckens van de N.W.U. voor de controle aanwezig waren. Omstreeks vier uur arriveerde Vermeulen weer bij de Diemerbrug. Zijn tijd bedroeg tien uur 51 min. 14 sec., waarmede zijn poging geslaagd mocht hee ten want het oude record stond op naam van Snijders, het vorig jaar gevestigd, met een tijd van 10 uur, 59 min., 51 sec. Vermeulen won dit jaar bij de Nederlandsche kampioenschappen te Hoogerheide 't wegkampioen- schap voor veteranen. De 38-jarige wielrenner is lid van „Excelsior". Bij den Volkenbond ingezonden. De correspondent van de N.R.Ct.. te Genèvo meldt: Jhr. O. Reuchlin, leider van het Nederlandsche Volkenbondsbureau te Genève heeft gister in op dracht van minister De Graaff aan den secretaris generaal van den Volkenbond in Fransche vertaling toegezonden een door meer dan 4000 Nederlandsche mannen en vrouwen onderteekend protest 'tegen "het gebruik van gifgas door Italië in Abessinië, waarbij tevens voor de toekomst geëischt wordt handhaving van het verbod inzake den gifgasoorlog, daar deze barbaarsch en mcnschonteercnd geacht wordt en ook de weerlooze burgerbevolking treft. Ook de 188 lijsten met de onderteekeningen van het px-otest zijn mede aan het Vollcenbondssccretariaat toegezonden. Tot de onderteekenaars van dit protest, dat te dan ken is aan het initiatief van den heer H. P. Scheij- der te Bussum, behooren vele doktoren, predikanten, rechtsgeleerden, ingenieurs, officieren van het Roo- de Kruis, zusters, leeraren en vei'tegonwoordigers van den middenstand en van de arbeidersklasse. Beren=eiland Ongebreidelde vogeljacht en een vleesclx- eetend paard. De Scandinavische cori'espondent van de N.R.Ct, meldt: De bewakers van het bij Noorwegen hoorende Be ren-eiland in de Noordelijke IJszee zijn kort geleden na een jaar dienst in de eenzaamheid afgelost en nu te Ti-omso teruggekeerd. De overwintering is nor maal verloopen, maar men had ernstig te klagen over de vogeljacht, die thans zulke afmetingen heeft aangenomen, dat men een spoedige algeheele vei*nie- tiging van den vogelstand op Beren-eiland vreest. De vogels, in het bijzonder schijnen het valken te zijn, worden doodgeknuppeld of in groote netten gevan gen en dan bij ladingen van soms een vijfduizend stuks, naar Noorwegen gezonden, waar zij als voed sel voor pelsdieren worden verkocht. Om dezelfde reden zijn al vele, eens befaamde vogeleilanden voor de Noorsche kust, van hun vogels beroofd. De bewakers vertelden voorts, dat hun paard op Beren-eiland het uitstekend maakt. Dit is een heel bijzonder paard, want het houdt om zoo te zeggen van een hartigheidje en vult dus dagelijks zijn nor male paardenvoedsel met een eend of ander gevo gelte of een stuk vossenvleesch aan. Het paard, dat nu al zijn negentiende lente achter den rug heeft, is er al een paar jaar geleden mee begonnen. De bewakers hadden toen een ijsbeer geschoten en een deel van het kadaver ind en stal van het paard ge legd. Dagen lang hebben zij zich afgevraagd hoe het bei*envleesch uit dien stal kon verdwijnen, «tot zij het eenige dier, dat zij meenden niet te kunnen ver denken, op heeterdaad betrapten. Sedertdien hebben zij het ontaarde paard geregeld voorzien van, of naar 't schijnt, onthaald op vleesch en gevogelte. En het is er, zooals gezegd, nu al negentien j'aar bij ge worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2