Ethiopië bestaat niet meer et huis 'ijl Schager II Roosjes Kantongerecht te Alkmaar. En Hailé Selassie zal nooit meer terugkeeren* met de hebben succes! TENZIJ HIJ ZOU KUNNEN REKENEN OP DEN STEUN VAN EEN STERK EUROPEESCH LEGER. Djibouti, 4 Juli. DE toestand is wel hoogst eigenaardig: te Ge- nève beraadslaagt men over het lot van een staat, Ethiopië, die niet meer bestaat en feitelijk nooit bestaan heeft. Van het reebts- standpunt bekeken, is het vraagstuk buitengewoon eenvoudig: een staat (feitelijk de fictie van een staat), lid van den Volkenbond, is aangevallen door een ander lid van den Volkenbond en het grondge bied van eerstgenoemden staat door den aanvaller gedeeltelijk bezet. Twijfel kan hier niet bestaan. De aanvaller is in zijn onrecht, waarover vrijwel alle leden van den Volkenbond het eens zijn. Geëischt zou moeten worden, dat de aanvaller het door hem 'bezette gebied zonder meer ontruimt, maar de ver vulling van dezen eisch zou beteekenen algemeene anarchie, burgeroorlog, moorden op in Ethiopië le- yende Europeanen, bloed, tranen, misdaad. De groote fout in de geheele geschiedenis is, dat men ooit Ethiopië als lid van den Volkenbond heeft toegelaten, een land, waarvan zelfs de grenzen niet waren vastgelegd. Ethiopië heeft, van rechtsstandpunt gezien, onge twijfeld het gelijk aan* zijn zijde, maar Ethio pië bestaat niet meer en zelfs indien alle leden van den Volkenbond één van zin waren, zou het nog vol komen onmogelijk zijn dit land weder in het leven te roepen. Dit dient men in Europa toch eindelijk in te zien. Voor de onontkenbare feiten mag men de oogen niet sluiten, wil men nieuwe ernstige fouten yoorkomen. F De negus spreekt te Genève. Maar wat vertegen woordigt de negus daar. Het Ethiopische volk? Er bestaat geen „Ethiopisch volk"; er bestaan „de be woners van Ethiopië'' en van deze bewoners zijn zeer zeker nog geen vijf procent bereid Hailé Se- lassié weder als negus negèsti, als koning der ko ningen te aanvaarden. Indien men Hailé Selassié op zijn troon zou willen herstellen, dan zou men hem een sterk Europeesch leger mede moeten ge ven, anders zou hij reeds lang voor zijn aankomst te Addis Abeba door zijn eigen volk gevangen geno men en vermoord zijn. En dat eigen volk? Hailé Selassié Is een echte Ethiopiër een Amhari. De Koptisch-Christelijke Am- hari vormen in het oude Ethiopië, een vierde, hoog stens een derde der totaal-bevolking. De rest der be volking bestaat in verpletterende meerderheid uit Mohamedanen en de Mohamedanen hebben nimmer sympathie gekoesterd voor Hailé Selassié. Dit kon ook moeilijk. Hailé Selassié zou nimmer den troon hebben bestegen, Indien gedurende den wereldoorlog de negus negèsti Lidz Yassoe niet door Hailé Selas sié, toen nog raz Tafari, was verjaagd en tenslotte gevangen genomen. Lidz Yassoe had sterke Mohamedaansche sympa thieën. Was hij tot den Islam overgegaan? 't Schijnt van wel, al was dat niet zeker. In elk geval heeft de Koptische geestelijkheid veel tot zijn ondergang bij gedragen. Onder deze omstandigheden Is het begrijpelijk, dat de Mohamedanen in Ethiopië, twee-derden of drie vierden der bevolking, nimmer aanhangers van Hailé Selassié zijn geweest. Echter ook de Koptisch- Christelijke Amhari stonden niet eensgezind aan de zijde van Hailé Selassié. De oorlog heeft dit ten overvloede nog eens duidelijk bewezen, Een der eer H FEUILLETON Naar het Engelsch door A. E. W. Mason 38. „Ik heb nog niet gebrobeerd of deze deur op slot is of niet", zeide hij. „Doch aangezien dit vertrek de privé zitkamer van mademoiselle Harlowe is, is mijn meening, dat wij behooren te wachten tot zü zich weer bij ons heeft gevoegd" Mijnheer Bex had juist den tijd goedkeurend op te merken: „Dat is zooals het behoort", toen de frissche, heldere stem van Betty duidelijk van uit den doorgang in de sftiapkamer van me vrouw Harlowe zich liet hooren: „Hier bemik" Nu werd de deurknop door Hanaud omge draaid. De deur bleek niet op slot. Bij deze aan raking, ging zij open naar binnen, in de richting van het groepje menschen, en buiten waarts in de richting van de gang. De schatka mer lag voor hen, onduidelijk in een schemer achtig licht, doch hier en daar schitterde een lichtstraal op goud, en beloofde wonderen. Ha naud bewoog zich voorzichtig naar de vensters en maakte de luiken aan de buitenzijde van den muur aan haken vast. „Ik verzoek, dat niets wordt aangeraakt", zeide hij toen de anderen de kamer vulden. sten, die met al zijn krijgslieden naar de Italianen overliep, was de Koptisch-Christelijke raz Goeksa. Hoevele aanhangers van Hailé Selassié waren slechts aanhangers uit vrees? Hailé Selassié had een klein geregeld leger gevormd, waarmede hij ten minste in een deel van Ethiopië zijn wil kon door zetten. Hailé Selassié was daardoor de machthebber te Addis Abeba en omgeving en in nog enkele stre ken. In uitgestrekte gebieden van zijn rijk had hij echter niets te zeggen en hij kon er zich niet eens vertoonen, daar hij hiermede zijn vrijheid en zijn le ven in gevaar zou hebben gebracht. Door zijn vlucht verloor Hailé Selassié al zijn macht, zijn „aanhangers uit vrees", werden tot zijn openlijke tegenstanders, zijn weinige „aanhangers uit liefde en overtuiging" vervreemdden volkomen van hem. Men mag zich niet op een dwaalspoor laten leiden door het feit, dat de Ethiopische emigranten zich vast houden aan Hailé Selassié. Deze emigranten weten, dat in het oog der wereld een herstel van Ethiopië alleen mogelijk zou zijn door 'n terugkeer van de gevluchten negus negèsti. Zulk een terug keer is echter, zooals ik hierboven reeds betoogde, volkomen uitgesloten, indien de negus negèsti hier bij niet zou kunnen rekenen op den steun van een sterk Europeesch leger. Yan een standpunt van recht bezien, kan men dit alles betreuren, doch men dient de onontkoombare feiten niet uit het oog te verliezen. Ik gevoel er niets voor den ezelstrap te geven aan een stervenden leeuw, maar ten dienste van de waarheid moet ik toch vast stellen, dat alle Euro peanen (maar dan ook „alle"), die vele jaren in Ethiopië leefden, een geheel andere meening koes teren over Hailé Selassié, dan de oordeelen, welke men zoo vaak heeft gehoord van journalisten en diplomaten. De toestanden in Ethiopië, waarvan wij in Europa niets wisten, zijn heel vaak het ongeluk geworden van Europeanen, die naar Ethiopië zijn gekomen om er te werken of om er een onderneming op touw te zetten. Een Europeaan, die in Ethiopië een concessie wilde verkrijgen, bij voorbeeld voor de aan leg van een koffieplantage in het binnenland, kwam eerst naar Addis Abeba, waar hij dan onderhan delingen begon op de wijze, zooals dat in Ethiopië gebruikelijk was. Hij moest eerst links en rechts fooien en geschenken geven aan kleinen en grooten. Zijn eerste ontvangst bij een minister kostte hem reeds geld voor den man, die deze ontvangst kon bemiddelen. De ministers zelf en hun secretarissen waren- voor fooien en geschenken al evenmin on gevoelig. Als dan na veel verlies van tijd en geld de onderhandelingen tot een gunstig resultaat hadden gevoerd, kon de Europeaan, wel voorzien van de nodige zwaar verzegelde papieren, per karavaan op weg gaan naar het terrein van zijn concessie. Reeds enkele' fièhtalTén kilometers buiten Addis Abeba kwam de eerste onaangename verrassing. Er was daar een districtshoofd of een raz. die den Europeaan niet wilde laten verder trekken. De Europeaan kon dan zijn prachtig verzegelde papie ren voorleggen, de raz kwam daarvan niet onder den indruk en beweerde: „Met Hailé Selassié heb ik niets te maken. Hier ben ik baas". Dan begonnen nieuwe onderhandelingen; fooien en geschenken werden gegeven en eindelijk kon de Europeaan met zijn karavaan verder trekken. Dit spel herhaalde zich eenige malen. In elke provincie moest opnieuw onderhandeld en betaald worden. Eindelijk op de plaats van bestemming aangekomen, moest de Europeaan vernemen, dat het districts hoofd daar niets wist van eenige verleende conces sie en eenvoudig ontkende, dat de negus te Addis Abeba het recht zou hebben zulk een concessie te verleenen. Dan begonnen nieuwe onderhandelingen, die weder zeer veel tijd, zeer veel geduld en zeer veel geld vorderden. Was eindelijk de onderneming goed in gang en begon ze geld op te brengen, dan wist het districts HOOFDSTUK XIII. Be schatkamer van Simon Harlowe Evenals de andere ontvangkamers, die even wijdig aan de gang gelegen waren, was ook deze kamer meer lang dan breed, en had zij meer van een galerij dan van een kamer. Doch zij was meer ingericht ter bewoning dan tot het nu en dan ontvangen van bezoekers. Want zij was met een weelderig gemak ingericht en niet over vol. In de lichtbruin gekleurde paneelen van de wanden waren een paar prachtschilderijen van Fragonard ingelijst; op de schrijftafel van Chineesch Chippendale bij het venster, waren alle schrijfbenoodigdheden, inktkoker, pennen- bakje, lakstel, zandlooper, enz. van rose Batter- sea porcelein, en volmaakt ongeschonden. Doch zij lagen daar voor het gebruik, en niet ter op luistering. Verder stak een kolossale ouderwet- sche vuurhaard in het midden van den wand aan de zijde van de hal, ver in de kamer voor uit en verleende aan deze bijna het aanzien van een vertrek, dat in tweeën was verdeeld. Het eenige voorwerp in de kamer dat bij't eerste ge zicht inderdaad den verzamelaar verried, was de draagstoel, die geplaatst was in den inham dien de haard met den wand maakte, en juist tegen over de deur, die met de slaapkamer van me vrouw Harlowe in verbinding stond. De carros serie van dezen draagstoel was van een licht Fransch grijze kleur, met rijk gesneden opleg sels in goud rond de paneelen en medaillons, en in welker midden, keurig gekleede herders en herderinnen zeer fijn geschilderd waren De zij den waren van glasruiten voorzien, waardoor men de inzittende zien kon. terwijl de stoel van binnen was bekleed met lichtgrijs satijn, met gouden borduursels, in overeenstemming met de kleur van de paneelen: De kap, die door middel hoofd (hand in hanR soms met de zoogenaamd cen trale regcering) onder het een of ander voorwendsel het allergrootste deel van dc winst wel in beslag té nemen. Er bestonden zeer eenvoudige dwangmaatre gelen. Bij voorbeeld: het districtshoofd haalde van de onderneming plotseling alle arbeiders weg, on der voorwendsel, dat ze noodig waren voor den aanleg van een weg. De arbeiders kwamen slechts terug, indien de Europeaan bereid was per arbeider een zeker bedrag aan het districtshoofd te betalen. Hoe al deze hoofden geld wisten te troggelen uit de zakken der Europeanen vertelde me een plantage- bezitter. Enkele jaren voor den oorlog wilde deze plantagebezitter op eigen kosten over een rivier een brug bouwen om het transport van zijn producten te vergemakkelijken. Daarvoor had hij evenwel van het districtshoofd vergunning noodig. De plantage- bezitter betoogde, dat zulk een brug van belangrijk openbaar nut was, doch dit liet het districtshoofd volkomen koud. Voor hem kwam het er slechts op aan, wat hij eraan kon verdienen. Na langdurige onderhandelingen (in Ethiopië ging alles steeds uiterst langzaam) en vele geschenken in geld en an deren vorm, kreeg eindelijk de plantagebezitter de verlangde vergunning. Met den bouw van de brug kon een aanvang worden gemaakt. Toen de brug was voltooid en de eerste vracht automobielen van den plantagebezitter erover wa ren gereden, zond het districtshoofd een militaire wacht, die alle verkeer over de brug verhinderde. De plantagebezitter protesteerde, doch het districts hoofd antwoordde: „Ik heb u wel vergunning gege ven de brug te bouwen, doch niet om erover te rij den met uw wagens". Om dit recht te verkrijgen moest de plantagebezit ter opnieuw onderhandelen en opnieuw betalen. Gisteravond heb ik lang gepraat met een Zwitser, die tientallen jaren in Ethiopië leefde. We hebben eens nagegaan welke Europeanen, waarvan velen met aanzienlijke bedragen eigen geld naar Ethiopië waren gekomen, in dat land geld hebben verdiend. Het waren er zeer weinige, doch deze weinige had den allen Hailé Selassié als stillen vennoot gehad. Daarover zijn alle Europeanen, die Ethiopië uit veeljarige ervaring kennen, het eens: Hailé Selassié was een uitstekend en sluw koopman.. J. K. BREDERODE. STRAFZITTING VAN VRIJDAG 10 JULI. Bergen a. Zee. HET PARKEERVERBOD TE BERGEN AAN ZEE. Zooals u misschien wel uit nieuwsbladen heeft gelezen, was er rondom 't parkeerverbod te Bergen en Bergen aan Zee nogal wat stof opgewaaid en toen dan verleden week een Belgisch chauffeur een touring-car op 't Julianaplein te Bergen aan Zee had neergezet en 'n bekeuring in z'n handen ge stopt werd, toen bleken de rapen eerst recht gaar. Ingezonden stukken volgden, die spraken van 't on gastvrije Nederland en haar pietluttige bepalingen, met 't schrikaanjagende dreigement van nooit meer naar Holland. Ja, toen kwam alles in 't harnas om te redden voor 't vreemdelingenverkeer, wat er nog te redden was. De Bergcnsche V.V.V., die als zeer ijverig en hard werkend bekend staat, trok ook nog eens geducht van leer en bezorgde den verbolgen chauffeur een le klas raadsman, in den vorm van Mr. Judell. De zaak werd dan heden behandeld en was Mr. Judell gemachtigd op te treden namens den ver dachte Pieter Eduard van Dapperen, chauffeur te Antwerpen, die op 28 Juni z'n auto geparkeerd had, zonder vergunning. Eisch f4 of 4 dagen, daar de Ambtenaar 't bewijs geleverd achtte. Toen ving Mr. Judell zijn pleidooi aan. Pleiter bestreed allereerst de dagvaarding, daar hij moest terecht staan volgens art. 11 bis a van de motoren en rijwielenwet, dat spreekt van 'n stopverbod en hier is 't 'n parkeerverbod onder 11 bis c, waarmede pleiter aantoonde, dat de wetskennis van den ver balisant niet zoo bijster was. Pleiter ging nog eens uitvoerig in op de eigenaardige gemeenteverorde ning, die te Bergen van kracht was, waarbij alle parkeeren en stoppen op ieder weggedeelte verbo- wegden was, doch door B. en W. was zelf bevolen, zeer soepel op te treden tegen de vreemdelingen, waarvan Bergen 't toch hebben moet. PI. had voorts geen parkeerborden zien staan, wel vanille- ijs-borden en dergelijke, zoodat 't vooor 'n buiten lander toch geen doen is, hier 'n overtreding te van een scharnier aan de achterzijde kon wor den opgelicht, was versierd met gouden filigram werk, terwijl de stoel aan de voorzijde een deur bezat, waarvan het bovenste gedeelte van glas was. Alles bij elkander genomen, was het een zeer fraai werkstuk, een meesterstuk van rij tuigmakerskunst, en zeer terecht werd het be schermd door een verguld hekwerk. Zelfs Ha naud werd door de fraaie afwerking getroffen. De handen op het hekwerk gesteund, stond hii het met een lach van voldoening aan alle zijden te bekijken, tot Jim begon te denken, dat hij dat gene wat hem hier gebracht had, volkomen was vergeten. Hanaud schudde zich evenwel eens klaps zelf uit zijn droom wakker. „Een schoone wereld voor rijke menschen, mijnheer Frobisher", zeide hij. „Welk een beel den van fijne dames in golvende rokken en fijne heeren in zijden kouzenl En wat een modder spatten voor de ongelukkige drommels, die moes ten loopen!" Hij draaide den stoel den rug toe en keek de kamer rond. „Daar is de pendule die op half elf stond, op het oogenblik toen u het licht had opgedraaid, mademoiselle?" vroeg hij aan Ann TJpcott. „Ja" anwoordde zij snel. Toen keek zij er op nieuw naar. „Ja", die is het. Jim ontdekte of meende in haar stem een klei ne verandering te ontdekken, toen zij haar ver zekering herhaalde! geen blijk van twijfel daarvoor was die verandering niet sterk genoeg doch van eenige verwondering. Hij moest het zich evenwel verbeeld hebben, want Ha naud scheen niets bizonders te hebben opge merkt. Jim diende zich zeiven een onuitspreke lijke vermaning toe. „Laat ik oppassen", waar schuwde hij zich zelf. „Want indien men een maal begonnen is, iemand te verdenken, kan de ze niets meer doen of zeggen, of men meent verwachten, pl. concludeerde tenslotte tot vrijspraak. Do Ambtenaar persisteerde in een buitengewoon knap betoog bij z'n eisch, doch wilde om 't princi- pieele der zaak de boete verlagen tot f 1 of 1 dag. De Kantonrechter zal over 14 dagen schriftelijk vonnis wijzen. Bergen. BEZINT EER GE BEGINT, JONGELUI! De jeugdige monteur Jan Helderman uit Alkmaar, die de edele chauffeurskunst in de puntjes ver staat, had op 3 Juli den voor den autobestuurder door de wet gevorderden 18-jarigen leeftijd niet bereikt en moest dus qhauffeeren onder toezicht, waarvoor zekeren heer Bakkum zich leende. Te Bergen werd de onbevoegde chauffeur te grazen genomen door den veldwachter Boltjes en met de noodige accuratesse op den bon geplakt, aangezien den verbalisant niet bekend was gemaakt, dat het onder toezicht rijden geschied was na vooraf gedane afspraak. Het vonnis luidde f2 boete of 2 dagen en zal de veroordeelde zijn bezwaren alsnog in hooger beroep kunnen ontwikkelen. Maar als ik hem was, tikte ik maar af en haalde die drukte niet aan. Het zal hem toch niet gelukken Boltjens om ver te ke gelen. Broek op Langendijk. MEN IS GEEN BAAS MEER OVER Z'N EIGEN BOELTJE. Een reuzedikke meneer, met een buik als een bur gemeester en zijn bovenlip gesierd met een onmodi- sche blonde tondenborstel, bleek te zijn de schipper Dirk de Boer uit Broek op Langendijk, die de be vrachtingsverordening had overtreden en deswege terecht stond. Ja, Dirk erkende geen vergunning te hebben ge had, toen hij onder Akersloot door de rijksveldwach ter werd aangehouden, maar zei hij zwaarwichtig, 't was mijn eigen grond, die ik had gekocht en weer aan anderen had verkocht. Niemand heeft hij ooit gezegd, dat daarvoor óók een vergunning noodig was. Maar ik heb direct zoo'n vergunning aange vraagd. Alstublieft, en hij overhandigde den kanton rechter een dergelijk document. De ambtenaar meende heel erg soepel te zijn met slechts 4 gulden boete of 4 dagen te vorderen, doch de kantonrechter benaderde meer de rol van de barmhartige Samaritaan en veroordeelde tot de ge ringste straf f 0.50 boete of 1 dag. De dikke schipper was er heel erg mee content en dacht niet over cas satie of appèl. S c h a g e n. DAT GAAT NIET OP. Het was kermis te Schagen en dies dacht de Hel- dersche bakker Jan Mens: ik ga 'ns even een kijkje nemen met de auto ben je er zoo. Te Schagen aange komen parkeerde hij z'n wagen bij nog wel 30 auto's rondom het kerkplein, doch toen hij na verloop van tijd was uitgekermist, werd hem door oen gemeen teveldwachter een bon overhandigd. Bakker Jan, die voor hem nog 2 Heldersche collega's had zien staan informeerde of zij ook waren bekeurd, doch toen bleek dat de eene heelemaal niets en de ander een waarschuwing had gekregen, dat vond hij niet in de haak. De ambtenaar gaf hem echter te verstaan dat hij juist blij moest zijn dat zijn medemenschen geen leed werd berokkend. Maar Jan had nog meer op z'n kladboekje, want op z'n oproeping stond, dat 't was gebeurd op 28 Juli en niet op 28 Juni. Ja, toen moest natuurlijk vrijspraak volgen, omdat men op 10 Juli toch niet veroordeeld kan worden wat op 28 Juli zou moeten gebeuren. H e i 1 o o. ONDANK IS DES WERELDS LOON, of DE GALANTE AGENT. Met grooten haast, aldus de Heerhugowaardcr schoone Afra Lucia Baars, peddelde ik op 2 Juli te Heiloo en hield toen 't linker rijwielpad, daar ik toch aan dien kant zijn moest, toen Hazelaan mij aan wilde houden. Ik zei echter dat ik haast had en reed door. Hazelaar liet mij toen gaan, maar bezorgde mij toch een bon, hoe vindt U dat nu, Edelachtbare. Dat vond ik zeer galant van die Hazelaar, om je door te laten rijden vanwege je haast en je bon net jes thuis te bezorgen, antwoordde de Edelachtbare. Ja, wat moest de bevallige Afra hier nog meer op zeggen. Eisch f 4 of 4 d., uitspraak f 2 of 1 d. daarin nieuwe gronden voor verdenking te zien" Het leed geen twijfel, of Hanaud was tevre den. De pendule was een prachtig, klein, ver guld klokje uit het Louis Quinze tijdperk, in het midden ineenloopend als een viool; het had een witte wijzerplaat en stond op een ingelegd Boulle kabinet, iets meer dan ter hoogte van het midden, tegenover een Venetiaanschen spie gel. Hanaud plaatste zich onmiddellijk er vóór en vergeleek den tijd met dien van zijn horloge. „Het gaat op de minuut af gelijk, mademoi selle", zeide hij tot Betty, en hij lachte, toen hij zijn horloge weer in ziin zak stak. Hij keerde zich om, zoodat hij nu met zijn rug naar de pendule stond. Zijn gelaat was thans gekeerd naar den vuurhaard, tegenover het smalste gedeelte van de kamer Het schoorsteen stuk was van Adam en naar dezelfde wijze ge modelleerd als de lichtbruine wandpaneelen. met ranke kolommen en eenig fraai houtsnij werk onder de plank beneden den mantel. Boven de plank was een Fragonard in het hout gelijst, en oogenschijnüjk opdat het schilderstuk door niets kon worden gemaskeerd, waren op den schoorsteenmantel zelf, geen hooge ornamen ten geplaatst. Slechts één of twee kleine doo- zen van Battersea porcelein en een platte gla zen doos. versierden dezen. Hanaud liep naar den schoorsteenmantel, en na een oogenblik van onderzoek, lichtte hij met een zacht fluiten van bewondering, de platte glazen doos er af. „U neemt mij zeker niet kwalijk, mademoi selle", keerde hii zich tot Betty, „Doch waar schijnlijk zal ik nooit meer in mijn leven de gelegenheid hebben, zoo iets onvergelijkelijks te bewonderen En de schoorsteenmantel is een weinig te hoog voor mij, om het behoorlijk te bekijken". ÏWordt Vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 7