De C y p r u st Grondwetsherzienin; De Olympische vlam brandt VARIA Engeiands toekomstige vlootbasis De estafette Olympia-Berlijn. Een boodschap van baron de Conbertin. Olympia, 20 Juli (ANP). Het Olympisch vuur brandt. Dc eerste fakkel is ontstoken en langs een keten van meer dan 3000 estafetteloopers zal het vuur van liet Grieksche Olympia naar Berlijn wor den gebracht. De eerste fakkel heeft zijn vuur van dc Grieksche zon gekregen, het heilige Olympische vuur, dat als zinnebeeld van de zich eeuwig vernieu wende jeugd en als een vredessymbool der volkeren door Griekenland, Bulgarije, Joegoslavië, Hongarije, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije naar Duitschland ge bracht zal worden, waar in het Olympische stadion op 1 Augustus de spelen der elfde Olympiade zullen beginnen. De grootste idee is werkelijkheid geworden. De laatste estafettelooper zal dien openingsdag om 4 uur precies, het stadion te Berlijn, den brandenden fakkel in de hand, binnenkomen. Twaalf dagen is het Grieksche vuur onderweg geweest, het is van hand tot hand gegaan, meer dan 3000 athleten heb ben het gedragen. Maar behalve het vuur dragen de loopers ook een olijftak in een koker, terwijl een boodschap van den stichter der moderne Olympi sche spelen, baron Picrre de Coubertin, hedenmor gen te Olympia voorgelezen eveneens naar Berlijn zal worden meegegeven. Vanmorgen straalde de zon, als alle dagen over Olympia. De zon heeft ditmaal echter een bijzondere taak, zij zal den eersten fakkel doen ontgloeien. Reeds zeer vroeg ontwaakte het anders zoo rustige dorp. De hoofdstraat is vol menschen, ook vele bui tenlanders zijn aanwezig, waaronder talrijke journa listen en filmoperateurs. De spanning onder de dui zenden stijgt, met het uur. Door de stad trekt de jeugd, muziek voorop. Het gaat naar Altis, de his torische plek, waar tegen 10 uur de plechtigheid zal plaats vinden. Het borstbeeld van baron de Couber tin, dat in 1934 tijdens de 40e zitting van het Interna tionaal Olympisch Comité daar onthuld werd, is voor deze gelegenheid naar Altis gebracht. Tegen 10 uur klinkt bazuingeschal van den Kronos, het is het tee lten, dat de plechtigheid zal beginnen. Deze vindt voor de oude ruines, waar ook de Zeus- tempel staat, plaats. Na het bazuingeschal begaven 15 jonge Grieksche meisjes zich door de Krypta, den naar het oude stadion voerenden tunnel, naar de plaats, waar een spiegel is neergezet. Enkele meis jes houden een soort staf vast, waaraan licht ont- brandbare stoffen zijn verbonden. Aller oogen zijn op het glas gericht. Eerst wat rook en dan brandt het Olympisch vuur. De.meisjes brengen het vuur nu weer door de Krypte naar de Altis, waar een al taar is opgericht en waar zoo dadelijk de eerste fakkeldrager zijn vuur zal ontvangen. De meisjes dragen moderne lcleeren, ook al als een symbool van het jonge Hellas. Zestig jeugdige fakkeldragers heb ben naast het altaar hun plaats gevonden, veertig van hen nemen deel. Priesters van de Grieksch Ka tholieke kerk geven hun zegen aan de estafette. Dan treedt de burgemeester van Pyrgos, de hoofdstad van Ellis naar voren. Bij de buste van de Coubertin spreekt hij een rede uit, waarin hij van de beteeke- nis der Olympische Spelen gewaagt en de geschiede nis der spelen nagaat. Na hem houdt de onderstaats secretaris van het politieke bureau van den Griek- schen Minister-president, Senor Gakopulos een rede, waarin hij liet uitkomen, dat de organisatoren van AAN HET HOF VAN EEN NOMADEN-VORST. De eindelooze eenzaamheid van de Mongoolsche steppen biedt aan haar bewoners, haast uitsluitend .vee-fokkende nomaden, bijna nooit eenige afwisseling. Slechts zelden verdwaalt een vreemdeling naar deze woestenij, zelden trekt een handelskaravaan voorbij, en zelfs aan het hof van de vorsten der stammen verloopen de dagen in eindelooze eentonigheid. Maar wan neer er werkelijk eens bezoekers komen, meestal vorsten van ande re stammen of priesters, dan wor den zij bij hun aankomst luisterrijk ontvangen en door bijzondere fees telijkheden geëerd. De bezoeker wordt afgehaald met een indruk- wekkenden optocht en geleid naar de voor hem bestemde tent, die naast het vorstelijk paleis is opge richt. Ieder vorst is eigenaar van een sleehen paleis, gebouwd in Chinee- schen stijl. Dit paleis is een tee lten van zijn waardigheid en rijk dom. Maar hij geeft er toch de voorkeur aan, om den meesten tijd van zijn leven in een ecnvoudigen vilten tent (jurte) door te brengen. Deze woontent bestaat uit een houten stelling en vilten dekken, die er over gelegd zijn. Het opbou wen en afbreken van deze tent duurt slechts een minuut, zoodat men haar gemakkelijk op een ka meel kan laden en medenemen. Den gast wordt door den vorst bij den maaltijd een hap gebraden vet schapcnvleesch aangeboden. Hij mag daarvan niets gebruiken, maar moet alleen een stukje offe ren aan de goden. Verder wordt deze feestelijkheid opgeluisterd door het optreden van worstelaars. De gast beloont de kampioenen met een .eeresjerp of een muntstuk. Het feest wordt besloten met paar denrennen. De Mongolen, een oud ruitervolk, hebben sinds eeuwen deze sport beoefend. De paarden galoppeeren, maar er zijn ook tel gangers. De ruiters zijn niet veel meer dan jongens. Zij rijden zon der zadels, maar zijn gekleed in een stevige vilten broek. Een schreeuwt: de start! De toeschouwers staan om de baan heen, die rond om een heu vel loopt. De overwinnaar werpt deze estafette de diepste waarheid der Olympische traditie hebben aangevoeld. Tenslotte heeft de Duit- schc gezant te Athene, Dr. Pistor een korte toespraak gehouden, waarna 60 jongelingen in spreekkoor de beide eerste verzen der achtste Olympische ode van Pindar in oud-Grieksche taal voordroegen. Vervolgens traden de jonge meisjes naar voren. Zij ontsteken op het altaar het vuur. En toen kwam het eigenlijke hoogtepunt van de plechtigheid. De menig te volgde het eenvoudige, maar juist daarom ontroe rende ceremonieel met adembeklemmende stilte. De 60 jeugdige Grieksche athleten kwamen naar voren, zij legden in de moderne Grieksche taal den Olym- pischen eed af. Plechtig klonken de woorden door de ruimte. Op dat moment werd de boodschap van baron Pierre de Coubertin, den stichter der moderne Olym pische Spelen voorgelezen. Athleten, zoo heet het in het document, dat de fakkeldragers naar Berlijn zullen brengen, gij, die met ijverige handen van Olympia naar Berlijn het symbolische vuur zult brengen, ik wil u als grond legger en eerepresident der moderne Olympische Spelen zeggen, op welke wijze mijn gedachten u zullen begeleiden en welke beteekenis ik hecht aan uw prestatie. Wij beleven plechtige uren, want overal om ons heen schijnt de menschheid eindelijk tot het inzicht te komen, dat de crisis, waarin zij gevangen is, in de allereerste plaats een crisis der opvoeding is. Vijftig jaren zijn voorbijgegaan sedert den dag, dat ik, met uitschakeling van alle persoonlijke ambities, begon een hervorming der opvoe ding voor te bereiden in de overtuiging, dat noch een politieke, noch een sociale stabi liteit bereikt kan worden zonder er aan voorafgaande paedagogische hervorming. Ik geloof, dat ik mijn taak vervuld heb; zij het niet volledig. Overal in de wereld heeft de lichamelijke opvoeding haar plaats, de opbloei der lichaamscultuur heeft niet al leen voor de volksgezondheid zijn waarde, doch helpt den enkeling heen over de da- gelijksche zorgen des levens. Wij mogen ons met dit resultaat gelukwenschen. Maar daarmede is nog niet alles gedaan. De geest moet los gemaakt worden van banden, welke hem door op den spits gedreven eenzijdigheid knellen, vooral daar, waar de arbeid gespecialiseerd is. De toekomst behoort den volkeren, die het het eerst wagen de opvoeding van den opgroeienden jongen man te hervormen. Want hij is het en niet het kind, die het lot grijpt en het gestalte geeft. Op deze wijze wordt een krachige door den geest doortrok ken vrede geschapen, die weer gezonde eerzucht en sterke wilskracht tot resultaat heeft. Athleten, ik vertrouw u mijn boodschap toe, die wel de laatste is, die ik geven kan. Het Duitsche comité heeft in samenwerking met alle landen de organisatie van de estafette op zich genomen. De loop begint bovendien op een plek, van waaruit eeuwen zijn belicht en nog heden ten dage wordt menig actueel probleem met de oude antieke for mules opgelost. Vraagt aan de te Berlijn verzamelde athleten, mijn arbeid voort te zetten en te volbrengen, opdat de bond tusschen lichamelijke en geestelijke kracht voor den vooruitgang en de eer der menschheid voor eeuwig bezegeld wordt. De Olympische vlam brandt Dadelijk na het voorlezen van dit historische do cument zetten jongens en meisjes het Griesche volks lied in. Wederoui weerklinken van den Kronos ba zuin- en fanfaregeschai. Het is precies 11 uur l'm.e.t.), de zon staat in het Zcnith. Een kanonschot dreunt over de velden. De eerste fakkellooper, Con- stantijn Condylis, treedt bewogen naar voren. Ilij steekt den fakkel aan, neemt het document van ba ron de Coubertin en de olijftak van de Altis. Dan start hij. de fakkelestafette is begonnen. Het heilige Olympische vuur wordt door de jeugd van vele lan den over bergen en dalen door steden en door de eenzaamheid naar Berlijn gedragen. Condylis ver dwijnt, nagestaard door duizenden en duizenden. Op weg naar Tripolis En terwijl na het vertrek van den eersten looper de eigenlijke feesten aanvangen, heeft Condylis reeds na 1 kilometer zijn vuur overgedragen aan den tweeden athlect. 's-Gravenhage. Naar wij vernemen is het advies van den Raad van State over de voorstelling tot Grondwetsherziening de vorige week Dinsdag in den ministerraad behandeld. Naar aanleiding daarvan worden nog enkele technische wijzigingen in de voor stellen aangebracht. Mede in verband met het vertrek van H. M. de Koningin naar het buitenland is de indiening van de voorstellen tot Grondwetsherziening eerst in den loop van de volgende maand te verwachten. COLUMBIAANSCHE STAD WEGENS AARDBE VING ONTRUIMD. De stad Tuquerres, van 30.000 inwoners in Colum- bia, is Zondag door de bevolking ontruimd, nadat een nieuwe aardbeving de vernieling voltooid had, die door den aardschok van Vrijdagnacht was begon nen. Men betwijfelt of de stad weer zal worden op gebouwd. De vluchtelingen zijn uitgeweken naar Pasto in Ecuador, waar zij door het Roode Kruis verzorgd worden. INBRAAK OP KLAARLICHTEN DAG TE DORDRECHT. Op klaarlichten dag is gistermorgen omstreeks tien uur aan den Groenendijk te Dordrecht een brutale inbraak gepleegd. Toen de bewoners afwezig waren hebben twee man nen zich toegang verschaft tot de woning en daarbij ruim f 250.— buit gemaakt. Hoewel de politie een vrij nauwkeurig signalement heeft van de inbrékers, die door een derde die op den uitkijk stond, werden geassisteerd, is zij er nog niet in geslaagd de daders te arresteeren. STRATEGISCHE WAARDE VAN MALTA STERK VERMINDERD. In Engeland houdt men zich op dit oogen- blik druk bezig met de vraag, of Cyprus als toekomstige basis voor zee- en lucht macht ingericht zal worden. Tengevolge van de Italiaansche overwinning op Abessinic is Engeiands positie in de Middellandsche Zee ernstig in gevaar gekomen. Het „Brittannia rules the waves" geldt niet meer voor het traject Gibraltar —Port Said. Engeland heeft hier niet meer de al leenheerschappij, sinds Italië getoond heeft een con current te zijn, waarmede geducht rekening gehou den moet worden. Malta is als steunpunt voor de Engelsche vloot vrijwel waardeloos geworden. Be grijpelijk is het derhalve, dat Engeland thans naar een ander en veiliger steunpunt voor vloot en lucht macht uitziet. Het heeft zijn oogen laten vallen op een territorium, dat weliswaar langen tijd bij En geland behoort, doch dat tot dusver vrij stiefmoeder lijk behandeld geworden is: het eiland Cyprus. Velen hebben dit eiland wel eens het „Assche- poestertje van het Britsche wereldrijk" genoemd. Niet gering is het aantal Engelschcn, dat niet eens weet. waar dit eiland gelegen is. Zij wetén wellicht niet eens, dat Engeland dit eiland reeds in 1878 be zet heeft. Zelfs de anti-Britsche relletjes, die ip 1931 onder de bevolking van dit eiland uitbraken, ver mochten niet eens een groote belangstelling voor dit eiland op te wekken. En wellicht had dit eiland nog steeds „als schoone slaapster van het Britsche we reldrijk" gefungeerd, indien er geen Italiaansch-Abes- sinisch conflict ware geweest, waardoor de heeren van de Britsche admiraliteit thans wel gedwongen zijn de mogelijkheid onder de oogen te zien om op een der eilanden der Dodecanesos een nieuwe vloot basis te bouwen. Thans schijnt men in Engeland ontdekt te hebben, dat niet alleen Cyprus bij uitstek ge schikt is om als vlootbasis gebruikt te wor den, doch dat dit eiland onverwachte pers pectieven kan openen voor het geheele Brit sche imperium. De Engelsche luchtweg naar Klein-Azië, Britsch"- Indië en Zuid-Afrika loopt tot dusver, na Athene als laatste Europeesche luchthaven, naar Alexandrië in Egypte. Hier splitsen zich de beide belangrijke luchtlijnen. Een gaat naar Gaza, Bagdad en zoo naar Britsch-Indië, terwijl de andere via Kairo, Khartoem naar Zuid-Afrika gaat. Het knooppunt van deze belangrijke luchtroutes licht derhalve in een stad, die strikt genomen geen Engelsch bezit is. Waarom, zoo vraagt men zich thans in Engeland af. zou men dan in de toekomst in plaats van Alexandrië niet Cyprus nemen? De afstand CyprusAthene bedraagt ongeveer 500 mijl, terwijl dit eiland 250 mijlen van Port-Said en ongeveer ioo mijl van Palestina verwijderd is. Of schoon het eiland grootendeels uit bergland bestaat, heeft het op verschillende plaatsen vlakten, die zich uitstekend voor den bouw van een vlieghaven eige nen. Door een vlieghaven op Cyprus te bouwen, zou de route naar Indië en Australië met ongeveer 150 mijlen verkort worden. Het grootste voordeel voor Engeland zou echter daarin gelegen zijn, dat het op Cyprus een permanente luchtvloot van eenige hon derden vliegtuigen stationneeren kan, die naar ge lang noodzakelijk, naar ieder punt van de Middel landsche Zee gedirigeerd kunnen worden. Ook de voordeelen, die Cyprus als vlootba sis biedt, acht men in Engeland niet gering. Toen het conflict met Abessinië verleden jaar ontstond, was de Engelsche vloot op Malta niet meer veilig en was gedwongen een toe vlucht in de haven van Alexandrië te zoe ken. Dit feit was het, dat de wereld de oogen deed openen. Men kwam tot de ontdekking, dat de heerschappij van de Engelsche vloot in de Middellandsche Zee niet meer zoo on wrikbaar vaststond, zooals tot voorheen het geval geweest was. Dit „vluchten" van de Engelsche vloot ondervond Groot Bx-ittannië als een onwaardig en beschamend iets. Doch het was de eenige keuze. De andere haven, die wellicht nog als tijdelijke vlootbasis in aanmerking kwam, was Haifa, doch deze haven is onbeschei'md en lag derhalve open voor een Italiaansche aanval. Het eiland Malta definitief als vlootbasis opgeven, is volgens de Engelsche marine-experts niet. noodza kelijk en evenmin gewenscht. Malta is en blijft een belangrijk steunpunt voor de Britsche zeemacht. Het is evenwel absoluut noodzakelijk om naast Malta een vervangende vlootbasis aan te leggen. En hiervoor is het eiland Cyprus de best denkbare keuze. Italië heeft namelijk in de Middellandsche Zee en dit maakt Engeland ten zeerste ongerust niet één, doch verschillende luchtvloot-steunpunten. Op het eiland Pantcllaria, gelegen halverwege tusschen Si cilië en Tunis op een afstand van 160 zeemijlen ten Noord Westen van Malta, ligt een Italiaansche lucht- vlootbasis. Deze is, gelijk de Engelsche experts argu- menteeren, van groote strategische beteekenis voor een macht, die het Westelijk gedeelte van de Mid dellandsche Zee van het Oostelijk gedeelte afsluiten wil. En op Pantellaria, zoowel als op Rhodos en op de eilanden der Dodekanesos heeft Italië reeds zoo veel vliegtuigen gestationeerd, dat deze eilanden de indruk maken van druk bevolkte bijenkorven. Hoe John Buil dan ook het probleem van de Mid dellandsche Zee bekijkt, zijn blik valt steeds weer op Cyprus. Dit eiland is bijna 300 mijl van de dichtstnabijzijnde Italiaansche bezitting verwijderd, zoodat de voordeelen van dit eiland, vergeleken bij Malta, dadelijk in het oog springen. Tenslotte leeft op Cyprus hetgeen evenmin van belang ontbloot is niet zooals op Malta een bevolking met een uit gesproken Italiaansche gezindheid. De 400.000 men schen, die dit eiland bevolken, bestaan hoofdzakelijk uit Grieken en Turken, waarop Engeland ï'ekenen kan. Al met al kan men zeggen, dat het voor Enge land van het grootste belang is Cyprus als vloot basis en als knooppunt voor de Engelsche luchtlijnen in te richten. Met dit probleem houdt men zich dan ook in Engeland op het oogenblik druk bezig. zich op den grond voor zijn vorst, waarop de gast hem een houten plaat geeft, waar een zegenspreuk opgeschreven is. ZWEEDSCH ARSENICUM NAAR ZUID-AFRIKA. De vroeger tot het Kreuger con cern behoorende Bolidenmijn in Zweden, welke als de grootste pro- duceerende onderneming van Euro pa geldt, is er in geslaagd een groote technische moeilijkheid te overwinnen. Bij de goudproductie ontstonden groote hoeveelheden ar senicum, waarvoor men geen afzet had en die wegens de gx'oote gif tigheid in speciaal gebouwde berg plaatsen moesten worden opgesla gen. Op het oogenblik moet de opgeslagen hoeveelheid meer dan 1.000' ton bedragen. Naar verluidt is de maatschappij er thans in ge slaagd aanzienlijke hoeveelheden arsenicum naar Zuid-Afrika te ver- koopen, waar het gif zal dienen ter bestrijding van de sprinkhanen plaag. Volgens het bericht zouden de maandelijksche verschepingen 500 ton bedragen. UITSTERVING VAN TOENDRA RENDIEREN VOORKOMEN. Een tiental jaren geleden was 't aantal rendieren in de toendra zoo klein, dat de Eskimo's dikwijls in' dagen geen vleesch konden gebrui ken. Deze vleeschschaarschte werd zelfs zoo nijpend, dat vele Cana- deesche Eskimogezinnen honger le den en de hulp inriepen van de Noord-Canadeesche regeering in Alaska. Vanuit Siberië werden toen ruim 1200 kariboes geïmporteerd, die het klimaat van Alaska kunnen verdragen. In dien tusschentijd is het aantal cai'iboes zoo snel ver meerderd, dat thans ongeveer 750 duizend dieren te tellen zijn. Twee derden van de kariboe-jaclit, welke voortdurend onder controle staat van de regeering, komt toe aan Alaska-Eskimo's, terwijl de verde re opbrengst voor den buitenland- schen handel is bestemd. WAT LONDEN DOET VOOR DOOFSTOMME KINDEREN. Te Londen bestaat een doofstom- meninstituut voor kinderen. Alle ouders van doofstomme kinderen, die den leeftijd van zeven jaar heb ben bereikt, zijn verplicht hun kind naar dit instituut te brengen. De geleerden zijn het er over eens, dat de mensch in zijn jeugd het meest ontvankelijk is voor het ge voel, waarom vroegtuig doofstom men-onderwijs noodzakelijk wordt geacht. Door middel van gevoelige platen, welke met zwakke electri- sche stralen in verbinding staan, leert men de kinderen de namen kennen van de voorwerpen om zich heen. De proeven, welke men met deze platen heeft genomen, en wel ke door de kinderen moeten wor den betast, zijn zoo uitstekend ge slaagd, dat men van meening is, dat zij een groote ommekeer zul len brengen in het toekomstige doofstommen-onderwijs. HOOGE THERMOMETER. STANDEN. In verband met de hooge tempe ratuur, die de laatste dagen in verschillende landen heerscht, zul len misschien velen er belang in stellen, iets over de hoogste tem peraturen te vernemen, welke tot nu toe op aarde voor zoover werd opgeteekend zijn waarge nomen. De absoluut hoogste warm tegraden bereikten 50° Celsius (45° Reaumur) en werden beleefd in Arabië, Mesopotamië, do Saha ra, Pundsjab, in Britsch-Indië, in het binnenland van Australië en in zekere streken van Californië. Het is echter niet de absolute hoogte der temperatuur alleen merkt een weerkundige in de Köln. Zeitung op, die ons gevoel van warmte bepaalt, maar ook de vochtigheid der lucht speelt daar bij een rol. Bij droge lucht kunnen zonder schade warmtegraden wor den verdragen, die bij groote voch tigheid der lucht zonnesteek ver oorzaken. In de Death-Valley (Doodsval lei), Califoimië, teekenden de weer kundige waarnemers in den zomer van 1891 op vijf dagen een hoogste temperatuur van 50° Celsius aan, zonder bijzonderlijk door die warm te gehinderd te worden; maar de vochtigheid der lucht was gelijktij dig ook zeer gering (23 25 percent). Wegens de groote vochtigheid is de zomer in de oostelijke Verecnig- de Staten met zijn hooge tempera turen zeer onaangenaam, en komen veel gevallen van zonnesteek voor, terwijl in de woestijnen van Ari- zona en Zuid-Californië, waar de lucht droog is, de mensch zich bij hooger hitte nog heel wel gevoelt. Wat de ontwikkeling van gi'oote warmte in onze streken betreft, deze staat in den nauwsten samen hang met de verhoudingen der luchtdrukking over Middel-Europa. Heerscht hier hooge pressie, zoo dat noord-oostelijke tot zuid-ooste lijke winden overheerschend zijn, dan brengt dat groote warmte, die voortdurend tot een omkeer in de verdeeling der pressie plaats heeft. Deze wordt dan gewoonlijk ingeleid door het ovei'komen van atlanti- sche depressiën, die aan haar zuid zijde meestal door lichte wervel winden vergezeld gaan. Als deze over het Kanaal of over het zui delijke Engeland liggen, dan bren gen ze voor onze streken gewoon lijk onweer en afkoeling. Blijven de lichte wervelwinden evenwel uit, dan duurt de hitte voort. Is de pressie over den Atlantischen Oceaan voortdurend hoog, maar over Zuidoostelijk Europa daaren tegen diep, dan is het zomerweer hier koel en vochtig. Ware het mogelijk deze pressie- verdeeling voor geruimen tijd voor uit te bepalen, of traden slechts de uitersten dier pressie steeds scherp te voorschijn, dan zou het uitvoerbaar zijn, het weer lang vooraf te voorspellen. Maar de pressie-verdeeling over westelijk en noordwestelijk Europa is grillig, en haar wisseling schijnt tamelijk los van eiken regel. Derhalve is niemand in staat verscheiden dagen vooruit de weersgesteldheid met ze kerheid te voorzeggen, zoodat de conclusie ligt voor de hand aan de voorspelling ook van de meest wetenschappelijke weerprofeten hoogstens een betrekkelijke waarde is toe te kennen. IN HET MODERNE ALGIERS. Twee zakenlieden uit Algiers hebben zich onlangs een klein vliegtuig aangeschaft, waarmede zij hun zakenreizen afleggen. Daar zij met dit vliegtuig natuurlijk niet tot aan de woning van hun cliënten kunnen vliegen, hebben zij zich ieder een opvouwbaar rijwiel aan geschaft, dat zij op hun vliegrei zen meenemen. Wanneer zij nu er gens een goede landingsplaats ont dekken, dalen zij, zetten hun vlieg tuig op een veilige plaats en de rest van den weg wordt per fiets af gelegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 7