VAN DIT EN VAN DAT OR
EN VAN ALLES WAT SI
Het ouderwetsche Meisje
gSS
Kabouter» Avon turen. Stan en Pol bij de kinderen.
Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 25 Juli 1936. No. 10026.
Het oude lied, dat toch altijd weer
nieuw blijft,
door SIROLF.
.(Nadruk verboden
alle rechten voorbehouden).
f'
HEEL het kleine provincie
stadje was opgeleefd, toen
het bekend was, dat de jon
ge Bert Span uit Amerika
was teruggekeerd. Als een rijk
man, na een verblijf van een jaar
of tien in Yankeeland. En het
was wonderbaarlijk, hoe scherp de
geheugens van vele moeders eens
klaps waren, en hoe roerond-nauw-
keurig ze zich eensklaps herinner
den, hoe Bert zooais ze hem da
delijk heel amicaal noemden
als jongen altijd met hun Marietje
(of Trees je, Truusje, Suusje, Mies-
je, enz.) had gespeeld, en hoe die
ondeugd toen wel eens ze had
den het allemaal zelf gezien, deze
zeer merkwaardige moeders
van litin Marietje (of Trecsje,
Truusje. enz.) een kus had gesto
len. Indien men dc getuigenis van
al deze tecdere moeders zou gcloo-
ven, moest deze heer Bert Span
dan wel een zeer gevaarlijk Don
Juan zijn geweest, op een leeftijd,
waarop fatsoenlijke jongetjes the
ma's maken of bokspringen. Het
regende uitnoodigingen voor avond
jes en partijtjes aan het adres
van den jongen Bert Span. De
kappers in liet kleine plaatsje had
den 'het druk, met' het veranderen
'der page-kopjes, van vele, min of
meer lieftallige meisjes. Van een
Franseh model moest het beslist
een Amcrikaansch page-kopje wor
den. De kappers zegenden Bert
Span en Amerika, en pijnigden
zich intusschen dc hersens om
trent wat ze in vredesnaam moes
ten laten zitten of wegknippen, om.
het veelbegeerde „Amerikaansche"
model te maken. Eenparig vonden
zo er dit op, dat' ze de lieve kinde
ren zoo kort mogelijk knipten.
En Bert Span kwam op alle
'feestjes, danste niet Lientjc en
stoeide met Si entje cn nam dc
zoete glimlachjes en blikjes en
handdrukjes in ontvangst van de
vele Dientjes, Mientjes en Fientjes.
En nu, aanstaanden Dinsdag,
kou mevrouw Bolders een intiem
avondje geven, ter core van den
Amerikaan". Maar mevrouw Bol
ders was een zeer verstandige
vrouw. En behalve een echtgenoot
had zij drie huwbare dochters:
Snoes, Baba en Kitty. Nu had me
vrouw Bolders voor zichzelf uitge
maakt, dat Bert met een van deze
drie zou trouwen. Met wie, dat liet
haar koud. Vandaar, dat zij veel
werk van dit feestje maakte. Het
was alleen voor intieme kennissen,
had zij den Amerikaan gezegd.
Hetgeen deze apprecieerde,
waarom hij de uitnoodiging had
aanvaard. Het liefst had mevrouw
Bolders nu niemand anders op het
feestje laten komen, dan Snoes,
Babs en Kitty, alle drie volgens
dc laatste Amerikaansche mode
gekortwiekt. Maar tja, dat ging
ging toch ook weer niet! Dat liep
in het oog. En daardoor was me
vrouw Bolders toch te verstandig.
Om dit te ovorkomen cn tegelijker
tijd alle concurrentie bij den aan
val op het hart van den rijken Bert
Span uit te sluiten, had zij be
sloten, Marietje van der Does te
vragen. Dat vond mevrouw Bolders
een prachtinval. Dan was er toch
een vreemd hij cn er kon dus niet
gekletst worden. En voor Marietje
hoefde ze niet bang te zijn, dat on
mogelijke kind met haar ouder
wetsche haar-in-ccn-dot, en 'r ver
maakte japonnetjes... Ze werd niet
voor niets bij haar thuis de „huis-
musch" genoemd. Als Snoes of
Babs of Kitty het over Marietje
hadden, was het altijd, „de huis
musch" dit, en „de huismusch"
dat.. Nee, dat was een goed idee!
En Marietje zou het zeker aannc
men, zoo'n feestje had ze niet
dikwijls!
Nu, de huismusch nam het ook
aan. Maar niet, dan na lang over
leg. Eerst was ze stomverbaasd
geweest, van nicht Bolders een
uitnoodiging foor een feestje te
krijgen. Dat was nog nooit ge
beurd! Maar ze nam het met beide
handen aan, toen ze, na veel pieke
ren en rekenen had uitgemaakt,
dat ze dat oude witte crêpe japon
netje nog wel vermaken kon. Met
oen corsage van een enkele rose
roos, zou het wel heel aardig
staan. Want geld mocht het niet
kosten. Dat kón niet. Het was al
zoo'n toer om rond te komen. Va
der verdiende niet zoo bar veel en
de icr jongens moesten toch ook
altijd >netjes voor den dag komen.
Daar had zij voor te zorgen, se
dert moeder's dood, acht jaar gele
den. Dag in, dag uit was ze in
touw, avond aan avond bijna zat ze
te naaien, stukken te zetten in
kapotgevallen broeken en mou
wen. cn gaten tc stoppen in vier
paar zwarte kousen, die wel nooit
heel schenen tc kunnen blijven.
Die jongens ook. Maar al deed ze
liet met liefde, voor Vader en de
jongens, al sloofde ze zich af, toch,
nee! diep in haar hart, was wel lvet
verlangen opgekomen, om óók jong
en vroolijk cn onbezorgd te kunnen
zijn, net als andere meisjes van
haar leeftijd, zooals haar nichtjes
ijvoorbeeld. Snoes, Babs cn Kit
ty.Naar avondjes en partijtjes
'cn feestjes tc gaan, pret te maken,
jong te zijn en vroolijk.. En daar
was nu ineens die uitnoodiging
van nicht Bolders gekomen. Nu, nu
zou het dan toch ééns gebeuren,
dat ze ook eens uit zou gaan. En
wat leuk, die Bert Span zou er
ook zijn. Dat zou wel gauw familie
worden, had nicht Bolders zoo la
ten doorschemeren. Hii zou zicli
wel met één van de meisjes ver
loven, met Snoes, of Babs, of Kitty,
Met wie, dat had nicht niet uitge
laten. Maar ze had veelbeteeke-
r.end geglimlacht. Leuk moest dat
zijn, je te gaan verloven, dacht
de „huismusch" en dan moest ze
onwillekeurig denken aan bloe
men, veel zacht-geurende bloemen,
en licht en zonneschijn. Ja, dat
moest wel héél gelukkig zijn. Ge
luksvogels waren dat toch, die
Snoes en Babs en Kittv....
Toen de „huismusch" dien Dins
dagavond in de salon van mevrouw
Bolders verscheen, zat Bert Span
op een groote sofa, geflankeerd
door twee nichtjes, Snoes en Babs.
En Kitty zat vlak tegenover hem,
op een laag fauteuiltje. Zoodra hij
de „huismusch" in de deuropening
ontwaarde, sprong hij op cn staar
de haar een oogenblik aan. Ma
rietje werd er verlegen onder.
Waarom keek die Bert haar zoo
aan? O, natuurlijk vond hij haar
belachelijk, met haar ouderwetsch
haar, in een groote dot en haar
vermaakte witte japonnetje, dat
eigenlijk veel te lang was.. Ze
kreeg er een kleur van. Maar
nicht Bolders hielp haar uit de
.P-IR.Z.13PF
DE MAAIER,
naar een origineele houtsnede van Firzlaff.
verlegenheid, door haar vlug voor
te stellen en dan dadelijk Bert
Span's aandacht af te leiden en
een druk gesprek te beginnen,
waarin ze Snoes, Babs en Kitty
betrok. De „huismusch" zat een
beetje achteraf en praatte wat met
meneer Bolders.
Er werd gedanst. Om beurten,
danste Bert met de drie nichtjes
en warempel, daar kwam hij ook
op Marietje af, vroeg of hij ook met
haar een dansje mocht maken.
Blozend moest, ze bekennen, dat
ze van dc nieuwe dansen geen
snars kende. Maar dat vond hij
niets erg, en zoo goed en zoo
kwaad als het ging, huppelden zij
door den salon, terwijl Snoes cn
Babs en Kitty. achter Marietje's
rug. grimassen tegen Bert maak
ten, over die vreeselijke houterig
heid van de „huismusch". Maar
het scheen, dat Bert Span het niet
zag, of misschien niet wilde zien.
De nichtjes waren er een beetje
gepikeerd over. Maar de maat
liep over, toen Bert drie keer ach
terelkaar, gedurende een heele
plaat van de pathéfoon (elk met
twee nummers er op) met Ma
rietje danste en net deed, of er
geen Snoes, noch een Babs of een
Kiliy, met een Amerikaansch ge:
knipt lokkenkopje bestond...
Tegen elf uur, toen men wat ver
hit was en 'vermoeid het was
midden-zomer en prachtig zoel
weer stelde mevrouw Bolders
een wandelingetje iri den grooten
tuin voor; en in groepjes ging het
heele gezelschap, door de flauw ver
lichte serre, naar buiten. Bert Span
moest zich bepaald in het half
duister vergist hebben, .want een
paar minuten later kwam de Bol-
dersche familie tot de ontdekking,
dat hij niet met Snoes wandel
de. noch met Babs en ook niet
met Kitty. Maar met de., „huis
musch". En mevrouw Bolders, ac
tiever dan elk ander, luisterde
achter een heg, het volgende ge
sprek af:
Zeg, hm... Marietje ik mag
toch wel Marietje zeggen? ik
wou je wat vragen, hm, een heele
gekke vraag vin je het misschien,'
maar.kijk, het is dat, is het erg
gek of brutaal, als een man een
meisje vraagt, dat hij pas een
avond ként?"
- Ja, Bert, ik zal dan maar
Bert zeggen? dat is een lastige
vraag, maar ik dacht, dat je Snoes
al: veel meer had ontmoet, enne..."
Ik bedoel Snoes heelcmaal
niet, ik bedoel..."
j- O, dan is.het zeker, «Bajps,. jp,
wit zal ik je zeggen..."
Nee, Marietje, Babs is het ook
niet, stel je voor, nee, het is,.."
O, maar dan is het natuurlijk
Kitty; ja, maar Kitty had je toch
ook al meer gezien. Ik dacht, dat
je i eigenlijk al met haar gesproken
had?"
Neenee, Kitty is het heelc
maal niet. Marietje. Maar luister
dan toch, het is een meisje, een
écht ouderwetsch meisje, zooals
ik had gedacht, dat ik ze hier in
Holland zou vinden, zooals ik die
in mijn herinneringen had be
waard; niet van die kaal geplukte
jongenshoofden, maar een echt
meiske! Daarvoor was ik uit Ame
rika gekomen, om me zóó'n vrouw
tc zoeken. En nu heb ik vanavond
voor het eerst zoo'n meisje ont
moet. begrijp je nu mijn vraag,
Marietje, zeg, weet je wie ik be-
dopl?"
Wat mevrouw Bolders verder af
luisterde, weet ik niet. Veel zal het
wel -niet geweest zijn, want dc
rest werd slechts gedeeltelijk met
woorden, cn dan nog heel fluiste
rond gevoerd. Maar toen Bert
Span, toen het gezelschap weer in
den salon vereenigd was, de ge
heime verloving van hem met de
„huismusch" aankondigde, hadden
.Snoes, Babs en Kitty plotseling he
vige hoofdpijn en moesten direct
naar hun kamer, terwijl mevrouw
Bolders hardnekkig moest gapen.
Nicht Bolders heeft de v „huis
musch" nooit meer gevraagd.
Maar dat had ook moeilijk ge
kund, want een paar maanden
later ging ze als „mevrouw Span'
naar Amerika...
ALLERLEI VAN OVERAL.
inrichting voor genezing van drank
zuchtigen, zoo verklaarde het Mr.
Nelson, de secretaris van die in
richting, is gedurende de eerste
tien maanden van 1935 met 14 pet.
toegenomen, welk aantal nog niet
weergeeft dc toename van het ge-
heele aantal drinkende vrouwen.
Verder wordt verklaard, dat van de
opgenomen vrouwen 90 pet. ge
huwd waren en verder enkele on-
huwd waren en verder enkele on
derwijzeressen, boekhoudsters en
winkeljuffrouwen. Droevig.
De stroomlijn, die thans veel bij
de constructie van de automobiel
wordt toegepast, is nu ook tot het
rijweil doorgedrongen. Een Engel-
sche uitvinder construeerde een
fiets in stroomlijn vorm, waarbij
transmissie en pedalen achter het
achterwiel zijn aangebracht.
ANECDOTEN VAN
COMPONISTEN.
Naar schatting bedraagt het aan
tal blinden in de Vereenigde Sta
ten van Amerika 115.000.
Niet steeds ontvangen uitvinders
den dank waarop zij recht hebben.
Een van de ergste gevallen op dit
gebied is dat van den grooten En-
gclschen- natuurkundige Déwar.
Deze maakte in 187-1 het eerste van
binnen verzilverde, luchtledige vat,
waarin stoffen zeerlang koel of
heet kunnen blijven. Hij gaf de
vinding zonder meer aan de
menschheid cadeau, die haar als
dank Thermos- inplaats van De-
war-flesch noemde.
In den staat Missouri (V.S. van
A.) worden een aantal straatwegen
met katoen tusschen lagen teer en
grint belegd. Men belooft zich van
deze nieuwe wijze van „bestrating
niet alleen grootere duurzaamheid,
maar ook een belangrijken afzet
van de groote katoenvoorraden.
De ouderlingen van een kleine
kerk in Engeland vroegen den groo
ten prediker C. H. Spurgeon eens
om een predikant voor hun ge
meente, maar de jaarwedde, welke
zij bereid waren te geven, was zóó
gering, dat Spurgeon in antwoord
op 't verzoek het volgende schreef:
„De eenige persoon, dien ik ken,
die van zulk een jaarwedde zou
kunnen leven, is de Engel Gabriël.
Hij zou geld noch klccrcn noodig
hebben en zou iederen Zondag
morgen uit den Hemel kunnen ne
derdalen en 's avonds daarheen te
rug kunnen keeren.
Ik geef U dus den raad, hem uit
te noodigen."
De „goede oude tijden?" keeren
dus terug. Het zijn de lijden van
kroegheerschappij van vóór het
drankverbod, met hun misdaad en
losbandigheid. Ook onder vrouwen,
Het aantal vrouwelijke patiënten
in het Keeley-instituut de grootste
Ricliard Stranss die eens
in Praag als gast de Philharmonie
dirigeerde, merkte al vlug, dat
moderne werken zeer goed gingen,
de klassieke echter maar matig.
Vooral de G-moll-symphonie van
Mozart wou maar niet kloppen. De
musici werden als moedeloos; toen
zei Strauss:
„Ja lieeren, zoo'n Mozart is geen
kleinigheid! Die is duizendmaal
moeilijker dan honderd sympho-
nieën van Strauss."
Cherubini had een oud-leer
ling, die in Parijs zijn eerste opera
opgevoerd kreeg. Op verzoek van
den jongen man kwam de meester
bij de generale repetitie luisteren.
De eerste acte was voorbij en. de
tweede bijna; de componist zat te
hopen, dat zijn leermeester hem
zou laten roepen, maar tevergeefs.
Eindelijk kwam hij- zachtjes de
loge binnen, angstig en met stok-
kenden adem, om het oordeel van
den meester te hooren, waar vftor
hem alles van afhing, maar Chëru-
bini zweeg.
„Zegt U niefs tegen me?" stotter
de hij eindelijk verlegen.
„Neen", was het antwoord, „U
zegt tegen mij ook niets, en ik luis
ter al twee uur."
Ross ini bevond zich eens in
een hachelijken toestand; de ko
ning van Portugal vroeg, of hij
hem iets voor mocht spelen. De
koning was een hartstochtelijk cel
list en deed zijn uiterste best. Toen
hij eindelijk den strijkstok neer
legde, vroeg hij den componist:
„Nu, meester, wat zegt U er
van?"
Rossini knikte vriendelijk en
antwoordde toen;
„Voor een koning heusch niet
kwaad! Souvereinen hebben nu
eenmaal 't recht, te doen, wat zij
willen."
Max R e g e r werd eens voor
gesteld aan een criticus, een zeke
ren H., maar Reger lette nauwe
lijks op hem. Om de aandacht te
trekken vertelde de man, dat hij Ri
chard "Wagner mee naar 't graf
had gedragen. Reger zei: „Ja,
Wagner was dood, die kon zich
niet meer verdedigen." H. stond
geërgerd op en liep de kamer uit.
Een poosje later stuurde hij iemand
naar Reger met de boodschap:
„De groeten van meneer H., en
als meneer Reger sterft, gaat hij
niet mee naar de. begrafenis." Re
ger antwoordde onverstoord: „Com
plimenten aan meneer H., en als
hij doodgaat, zal ik met alle plei-
zier op zijn begrafenis komen."
166. Thans moesten ze wat eten zoeken voor het
arme diertje. Ze spraken af dat Stan op zoek zou
gaan, terwijl Pol bij het poesje de wacht zou houden
om te zorgen dat haar niets overkwam. Stan ver
trok en op een afstand zei hij nog eens gedag tegen
zijn vriendje en het poesj'e.
167. Stan had een heel ondeugend plannetje, waar
bij hij de hulp van zijn vriendin moest hebben. Spoe
dig was hij bij haar en fluisterde haar iets in het
oor. „Jou ondeugd", zei de Maan, maar zij lachte toch
en wilde haar medewerking aan Stan's plan niet
onthouden.
16S. Spoedig had ze Stan naar beneden gelaten in
een groot hondenhok, waarin een groote hond zat.
Het beest kon Stan natuurlijk niet zien, daar hij on
zichtbaar was. Stan hield zich erg rustig. Wat zou
hij' in het hondenhok moeten doen, denk Jullie?,