et huis De maan dienstbaar gemaakt san de industrie. ArronÉsements-Rechtbank BOEKHANDEL TRAPMAN, Schapen Studieboeken Leermiddelen Woensdag 29 Juli 1936. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 10029 met de 1^ 11 1 te Alkmaar. KifHlBIiBiiSfflBilffifBirai DROOMEN, DIE WERKELIJKHEID WORDEN. EBBE EN VLOED IN KILOWATT OMGEZET. EEN GROOTE AMERIKAANSCHE „VLOED CENTRALE" IN AAN BOUW. New-York, Juli 1936. In de Passamaquoddybaai in den Noord- Amerikaanschen staat Maine is men be zig met den bouw van een geweldige electrische centrale, waar de wisseling van ebbe en vloed in electrische energie zal worden omgezet. Wat ebbe en vloed zijn .weet ïeder kind. De we tenschap spreekt van getijden en verstaat daaronder de regelmatige rijzing en daling van den zeespiegel, welk proces zich op het grootste deel van de zeeën in een periode van ongeveer 12l/2 uur afspeelt. De getijden verschuiven van dag tot dag, en wel, onge veer in overeenstemming met de culminatie van de maan, telkens met 50 minuten. Den tijd tusschen laag- en hoogwater noemt men vloed, terwijl de pe riode, waarin de waterstand valt, ebbe of eb wordt genoemd; dit in tegenstelling met het gewone spraakgelDruik, dat met de termen ebbe en vloed het laag- en hoogwater zelf aanduidt. Het niveau verschil tusschen hoog- en laag-water noemt men tijverschil. Dit tijverschil wisselt sterk met de fasen van de maan: tijdens de springvloeden, kort na volle en nieuwe maan, is het gewoonlijk meer dan twee maal zoo groot als in de periode van doodtij gedurende de paar etmalen volgende op het eerste en laatste kwartier van de maan. Het tijverschil is in de open oceanen vrij gering (50100 c.M.) Zéér klein is het in meren en in geheel of bijna geheel afgesloten zeebekkens; in de Middellandsche Zee bedraagt het gemiddeld ongeveer 30 c.M. Aan de Hollandsche Noordzeekust is het gemiddelde tijver schil ruim 1.5 M. In zich vernauwende baaien of zee armen kan het zéér veel grooter worden. Zoo worden bijv. in het Kanaal van Bristol en in den inham tusschen Bretagne en Normandië tijverschil- len tot 1*2 M., in de Fundaybaai bij Nova Scotia tot 21 M. waargenomen. Het vloedwater wordt vergaard. Dat de wisseling der getijen met 'de bewegingen ivan de hemellichamen, in het bijzonder van de maan, verband houden, was reeds in de oudheid bekend. Toch zullen de astronomen in dien tijd nog niet voorzien hebben, van welk nut de maan eeuwen later voor de industrie zou zijn. Want dat deze mo gelijkheid inderdaad bestaat de mogelijkheid om de maan voor de industrie te laten werken bewijst het grootste werk, dat thans in de Vereenigde Staten een begin van uitvoering heeft gevonden: de bouw van een electrische centrale, die gebruik maakt van het tijverschil tusschen hoog- en laagwater. Op zichzelf ligt het denkbeeld eigenlijk voor de hand en het is dan ook in het geheel niet nieuw om de regelmatige bewegingen van de ontzaglijke wa termassa's van de oceanen aan de industrie dienst baar te maken, want zij vormen een onmetelijke bron van energie, die nog steeds onbenut was ge bleven. Wel heeft men de beweging van eb en vloed reeds benut om mechanischen arbeid te ver richten (bijv. om electrischen stroom op te wek ken); een groote installatie van dezen aard is nog niet zoo lang geleden te Severn in Engeland in gebruik genomen, doch op zulk een groote schaal als het thans in Amerika wordt ondernomen, is het tot dusverre toch nog niet geschied. Het technische probleem bestaat hierin, dat groote vergaarbekkens moeten worden aangelegd, die zich in den tijd van den vloed met water vullen, waarbij dit door turbines loopt. Komt dan het getij van de eb, dan moet het water opnieuw door an dere turbines loopen. Het constructieprincipe komt dus ongeveer op hetzelfde neer, als men in de oud heid reeds op kleine schaal voor de aandrijving van watermolens trachtte toe te passen. FEUILLETON Naar het Engelsch il JL door I A. E. W. Mason 50. Zij nam Ann TJpcott bij den arm en de beide meisjes liepen den tuin in: Jim bleef alleen in de bal achter, hetgeen hij trouwens verlangde. Het was hier thans zeer stil en rustig. Het ge tjilp van de vogels, het gezoem van de biien 'daarbuiten, waren eerder een accompagnement dan een verstoring van de stilte welke hier heerschte. Jim plaatste zich op dezelfdepiekwaar Hanaud gestaan had, toen hij zoo vreemdsoor tig had gelachen halverwege tusschen den voet van de trap waar hij zelf met monsieur Bex gestaan had. en de open voordeur. Doch het gelukte Jim niet, het geringste te Ontdekken wat tot zulk een lachen aanleiding kon geven, laat staan tot vroolijkheid. „Dat ik al die jaren geleefd heb, zonder het ooit eer der op te merken", had hij uitgeroepen. Wat viel er op te merken? Er was niets op te merken. Een tafel, een paar stoelen, een barometer aan den muur aan den eene zijde en een spiegel aan de andere neen, daar was niets. Dit was natuurlijk weer een bravourstukje van den pal jas Hanaud geweest, dacht Jim. Dat geheele Gewicht en tijverschil De energie van de watermassa's hangt van twee factoren af. De eerste is het gewicht, de tweede de hoogte van den val, dien het water moet overwin nen. Nu is, zooals wij hierboven reeds opmerkten, het tijverschil over het algemeen niet zeer aanzien lijk; ook aan de' Passamaquoddybaai op de grens tusschen de Vereenigde Staten en Canada, meer in het bijzonder tusschen den staat Maine en de Cana- deesche provincie Nieuw- Braunschweigg, bereikt het tijverschil lang niet de bovengenoemde maximum- hoogte van de Fundybaai. Toch achtten de Ameri- kaansche ingenieurs het voldoende, om het lang gekoesterde denkbeeld van een „vloedcentrale" te verwezenlijken. Zij leggen thans in deze baan vijf dammen aan ter hoogte van 10 tot 46 meter over 'n lengte van 450 tot 1150 meter. Daardoor wordt de ge heele baai in een afgesloten waterbekken herscha pen, waarvan de hoogwaterspiegel bij vloed 5 M. boven het laagwaterniveau is gelegen. Bij vloed stijgt het water door 25 schutsluizen, die een oppervlakte van 126 vierkante meter hebben, brengt daarbij 10 groepen van turbinewisselstroom machines in beweging, die in totaal 122.000 kilowatt stroom kunnen leveren. Dit cijfer op zichzelf is reeds voldoende om de economische beteekenis van dit grootsche werk duidelijk te maken. Vroegere pogingen. Zooals wij reeds zeiden: het Amerikaansche pro ject is niet het eerste op dit gebied. Reeds in 1913 werd er een getijdencentrale bij Husun aan de kust van Sleeswijk Holstein en eenzelfde installatie in Californië opgericht. Beiden waren echter slechts zeer klein. Een werkelijk grootscheepsch plan werd een tiental jaren geleden in Frankrijk ontworpen. Men had toen aan de diepe zee-inhammen aan de kust van Bretagne gedacht, waar het tijverschil ge middeld 4 tot 12 meter bedroeg. Doch toen men de plannen nader ging uitwerken en een kostenbere kening ging opmaken, bleek al spoedig, dat de voor den bouw van een dergelijke installatie benoodigde kapitalen onmogelijk bijeen gebracht konden worden De Amerikaansche getijdecentrale zal dan ook de eerste zijn, waar de electrotcchnische wetenschap op zoo groote schaal practische ervaringen op dit ge bied zal kunnen opdoen. (Nadruk verboden). VOOR DEN POLITIERECHTER. STRAFZITTING VAN MAANDAG 27 JULL Limmen. HET BLOED KRUIPT, WAAR HET NIET GAAN KAN. De Frïesche timmerman op nonactiviteit, Adr. Kes- sels, die thans het edele crisisbedrijf van ijsco-venter te Limmen uitoefent, raakte op 13 Mei j.1. zoo in extase over een collectie deurknoppen, door hem in een in aanbouw zijnd huis aangetroffen, dat hij zijn handen niet thuis houden kon en deze deurknop pen, zoo men het dichterlijk noemt, achterover druk te, een paar andere Limmers met uitheemsche na men. Joh. Lotte en Jouke Haanstra, werden ook door die gap-epidemie aangetast en namen stukken hout, steenen en andere ingrediënten, voor woning bouw dienstig, brutaal weg. De aannemer Mudde van Heemskerk was uiter aard niet gesticht over een dergelijke rampasserij, en met behulp van den brigadier der rijksveldvvacht gelukte het dit diefachtige stelletje op de zondaars- bank te brengen. Slechts de timmerman was ver schenen en bleek het, dat hij nu zelf met het ge- stolene, figuurlijk gesproken, in zijn maag zat. De heeren kwamen er echter nog wonderbest af en wer den ieder veroordeeld tto f 35 boete of 15 dagen. Mr. Prins, verdediger van baas Duimstok, had clementie gevraagd en adviseerde zijn cliënt bij zoo'n mak vonnisje maar liever niet in hooger beroep te gaan. O u d o r p. STEVEN KREEG DE KOUS OP Z'N KANUS. Onze wereldberoemde heer Steven Hendrik Visser, gedomicilieerd te Oudorp, die wonderwel de kunst verstaat de boel op stelten te zetten, was betrokken geweest in een palingstrooperij, met medewerking van zijn vriend Masteling en dank zij de activiteit van rijksveldwachter Kees van Beek, een zeer am bitieus politieman, door den kantonrechter stevig veroordeeld. Uit dit proces groeide ook nog een tooneeltje kon zeer goed uit kwaadaardigheid door hem zijn opgezet, louter om hem en mon sieur Bex te ergeren en onrust aan te jagen. Tot iets dergelijks was Hanaud zeer goed in staat Zoo nu en dan de reinste clown! Waarachtig, hij had veel van een clown over zich! Een hal ve clown was hij minstens. Misschien voor twee derden! i,Ach, laat dien vent loopen! Wat kan hij mij schelen?" sprak Jim tot zich zeiven. „En wat zag de kerel toch van af het terras van den Toren? En wat zag hij in deze hal? Waarom moet de vent altijd wat zienen hij kwakte zich zelf woedend den hoed op het hoofd en verliet misnoegd het huis. HOOFDSTUK XVII. Bij Jean Cladel Dien avond te negen uut liep Jim Frobisher langs het hokje van den kassier de hal van de Grande Taverne binnen. Hoog boven zijn hoofd ratelde het toestel van de cinematograaf en sneed met zijn zilveren stralenbundel door de duisternis Aan de tegenovergestelde zijde van de hal was het vierkante scherm gespannen, overgoten met licht, en teekenden de prentjes zich met snel heid afwisselend af. Eenige oogenblükken kon Jim niets anders zien dan dit scherm. Langzamerhand kreeg hij een betere kijk op de hall. Hij zag de hoofden van demenschen als groote kogels en 'n breeden doorgang in het midden, waar programma- juffrouwen met witte schortjes zich bewogen. Jim sloeg dezen doorgang in en ging links af. tusschen de tafeltjes door. Toen hij den muur bereikt had, liep hij weer naar voren tot aan het voorste gedeelte van de hal. Aan zijn linkerhand Een van de eiaenaardinheden van de Deensche hoofdstad Ko- penhaaen is, dat op bepaalde plekken fietsenrekken staan op- aesteld, waarin honderden kar retjes een plaatsje vinden. Het niet minder eiaenaardiae doet zich daarbij voort dat steeds iedereen zijn eiaen fiets terug vindt en dus blijkbaar niemand behoeft te vreezen, dat een ander zijn oud beestje wel eens teaen een merk van meer recente da tum zou willen omruilen. meineedzaak, omdat vriend Masteling op instigatie van Steven destijds een valschen eed zou hebben af gelegd, met het treurige gevolg, dat Masteling thans deel uitmaakte van de pensionnaires, gelogeerd in de „Parapluie", zooals de strafgevangenis te Haarlem populair wordt gekwalificeerd. Steven, destijds nog goeie vrienden met Masteling, het is nu, gelooven wij, „kwaad water", juist door die meineedgeschiedenis, roerde ook toen weer eens zijn snavel en diende bij den Officier een klacht in tegen Rijksveldwachter van Beek, wegens meineed, omdat deze ambtenaar welbewust op de Kantongerechtzitting valschelijkzou hebben ver klaard, dat niet Masteling, maar Steven Visser de aalrepen had opgehaald. Natuurlijk liet van Beek zich niet kisten en luisde op zijn beurt Steven er in ter zake het indienen van een valsche aanklacht. Dit was koren op den molen van den Officier, zoo wel als van den brigade-commandant en er werd alsnu punctueel voor gezorgd, dat Steven er in tip pelde en heden te dier zake terecht stond. Het was een langdurige grap, want ieder, zoowel officier ais verdediger, politierechter, als verdachte, ieder had evenveel te zeggen, maar ten slotte had toch de po litierechter het laatste woord en veroordeelde Steven tot 3 maanden deportatie uit Oudorp's beschaafd milieu. Zonneklaar kwam echter hier naar voren, dat de Officier over zijn brigade rijksveldwachters zeer con tent is, trots de critiek van mijnheer Visser, trou wens 'n criticus van lik-me-vestje, om niet te zeggen van verdachte kwaliteit. Den Helder. DAAR ZAT WEER EEN REUKJE AAN! De heer Joh. Albertus Tervoert, 'n sjiek gekleede opperman uit Haarlem, wiens daden echter \\^1 minder sjiek schenen, stond terecht ter zake een te Den Helder met een minderjarig meisje gepleegd zedendelict. Natuurlijk werd deze zaak met gesloten salondeuren uitgekiend. A k e r s 1 o ot DEZE GESCHIEDENIS HAD WEER EEN ANDER GEURTJE. Een lange boerenknul uit Noordwijkerhout, schip per Willem Hendrik Heemskerk, had rekening en verantwoording af te leggen, ter zake het feit, dat hij te West-Graftdijk, gem. Akersloot, op 20 Maart iiictiict voor alle onderwijsinrichtingen Vlugge en accurate levering maakte de hal een inspringenden hoek en in de aldus ontsnapte ruimte, die vrij groot was, waren twee biljarten geplaatst. Tegen den rand van een deze stond een jonge man geleund, die zijn oogen op het scherm gevestigd hield. Jim nam hem nader op. en herkende Maurice The- venet. en groette dezen in het voorbijgaan met een hoofdknik. Een weinig verder op zat een zwaargebouwd man met een zachten vilten hoed op het hoofd alleen; een glas bier naast zich Hanaud. Jim streek zacht op een stoel naast hem neer. „U"? riep Hanaud verrast uit. „Ja" waarom niet"? antwoordde Jim. en Ha naud meende iets moedeloos in zijn stem te ontdekken. U zeide mij. dat ik u omstreeks dit uur hier zou aantreffen". „Ik had niet gedacht dat die twee lieve Jonge dames u zouden hebben laten gaan"'< zeide Hanaud.. „Integendeel", gaf Jim met een lachje ten antwoord. „Zij konden mij best missen". Hij begon nog iets meer te zeggen, doch be dacht zich en wenkte een kelnerin. „Twee Bock, als 't u blieft", bestelde hij en bood Hanaud een sigaar aan. Toen de twee Bock gebracht waren, zeide Hanaud tot hem: „Het is het beste, dadelijk af te rekenen, zoodat wij kunnen weggaan wan neer wij willen. „Valt er dan vanavond iets voor ons te doen? vroeg Jim. Ja Hij sprak" niet alvorens Jim Betaald bad en de kellnerin de beide schoteltjes waarop de twee bier gebracht had omgekeerd en vertrokken was Toen bukte hij zich naar Jim over en liet zijn stem dalen. s.Het doet mij pleizier, 'dat u hier gekomen ïs. bij de stuit mest die hij van boer Jan Ramp had gekocht, ook nog 'n behoorlijke hoeveelheid van deze lieflijk geurende zelfstandigheid had ingepikt uit de voorraad van buurman Dekker. Deze vrijpos tigheid, die hij niet kon goedpraten, kwam hem op 30 pop boete of 15 dagen te staan. Egmond a. Zee. EEN HEIBELTJE IN 'T PONENDORP. Op Zondag 24 Mei kreeg de bewaarder van het Vereenigingsgebouw der Spoorwegemployé's, die thans het ontruimde tramstation in gebruik hebben, Jan C. J. Broek, het aan den stok met den langen, mageren, bruingebranden en vrijwel haarloozen groentenhandelaar Bern. Ger. Hilbers, waarbij de groentenboer onvoorzichtelijk het scheldwoord „lee- lijke schooier" gebruikte en Broek zou flauw was, daarvan direct aangifte te doen. De groenteman was natuurlijk de pisang en werd hem heden tegen het gebruikelijke tarief f 10 boete of 5 dagen, duidelijk gemaakt, dat hij ook in overspannen toestand op zijn woorden moet letten. Den Helder. AANGENAME VARIATIE. Ditmaal geen zedenzaak, maar een huiselijk knok- partijtje te Den Helder, waarin de tuinder Martinus Adriaan van Leeuwen de heldenrol speelde en zijn buurman Gerrit Bruin, een 52-jarig los-arbeidertje, op zijn eigen erf afdroogde. Gerrit incasseerde een trap tegen z'n buik, werd gevoelig in zijn keel ge knepen en zijn vest werd in tweeën gescheurd. Voor al dergelijke ongerechtigheden werd de tuinder Ti- nus, die 'n treffende gelijkenis vertoonde met een kip, die vergeten heeft zijn kam op te zetten, ver oordeeld tot f30 boete of 20 dagen en is tevens ver plicht de door buur Gerrit gevraagde schadever goeding voor het vernielde vest, begroot op 5 gul den, af te tikken. Beemster. EEN STOMPZINNIGE BEEMSTERLING. DE HEER OFFICIER WENSCHTE VERMOED ELI JJK GEEN MEINEED-SOES AH. Het zeldzame schouwspel van een huurder, die partij trekt voor zijn huisbaas, leverde op 27 Mei de arbeider Cornelis Schaap te Beemster. Dit schaap veranderde namelijk in een leeuw, omdat zijn 52- jarige buurvrouw, mej. Aaltje de Boer, huisvrouw Dirk Stieltjes Az., de vrijheid nam het door haar bewoonde huisje, eveneens eigendom van denzelfden eigenaar, stond af te kammen en er geen gelegen heid was om te drogen. De methode echter, die deze advocaat voor den benadeelden huiseigenaar bezig de, was zóó ontactisch, dat hij heden in kwaliteit van verdachte met den politierechter kennis maak te. Kees had zich namelijk zoo vreeselijk opgewon den, dat hij buurvrouw Stieltjes voor de wereld stompte, welk feit echter door Cornelis pertinent werd ontkend. Wél had hij haar in het gelaat ge duwd, maar zij was vreeselijk zenuwachtig geweest. Madame Stieltjes hield echter persé vol, gestompt te zijn en de politierechter kon zich ook niet voorstel len, dat een zóó keurige verschijning (vermoedelijk heeft mr. Ledeboer wel nooit deel uitgemaakt van een jury bij een schoonheidsconcours) als mej. Stiel tjes de waarheid niet zou spreken. Evenwel, 'n an dere buurvrouw, mej. B. Pronk, sprak ten gunste van Kees Schaap, terwijl zij voor de politie een meer compromiteerende verklaring had afgelegd. Hoewel de Officier echter wel direct nattigheid voelde, hield Want ik koester eenige hoop, dat wij van avond achter de waarheid zullen komen, en indien zulks het geval blijkt, behoort hij er bij te zijn": Jim stak zijn eigen sigaar aan. „Waarh aalt ge die hoop vandaan"' „Zij berust op Jean Cladel". antwoordde Ha- nau dfluisterend. „Iets later, wanneer de stad in ruste is, zullen wij een bezoek gaan afleggen in de Rue Gambetta". „Denkt ge hem aan het spreken te kunnen krijgen"?' Hanaud knikte bevestigend. ,Jn deze zaak is geen aanklacht ingediend tegen Cladel. Het maken van een oplossing van dat vergif is geen strafbaar feit. En hij heeft zooveel tegen zich, dat hij zoo mogelijk, ljij deze aangelegenheid onze partij zal kiezen. Ja, ik betwijfel niet. of hij zal spreken". Dezen avond zou er dus een einde aan de zaak komen. Jim Frobisher gevoelde zich boven alle beschrijving verheugd. Betty zou vrij zijn verder te leven zooals zij goed dacht en waar het haar goed dacht, haar jeugd de ruimte te ge ven, en de angsten en verschrikkingen van de laatste weken te vergeten, zooals men dingen, die achter de ruk zijn, achter gegrendelde deur weg sluit. ?,Ik hoop evenwel", zeide hij ernstig tot Ha naud „en ik geloof, dat gij zult blijken u te heb ben vergist, door, zoo er al een moord mocht hebben plaats gehad, aan te nemen, dat Ann Up- cott er iets mede te maken had. Ja. ik twijfel niet of gij hebt het mis". Hij herhaalde deze ver zekering zoowel ter nadere overtuiging van zich zeiven als van Hanaud. Hanaud stiet hem bij den elleboog. „Spreek niet zoo luid, vriend", vermaande hu. „Ik geloof dat er iemand tegen dat biljart ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 11