De droom van het Dorado Zaterdag 8 Augustus 1936. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 10036 de weergoden de wenkbrau- wen niet fronsen Afscheid van de Zomermode Als tenminste Nog enkele dagen en we staan klaar om mademoiselle Herfst met een glimlach van ver wachting te ont vangen. IN deze weken leven we aJls tenminste de weergoden niet de wenkbrouwen fronsen meer buiten dan binnen '"t Strand, de bosschen, de wijde vlakten, de bergen, de stroomen ze trekken ons als de Lorelei den Rijnsohipper deed. Maar ze hebben geen kwaad in den zin. Ze niet op ons verderf uit, maar willen ons integendeel alle goeds geven, dat ze te geven hebben. Maar met de natuur kan men alléén op goeden voet leven als men haar in de juiste stemming nadert en in passend gewaad. Zij-zelf stelt zich nooit aan; ze geeft zich zooals ze is: ze bemint de eenvoud. Lange wandelingen, auto-tochten, open-lucht- vermaken eisohen geen ingewikkelde costuums, maar wél practische en wél gemakkelijke. Een rok, die van voren met knoopen stuit en, al naar de omstandigheden vorderen, tot kleinere of grootere hoogte gespleten is. is onontbeerijk Die rok moet in ieder geval veroorloven een smal beekje of een diepen greppel met een flinken stap of sprong te „nemen" vandaar do „slit". Een stadsrokje dat alleen dribbelpasjes veroorlooft is1 buiten een onding. Maar het is daarom nog volstrekt niet noodig dat een „buiten rok" er min der aardig uitziet. Als u de knoopen met smaak kiest en de knoopsgaten met kleurige zijde om- boort, kunt u heel aardige effecten bereiken. Wie geen „slit" wenschen kunnen voor het noodige expansie-vermogen van haar rok zorgen door middel van een of twee diepe holle plooien, die op ongeveer twintig centimeter onder de taille beginnen. Zulke rokken zijn vooral voor wat oudere dames geschikt. Wie er in geslaagd zijn slank te blijven zullen niet vergeten een paar vierkante of ronde zakjes aan den binnenkant van de rok te hebben; van buiten af ziet men dus alleen de opening. Voor het golfterrein is bijna algemeen, ook 'door de vrouw, het kleedingstuk aanvaard dat in de geheele wereld onder den naam van „plus .fours" bekend is. Ik kan 't niet helpen dat 't zoo is. Maar als ik een dame, wier stoffelijke verschijning een frappante tegenstelling vormt met de spreekwoordelijke slankheid van den, in „plus fours" in witte „plus fours" soms! over de links zie schrijden, vraag ik me toch af of er dan geen enkele medelijdende ziel leeft die haar wil of durft zeggen, dat ze den oaricaturis- ten als 't ware dwingt potlood en schetsboek ter hand te nemen. En ik denk aan Engeland, waar de sportieve ondere vrouw een wonderlijk-goed begrip heeft van wat ze dragen kan en wat niet. In dat opzicht is het eilandenrijk aan de over zijde van Het Kanaal bet vasteland werkelijk stukken voor. Maar in Engeland is het golfspel ook een nationale sport terwijl de beoefening daarvan op het continent nog altijd min of meer snobistisch getint is. Wie niet werkelijk slank zijn kunnen geen beter golfcostuum dragen dan het pakje, dat zij óók voor een lange wandeling door de bosschen aantrekken: een dónkere linnen of wollen rok en een blouse van flanel of een „pullover" Over de keuze tuschen de 2 latste kleedingstukken beslist de temperatuur. Als hoofddeksel is een baret, die niet wegwaait, boven iedere andere haarbedekkmg te prefereeren. Dat de schoenen platgehakt en soliede dienen te zijn behoeft geen betoog. Evenwicht moet in alle houdingen ver zekerd zijn. Sier u buiten vooral niet te veel op. Laat in de^ eerste plaats uw huid met rust. Poeder en crème zijn goed voor de stad, die bleek maakt. Maar de buitenlucht is een tonic dat uw huid méér goed zal doen dan een fortuin aan schoon heidsmiddelen. Wees niet bang dat zon en wind en regen uw teint verwoesten zullen; als er straks, in September, iets aan de gaaf- en glad heid van uw velletje ontbreekt, is dat in een om mezien te herstellen. Nu heeft uw huid vacantie noodig zoo goed als u die zelf noodig hebt. En wat voor uw huid geldt, geldt in gelijke mate voor uw kleeding. Ik ken een jonge dame, die haar reiskoffer volgepropt heeft met dui zend-en-een prullige mode-dwaasheden, o.m. met een ceintuur, die de teekens van den Dierenriem vertoont zooals die op het oogenblik van haar geboorte aan den nachtelijken hemel schitterden Wat wil zij met dezen fraaden gordel in de afge legen weinig-gecultiveerde streek, waarheen ze zich begeeft uitvoeren? Als zij hem draagt loopt ze groote kans dat de inboorlingen die er wonen haar voor een gevaarlijke toovenares houden, in elk geval voor een wezen waarvoor men zich min of meer in acht nemen moet. Is het niet veel beter een aantal smalle kleu rige ceintuurs mee 'te hemen, die een vroölijk lijntje om uw taille trekken maar die niet mééér pretentie hebben dan het lint, dat een landelijke- schoone op feestdagen in heur haar vlecht? Voor blouses en jurken van bedrukte stof geldt dezelfde eisch van eenvoud. Bloemen, arabesken, noppen en desnoods geometrische figuren zijn voor buiten volkomen geschikt, maar de speel kaarten en de fabuleuse gedierten kunnen beter thuisblijven. U-zelf vervelen die extravagances spoedig en anderen beschouwen u allicht als een mal aanstellertje. Kunt u het hun kwalijk ne men? Ze kunnen u, zoolang ze u niet beter ken nen, alleen naar uw kleeding beoordeelen. En die kan hen van het aankoopen van nadere be trekkingen terughouden. Ook ruches en volants zijn uit den booze. Al les wat eenvoudige buitenjurkjes verzwaart is misplaatst. Hoe scherper scheidingslijn u trekt tussohen wat u s avonds, bij garden-parties en andere feestelijke gelegenheden, draagt, en waarin u zich overdag kleedt, hoe boter het is. De hals van de japonnetjes voor den dag be hoort, voor zoover ze geen zonnebad- doelein den behoeven te dienen, niet te laag te zijn; als versiering kunnen een paar galons in twee kleu ren goede diensten bewijzen. Op een donkere jurk kan een van die galons kerskleurig zijn, terwijl de andere glycine-paars is; op blauw staan geel en leigrijs uitmuntend, en op beige marine-blauw en appelgroen. Deze galons wor den alleen aangebracht op effen stoffen; bedruk te stoffen garneeren zichzelf. Voor deze kan iede re verdere versiering achterwege blijven. En hiermede nemen wij afscheid, zoo niet van den zomer dan toch van de zomermode. In alle modehuizen bereidt men zich reeds druk op het bezoek van mademoiselle Herfst voor. Nog enkele dagen en ze laat den klopper op de deur vallen. We zijn klaar om haar met een glimlach van verwachting en hartelijke woorden van welkom te begroeten. Brussel GERTRUDE einde zijn gouden last aan de godheid te wijden Zulke plechtigheden, die met veel pracht en praal gevierd werden, hebben waarschijnlijk ook elders plaats gevonden. Het land van „den vergulde" moet in het Chibcha-rijk gezocht wor den, dat tot de verovering door de Spanjaar den op een prachtige cultuur kon bogen. Inder tijd, toen Pizarro het rijk der Inka's vernie tigde, was El Dorado nog een ver sprookjes land, dat veel en veel meer goud moest be zitten dan Peru. Geen wonder dus, dat de ver halen over dit land de hebzucht van Pizarro wakker riepen. Hij zond de eerste expedities naar het onbekende land. Zij hadden echter evenmin succes als de latere, die door Span jaarden en Duitschers ondernomen werden. Twee Duitschers hebben door hun zoeken naar het goudland bekendheid verworven, en wel Nikolaus Federmann en Philipp von Hut ten. Vooral de laatste heeft jarenlang naar El Dorado gezocht. Zijn eersten tocht ondernam hij in de jaren 1535 tot 1539; twee jaar later ging hij weer op zoek en wel in het tegenwoor dige Guacjva, waar hij het goudland meende te kunnen vinden Vijf jaar duurde deze expedi tie, waarvan wij dank zij talrijke brieven van Von Hutten het een en ander weten. Maar ook hem werd dit sprookjesland noodlottig. Op den terugtocht werd Philipp von Hutten door een Spaanschen avonturier overvallen en vermoord. Ook in de latere eeuwen kunnen wij talrijke pogingen aantreffen, teneinde El Dorado te vinden. Maar geen er van werd door succes be kroond. Wel vielen den concruistadores rijke schatten goud in handen, maar El Dorado, het goudland bij uitnemendheid, bleef onvindbaar. Misschien sluimeren in den bodem van Golumbia inderdaad nog fantastische rijkdommen en wil len de Indianen, de geheimen er van met prijs geven. De twijfel aan het bestaan van El Dorado werd in den loop der eeuwen steeds grooter. De naam van het rijk is evenwel een begrip gewor den en zal nog eeuwenlang blijven bestaan, tot dat de menschen niet meer droomen van goud, rijkdom en weelde WIE ZEI HET t EERST? Het gezegde „een schouwspel voor goden" vindt men bij Goethe in zijn zangspel „Erwin en Elmira". Dat „één zwaluw nog geen zomer maakt", heeft voor de eerste maal de oude Aristoteles (384322 vóór Ghr.) vastgesteld. Ook de uitdrukking „de eene hand waischt de andere", is afkomstig van een ouden Griek, den dichter Epicharmos. die in de vijfde eeuw vóór Ghr. leefde. Van menschen, die „door de boomen het bosch niet zien" spreekt voor 't eerst Chr. M. Wieland in zijn „Musarion" Het heet daar: „De heeren van deze soort verblindt dikwerf te veel licht; zij zien het woud door louter boomen niet". Van de vraag „waar iemand de schoen drukt" bediende zich het eerst de beroemde Grieksche schrijver Plutarchus. Hij was geboren in 46 n. Chr. te Chaenoreao in Boeotië en stierf aldaar als archon en priester van den Delphischen Apollo (omstr. 95—126 na Ghr.); schreef 46 biografiën over beroemde Grieken en Romei nen. Het „duistere punt" voegde Napoleon I bij onze woordenschat. STRANDCOSTUUM VAN WIT EN ROOD LIN NEN Voor de vorming van het décolleté is een wit koord gebruikt Ook de breedgerande hoed is van wit en rood linnen. Ontwerp: Molyneux, Parijs. Gedeponeerd model P.A.I.S. (Reproductie verboden) Hij bemint mij hij bemint mij niet Veel mensenmin en Christenplicht, Brengt Staatspensioen en.... de armoe zwicht. EEN SPROOKJE OF WERKELIJKHEID? Sedert eeuwen tracht de mensch goud te ma ken. Terwijl men nog enkele tientallen van ja ren, iedereen die beweerde te zoeken naar het synthetische goud, voor bedrieger of gek uit kreet, staat de scheikunde thans niet meer zoo sceptisch tegenover dit vraagstuk. Maar ook het zoeken naar het goudland neemt sedert eeuwen een belangrijke plaats in. Ook dit heeft men niet kunnen vinden. Was de droom van het Dorado slechts een gloeiend spel der fantasie, een sprookje voor groote en wreede kinderen gelijk de avonturiers uit de zestiende eeuw geweest zijn? Wij weten tegenwoordig, dat de sage van het gouden rijk in Zuid-Amerika zijn oorsprong vindt in ware gebeurtenissen, dat de verhalen der Indianen, die de hebzucht der blanke veroveraars wakker riepen, geenszins slechts legenden waren. „El dorado" de vergulde is niet de naam van een plaats of een streek, maar van een ko ning der Indianen, die bij het Quatavitameer in het Hoogland van Bogota, in het tegenwoordige Golumbia geheerscht heeft. Een keer in het jaar verzamelde zich zijn volk aan den oever van het meer om een schitterend feest ter eere van den Zonnegod te vieren De heersoher die immers als een afstammeling van god gold, werd van top tot teen met stofgoud bepoederd, vier man nen roeiden een met bloemen versierd vlot, waarop zich de koning bevond, naar het midden van het meer en daar offerde de heerscher den Zonnegod talrijke dingen. En terwijl de menigte vol ontzag staarde naar de vlammende gestalte van den gebieder, gleed deze in het meer, ten- Moedergeluk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 13