Vestigings Kleinbedrijf et huis Woensdag 12 Augustus 1936. SCHAGER COURANT. Vierde blad. No. 10039 Adres van den Koninkl. Nederl. Middenstandsbond. met de Tüssch burgeroorlog en Zomervacantie. ►iji De Kon. Nederl. Middenstandsbond heeft aan de Tweede Kamer een adres gericht, be treffende het Ontwerp van Wet, houdende regeling betreffende het vestigen van inrich tingen, waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zal worden uit geoefend. In dit adres zegt het Hoofdbestuur van den Bond met groote instemming de indiening van dit Ont werp van Wet te hebben begroet, aangezien dit ont werp, eenmaal tot wet verheven, de mogelijkheid zal bieden om de sociaal-economische positie van den middenstand duurzaam te verbeteren; eenerzijds om dat alsdan alleen zij, die aan bepaalde eischen vol doen, zich zullen kunnen vestigen, anderzijds, omdat t.z.t. de concurrentie, welke de niet-zaakkundig ge ëxploiteerde bedrijven, de bestaande goed-geleide en gefinancierde zaken aandoen, in juiste banen kan jvorden geleid. Het Hoofdbestuur voornoemd juicht het toe, dat in het onderhavige ontwerp van wet aan de Overheid geen andere taak is toegekend, dan het bevorderen, steunen en bekrachtigen van hetgeen uit het bedrijfs leven zelf is opgekomen en dat dus van eenig initia tief ten deze, door de Overheid te nemen in branches, waarin de bedrijfsgenooten zelf in dit opzicht tot dus verre in gebreke bleven, geen sprake zal kunnen zijn. Tevens deelt het Hoofdbestuur voornoemd het in zicht der Regeering, dat de in het wetsontwerp voor gestelde regeling de voorkeur verdient boven een rechtstrcekschen afweer, die met inschakeling van het z.g. behoefte-element de toestrooming van nieu we levenskrachtige elementen in den weg zou staan. Bovendien is ter beoordeeling van de behoefte aan zaken in een bepaalde branche een criterium niet vast te stellen, zoodat een dergelijke regeling onuit voerbaar zou zijn. De Koninkl. Nederl. Middenstands bond staat dan ook afwijzend tegenover verder strek kende maatregelen, zooals invoering van het behoef te-element c.q. van een z.g. spertijd. Hoewel het Hoofdbestuur met de strekking van het ontwerp in zijn geheel volkomen instemt, volgt aan het slot van het adres een 10-tal opmerkingen, waartoe de ontworpen regeling het Hoofdbestuur aanleiding heeft gegeven. Aan het adres is verder toegevoegd een nota inzake bezwaren tegen het behoef te-element en den spertijd. Daarin komt de ernstige teleurstelling van ver scheidene leden naar voren, naar wier overtuiging het ontwerp slechts een zeer geringe verbetering in den toestand van den middenstand teweeg zal kun nen brengen, aangezien de overbezetting er slechts indirect door bestreden zal kunnen worden en deze bestrijding niet doeltreffend zal kunnen zijn. Zij waren van oordeel, dat alleen dan een werke lijke verbetering in de tegenwoordige positie van den middenstand te bereiken zou zijn, indien men er van uitgaat, dat er niet méér zaken moeten zijn dan waaraan de maatschappij behoefte heeft. De hier aan het woord zijnde leden willen dit in vele branches bestaande te veel aan winkels trachten op te heffen door in de wet naast de eischen van vakbekwaamheid, handelskennis en credietwaardig- heid het behoefte-element in te schakelen en het vestigen van een winkel alhoewel door den onder nemer c.q. den beheerder aan de eischen van crediet- waardigheid, handelskennis, vakbekwaamheid wordt voldaan alelen toestaan, indien er behoefte aan dien winkel is. Voor het geval het aantal winkels boven de be hoefte uitgaat of overeenkomstig de behoefte is, zul len er geen nieuwe winkels meer bij mogen komen. Het aantal winkels zou dus moeten worden aange past aan de behoefte aan winkels. Indien men ech ter van de verondex-stelling uitgaat, dat het aantal winkels in overeenstemming gebracht kan worden met de behoefte aan winkels, dan neemt men tevens aan, dat de behoefte aan winkels kan worden uitge drukt in 't aantal winkels. De behoefte 'n in merg en been subjectief begrip, resultante van talrijke sub jectieve factoren, zou dus volgens de voorstanders van het behoefte-element kunnen worden gemeten met een objectieven maatstaf, n.1. het aantal winkels. Dit nu is, naar het oordeel van den Koninklijken Nederlandschen Middenstandsbond, ten eenenmale onmogelijk. De behoefte aan winkels is in de eerste plaats af hankelijk van de behoefte aan producten, welke in die winkels worden verkocht. Indien er geen of minder vraag is naar een bepaald product, is er ook geen of minder behoefte aan winkels, welke deze producten verkoopen. Indien bijv. het vleeschverbruik ten gevolge van veranderingen in het levenspeil afneemt, is er min der behoefte aan winkels, die vleesch verkoopen. Indien tengevolge van de slechte tijden er minder vraag naar luxe-artikelen is, zal er minder behoefte bestaan aan winkels, die luxe-artikelen verkoopen. Niet dus het aantal winkels is maatstaf voor het vaststellen van de behoefte aan winkels, maar de vraag naar de producten, welke in die winkels worden verkocht; deze vraag is nooit vast te stel len, omdat zij afhankelijk is van talrijke factoren bij het koopend publiek. De huidige omstandigheden bewijzen maar al te zeex\ welken invloed de vei'anderingen in de koop kracht hebben op de afzetmogelijkheden. In de tweede plaats is de behoefte aan winkels niet afhankelijk van hét aantal winkels, maar van de hoedaxiigheid der winkels en dê wijze, waax'op de winkeliers hun taak vex-vullen. Men kan, indien het aantal winkels in een be paalde streek, gemeente of wijk in vei'houding tot het aantal inwonei's bijv. als maatstaf wordt geno men, wel tot de conclusie komen, dat er in die streek, gemeente of wijk geen behoefte meer be staat aan winkels van een bepaalde soort; maar men vergeet dan, dat bij de beoordeeling van de vi-aag, of de behoefte aan die winkels van een be paalde soox-t is bevredigd, naast het aantal winkels, andere factoren een rol spelen, zooals de hoedanig heid der winkels en de wijze, waarop de winkeliers hun taak vervullen. Het aantal zaken en dat gelde evenzoo voor de bedrijfsuitkomsten der bestaande zaken zal nooit uitsluitend als norm ter vaststelling van de behoefte aan zaken kunnen wox'den gehanteex-d, aangezien dan talrijke subjectieve factoren, welke mede van invloed zijn op de behoefte aan winkels, worden verwaarloosd. Vervolgens is de behoefte aan winkels in stei'ke mate afhankelijk van de mentaliteit van het publiek. De een koopt graag alles tegelijk in de stad, of in een bekende winkelstraat,' de ander laat het door een zaak in de stad bx-engen of de artikelen op zicht sturen, de derde koopt het liefst in de buurt, de viex-de in een buitenwijk of landgemeente. Tenslotte moet men niet vei'geten de beteekenis van het koo- pen in seizoen- en mai-ktplaatscn gedurende den tijd, dat bezoekex's daar tijdelijk vex-toeven. Op deze tijdstippen staan omzet en klantental in een veel gunstiger vei-houding tot het oorspronkelijke aantal inwoners dan op andei'e dagen en toch hebben die bedi'ijven zelfs als zij slechts gedurende het sei zoen geopend zijn normaliter voldoende bestaans mogelijkheid. Ook zelfs wanneer meP het aantal inwoners kan vaststellen en hun koopki'acht zou kunnen bepa len, is nog niet vast te stellen of in verschillende wijken of in een bepaalde stad nog behoefte is aan een bepaald soort winkels, ja dan neen. Men zou de consumenten dan moeten dwingen in bepaalde winkels te koopen en ook den winkelier moeten dwingen aan bepaalde pei'sonen te leveren. In het invoex-en van een z.g. spertijd ziet het Hoofdbestuur van den Koninkl. Nederl. Midden standsbond evenmin een oplossing van de moeilijk heden. Op dezelfde gi'onden als hiervoren vei'meld, is niet vast te stellen of er gedurende een zekere pei'iode geen behoefte aan nieuwe zaken van een bepaalde soort zal bestaan. Maar daarnevens zou de mogelijkheid tot invoering van een spertijd voor den middenstand in het alge meen een funeste uitwerking kunnen hebben. Jon gen, kx'achtigen, volkomen voor hun taak bereken den middenstanders, zou het onmogelijk worden ge maakt, zich als zelfstandig middenstander te vesti gen, veelal mede ten bate van halfslachtige bedrij ven, welke tengevolge van de invoering van den spertijd in een min of meer monopolistische positie verkeeren. Verstarring van het bedrijfsleven moet daarvan onvermijdelijk het gevolg zijn. Bovendien zal het nuttig effect, dat de goed geleide en gefi nancierde zaken van het invoei'en van een spertijd kunnen verwachten, afhankelijk zijn van het ver dwijnen der reeds gevestigde zaken, een proces, dat H FEUILLETON Naar het Engelsch door A. E. W. Mason 60. HOOFDSTUK XX. Een kaart en het Parelsnoer. Hanaud keerde zijn kaart om en schooi haar over de tafel heen, naar Jim. „Wat maakt gij daaruit op"? vroeg hij, en Jim schoof een stoel bij en ging zitten om de kaart te onderzoeken. Hij zag het eerst, dat het een kaart op groo te schaal was van Dijon en omstreken, en dat de stad zelve lag aan het benedeneinde van den rooden kring en den top uitmakend van het tennis-raket. Wat de roode kring betreft, deze scheen een toertje voor te stellen, dat iemand in de omstreken van Dijon gemaakt had. tot een groot einde buiten de stad, en vervolgens daarheen terug. De volgende verdeelingslijn bij voorbeeld, was getrokken van den top van den cirkel naar het handvat, dat is dus naar Dijon; en aan den linkerzijde van den kring, zooals hij de kaart voor zich had. en buiten Dijon, was het roode vierkante puntje, wat Hanaud zooeven had aangeteekend. „Elf uur v.m." als hij daar. Hij volgde de roode bocht met zijn oogen en juist waar de verdeelingslijn den rand van den kring r ak te, was een ander uur ingeschreven Hier las Jim Frobisher „11.40" Frobisher wierp een blik vol verwondering op Hanaud. „Goede God!" riep hij uit en hoog zich weer over de kaart. Het punt waar de verdeelingslijn weer afweek, bevond zich in een dal, en aan de omtrekken ja hij had nu ook den naam gevonden - kon hij zien dat dit was Val Terzon Iets'vóór elven had Betty den auto juist buiten Dijon laten stilhouden, tegenover een park met :n groot huis op den achtergrond, en daar had zij hem gevraagd, den riem van de gereedschaps kist even "aan te halen. Precies te elf uur waren zij verder gegaan. Betty had den juisten tijd waargenomen en zij hadden precies te 11.40 wederom halt gemaakt op de plek waar de land weg zich splitste en op Dijon terugliep hier op dit punt, waar de verdeelingslijn en de rand van den kring elkander raakten. „Dat is 'n terreinschets van den tocht dien wij heden maakten", riep hij uit. „Werden wij dan gevolgd?" Hij herinnerde zich eensklaps den tweeden motorrijder, die achter het gordijn van het door hen gemaakte stof uit derichting van de stad was gekomen, en stilgehouden had naast hun auto, ten einde zich in het gesprek met den eersten motorrijder te mengen. Doch de tweede motorrijder had hen niet langs hun geheelen weg gevolgd. Op den terugweg hadden zij stilgehouden, en in den verwaar loosden tuin de lunch gebruikt. Daar was van den man niet te zien geweest. Jim keek nog eens door de invoering van een spertijd juist vertraagd wordt. Het valt te verwachten, dat na afloop van den termijn, waarvoor de spertijd voor een bepaalde tak van bedrijf was ingevoerd, vele nieuwe zaken in dit bedrijf zullen worden gevestigd, waardoor eventu- eele verbetex-ing, tengevolge van den spei'tijd verkre gen, weer spoedig te niet zal woi'den gedaan. Vervolgens bx-engt het invoeren van een spertijd een aantasting van het eigendomsrecht met zich mede voor die gevallen, waarin de eigenaar van een winkelpand dit pand niet meer vei'huren of verkoo pen kan tengevolge van het verbod vaxi nieuwe ves tigingen. Men wil tenslotte een spertijd als wapen tegen de ontwikkeling van de gi'ootbedi'ijven, maar men ziet daarbij dan over het hoofd, dat deze, niettegenstaan de den spertijd, hun expansie zullen weten voort te zetten, door het afsluiten van ovei'eenkomsten met reeds gevestigde ondernemers. WREEDE OORLOGSSCHEPEN EX PRACHTIGE PLEZIERJACHTEN. GRENSLEVEN. (Van een V.P.B.-correspondent). SAINT JEAN-DE-LUZ, 10 Aug. PRACHTIG strekt het strand van Saint Jean-de-Luz, dat bezaaid is niet veel kleurige tinten, zich aan de baai van denzelfden naam in het Baskische land uit. Hoog boven het strand loopt de promenade, aan beide zijden begi'ensd door schitterende tamarinden. Op het strand we melt het van menschen, op den boulevard van elegante auto's, op het water van kano's en zeilbooten. Een onge wonen, tragischen achtergrond voor dit mondaine doexi en laten vormen de grijze massa's van de in de baai anke rende oorlogsschepen. OORLOGSSCHEPEN IN ZICHT. Voortdurend liggen een Fr-ansche kanonneerboot en een Fransche torpedojager in de haven voor an- kex*. Bijna dagelijks verschijnt in den namiddag een vreemde oorlogsbodem aan den horizont. De haven autoriteiten varen hem tegemoet en loodsen hem in veilige haven. Nu eens is het een Amerikaansche kruiser, dan weer een Engelsche torpedojager of ook wel een ondei'zeeboot, die met zijn smalle, don kere silhouetten een vreemd contrast met de niet veel kleinex-e plezierjachten vornit. Zeer snel verbreidt zich het gei'ucht, dat opnieuw vluchtelingen het gevaai'lijke Spanje hebben ver- laten, om op Franschen bodem toevlucht te zoeken. Een bonte menigte vluchtelingen, die reeds is aan gekomen, verzamelt zich in de gx-ootste opwinding op de kade. Zij vormen' een haag, waardoor bepakte en bezakte vluchtelingen aan land gaan. Wachten de vrouwen vallen hun mannen om den hals, kin deren worden gekust en ernstige mannen begroeten hun vrienden met een veelzeggenden handdruk. AAN DE GRENS. De elf kilometer naar Hendaye, het Fx-ansche grensstation, worden per auto in enkele minuten afgelegd. In de verte strekt zich de bergketen van het Guadeloupe-gebex'gte uit. De px-achtig gelegen oude stan Irun doet van hier uit vriendelijk aan. Maar de tx*einen stoppen in het station te Hendaye en kunnen niet verder. Wij rijden weer terug en komen aan de bi'ug, die het vredige Frankrijk van het oproerige Spanje scheidt. De Fransche grensposten mag men slechts tot op 100 meter naderen. Op deze door militairen be waakte plaats, verzamelen zich de inwoners en op sensatie beluste gasten. Het kan niet uitblijven, dat bij een dergelijke verzameling politieke debatten op vlammen. De verklaringen van de Fi'anschen zijn heftig genoeg. Een gi'oep, die klaax-blijkelijk het Fronte Populaii'e aanhangt, betoogt met enthousias me voor zijn partijgenooten aan de andere zijde van op de kaart. Hij volgde de roode lijn van af de splitsing van de beide wegen, rond de krom ming van de vallei, tot aan den hoek, waar de groote Rijksweg naar Parijs deze sneed, en waar v..zij hadden geluncht. Na de lunch waren zij langs den grooten Rijksweg naar Diion gereden terwijl de roode lijn dezen kruiste en weer te rugkwam langs een veel langeren en oogen- lijkschijnlijk minder gebruikten weg. „I'k kan mij niet begrijpen, waarom gij ons dezen morgen liet volgen, mijnheer Hanaud", riep hij op eenigszins gekwetsten toon uit. „Doch laat ik u dit zeggen. De jacht heeft niet zeer nauwgezet plaats gehad. Wij zijn in het geheel niet langs dien weg naar huis gekomen" „Ik lieh er geen flauw begrip van, hoe gij thuis gekomen zijt". antwoordde Hanaud on verstoorbaar. „De lijn aan dien kant van den cirkel heeft in het geheel niets met u te maken, zooals gii zelf kunt zien, wanneer gij wilt op merken welk uur aangegeven is, op het punt, waar die lijn begint". De roode bocht aan het ondereinde was niet geheel doorgetrokken; op de plaats, waar het handvat zou aangebracht zijn, bevond zich een ruimte deze ruimte werd ingevuld door de stad Dijon en aan het punt rechts, waar de lijn begon, las Frobisher in kleine doch dui delijke cijfers. „10.25 v.m." Jim begreep er minder van dan ooit. „Ik snap er geen jota van!" riep hij uit. Hanaud strekte de hand uit, en plaatste de punt van zijn pen op die plaats. „Van hier vertrok de motorrijder, de man, die u te 11.40 bij de vork van de wegen ont moette". „Die toerist?" vroeg Jim Een seconde geleden scheen het hem een onmogelijkheid, dat zijn de grens. Zij voelen, dat de strijd van de Repu- blikeinsche Spanjaarden ook hun strijd is. Even enthousiast treden de tegenstanders op. Merkwaax*- dig doen de woorden van die menschen aan. De ar- gumenten, die men hoort zijn noch nieuw, noch ovex-tuigend en zoo neemt het debat als zoomenig ander zonder resultaat een einde. DE GEHEIMZINNIGE AUTO. Het debat wordt door het aankomen van eexi elegante natuurlijk „gestolen", dat wil zeggen gerequireex-de auto ondex-broken, die aan den Franschen kant met Spaansche vlaggen en Spaansch nummerbord de grens nadert. Er zitten zes krach tige jongemannen in, hun enei'gieke gezichten weex*- spiegelen de actieve deelneming aan den strijd. Met spanning vx'aagt men zich af. of de auto doorgelaten zal worden. Wij zien, dat de grens-soldaten dexr wagen ondex-zoeken. Natuuxdijk is voor het eene deel het onderzoek niet streng genoeg, terwijl de meening van de anderen is, dat de auto slechts medicijnen heeft gehaald. Na enkele oogenblikken gaan de slagboomen de hoogte in en de auto is op Spaanschen bodem. Niet lang daarna zien we denzelfden wagen zon der moeilijkheden naar Frankrijk terugkeeren en nu zit, naar men zegt, de burgemeester van Irun achterin. Wat moet hij in Frankrijk doen? Onder handelt hij over de wapenleveranties? Gaat hij slechts zijn tante een bezoek brengen? Of wil hij, misschien Spanje verlaten? De auto met zijn wisse lenden inhoud bewaart zijn geheim. VOOR DRIE FRANCS VIJF MI NUTEN OORLOG. Op den terugweg houden we een paar honderd meter achter de grens op een hoogte halt. Een lief lijk landschap strekt zich voor onze blikken uit. Voor ons verheft 'zich een ongeveer 1500 M. hoogo berg, de stad Irun is van hiexmit volkomen te zien. Rechts strekt, zich de zee uit en links ziet men de beboschte hoogten der Pyreneeën een heerlijk landschap. Maar niet de schoonheid der omgeving treft onze belangstellende blikken; wij zoeken de plaats van het geschut en de dorpen, waar de gx*anaten in vallen. Met het bloote oog kan men niet veel onder scheiden. Er is echter voor gezorgd, dat men beter zien kan. Een jongen van ongeveer 15 jaar staat naast een fonkelnieuwe veri'ekijker. Voor drie fi'ancs mag men vijf minuten zien. Door de verrekijker kan men volkomen .de krijgsverrichtingen gade ^laan. Smartelijke herinnei'ingen voor hen, die reeds eenmaal den ooidog hebben meegemaakt, maar ook voor hen, die het wreede spel voor de eerste maal beleven. DE PHILOSOOF. Achter zijn toonbank in zijn kleine herberg staat een waard, die met volkomen gemoedsrust zijn bier, wijn en aperitiefs schenkt. Met philosophische kalmte laat hij de debatten over zich heen gaan, die zijn gasten in alle politieke schakeeringen voor hem uitvechten. Hij kent de grens; hij heeft twintig jaar in Spanje, in San Sebastian, gewoond, en leeft nu op dezelfde wijze hier. De politieke onderwerpen raken hem slechts in zooverre, als zijn eigen per soon ex-mee gebaat is. Zijn gedachten houden zich slechts bezig met het grensverkeer en het geldwis- selen. Het interesseert hem slechts te hooren, dat men in Saint Jean-de-Luz minder peseta's voor een, fx-anc krijgt dan hij des morgens in Hendaye gekre gen had. (Nadruk verboden. Auteursrecht V.P.B.) Incasseeren van kleine vorderingen. Het. Hoofdbestuur van den Kon. Nederl. Midden standsbond heeft zich dezer dagen met een adres tot de Tweede Kamer gewend inzake het wetsont werp houdende maatregelen tot vex-gemakkelijking van inning van onbetwiste geldvorderingen. Daarin geeft het hoofdbestuur uiting aan zijn teleurstelling over het afwijzende rappox-t, dat de vaste commissie voor privaat- en strafrecht over dit wetsontwerp heeft uitgebracht. Hoewel ook naar het oordeel van het hoofdbestuur de maatregelen, in genoemd wetsontwerp vervat, niet als volmaakt vallen te beschouwen, zou men toch aanvaarding daarvan willen bepleiten, aange zien daarmede een eerste stap zou worden gezet op den weg ter verkrijging van een eenvoudiger sys teem bij het gerechtelijk incasseeren van kleine vor deringen, Derhalve wordt erop aangedrongen om het tegenvoorstel der genoemde commissie niet te aanvaarden op de gi'onden welke de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Arnhem en omstre ken reeds heeft aangevoerd. verbazing nog meer kon toenemen. En toch was zulks thans het geval. „Laten wij dan zeggen, de man met het valies in zijn zijspan", verbeterde Hanaud. „Ge ziet dat hij van zijn punt van vertrek uit Dijon vijf en dertig minuten eerder afging dan gij van het uwe De gehele opzet schijnt uitstekend beraamd te zijn. Want. hij kwam u precies te 11.40 tegen op de plek, die daarvoor was bepaald Noch de auto, noch de motorfiets behoefden één oogen- blik op elkander te wachten. „Opzet beraamd! Bepaalde plek!' riep Frobis her uit, met een soort van wanhoop om zich heen ziende „Is iedereen krankzinnig geworden? Waarom, zou iemand met een valies in zijn zij span telO.25 van Diion vertrekken, een rit van dertig of veertig mijlen in de omstreken ma ken langs een rondloopenden weg en vervolgens langs een slechten weg weer terugkeeren? Dat is immers idioot!" „Het is wel eenigszins zonderling", gaf Ha naud toe. Hij wendde zich met een hoofdknik tot Moreau, die daarop het vertrek verliet door een deur naar de voorzijde van het huis. „Doch ik kan u inlichten', vervolgde Hanaud. „Aan het punt, vanwaar gij zijt vertrokken, nadat de riemen van de gereedschapskist door u waren aangehaald, aan den buitenrand van de stad, ligt een groot landhuis achter in een park!?" „Ja" antwoordde Jim. „Dat is het huis van Madame Le Vay, waar vanavond dat gemaskerd bal gegeven wordt". „Het kasteel van Madame Le Vay!" herhaalde Frobisher. „Waarhij wilde een vraag doen, doch hield zich in. Doch Hanaud vol tooide den zin voor hem. i,Ja waar Ann Upcott zich op het oogenblik bevindt. Gij zijt precies te 11 uur 's. morgens vandaar vertrokken".- Hij keek op zijn horloge.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 11