Vestigings
Kleinbedrijf
et huis
Woensdag 12 Augustus 1936.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 10039
Adres van den
Koninkl. Nederl.
Middenstandsbond.
met de
Tüssch burgeroorlog en
Zomervacantie.
►iji
De Kon. Nederl. Middenstandsbond heeft
aan de Tweede Kamer een adres gericht, be
treffende het Ontwerp van Wet, houdende
regeling betreffende het vestigen van inrich
tingen, waarin eenige tak van detailhandel,
ambacht of kleine nijverheid zal worden uit
geoefend.
In dit adres zegt het Hoofdbestuur van den Bond
met groote instemming de indiening van dit Ont
werp van Wet te hebben begroet, aangezien dit ont
werp, eenmaal tot wet verheven, de mogelijkheid zal
bieden om de sociaal-economische positie van den
middenstand duurzaam te verbeteren; eenerzijds om
dat alsdan alleen zij, die aan bepaalde eischen vol
doen, zich zullen kunnen vestigen, anderzijds, omdat
t.z.t. de concurrentie, welke de niet-zaakkundig ge
ëxploiteerde bedrijven, de bestaande goed-geleide en
gefinancierde zaken aandoen, in juiste banen kan
jvorden geleid.
Het Hoofdbestuur voornoemd juicht het toe, dat in
het onderhavige ontwerp van wet aan de Overheid
geen andere taak is toegekend, dan het bevorderen,
steunen en bekrachtigen van hetgeen uit het bedrijfs
leven zelf is opgekomen en dat dus van eenig initia
tief ten deze, door de Overheid te nemen in branches,
waarin de bedrijfsgenooten zelf in dit opzicht tot dus
verre in gebreke bleven, geen sprake zal kunnen
zijn.
Tevens deelt het Hoofdbestuur voornoemd het in
zicht der Regeering, dat de in het wetsontwerp voor
gestelde regeling de voorkeur verdient boven een
rechtstrcekschen afweer, die met inschakeling van
het z.g. behoefte-element de toestrooming van nieu
we levenskrachtige elementen in den weg zou staan.
Bovendien is ter beoordeeling van de behoefte aan
zaken in een bepaalde branche een criterium niet
vast te stellen, zoodat een dergelijke regeling onuit
voerbaar zou zijn. De Koninkl. Nederl. Middenstands
bond staat dan ook afwijzend tegenover verder strek
kende maatregelen, zooals invoering van het behoef
te-element c.q. van een z.g. spertijd.
Hoewel het Hoofdbestuur met de strekking van
het ontwerp in zijn geheel volkomen instemt, volgt
aan het slot van het adres een 10-tal opmerkingen,
waartoe de ontworpen regeling het Hoofdbestuur
aanleiding heeft gegeven.
Aan het adres is verder toegevoegd een
nota inzake bezwaren tegen het behoef
te-element en den spertijd.
Daarin komt de ernstige teleurstelling van ver
scheidene leden naar voren, naar wier overtuiging
het ontwerp slechts een zeer geringe verbetering in
den toestand van den middenstand teweeg zal kun
nen brengen, aangezien de overbezetting er slechts
indirect door bestreden zal kunnen worden en deze
bestrijding niet doeltreffend zal kunnen zijn.
Zij waren van oordeel, dat alleen dan een werke
lijke verbetering in de tegenwoordige positie van
den middenstand te bereiken zou zijn, indien men
er van uitgaat, dat er niet méér zaken moeten zijn
dan waaraan de maatschappij behoefte heeft.
De hier aan het woord zijnde leden willen dit in
vele branches bestaande te veel aan winkels trachten
op te heffen door in de wet naast de eischen van
vakbekwaamheid, handelskennis en credietwaardig-
heid het behoefte-element in te schakelen en het
vestigen van een winkel alhoewel door den onder
nemer c.q. den beheerder aan de eischen van crediet-
waardigheid, handelskennis, vakbekwaamheid wordt
voldaan alelen toestaan, indien er behoefte aan
dien winkel is.
Voor het geval het aantal winkels boven de be
hoefte uitgaat of overeenkomstig de behoefte is, zul
len er geen nieuwe winkels meer bij mogen komen.
Het aantal winkels zou dus moeten worden aange
past aan de behoefte aan winkels. Indien men ech
ter van de verondex-stelling uitgaat, dat het aantal
winkels in overeenstemming gebracht kan worden
met de behoefte aan winkels, dan neemt men tevens
aan, dat de behoefte aan winkels kan worden uitge
drukt in 't aantal winkels. De behoefte 'n in merg en
been subjectief begrip, resultante van talrijke sub
jectieve factoren, zou dus volgens de voorstanders
van het behoefte-element kunnen worden gemeten
met een objectieven maatstaf, n.1. het aantal winkels.
Dit nu is, naar het oordeel van den Koninklijken
Nederlandschen Middenstandsbond, ten eenenmale
onmogelijk.
De behoefte aan winkels is in de eerste plaats af
hankelijk van de behoefte aan producten, welke in
die winkels worden verkocht. Indien er geen of
minder vraag is naar een bepaald product, is er ook
geen of minder behoefte aan winkels, welke deze
producten verkoopen.
Indien bijv. het vleeschverbruik ten gevolge van
veranderingen in het levenspeil afneemt, is er min
der behoefte aan winkels, die vleesch verkoopen.
Indien tengevolge van de slechte tijden er minder
vraag naar luxe-artikelen is, zal er minder behoefte
bestaan aan winkels, die luxe-artikelen verkoopen.
Niet dus het aantal winkels is maatstaf voor
het vaststellen van de behoefte aan winkels, maar de
vraag naar de producten, welke in die winkels
worden verkocht; deze vraag is nooit vast te stel
len, omdat zij afhankelijk is van talrijke factoren
bij het koopend publiek.
De huidige omstandigheden bewijzen maar al te
zeex\ welken invloed de vei'anderingen in de koop
kracht hebben op de afzetmogelijkheden.
In de tweede plaats is de behoefte aan winkels
niet afhankelijk van hét aantal winkels, maar van
de hoedaxiigheid der winkels en dê wijze, waax'op
de winkeliers hun taak vex-vullen.
Men kan, indien het aantal winkels in een be
paalde streek, gemeente of wijk in vei'houding tot
het aantal inwonei's bijv. als maatstaf wordt geno
men, wel tot de conclusie komen, dat er in die
streek, gemeente of wijk geen behoefte meer be
staat aan winkels van een bepaalde soort; maar
men vergeet dan, dat bij de beoordeeling van de
vi-aag, of de behoefte aan die winkels van een be
paalde soox-t is bevredigd, naast het aantal winkels,
andere factoren een rol spelen, zooals de hoedanig
heid der winkels en de wijze, waarop de winkeliers
hun taak vervullen.
Het aantal zaken en dat gelde evenzoo voor de
bedrijfsuitkomsten der bestaande zaken zal nooit
uitsluitend als norm ter vaststelling van de behoefte
aan zaken kunnen wox'den gehanteex-d, aangezien
dan talrijke subjectieve factoren, welke mede van
invloed zijn op de behoefte aan winkels, worden
verwaarloosd.
Vervolgens is de behoefte aan winkels in stei'ke
mate afhankelijk van de mentaliteit van het publiek.
De een koopt graag alles tegelijk in de stad, of in
een bekende winkelstraat,' de ander laat het door
een zaak in de stad bx-engen of de artikelen op zicht
sturen, de derde koopt het liefst in de buurt, de
viex-de in een buitenwijk of landgemeente. Tenslotte
moet men niet vei'geten de beteekenis van het koo-
pen in seizoen- en mai-ktplaatscn gedurende den
tijd, dat bezoekex's daar tijdelijk vex-toeven. Op deze
tijdstippen staan omzet en klantental in een veel
gunstiger vei-houding tot het oorspronkelijke aantal
inwoners dan op andei'e dagen en toch hebben die
bedi'ijven zelfs als zij slechts gedurende het sei
zoen geopend zijn normaliter voldoende bestaans
mogelijkheid.
Ook zelfs wanneer meP het aantal inwoners kan
vaststellen en hun koopki'acht zou kunnen bepa
len, is nog niet vast te stellen of in verschillende
wijken of in een bepaalde stad nog behoefte is aan
een bepaald soort winkels, ja dan neen.
Men zou de consumenten dan moeten dwingen in
bepaalde winkels te koopen en ook den winkelier
moeten dwingen aan bepaalde pei'sonen te leveren.
In het invoex-en van een z.g. spertijd ziet het
Hoofdbestuur van den Koninkl. Nederl. Midden
standsbond evenmin een oplossing van de moeilijk
heden.
Op dezelfde gi'onden als hiervoren vei'meld, is niet
vast te stellen of er gedurende een zekere pei'iode
geen behoefte aan nieuwe zaken van een bepaalde
soort zal bestaan.
Maar daarnevens zou de mogelijkheid tot invoering
van een spertijd voor den middenstand in het alge
meen een funeste uitwerking kunnen hebben. Jon
gen, kx'achtigen, volkomen voor hun taak bereken
den middenstanders, zou het onmogelijk worden ge
maakt, zich als zelfstandig middenstander te vesti
gen, veelal mede ten bate van halfslachtige bedrij
ven, welke tengevolge van de invoering van den
spertijd in een min of meer monopolistische positie
verkeeren. Verstarring van het bedrijfsleven moet
daarvan onvermijdelijk het gevolg zijn. Bovendien
zal het nuttig effect, dat de goed geleide en gefi
nancierde zaken van het invoei'en van een spertijd
kunnen verwachten, afhankelijk zijn van het ver
dwijnen der reeds gevestigde zaken, een proces, dat
H FEUILLETON
Naar het Engelsch
door
A. E. W. Mason
60.
HOOFDSTUK XX.
Een kaart en het Parelsnoer.
Hanaud keerde zijn kaart om en schooi haar
over de tafel heen, naar Jim.
„Wat maakt gij daaruit op"? vroeg hij, en
Jim schoof een stoel bij en ging zitten om de
kaart te onderzoeken.
Hij zag het eerst, dat het een kaart op groo
te schaal was van Dijon en omstreken, en dat
de stad zelve lag aan het benedeneinde van den
rooden kring en den top uitmakend van het
tennis-raket. Wat de roode kring betreft, deze
scheen een toertje voor te stellen, dat iemand
in de omstreken van Dijon gemaakt had. tot
een groot einde buiten de stad, en vervolgens
daarheen terug. De volgende verdeelingslijn bij
voorbeeld, was getrokken van den top van den
cirkel naar het handvat, dat is dus naar Dijon;
en aan den linkerzijde van den kring, zooals hij
de kaart voor zich had. en buiten Dijon, was
het roode vierkante puntje, wat Hanaud zooeven
had aangeteekend.
„Elf uur v.m." als hij daar.
Hij volgde de roode bocht met zijn oogen en
juist waar de verdeelingslijn den rand van den
kring r ak te, was een ander uur ingeschreven
Hier las Jim Frobisher „11.40"
Frobisher wierp een blik vol verwondering
op Hanaud.
„Goede God!" riep hij uit en hoog zich weer
over de kaart. Het punt waar de verdeelingslijn
weer afweek, bevond zich in een dal, en aan
de omtrekken ja hij had nu ook den naam
gevonden - kon hij zien dat dit was Val Terzon
Iets'vóór elven had Betty den auto juist buiten
Dijon laten stilhouden, tegenover een park met
:n groot huis op den achtergrond, en daar had
zij hem gevraagd, den riem van de gereedschaps
kist even "aan te halen. Precies te elf uur waren
zij verder gegaan. Betty had den juisten tijd
waargenomen en zij hadden precies te 11.40
wederom halt gemaakt op de plek waar de land
weg zich splitste en op Dijon terugliep hier op
dit punt, waar de verdeelingslijn en de rand
van den kring elkander raakten.
„Dat is 'n terreinschets van den tocht dien
wij heden maakten", riep hij uit. „Werden wij
dan gevolgd?"
Hij herinnerde zich eensklaps den tweeden
motorrijder, die achter het gordijn van het door
hen gemaakte stof uit derichting van de stad
was gekomen, en stilgehouden had naast hun
auto, ten einde zich in het gesprek met den
eersten motorrijder te mengen.
Doch de tweede motorrijder had hen niet langs
hun geheelen weg gevolgd. Op den terugweg
hadden zij stilgehouden, en in den verwaar
loosden tuin de lunch gebruikt. Daar was van
den man niet te zien geweest. Jim keek nog eens
door de invoering van een spertijd juist vertraagd
wordt.
Het valt te verwachten, dat na afloop van den
termijn, waarvoor de spertijd voor een bepaalde tak
van bedrijf was ingevoerd, vele nieuwe zaken in dit
bedrijf zullen worden gevestigd, waardoor eventu-
eele verbetex-ing, tengevolge van den spei'tijd verkre
gen, weer spoedig te niet zal woi'den gedaan.
Vervolgens bx-engt het invoeren van een spertijd
een aantasting van het eigendomsrecht met zich
mede voor die gevallen, waarin de eigenaar van een
winkelpand dit pand niet meer vei'huren of verkoo
pen kan tengevolge van het verbod vaxi nieuwe ves
tigingen.
Men wil tenslotte een spertijd als wapen tegen de
ontwikkeling van de gi'ootbedi'ijven, maar men ziet
daarbij dan over het hoofd, dat deze, niettegenstaan
de den spertijd, hun expansie zullen weten voort te
zetten, door het afsluiten van ovei'eenkomsten met
reeds gevestigde ondernemers.
WREEDE OORLOGSSCHEPEN EX
PRACHTIGE PLEZIERJACHTEN.
GRENSLEVEN.
(Van een V.P.B.-correspondent).
SAINT JEAN-DE-LUZ, 10 Aug.
PRACHTIG strekt het strand van Saint
Jean-de-Luz, dat bezaaid is niet veel
kleurige tinten, zich aan de baai van
denzelfden naam in het Baskische
land uit. Hoog boven het strand loopt de
promenade, aan beide zijden begi'ensd door
schitterende tamarinden. Op het strand we
melt het van menschen, op den boulevard
van elegante auto's, op het water van kano's
en zeilbooten.
Een onge wonen, tragischen achtergrond
voor dit mondaine doexi en laten vormen
de grijze massa's van de in de baai anke
rende oorlogsschepen.
OORLOGSSCHEPEN IN ZICHT.
Voortdurend liggen een Fr-ansche kanonneerboot
en een Fransche torpedojager in de haven voor an-
kex*. Bijna dagelijks verschijnt in den namiddag een
vreemde oorlogsbodem aan den horizont. De haven
autoriteiten varen hem tegemoet en loodsen hem in
veilige haven. Nu eens is het een Amerikaansche
kruiser, dan weer een Engelsche torpedojager of
ook wel een ondei'zeeboot, die met zijn smalle, don
kere silhouetten een vreemd contrast met de niet
veel kleinex-e plezierjachten vornit.
Zeer snel verbreidt zich het gei'ucht, dat opnieuw
vluchtelingen het gevaai'lijke Spanje hebben ver-
laten, om op Franschen bodem toevlucht te zoeken.
Een bonte menigte vluchtelingen, die reeds is aan
gekomen, verzamelt zich in de gx-ootste opwinding
op de kade. Zij vormen' een haag, waardoor bepakte
en bezakte vluchtelingen aan land gaan. Wachten
de vrouwen vallen hun mannen om den hals, kin
deren worden gekust en ernstige mannen begroeten
hun vrienden met een veelzeggenden handdruk.
AAN DE GRENS.
De elf kilometer naar Hendaye, het Fx-ansche
grensstation, worden per auto in enkele minuten
afgelegd. In de verte strekt zich de bergketen van
het Guadeloupe-gebex'gte uit. De px-achtig gelegen
oude stan Irun doet van hier uit vriendelijk aan.
Maar de tx*einen stoppen in het station te Hendaye
en kunnen niet verder.
Wij rijden weer terug en komen aan de bi'ug, die
het vredige Frankrijk van het oproerige Spanje
scheidt.
De Fransche grensposten mag men slechts tot op
100 meter naderen. Op deze door militairen be
waakte plaats, verzamelen zich de inwoners en op
sensatie beluste gasten. Het kan niet uitblijven, dat
bij een dergelijke verzameling politieke debatten op
vlammen. De verklaringen van de Fi'anschen zijn
heftig genoeg. Een gi'oep, die klaax-blijkelijk het
Fronte Populaii'e aanhangt, betoogt met enthousias
me voor zijn partijgenooten aan de andere zijde van
op de kaart. Hij volgde de roode lijn van af de
splitsing van de beide wegen, rond de krom
ming van de vallei, tot aan den hoek, waar de
groote Rijksweg naar Parijs deze sneed, en waar
v..zij hadden geluncht. Na de lunch waren zij
langs den grooten Rijksweg naar Diion gereden
terwijl de roode lijn dezen kruiste en weer te
rugkwam langs een veel langeren en oogen-
lijkschijnlijk minder gebruikten weg.
„I'k kan mij niet begrijpen, waarom gij ons
dezen morgen liet volgen, mijnheer Hanaud",
riep hij op eenigszins gekwetsten toon uit.
„Doch laat ik u dit zeggen. De jacht heeft niet
zeer nauwgezet plaats gehad. Wij zijn in het
geheel niet langs dien weg naar huis gekomen"
„Ik lieh er geen flauw begrip van, hoe gij
thuis gekomen zijt". antwoordde Hanaud on
verstoorbaar. „De lijn aan dien kant van den
cirkel heeft in het geheel niets met u te maken,
zooals gii zelf kunt zien, wanneer gij wilt op
merken welk uur aangegeven is, op het punt,
waar die lijn begint".
De roode bocht aan het ondereinde was niet
geheel doorgetrokken; op de plaats, waar het
handvat zou aangebracht zijn, bevond zich een
ruimte deze ruimte werd ingevuld door de
stad Dijon en aan het punt rechts, waar de
lijn begon, las Frobisher in kleine doch dui
delijke cijfers. „10.25 v.m."
Jim begreep er minder van dan ooit.
„Ik snap er geen jota van!" riep hij uit.
Hanaud strekte de hand uit, en plaatste de
punt van zijn pen op die plaats.
„Van hier vertrok de motorrijder, de man,
die u te 11.40 bij de vork van de wegen ont
moette".
„Die toerist?" vroeg Jim Een seconde geleden
scheen het hem een onmogelijkheid, dat zijn
de grens. Zij voelen, dat de strijd van de Repu-
blikeinsche Spanjaarden ook hun strijd is. Even
enthousiast treden de tegenstanders op. Merkwaax*-
dig doen de woorden van die menschen aan. De ar-
gumenten, die men hoort zijn noch nieuw, noch
ovex-tuigend en zoo neemt het debat als zoomenig
ander zonder resultaat een einde.
DE GEHEIMZINNIGE AUTO.
Het debat wordt door het aankomen van eexi
elegante natuurlijk „gestolen", dat wil zeggen
gerequireex-de auto ondex-broken, die aan den
Franschen kant met Spaansche vlaggen en Spaansch
nummerbord de grens nadert. Er zitten zes krach
tige jongemannen in, hun enei'gieke gezichten weex*-
spiegelen de actieve deelneming aan den strijd. Met
spanning vx'aagt men zich af. of de auto doorgelaten
zal worden. Wij zien, dat de grens-soldaten dexr
wagen ondex-zoeken. Natuuxdijk is voor het eene
deel het onderzoek niet streng genoeg, terwijl de
meening van de anderen is, dat de auto slechts
medicijnen heeft gehaald. Na enkele oogenblikken
gaan de slagboomen de hoogte in en de auto is op
Spaanschen bodem.
Niet lang daarna zien we denzelfden wagen zon
der moeilijkheden naar Frankrijk terugkeeren en
nu zit, naar men zegt, de burgemeester van Irun
achterin. Wat moet hij in Frankrijk doen? Onder
handelt hij over de wapenleveranties? Gaat hij
slechts zijn tante een bezoek brengen? Of wil hij,
misschien Spanje verlaten? De auto met zijn wisse
lenden inhoud bewaart zijn geheim.
VOOR DRIE FRANCS VIJF MI
NUTEN OORLOG.
Op den terugweg houden we een paar honderd
meter achter de grens op een hoogte halt. Een lief
lijk landschap strekt zich voor onze blikken uit.
Voor ons verheft 'zich een ongeveer 1500 M. hoogo
berg, de stad Irun is van hiexmit volkomen te zien.
Rechts strekt, zich de zee uit en links ziet men de
beboschte hoogten der Pyreneeën een heerlijk
landschap.
Maar niet de schoonheid der omgeving treft onze
belangstellende blikken; wij zoeken de plaats van
het geschut en de dorpen, waar de gx*anaten in
vallen. Met het bloote oog kan men niet veel onder
scheiden. Er is echter voor gezorgd, dat men beter
zien kan. Een jongen van ongeveer 15 jaar staat
naast een fonkelnieuwe veri'ekijker. Voor drie fi'ancs
mag men vijf minuten zien. Door de verrekijker
kan men volkomen .de krijgsverrichtingen gade
^laan. Smartelijke herinnei'ingen voor hen, die reeds
eenmaal den ooidog hebben meegemaakt, maar ook
voor hen, die het wreede spel voor de eerste maal
beleven.
DE PHILOSOOF.
Achter zijn toonbank in zijn kleine herberg staat
een waard, die met volkomen gemoedsrust zijn
bier, wijn en aperitiefs schenkt. Met philosophische
kalmte laat hij de debatten over zich heen gaan,
die zijn gasten in alle politieke schakeeringen voor
hem uitvechten. Hij kent de grens; hij heeft twintig
jaar in Spanje, in San Sebastian, gewoond, en leeft
nu op dezelfde wijze hier. De politieke onderwerpen
raken hem slechts in zooverre, als zijn eigen per
soon ex-mee gebaat is. Zijn gedachten houden zich
slechts bezig met het grensverkeer en het geldwis-
selen. Het interesseert hem slechts te hooren, dat
men in Saint Jean-de-Luz minder peseta's voor een,
fx-anc krijgt dan hij des morgens in Hendaye gekre
gen had.
(Nadruk verboden. Auteursrecht V.P.B.)
Incasseeren van kleine
vorderingen.
Het. Hoofdbestuur van den Kon. Nederl. Midden
standsbond heeft zich dezer dagen met een adres
tot de Tweede Kamer gewend inzake het wetsont
werp houdende maatregelen tot vex-gemakkelijking
van inning van onbetwiste geldvorderingen. Daarin
geeft het hoofdbestuur uiting aan zijn teleurstelling
over het afwijzende rappox-t, dat de vaste commissie
voor privaat- en strafrecht over dit wetsontwerp heeft
uitgebracht.
Hoewel ook naar het oordeel van het hoofdbestuur
de maatregelen, in genoemd wetsontwerp vervat,
niet als volmaakt vallen te beschouwen, zou men
toch aanvaarding daarvan willen bepleiten, aange
zien daarmede een eerste stap zou worden gezet op
den weg ter verkrijging van een eenvoudiger sys
teem bij het gerechtelijk incasseeren van kleine vor
deringen, Derhalve wordt erop aangedrongen om
het tegenvoorstel der genoemde commissie niet te
aanvaarden op de gi'onden welke de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Arnhem en omstre
ken reeds heeft aangevoerd.
verbazing nog meer kon toenemen. En toch was
zulks thans het geval.
„Laten wij dan zeggen, de man met het valies
in zijn zijspan", verbeterde Hanaud. „Ge ziet
dat hij van zijn punt van vertrek uit Dijon vijf
en dertig minuten eerder afging dan gij van het
uwe De gehele opzet schijnt uitstekend beraamd
te zijn. Want. hij kwam u precies te 11.40 tegen
op de plek, die daarvoor was bepaald Noch de
auto, noch de motorfiets behoefden één oogen-
blik op elkander te wachten.
„Opzet beraamd! Bepaalde plek!' riep Frobis
her uit, met een soort van wanhoop om zich
heen ziende „Is iedereen krankzinnig geworden?
Waarom, zou iemand met een valies in zijn zij
span telO.25 van Diion vertrekken, een rit van
dertig of veertig mijlen in de omstreken ma
ken langs een rondloopenden weg en vervolgens
langs een slechten weg weer terugkeeren?
Dat is immers idioot!"
„Het is wel eenigszins zonderling", gaf Ha
naud toe. Hij wendde zich met een hoofdknik
tot Moreau, die daarop het vertrek verliet door
een deur naar de voorzijde van het huis. „Doch
ik kan u inlichten', vervolgde Hanaud. „Aan
het punt, vanwaar gij zijt vertrokken, nadat de
riemen van de gereedschapskist door u waren
aangehaald, aan den buitenrand van de stad,
ligt een groot landhuis achter in een park!?"
„Ja" antwoordde Jim.
„Dat is het huis van Madame Le Vay, waar
vanavond dat gemaskerd bal gegeven wordt".
„Het kasteel van Madame Le Vay!" herhaalde
Frobisher. „Waarhij wilde een vraag
doen, doch hield zich in. Doch Hanaud vol
tooide den zin voor hem.
i,Ja waar Ann Upcott zich op het oogenblik
bevindt. Gij zijt precies te 11 uur 's. morgens
vandaar vertrokken".- Hij keek op zijn horloge.