Van Aden naar Port-Said
ngekuilde aardappelen naar
Abessiniê
op een vrachtboot
„Baksfis"
Zaterdag 15 Augustus 1936.
SCHAGER COURANT.
Vierde blad. No. 10041
„De Roode Zee
'n verfrissing
18 ct.
Wilt U zoo
gekleed gaan?
Eerlijk is eerlijk
1. 2. 3. is 't best
Banketbakkers
protesteeren
Het koopen van Chineesche
kinderen
Port-Said. In Augustus.
WAT onderlinge mededinging op scheep
vaartgebied kan doen, bemerkt men dui
delijk te Aden. Vele scheepvaartlijnen
jdoen deze plaats aan, passagiersbooten, maar ook
vrachtschepen met soms uitstekende passagiersgele
genheid en van Aden, hoewel het verder weg is,
kan men veel goedkooper naar Port-Said en naar
Europeesche havens komen, dan van Djibouti, waar
als regel slechts de schepen van twpe Fransche dien
sten aanloopen. Veertig procent goedkooper dan ik
te Djibouti voor een tocht derde klasse op een Fran
sche boot zou hebben moeten betalen, kreeg ik te
Aden op een Noorsch schip overtocht naar Port-
Said, met een hut en een verpleging, die ik eerste
klasse niet beter zou kunnen verlangen. Het is waar:
er was geen muziek aan boord en er werd 's avonds
niet gedanst, maar daaraan had ik ook geen behoef
te. Ik at, tezamen met eenige andere passagiers, met
den kapitein en den dokter. Het eenige bezwaar bij
zoo'n vrachtschip met passagiersgelegenheid is, dat
men er niet zoo zeker kan zijn van de uren van ver
trek en van aankomst. Soms worden er, als er ter
plaatse vracht is, eenige extra-havens aangedaan,
maar ik kon dit niet als een nadeel beschouwen.
Zoo kreeg ik thans ook gelegenheid Port-Soedan te
zien, waar we vier-en-twintig uur bleven liggen.
In 1912 besloten de Engelschen Port-Soedan tot een
haven voor grootere schepen in te richten en als
men vergelijkt wat de Engelschen hier tot stand
brachten met wat de Franschen te Djibouti deden in
bijna tachtig jaar, dan valt deze vergelijking ten
sterkste ten nadeele van Djibouti uit. Te Port-Soe
dan kunnen groote zeeschepen dadelijk aan de kade
meren, wat te Djibouti onmogelijk is. Tallooze mo
derne elëctrisch gedreven kranen vergemakkelijken
te Port-Soedan het lossen en laden. Te Djibouti ont
breken ze volkomen. Te Port-Soedan komen de
spoorwaggons dadelijk aan de haven, op de kade,
iets waarvan zelfs de stoutmoedigste man te Dji
bouti nog niet durft te droomen. Een Fransch mede
passagier, die als ik te Port-Soedan een vergelijking
trok met Djibouti, zeide: „Het is om zich als Fransch-
man dood te schamen".
Inderdaad.
De Europeanen en oolc de Egyptische en Soeda-
neesche ambtenaren wonen in ver van elkander
staande villatjes met tuinen. Overal zijn uitstekende
wegen. Te Port-Soedan vindt men een buitengewoon
goed hotel, een onderneming van de Egyptische
spoorwegen en de zindelijkheid laat er niets te wen-
schen over. Men voelt er de hand van een volk, dat
weet wat koloniseeren is en niet gelooft, dat men al
les heeft gedaan, wanneer men eenige aantrekke
lijkheden voor toeristen heeft geschapen.
Een oogenblik gelachen heb ik echter, toen ik op
schriften zag, waarbij door de overheid het vragen
en aannemen van „baksjis" bij zware straffen wordt
verboden.
Om den hemel-bestormenden overmoed van zulk
een maatregel te beseffen, moet men den Oriënt ken
nen als de schrijver dezer regelen en weten wat daar
de „baksjis" beteekent.
Het woord is het best letterlijk te vertalen met
„geschenk", doch „baksjis'" heeft een andere, bij
zondere beteekenis. Een „baksjis" is de omkoopings-
som, die men geeft aan een ambtenaar of zelfs aan
een minister, wat in den Oriënt niet zoo heel zeld
zaam is. Maar een „baksjis" is tevens de fooi aan
een kelner en ook de aalmoes aan een bedelaar.
Doet men in het Oosten groote inkoopen in een
magazijn, dan krijgt men soms als „baksjis" iets toe.
De „baksjis" is overal in het oosten, reeds te be
ginnen op den Balkan, de gouden sleutel, waarmede
men alle deuren opent, het toovermiddel, waarmede
men alle harten wint, een noodzakelijk kwaad, een
soort belasting, een uiting van vriendschap, van ver
achting, van dankbaarheid, een tientallen eeuwen
oude instelling, waarmede tenslotte iedereen vrede ge
nomen scheen te hebben. En hier wilden de Engel
schen den strijd aanbinden tegen dat in het Oosten
bijna heilige hulpmiddel in den dagelijkschen om
gang. Ik stond verbaasd en ik achtte op dat oogen
blik den strijd tegen de „baksjis" den moeilijksten
oorlog, dien Engeland ooit heeft gevoerd. En toch, de
Engelschen schijnen te hebben gewonnen. Ik heb
me rond laten roeien in de haven, ik heb ergens thee
gedronken, ik heb rond gewandeld, ik heb me met
een taxi naar het schip terug laten brengen en nie
mand heeft me ergens om „baksjis" gevraagd. Er wa
ren zelfs geen bedelaars, niet eens vermomde, en het
woord „baksjis" heb ik niet gehoord.
Van Port-Soedan ging het verder naar het noorden
door de Roode Zee, waar boven het zilveren en blau
we water overdag in den zonneschijn lustig vliegen
de visschen speelden. In het oosten was Azië, in het
westen Afrika, beide kusten echten verborgen achter
de gezichteinders tot kort voor Suez, waar de beide
werelddeelen elkander naderen tot ze elkander bijna
raken, doch nog gescheiden blijven door het Suez-
kanaal.
Bij het aan boord gaan te Aden Had ik me nog
zwak en ellendig gevoeld en den tweeden dag had
de Noorsche dokter me onderzocht, en hij was tot
de conclusie gekomen, dat mij absoluut niets scheel
de, dat al mijn organen uitstekend in orde waren, al
achtte hij het niet onwaarschijnlijk, dat ik na de
laatste maanden van opwinding, van onregelmatig
leven, van herhaalde sterke klimaatwisselingen
eenigszins vermoeid .kon zijn. Inderdaad, onwaar
schijnlijk was dit niet. Een mensch is geen machine.
En de tocht over de Roode Zee op het gezellige Noor
sche schip met het uitstekende eten, werd als een
rustkuur. De Roode Zee heeft vooral in dezen tijd
van het jaar een slechten naam om haar warmte.
Dat moge verdiend schijnen voor menschen, die uit
het noorden komen, voor mij, die nog de herinnering
aan het martelende klimaat van Djibouti kersversch
met me omdroeg, was de Roode Zee 'n verfrissching
Het grootste deel van de nachten sliep ik op het dek,
waar steeds een koele wind me omspeelde om me
eerst tegen het aanbreken van den morgen naar mijn
hut te begeven. Enkele Fransche passagiers waren
de eerste dagen verbaasd over het ontbijt, dat ons
werd voorgezet: een tafel met brood, boter, minstens
twaalf verschillende toelagen, als kaas, visch, worst,
ham en als dan nog een bediende een flinke gebak
ken biefstuk of gebakken eieren met spek kwam
brengen, hebben de Franschen dit de eerste dagen
ongenuttigd voorbij laten gaan met een soort heim
wee naar hun „petit déjeuner"', maar later bracht
de eetlust-opwekkende zeelucht ook hen tot andere
gedachten.
Vaart men de Golf van Suez binnen, dan neemt,
tenminste overdag, de warmte toe en ook in het Ka
naal van Suez is de temperatuur als regel hooger
dan in de Roode Zee zoo lang de zon aan den hemel
straalt. Het Suez-Kanaal loopt echter door woestijn
gebied, waar de afkoeling 's nachts zeer sterk is, zoo
dat het er dan aangenaam frisch kan zijn, tenmin
ste voor iemand, die uit het zuiden komt. Voor hen,
die er uit Europa aankomen, is het waarschijnlijk an
ders. In elk geval staat er in het gebied van het
Suez-kanaal meestal een aangename bries. Hierbij
moet men niet uit het oog verliezen, dat alles op
deze wereld betrekkelijk is. Een der avonden, dat
ik de temperatuur bijzonder aangenaam vond, viel
mijn oog toevallig op een thermometer en ik zag,
dat deze bijna 83 graden Fahrenheid (28 graden Cel-
cius) aanwees, een temperatuur, waarbij wij in Eu
ropa zouden schreeuwen over de ondraaglijke hitte.
Van de machtige Engelsche vloot, welke ik ruim
negen maanden geleden te Suez had samengetrok
ken gezien, lag er nu nog slechts één oorlogsscheepje,
een kleine kruiser.
Het was laat in den namiddag toen we Suez ver
lieten, zoodat we het grootste deel van de vaart door
het Suez-Kanaal maakten in nachtelijk duister. Het
groote Bitter-Meer straalde als zilver in den mane
schijn. Dit Bitter-Meer, zoo genoemd naar den
smaak van zijn water, maakte vroeger deel uit van
de Roode Zee, die zich toen veel noordelijker uit
strekte, en hier was het, dat Mozes met de stam
men Israëls door de Roode Zee trok bij zijn vlucht
uit Egypte. Op den westelijken oever van dit meer
heeft men nog de sporen gevonden van het kamp,
dat Mozes met zijn volk betrok, alvorens den tocht
door de zee te wagen.
Enkele tientallen kilometers noordelijker, even ten
zuiden van het Timsah-Meer, ligt de herinnering
aan een andereen (mislukten) overtocht. Hier was 't,
dat gedurende den grooten oorlog een Duitsch-
Turksch leger trachtte het Suez-Kanaal over te ste
ken. De Engelschen hadden niet gerekend met de
mogelijkheid, dat een vijandelijk leger door de
woestijn het Suez-Kanaal zou kunnen bereiken en
hadden geen maatregelen tot afweer genomen. De
toevallige aanwezigheid van een Fransch slagschip
maakte het echter mogelijk de Duitsch-Turksche
troepen terug te drijven.
J. K. BREDERODE.
per pah
Neen natuurlijk. U voelt
voor modern en „practisch".
Doe dan ook niet de
wasch op de ouderwetsche,
omslachtige manier! Neem
1. 2. 3. en laat die de
wasch voor U doen. Spaar
waschgoed, geld en tijd. Een
pak 1.2.3. kost maar 18 cent.
TUINBOUW
HANDELSONDERNEMING ARSOL - APELDOORN
TURKIJE YEVANGT OUDE BANKBILJET
TEN DOOR NIEUWE
'Aanvragen voor vervaardiging in
Nederland •-
Istanhoul De Turksclie reseering zal bin
nenkort bet tbans in omloop zijnde papiergeld
intrekken en door nieuwe biljetten vervangen.
Voor de vervaardiging der nieuwe biljetten zijn
besprekingen geopend met firma's in Nederland
Duitschland, Engeland en Amerika.
De laatste dag
van de vacantie
RUIM 1 MILLIOEN KG. IN HET
WESTLAND BEWAARD GEBLE
VEN.
De controle op de vroege aardappelenwelke
onverkoopbaar blekenis thans in het westland
beëindigd. Het bleekdat zich naar. schatting
nog ruim 1 millioen kg. daarvan in de streek
bevinden.
Over het algemeen deed zich het verschijnsel
voor. dat aardappelen bewaard in veiling-
kisten zich beter hielden dan de z.g. inge
kuilde. terwijl in de kuilen zich middenin het
meeste „ziek" vertoonde en die aan de buiten
zijden het best zich gehouden hadden.
In doorsnede was het gewichtsverlies 4%
en het ziekte-percentage varieerde van 10—
15%.
Veel van de goedgekeurde zijn of worden
nog verkocht, vooral van de z.g. bonken, die
voor een groot deel naar Abessiniê verhandeld
worden. In het algemeen is de te besteden prijs
1.50 per 100 kg., ofschoon doordat in
Noord-Holland een hoogere prijs besteed werd
eenige opleving kwam. „Alg. Hsbl."
TEGEN DE VERHOOGING VAN
DEN ROOMPRIJS.
De Nederlandsche Banketbakkersvereeniging, af-
deeling Rotterdam, heeft zich tot de Nederlandsche
zuivel centrale afd. zuivelsteun, in Den Haag ge
wend met een brief, waarin zij haar verwondering
en ontstemming te kennen geeft over het besluit der
centrale om aan de banketbakkersbedrijven geen
industrieroom voor ijs te verstrekken, maar in
plaats daarvan dan roomprijs te verhoogen en wel
met 7 ct. per liter.
De afdeeiing zegt: In uw schrijven aan onze le
den laat u naar voren komen, dat de controle heeft
uitgewezen, dat onze zaken voor industrie-room
niet in aanmerking komen. Uit de gehouden con
trole kon dat nooit komen vast te staan. Dat was
geen controle. Dat was alleen een bezoek van een
ambtenaar.
Waarom wordt industrieroom verstrekt aan de
groote bedrijven, warenhuizenen eigenaars van ijs-
wagentjes en niet aan ons, de oorspronkelijke ijs-
bereiders? Wij moeten hiertegen met klem protes
teeren en meenen zeer zeker gelijke rechten te heb
ben.
Wij zijn dan ook vastbesloten, indien aan onzen
billijken eisch niet voldaan wordt (ons hoofdbe
stuur heeft dit ook meermalen verzocht) het artikel
room in onze bedrijven tot een minimum te beper
ken of geheel uit te schakelen. De reden hiervan
zullen wij aan het publiek mededeelen.
Goedkoopere boter, room en melk voor onze be
drijven bevoordeelt onze en de zuivelindustrie. Al-
zoo meer omzet, minder werkloosheid. Dit schijnt
men echter niet te willen of kunnen inzien.
TE HONGKONG EN OP MALAKKA.
De Times meldt uit Singapore:
De commissie, die nog onder Thomas als minister
van koloniën benoemd is, om verslag uit te bren
gen over het Mui Tsai-systeem te Hongkong en op
Malakka, heeft haar onderzoek voltooid en is naar
Engeland teruggekeerd. Haar rapport zal nu worden
uitgebracht aan minister Ormsby-Gore, en men is op
Malakka nieuwsgierig, of de nieuwe minister, even
als zijn voorganger, in dit systeem van het koopen
van jonge meisjes als huisbedienden, een vermom
den vorm van slavernij zal zien of niet.
Op Malakka heeft de commisie in het bijzonder
getracht, de verschillen vast te stellen tusschen de
positie van een Mui Tsai en een geadopteerd kind.
Men weet, dat het Mui Tsai-systeem in China een
belangrijken factor vormt van het sociale en oeco-
nomische leven. Kinderen van arme gezinnen wor
den aan rijkeren verkocht, om in dat gezin als on
betaalde dienstbode werkzaam te zijn, tot haar 18de
jaar. In het algeineen leven de Mui Tsai heel ge
lukkig bij hun pleegouders en velen geven, ook na
hun 18de jaar, den wcnsch te kennen, in dat gezin
te blijven. Sommige van die meisjes zijn door hun
pleegvaders gehuwd. Het is echter duidelijk, welke
gebreken het systeem kan hebben.
In 1933 werd op Malakka bij ordonnantie het Mui
Tsai-systeem verboden. Men dacht, dat zulks zou
gaan, omdat er op Malakka minder Chineezen wo
nen dan te Hongkong en omdat de Chineezen op
Malakka over het algemeen rijker zijn dan die te
Hongkong. Ook ligt Malakka ver van China af, waar
het systeem diep in het volksleven is geworteld.
Maar nog steeds treft men in de gezinnen van rijke
Chineezen „kleine zusters" aan. Tegenwoordig om
zeilen de Chineezen vaak de wet, door de meisjes
te adopteeren. Dit heeft echter tot gevolg, dat zij
bij de verdeeling van de erfenis, op gelijke rechten
aanspraak kunnen maken als de echte leden van
het gezin, tenminste volgens het Chineesche recht.
Het. Engelsche recht echter erkent die aanspraak
met en daarvan maken de Chineezen gebruik. De
commissie heeft dat ingezien en zal waarschijnlijk
aanbevelen, het Mui Tsai-systeem te vervangen door
adoptie. Men hoopt, dat zij er in slagen zal, een uit
weg te vinden, die zoowel de hervormers in Enge
land zal bevredigen, als rekening zal houden met
de ©economische behoeften van de Chineezen,