ONZE GOEDKOOPE PATRONEN.
fcftNJ ficmeBAcH f
WELKE KLEEDING LEENT ZICH VOOR
KLEINE FIGUURTJES?
Wanneer wij de ontwerpen der modehui
zen zien, dan komt onwillekeurig de vraag
wel eens bij ons op, of de ontwerpers zich
alle vrouwen lang en slank denken.
Helaas zijn er maar enkele ideale figu
ren, die ongestraft alles kunnen dragen en
dan ook zonder bezwaar confectie kunnen
lcoopen. Weinig vrouwen zijn er echter,
wier vórmen zóó zijn, dat de verschillende
modellen haar figuur inderdaad tot hun
recht doen komen.
Wanneer wij de modellen echter eens
aan een nadere beschouwing onderwerpen,
dan zien we toch, dat er met overleg ook
voor de niet ideale figuren nog heel wat is
te vinden en dat het voornamelijk op de
juiste keus aankomt. Kleine slanke en niet
meerder gezette vrouwen moeten dwarse
streepen, groote ruiten en bloemen, groote
knoopen, schootjes, afstekende en breede
ceintuurs en strooken vermijden, aangezien
dit alles nog kleiner en breeder maakt.
Rechte rokken, aansluitende mouwen en
smalle ceintuurs werken gunstig evenals
prinsessemodellen. Korte manteltjes komen
het figuur slechts dan ten goede, indien ze
aansluiten, b.v. in smokingmodel, zooals
het middelste model te zien geeft.
Handtasschen, bloemen, strikken moeten
niet in buitengewoon groote afmeting ge
kozen worden, doch slechts van bescheiden
formaat zijn.
De groote afbeeldingen boven geven de
juiste modellen aan, terwijl de verkleinde
eronder juist op een verkeerde keus dui
den.
Iedere vrouw heeft het in hare macht
goed gekleed te gaan, indien zij slechts
open ook heeft voor kleine gebreken en
deze door een goede keus van modellen
weet op te heffen.
T GEKLEEDE ZOMERHOEDEN.
Voiles en bloemen spelen een groote rol
bij de zomerhoeden. Zij passen zoowel bij
kleine als grootere modellen, terwijl de
hoogte der bollen eveneens zeer verschei
den is, nu een nagenoeg vlak, dan weer
aanmerkelijk hooger. Sommige modellen
in den vorm van toques doen ons soms
denken aan kleine bloemperken. Een bonte
mengeling van bloemen op tulle gehecht
geven elegante modellen, terwijl meerma
len tulle over de bol wordt gelegd om te
voorkomen, dat een stevige windstoot de
losjes gehechte bloemen met zich mede-
voert.
Ook de bol is nu eens sober met een en
kele bol, dan weer overvloedig met een
krans van bloemen en bladeren gegar
neerd.
Men verwerkt zoowel piqué als zijde, or-
gandie en fluweel tot rozen en margarie-
ten.
Hoeden met opgeslagen rand hebben
soms enkele bloemen, die tegen den bin
nenkant gehecht zijn.
De voiles hangen niet alleen van den
rand der hoeden af, doch bedekken groo-
tendeels het gelaat, terwijl men ook ge
drapeerde tulle langs de bol ziet, die in
sierlijke einden afhangt.
ZIJN GEKNEUSDE EIEREN NIET MEER
TE GEBRUIKEN?
Iedere huisvrouw benut den tijd van
goedkoope eieren en dient diverse gerech
ten op, die het vleesch vervangen. Hoe
voorzichtig men eieren ook behandelt, toch
komt het herhaaldelijk voor, dat er een
gebarsten ei bij een hoeveelheid is.
Wat doet men nu met deze eieren, vooral
als er meerdere zijn en men ze niet dade
lijk kan verwerken? Men neemt een stee-
nen kom, slaat de eieren één voor één op
den rand van èen kopje stuk, laat het
hierin glijden en overtuigt zich, dat het
volkomen frisch is en dooier en wit niet
dooreen geloopen zijn, want dit zou be
derf in de hand kunnen werken. De eieren,
die aan deze eisch voldoen, worden voor
zichtig in de kom overgegoten, die daarna
g-vuld wordt met zooveel water, dat het
2 vingers boven de eieren staat. Op deze
wijze kan men de gekneusde eieren 14
dagen goed houden.
Deze eieren kunnen nog uitstekend ge
bruikt worden voor paneeren, bakken,
binden van soepen en sausjes en voor pud
ding, doch niet voor spiegel- of roereieren.
ORDE IN KASTEN GEWENSCHT.
In zeer vele gezinnen ziet alles er spik-
span uit, nergens is iets te ontdekken, dat
niet in orde is, doch.gaat een of andere
kastdeur open, dan slaat de huisvrouw de
schrik om het hart, want in de kast is al
les behalve in orde! Verstelgoed ligt opge
stapeld, rol er bijna uit, niet keurig opge
vouwen, doch ineen gefrommeld en kousen
eenvoudig samengeknoopt. In de huishoud
kast is het al niet beter gesteld en dan
komt er ten overvloede nog bij, dat het pa
pier vol vetvlekken zit. „Ja" heet het dan,
„ik was juist van plan de kasten eens in
orde te brengen."
Veel kan voorkomen worden, indien men
zich aanwent, om alles een vaste plaats te
geven en alles ordelijk op te vouwen. In-
plaats van rood of wit papier legt men aar
dig wit en rood geruit zeildoek in de kas
ten en brengt aan de voorzijde met roode
punaises een linnen kant aan. Men heeft
de planken dan slechts af te nemen met
een doekje en wat zeepsop en bespaart den
tijd om telkens nieuw papier in te leggen.
Na het afnemen wrijft men over het zeil
doek met een doekje met wat melk.
Keukenkastjes worden belegd met een
goedkoop soort linoleum, hetgeen beter
staat en tevens veel practischer is dan pa
pier. In provisiekasten is zeildoek evenals
op kelderplanken het meest geschikt.
WAT ZAL DE MODE
ONS BRENGEN?
De moderne lijn viert
nog steeds hare triom-
phen en geen wonder,
want zij stelt alle po
gingen in het werk, om
het vrouwenfiguur zoo
goed mogelijk uit te
doen komen. Zeer veel
ziet men korte mantel
tjes dragen, zoowel op
sportieve strandbroe-
ken als op middag
en avondjaponnen,
meestal zijn zij van
contrasteerend materi
aal en vrijwel altijd
wordt aan het z.g. smo
kingmodel de voorkeur
gegeven.
Voor strand- en wa
tersport zijn de lange
wijde pantalons, b.v.
wit met roode anker
tjes bedrukt bijzonder
geschikt; waarbij dan
een aansluitend jasje
wordt gedragen, wit of
rood.
Voor 's middags is 't
donkere manteltje op
de imprimé rok even
gekleed als het zijden
costume (2 en 5), doch
ook de avondjaponnen,
de z.g. costumes de nuits zijn niet „af" zon
der dit vrijwel onmisbaar geworden klee-
dingstuk. Lange wijde tafzijden japonnen
in streepdessin of effen, mouwloos met
diepe ruginsnijding hebben bijpassende
smokingjasjes, b.v. met een mooie, in toon
VACANTIEKLEEDING.
De echte eenvoudige vacantiejaponnetjes
voor kinderen zoowel als jonge meisjes is
ontleend aan de Beijersche drachten. We
zouden bijna zeggen, dat de zomermode
gedeeltelijk a la Tirolienne is ontworpen,
want ook ceintuurs, dassen, tasschen en
nog verschillende andere details geven
kleurige bloemenmotieven weer als Alpen
roosjes, edelweisz, gentiaan en verder
hartjes, springende herten en andere mo
tieven aan het leven der bergbewoners
ontleend. Wij zien speciale katoentjes,
meest met donkere fonds in verschillende
kleuren bedrukt, voor deze Dirdl's ver
werkt. Hoe vlot deze japonnetjes ook
staan, willen wij met nadruk verklaren,
dat ze niet bedoeld zijn als stadskleeding,
doch in het bijzonder voor buiten, hetzij
men in zee, aan bosch, op de hei of in de
bergen vertoeft en als zoodanig staan ze
aardig en zijn practisch. De modellen zijn
zeer eenvoudig, hebben een aansluitend
lijfje met knoopsluiting midden voor.
In Beieren ziet men veel zilveren knoop
jes toegepast. Vierkante halzen, pofmou
wen en rechte rok,, die met ruimte aan 't
lijfje wordt gezet, voltooien het geheel,
dat naar verkiezing met een schortje wordt
gedragen.
Meermalen zijn de lijfjes zonder mou
wen en tamelijk laag uitgesneden en wordt
er een witte voile blouse onder gedragen.
Bij deze Dirdl's worden effen linnen,
wit naturel of blauwe manteltjes gedragen,
die meermalen op de revers een garnee
ring hebben van geappliceerde bladmotie
ven, zooals onze afbeelding b.v. een eiken
blad met eikels in de punt aangeeft. Herts
hoornen knoopen als sluiting.
KEUKEN-WENKEN.
Broodkorsten worden in een niet te heete
oven gelegd om te drogen en daarna (tus-
schen papier) met een flesch fijngerold. Om
te voorkomen, dat de korsten te hard wor
den, moet men een blikken schaaltje met
water in den oven plaatsen. Het verdam
pen van het water zorgt voor een min of
meer vochtige atmosfeer.
Slagroom wordt na het stijf kloppen eerst
dan bij pudding gevoegd, wanneer deze
stijf begint te worden. Men beloopt dan
nimmer de kans, dat de room zich afscheidt.
Kaas wordt nimmer schimmelachtig, Wan
neer men er onder de stolp een klontje sui
ker bijlegt, dat de vocht tot zich trekt.
Lever wordt door de bereiding nimmer
hard, indien men ze 24 uren in melk legt,
terwijl het zouten eerst gedurende of na
het braden plaats vindt.
gehouden corsage, terwijl bij het dansen
het jasje wordt afgelegd. Heeft men zich
eenmaal aan deze practische, goed klee-
dende jasjes gewend, dan kan men er wer
kelijk niet meer buiten.
PRACTISCHE HUIS.
Wie over een breede
vensterbank beschikt,
kan in het midden een
aquarium plaatsen,
waarvan men buitenge
woon veel genoegen
beleeft. Men moet voor
al niet een te klein mo
del kiezen, terwijl een
zonnige, lichte plaats
gekozen moet worden.
Het beste is, dat men 't
aquarium op een vil
ten onderlaag plaatst,
terwijl een laag fijn
wit zand op den bodem
wordt gelegd. Met een
slangetje kan het water
steeds uitgeheveld wor
den. Als planten kiest
men o.a. pijlkruid en
waterpest, doch men
plant dit zóó, dat in 't
midden een vrije ruim
te blijft voor de visch-
jes om te zwemmen.
Men kan hier en daar
enkele kiezelsteenen leggen, terwijl een
paar slakken de kanten schoon houden en
glazenwasschersdiensten verrichten. Voor
het vullen legt men over den zandlaag cou
rantenpapier en laat het water, dat op de
vereischte temperatuur gehouden moet
worden in het aquarium loopen. Met een
gummischijfje bevestigt men de thermome
ter aan een der kanten.
Indien men geen tuin heeft, kan men
keukenkruiden doen groeien in aardewerk-
potten .waarin goede tuinaarde gedaan
wordt. Voor regelmatig vochtig houden der
planten moet zorg worden gedragen en
's zomers doet men bij het water wat ka-
merplantenmest. Zelfs 's winters kan men
op deze wijze altijd versche peterselie,
bieslook, e.d. bij de hand hebben.
KEUKENWENKEN, DIE DE AANDACHT
VERDIENEN.
Bakken.
Als grondregel moet gelden, dat bloem
steeds minstens éénmaal gezeefd moet wor
den voor het gebruik en dat zich in sui
ker geen klontjes mogen bevinden. Voor
gebak, dat een weinig vochtig deeg vraagt,
o.a. zandgebakken kan het best lichte
basterd suiker worden gebruikt. Poedei*-
suiker wordt een enkele maal vereischt, o.a.
voor glazuur en vullingen en moet, indien
het klontjes bevat, steeds vooraf in de
amandelmolen gemalen worden. Zoo'n mo
lentje bewijst trouwens vele diensten in de
keuken en behoort bij de inventaris, het
geen dan ook geen groote kosten met zich
brengt (pl.m. 70 cent).
Eiwit wordt steeds het laatst door het
deeg gemengd, hetgeen door luchtig om en
om scheppen, geschiedt. Het geslagen ei
wit moet zóó stijf zijn, dat men het kan
snijden. Zeer practisch zijn de kloppers, be
staande uit een vrij hooge smalle, metalen
koker (nikkel of alluminium) met een ge
perforeerde stamper, die tevens room in
minder dan geen tijd de vereischte dikte
geeft. Vóór het kloppen van eiwit en room
steeds een tikje zout toevoegen.
Deeg, dat met boter wordt bereid, moet
na de bewerking steeds een tijd „rusten"
op een liefst koude plaats. De boter is door
de warmte der vingers min of meer slap
geworden en moet eerst opstijven, het moet
voorts bij middelmatige hitte worden ge
bakken, met een plat breed mes uit den
vorm genomen worden en op een gebak-
rooster afkoelen. Glazuur moet op gebak
gebracht worden als het volkomen koud is.
Ongeglazuurd gebak kan men lang in een
goed gesloten trommel bewaren. Gebak
met glazuur wordt echter minder smake
lijk of beter nog dof, door lang bewaren.
Gistdeeg moet, wanneer het gestort wordt
op een draadrooster, afgedekt met een
doek, bekoelen en eerst daarna met poe
dersuiker bestrooid worden.
Bij boterkoek moet het bakblik weinig
of niet worden ingevet, in andere gevallen
met boter of slaolie invetten en met bloem
bestrooien. Biscuit-, noot- en ander gebak
bij matige hitte bakken, z.g. rouladen b.v.
Swissrol korten tijd bij flinke hitte bakken
gedurende ongeveer 7 minuten.
Amandelen moeten voor het gebruik ge
broeid worden, d.i. in heet water weeken,
huidjes met duim en wijsvinger verwijde
ren en daarna op het bakblik drogen, eerst
daarna malen of hakken.
Kleine koekjes worden steeds voorzich
tig met een mes van het blik genomen.
Taartbodems kan men het best bakken
in een beboterde vorm, gevoerd met bebo
terd papier, dat te bruin worden voorkomt
en gemakkelijk van het gebak genomen kan
worden door den onderkant vochtig te ma
ken.
Ten gerieve onzer lezeressen wor
den van de modellen in de rubriek
„goedkoope patronen" tegen inzen
ding van 25 cent -t- 5 ct. voor ver
zend- en administratiekosten, post
zegels (liefst van ll/2» 3 of 6 ct.)
aan „Het Practisch Modeblad",
Postbus 36, Den Haag, (Giro
203203), schitterende patronen
franco toegezonden.
Zij, die van deze goedkoope patronen
willen profiteeren, dienen het nummer en
de maat van het gewenschte patroon bene
vens naam en adres duidelijk op te geven
Indien men tegelijk met het patroon te
vens gaarne het laatste nummer van „Het
Practisch Modeblad" wenscht te ontvangen,
dient men 10 ct. extra in te sluiten.
Het verkrijgbaar stellen van deze fraaie
patronen is uitsluitend ingesteld om de
lezeressen van deze krant te gerieven. Wij
hopen gaarne, dat U ook Uw kennissen,
die misschien nog geen abonnee zijn, op
deze mogelijkheid wilt wijzen, zoodat ook
zij in de gelegenheid gesteld worden van de
vele voordeelen, die een abonnement op
deze krant biedt, te genieten.
WANDELJAPON.
Succespatroon VKK 1934.
Prijs f 0.25 plus 5 ct. voor adm.-
en verzendkosten.
Effen materiaal doet de mooie lijn van
deze japon heel goed uitkomen. Zoowel
kunst- als gewoon linnen in zachte pastel
tint is mooi, vooral in de kreuk-vrije kwa
liteiten. Toch zijn er vele mooie, dunne
zomerweefsels, die voor koele dagen zoo
uitstekend geschikt zijn, ook cloqué is
mooi materiaal. Ons model heeft korte
aangeknipte mouwtjes en een bescheiden
vierkante halsuitsnijding met als eenige
garneering twee clips met gekleurde steen
tjes b v.
In het bovenstuk zijn twee figuurnaad
jes aan de voorzijde gestikt, op dezelfde af
stand als de breedte van de opgestikte
plooi, die pl.m. 35 c.M. van den zoom af
uitspringt.
Patronen verkrijgbaar in de maten 42
44—46—48.
DAMESNACHTJAPON.
Succespatroon VKK 1912.
Prijs f 0.25 plus 5 ct. voor adm.-
en verzendkosten.
Deze gekleede nachtjapon is speciaal
ontworpen voor gezette dames en heeft een
bijzonder mooie pasvorm. Het bovenstuk
is in kimono-vorm. heeft een naad op de
schouders, die gedeeltelijk opengelaten
wordt, zoodat de mouw iets van elkander
valt. Afwerking met smalle kant aan hals
en mouwen.
De rok heeft aan de zijkanten aangezette
stukken, aangezien het materiaal meestal
niet breeder is dan hoogstens 90 c.M. Men
kan dit echter voorkomen door een naad
in het midden te nemen, zoodat men 4 ba
nen krijgt. Toile de Soie en Bembergzijde
geven mooie nachtfcleeding.
Patronen in dc xaaten 485052 en 54,