Van het Tsjechische Land
Een bezoek aan den dorps
burgemeester
Zaterdag 22 Augustus 1936.
SCHAGER COURANT.
Derde Blad. No. 10046
Ontvangst van de Rollan-
dische Fraulein op de
glastentoonstelling
t IS
Het huis van den
„Vorsteher"
Tuintje
Naar 15000 meter hoogte
Détré's bevinding
Zijn Edelachtbare den
geheelen dag in het
hooiland. Het ge
meentelijk archief
het nacht
kasje
in
t t missch
misschien wel heel aardig gezegd dat
„onnoozelen het altijd moeten ontgel
den", maar als het op iemand zelf toe
passelijk wordt, vindt men er toch meestal niets
geestigs meer in. Het is daarom ook meer omdat het
wellicht is „tot leringh ende vermaek" van anderen,
dan dat ik er zelf zooveel plezier in heb, dat ik
hieronder van m'n eigen domheid vertel.
Het geschiedde n.1. bij de Tsjecho Slowaaksche
grens, dat de douane .vergat een stempel in mijn
pas te drukken en ik in mijn maagdelijke onnoo-
zelheid zoo blij was dat alles zoo vlug en vlot ver
liep, dat ik dit verzuim onopgemerkt liet. Toen ik
echter ettelijke weken later vernam dat buitenlan
ders, na een oponthoud van minstens 8 dagen, bij
de spoorwegen een belangrijke reductie verkregen,
kon ik niet met m'n pas aantoonen, wanneer ik in
het land was gekomen en, of ik nu hoog spring of
laag spring, bij de grenswacht houdt men stijfhoof
dig voj, dat ik hier officieel nog niet ben en zelfs
een uittreksel uit het klein Isersehe bevolkingsregis
ter vermag niet de lui van het tegendeel te overtui
gen.
Voor dit uittreksel was ik nog speciaal naar den
Burgemeester, of wel „Vorsteher", geweest, welke
gang overigens nog een genoegen op zichzelf was.
Ik had m'n bezoek uitgesteld tot 's avonds, omdat
ik Zijne Edelachtbare den geheelen dag druk bezig
had gezien in het hooiland, maar ook toen vond
ik hem nog in den stal, waar hij zijn 3 roodbruine
koeien molk. We schudden elkander over de mest-
goot heen de hand en zeiden:' „Grüsz Gott", waarna
ik op een blok hout plaats nam en we ons ver
diepten in internationale rundvee-problemen. Hier
boven, in de bergen blijven de magere koeien, die
met den vervaarlijken slag in hun rug en hun hoekig
achterend ongeveer het midden houden tusschen een
Noordhollandsche koe en een Drentsche geit, bijna
het geheele jaar binnen. Ten eerste, omdat het door
de nachtvorsten en de nevels 's nachts te koud is,
maar in de 2e plaats ook daarom, omdat men met
minder gras toekan wanneer men eiken dag een be
paalde portie voor de koeien maait, dan dat ze in
de weide hun buik vol eten. Pas in de herfst, wan
neer al het hooi binnen is, komen de beesten een
paar, uur per dag buiten onder hoede van een klei
nen koejongen. Op deze manier komt men toe met
1 Joch of wel H.A. grasland per koe, dat men
uitsluitend van den staat pacht en waarvoor men ge
middeld 55 kc. betaald, wat omgerekend komt op
f6,60 per H.A. Door dezen buitengewoon lagen huur
prijs is het mogelijk, dat hier een familie, wanneer
de man af en toe nog iets bijverdient met houthak
ken, van een bedrijfje van 2 a 3 koeien kunnen le
ven, al is het dan ook zeer sober. De meeste boe
renhuizen zijn er ook nog op ingericht eenige zomer
gasten te herbergen, maar sedert de Rijksduitschén
hun .vacantte in eigen land doorbrengen, hebben deze
inkomens niet veel meer te beteekenen.
Het melken was inmiddels afgeloopen. Tot besluit
van de dagtaak moest nog water voor de koeien ge
haald. worden uit de Iser, die vlak langs het huis
stroomt, en daarna veegde de „Herr Vorsteher" z'n
handen af aan z'n broek en noodigde me uit mee
Zijn Edelachtbare (links) was den geheelen
dag bezig in het hooiland i
te komen in de groote woonkeuken, waar de huis
houdster bezig was bij de machtige gemetselde kook
kachel. Behalve deze kachel waren iii het vertrek
achtereenvolgens nog opgesteld: een centrifuge, een
waschtafel, een commode, 2 witgesluierde tafeltjes,
een glazekast met ouderwetsche tierelantijntjes en
porceleinen prulletjes, een groote tafel, een nacht
kastje en tenslotte nog het bed van den Vorsteher,
waarvan het bolle, witte Federbett bijna tot den zol
der reikte. Nadat m'n gastheer een lange pijp had
aangestoken en we genoegelijk breeduit met de ar
men op de tafel waren gaan liggen, zette ik de re
den van m'n bezoek uiteen en verzocht om het be-
noodigde uittreksel uit het bevolkingsregister. Uit de
tafellade werden toen een fleschje inkt, een pen en
een brilletje gezocht; het register zelf bleek bij het
gemeentelijk archief in het nachtkastje te zijn ondei*-
gebracht; nadat vervolgens nog een vel papier netjes
doormidden was gescheurd om de materialen der ge
meente niet onnoodig te verspillen, kon met schrij
ven worden begonnen. De Hollandsche plaats- en
eigennamen gaven wel eenige moeilijkheden en de
Vorsteher streek meermalen bedenkelijk door z'n grij
zen baard, maar eindelijk was het'stuk toch klaar.'
Omdat we zóo gezellig gebabbeld hadden, kostte de
heele ambtelijke verklaring me geen Heller en het
was alleen maar jammer, dat, toen ik met het toch
zoo officieele papier bij de Grenzzollambt kwam, men
me daar vertelde, dat. ze met zulke briefjes geen
rekening konden houden! Daar stond ik met m'n
verstandige gezicht; want dat beteckende, dat ik bij
m'n uitstapjes geen reductie op m'n spoorkaartje
kreeg. Ondanks dat feit ben ik toch dikwijls den lan
ge weg naar station Polaun afgesprongen, want ook
zonder korting reist men in de hobbelende Zahnrad
en de boemelende Personenzug voor prijzen waartegen
men in een Lunapark nog niet terecht komt.
Eén der interessantste reisjes was naar Gablonz,
het middelpunt der glasindustrie, een stadje van
pl.m. 36:000 inwoners dat, door zijn grooten export,
verbindingen heeft met alle deelcn der wereld en
waar ongeveer alle denkbare talen worden gespro
ken. Ik trof het, dat men daar juist onder den naam
„Kultur und Arbeid im Iscrgebirge", een groote ten
toonstelling had samengesteld, die ik natuurlijk wil
de bezoeken. Alvorens ik echter bij de poorten van
het eerste der 6 tentoonstellingsgebouwen was aan
geland, had ik onderweg afwisselend met regen en
zonneschijn te kampen gehad, waardoor mijn uiter
lijk schoon eenigszins aan het wankelen was ge
bracht. Daar de afstand Klein IserGablonz echter
nog geen „Katzensprung" is, besloot ik desondanks
toch de gelegenheid te benutten en in de diverse af-
deelingen een kijkje te gaan nemen. Eilaas, de mare
dat een holliindischc Fraulein de tentoonstelling zou
bezoeken, was me al vooruitgesneld en toen ik ver
regend en wel het hoofdgebouw betrad, schoot plotse
ling een overigens onschuldig uitziende heer te voor
schijn om me te 'begroeten en me te zeggen hoe ver
heugd Kultur en Arbeit in het Isergebirge zich ge
voelde dat ik er was. Ik probeerde nog vergeefs te
interrumpeeren, door te vertellen dat ik maar een
heel gewone juffrouw was, maar de man scheen zoo
veel plezier te hebben in z'n voordracht, dat ik hem
verder z'n gang maar heb laten gaan. Aan de zijde
van een heer in hagelwit linnen pak, doorschreed ik
daarna de diverse zalen en moet bekennen, dat ik
weldra m'n verfomfaaide broekrok en m'n groote
modderschoenen was vergeten, want de tentoonstel
ling was werkelijk zeer belangwekkend. Ze begon
met de glasstangen in alle mogelijke kleuren, zoo
als ze in de fabriek uit de oven worden „getrok
ken", waarna de groote verscheidenheid van produc
ten die daaruit vervaardigd worden, volgde vanaf de
kleine kraaltjes en eenvoudige knoopen tot de meest
geraffineerd geslepen kristallen schalen toe. Een
aparte zaal was gewijd aan wat in den loop der
tijden aan glasversierselen is gedragen; zoowel de
pompeuze kralengewrochten en de vervaarlijke hoe-
depennen van onze grootmoeders als de moderne
clips, broches, gespen, enz. Ook nagemaakte edel-
steenen waren daar te vinden; diamanten," amethis
ten, opalen, robijnen, alles lag daar in bedriegelijke
echtheid te schitteren. Verder afdeelingcn voor lam
pen, kerstboomversierselen, huishoudelijke artike
len enz.
Maar niet alleen glasproducten waren te aan
schouwen. De groote export van de Gablonzer waren
maakte, dat men ook allerhand doozen moest ver
vaardigen voor de vei'zending, waardoor men zich
langzamei'hand ging toeleggen op allei'lei cartonnage
werk, boekbinden, enz. Verder ontstond door de be
hoefte aan verschillende soorten slijpmachines een
aparte machine-industrie. Het ontwerpen van model
len voor de bijouterieën en de glasfiguren, en het be
schilderen van het glaswerk gaf aan de vaklieden
met kunstzinnigen aanleg gelegenheid hun artistieke
gaven te ontplooien en hoewel deze ooi'spronkelijk
alleen technisch werkten, zoo hebben zich daaruit
toch langzamei'hand groepen gevoi'md van kunst
schilders, goud- en zilversmeden, graveurs en derge
lijke. Allen hadden van hun werk ingezonden, waar
door men de opkomst van het geheele stadje als in-
dusti'ie- en kunstcentrum kon nagaan.
Interessant was ook nog de afdeeling der kunst-
nijvei'heidsschool, waarin het wei'k der leerlingen
vanaf de ontwerpen uit het eerste leei'jaar tot het
„Meistei'stück" te zien was.
Jammer genoeg, gaat het ook de Gablonzer indu
strie momenteel zeer slecht, wat zich natuurlijk in
alle lagen der bevolking voelbaar maakt. Vele ar
beiders worden ontslagen en kunnen alleen af en
toe nog wat verdienen als „Gürtler", zooals hier de
huiswerkers worden genoemd. De huisindustrie is
hier buitengewoon stei'k ontwikkeld; maar aange
zien men meest zeer eenvoudige voorwei'pen maakt,
zooals knoopen, glazen compoteprikkertjes, glazen
knopjes op spelden, enz., die door de fabrikant goed
koop worden verkocht, wordt daarmee meestal be
droevend weinig verdiend. Zelfs zij, die een onge
looflijke vaardigheid in het drukken en di'aaien heb
ben vei'kregen, kunnen hun loon dooi'gaans niet ver
der brengen dan 1 Kc. of wel 6 cent per uui\
Van Gablonz en omgeving kan men inderdaad met
recht zeggen, ondanks dat de bevolking er zingt:
„Isergebirge, du stolze Heimat mcin!", dat het niet
alles goud is wat daar blinkt.
M. T. B.
overspannen, onrustig en slape-
llUrVvUa loos. Men gebruike hiertegen de
zenuwstillende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
Ik ken een aardig tuintje,
Verscholen tusschen 't groen,
Met heestei*tjes en bloemen
In 't zomersche seizoen.
Met een vei'geten hekje,
Dat in 't vei'leden leeft,
En, droom'rig en bescheiden,
Reeds jaren toegang geeft.
Het is geen deftig tuintje,
Vol kunstzin aangelegd,
De smalle paadjes loopen
Er lang niet altijd recht.
De bloemen, die er bloeien,
U kent ze allemaal,
Maar toch, dit mooie plekje
Spreekt steeds een eigen taal!
Want in dit kleine tuintje.
Vol rust en zonneschijn,
Mag in het jachtend leven
De mensch zichzelf weer zijn!
Daar staat een vriend'lijk bankje
Tot icder§"dienst bereid,
Daar komen vele zoi'gen
Vaak tot vergetelheid!
Soms tripp'len kindervoetjes,
De smalle paadjes i-ond,
Daar strooit de milde zomer
Zijn kleuren langs den grond.
Een enk'le vogel fluit er,
Vol levensblij gerucht,
En hoog omhoog daarboven
Welft zich de blauwe lucht.
O, klein, bescheiden tuintjé,
Verloren tusschen 't groen,
Hoe maakt ge ons gelukkig
In 't zomersche seizoen!
Hoe leert ge ons begrijpen,
Door 't geen ge daag'lijks geeft,
DAT IN DE WARE EENVOUD
DE WARE VREUGDE LEEFT!!
Aug. 1936.
KROES.
De Pai'ijsche luchtvaart-medewerker van de N. R.
Ct. schrijft:
Begrijpelijk is Geoi'ges Détré op dit oogenblik een
der gelukkigste figuren van de Fransche luchtvaart.
Hijzelf heeft niet onvoorwaardelijk geloofd in het wel
slagen van zijn eerste onderneming tegen Donati's
hoogterecord. Het bewijs hiervoor is, dat hij zich
reeds opmaakte tot een tweede expeditie naar de stra-
tospherische hoogten. En hij was misschien het meest
verwonderd van allen, toen het laboratorium van
Trappes den barografischen uitslag bekend maakte.
Een nadere rectificatie der berekeningen situeerde
hém nog eenige meters hooger dan gemeld was. Zoo
is dan de definitieve hoogte, die hij bereikt heeft, niet
14.836 maar 14.843 M., dus 410 M. meer dan Donati.
Uit het verhaal dat Détré vrienden en journalisten
deed, treft in de allereerste plaats het enerveerende
wachten op de meest gunstige amosferische omsandig
heden. In dezert tijd is' het uitzonderlijk mooie weer
voor een aanval op het hoogterecord gewenscht uiterst
zeldzaam. Dagen en weken houdt men zich gereed
alvorens een poging gewaagd kan worden. Het moet
dan nagenoeg volmaakt windstil zijn. Immers de re
cordmachine is van de lichtste constructie en heeft
hierbij een buitengewoon groot dragend oppervlak.
De wind kan voor zoon speciale constructie een on
overkomelijk obstakel zijn. Het groote dragend opper
vlak verhoogt de stijgkracht van de machine, het
lichte gewicht is eveneens een factor van bel eekenis.
De moeilijkheid nu bij de constructie van dit sooi*t
prestatie-vliegtuigen is de verwezenlijking van de
meest gunstige verhouding tusschen dragend ver-
mogen en gewicht.
De motor spreekt hierbij ook een hartig woordje
mee. Voor een snelle stijgcapaciteit heeft men heel
wat paardekrachten noodig, maar P.K.'s verzwaren
den motor. Dat de Gnome Iv 14 van 900 P.K. zoo uit
stekend heeft voldaan pleit voor deze constructie. Na
Détré thuis, waar hij na zijn geslaagde po
ging talrijke malen naar de telefoon moest
grijpen om even zoovele malen gelukwenschen
in ontvangst te nemen.
12000 M. kon ik niet meer nagaan hoe snel ik op vol
toerental klom, aldus Détré. Na 50 minuten in het
duister getast te hebben, had ik absoluut niet de over
tuiging, dat het record geslagen was. Maar de snelle
vermindering van m'n zuustofvoorraad dwong mij,
tot de meest voortvarende daling, aldus Détré. Hij
had gedurende deze 50 minuten het vliegtuig steeds
onder den meest voordeeligen invalshoek gehouden.
Na drie dagen van spanning was de wetenschappelij
ke uitspraak voor hem een openbaring.
Merkwaardig is de regelmaat waarmee de klim-
vlucht, volgens de barogam, gedaan is. Voor 14.000
M. had het toestel 46 min. noodig, voor 14.483 M. 1
u. 6 m. en voor het dalen 41 m., totaal dus 1 u.
47 min.
Bewijst dit alles de degelijkheid van het materiaal,
ook aan het weerstandsvermogen van den bestuur
der zijn de zwaarste eischen gesteld. Uitmuntend te
gen de koude beschermd, heeft Détré hiervan geen
hinder gehad. Nochtans heeft hij niet minder dan vijf
oogenblikken van physieke uitputting gekend en zich
hierover heen moeten zetten. Eiken keer had hij het
gevoel alsof hij het bewustzijn zou verliezen. Op zulke
momenten reageert eigenlijk nog alleen het onderbe
wustzijn. Vervolgens heeft dan de moreele energie
weer de overhand. Tusschen de S000 M. en het hoogste
punt moest Détré meermalen een stekende hoofd
pijn verdragen. Zoodra de luchtdichte-cabine,waarin
een atmospheer van ten hoogste 3500 M., gehandhaafd
kan worden geheel proefwaardig is, zal een einde
gemaakt worden aan dit soort kwellingen in de hoo*
ge luchtlagen. Het speciale costuum van dokter Ro-
sentïel heeft Détré niet willen gebruiken, omdat dit
hem het uitzicht belette.
Détré besluit met de bekentenis, dat hij vooral blij
was, niet opnieuw te moeten beginnen.