ii VAN DIT EN VAN DAT k f EN VAN ALLES WAT I Toen de heide bloeide. Blijft Amerika „nat" Kabouter=Avon turen. Stan en Pol bij de kinderen. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 5 September 1936. No. 10056. Oorspronkelijke vertelling door SIROLF Nadruk verboden alle rech ten voorbehouden. DE man stond daar aan den rand van het bosch, en keek uit over de zacht-glooien de, paarse heide. Aan den verren horizon daalde de zon in diep-rood-gouden glazen. Van de boomen dwarrelden, zachtjes ritse lend op een vleugje wind, vergeel de bladeren omlaag om zich te voegen bij het prachtige tapijt van roode en bruine en gele bladeren, dat den grond warm dekte. Zoo stond hij daar, in den laten namid dag van dien stralenden October- da.g en nam afscheid van de natuur afscheid van den zomer, zooals hij zich voorgenomen had, dat hij zou doen. Als hij weer in Holland was. Als jongen nog bijna, wel 15 en meer jaren geleden, had hij die gewoonte aangenomen, als een ge wijd rituaal, om op dat zelfde plek je, aan den rand van het bosch, daar waar de heide begint en zich uitstrekt tot den horizon, voor een laatste maal op een schitterenden najaarsdag, in de eerste weck van October, afscheid te nemen van de stervende natuur. Tot een volgend jaar. ...Jaren achtereen had hij dat gedaan. Toen was hij naar de Oost gegaan, zooals zooveel jongelui. Voor een paar jaar. Maar het wa ren er tien geworden. En in die tien lange jaren, in de rimboe van Sumatra, waar hij jaar na jaar met zijn honderden contract-koelies nieuwe gronden „opende", zich we gen baande door de wildernis om dén grond te gaan voorbereiden voorbereiden voor de cultuur, ter wijl de „mata-bari" meedoogcnloos blakerde cn reeds vroeg de eerste zilveren draden door zijn haren vlocht, had hij zich steeds voorge houden, als een symbool haast van „verlof' en „Holland", hoe hij, met verlof gaande naar het vaderland, weer in de eerste week van October naar dat zelfde plekje zou gaan, om de zon te zien dalen over de heide, om de zon te zien spelen met het vallend gebladerte, dat onder haar streeling werd tot vlekken goud., om afscheid te ne men van den Hollandschen zomer. En nu was het. dan eindelijk ge komen, dat oogenblik, waarnaar hij bijna tien jaren lang had uitge keken, eerst met een onbewust, la ter met een steeds toenemend, be wust gevoel van heimwee. Hij was pas een paar dagen in Holland te rug, waar de groole ontgoocheling gekomen was, dat niemand hem meer kende. De vrienden van wel eer, weggestoven naar allen kant, vervreemd, veranderd, getrouwd, met groote kinderen al... Maar één zou hem trouw blijven, dat was de natuur.en daarom was hij met nóg meer verlangen naar het vertrouwde plekje gegaan, waar hij afscheid van den zomer zou nemen, net zooals vroeger, bij dezelfde boomen, dezelfde heide, dezelfde zon; heel alleen. Een gevoel van onzegbaren wee moed maakte zich van den man meester, terwijl hij daar roerloos stond en blijkbaar naar iets keek, dat oneindig verder nog lag, dan den versten horizon. De scherpe, dronken-makende lucht van voch tige aarde en bladeren, riep diep verborgen herinneringen wakker.. aan toen... tien jaar geleden. Vlak voordat hij naar de Oost was ge gaan, toen hij voor de laatste maal van de natuur afscheid had geno men, in het oude Holland. Hier had ze gestaan, Vlak naast hem., teer figuurtje in dun, tè dun bijna voor den tijd van het jaar, licht ja ponnetje... kind nog bijna, met haar zeventien jaren., en haar kastanje bruine vlechten, zooals meisjes teen nog droegen... Een oogenblik zelfs had hij, vierentwintigjarige, haar hand gepakt en zachtjes ge drukt... hij had gezien, hoe een zachte blos over het fijne, ovale gezichtje was getrokken en de lan ge wimpers boven de neergeslagen oogen hadden getrild.. Maar hij had niets gezegd... haar niet over zijn liefde willen spreken. Het kon niet, het mocht niet., dat kind vrouwtje kon hij immers niet naar Sumat,ra; naar zijn plantershuis in de rimboe laten komen, om daar te leven, alleen met hem en eön paar koelies... en hij had immers weer getcckend, over een dag of wat vertrok hij immers., tabé Holland, tabé... klein meisje met je bruine lokkon... je la,nge wimpers., tabé. Welkom jij, woeste rimboe, ver vloekte wildernis... slamat da- teng.welkom...! Zoo was het meisje uit zijn leven verdwenen. Er lagen immers oce anen tusschen. Ook geschreven had hij haar niet. Waartoe? Wat kon hij haar bieden? Waarom haar jeugd te laten verwelken in jaren lang wachten? Waarom? Dat mocht hij immers niet doen. Klein- meisje met haar bruine lokken moest maar zien, dat ze gelukkig werd met een f linken man in Hol land, een, die niet, ongeschoren, mot een rietje in zijn hand, op een knol door de kebon reed, om de mandoers uit te kafferen... Er ritselde iets, vlak bij hem. Maar de man, die tien jaren had gewacht, om afscheid van de na tuur te nemen, hoorde niets. Hij merkte niet eerder, dat hij niet meer alleen was, dan toen een hand de zijne beroerde., dan zag hij, schooncr dan het pas-ontloken meisje van vroeger, tot jonge, vol wassen vrouw gerijpt, maar nog met de zelfde trouwe oogen met de lange wimpers... klein meisje met de bruine lokken. En in zijn ooren klonk het als een vreemde, gelukkig-makende muziek, toen ze heel rustig, fluisterend bijna, ver telde: „Ik wist, jongen, dat, ik. je hier eens zou vinden., neenee, ik ben nooit verloofd of getrouwd ge weest. ik heb al die jaren gewacht en vertrouwd, o ja, ik wist wel, hoe je het. maakte, daarginds... er was iemand, die me af en toe schreef over je., maar ik kon je toch moeilijk het eerst schrijven, nietwaar? Maar elk jaar, om de zen" tijd, ben ik hierheen geweest... net. ais jij placht te doenen dit jaar, toen ik je naam in de passa gierslijst van de Indische boot las... toen voelde ik... wist ik, dat ik je hier zou vinden... arme boy, wat heb je hier, naar dit prachtige stukje Holland moetèn verlangen, toen je daarginds was.neenee, zeg er maar niets over, ik begrijp het wel... die paar grijze haren zeggen me genoeg, er is een heel stuk leven voorbij gegaan., maar we hebben nog een heel leven voor ons... misschien., zou je nog we ten.wat je had willen... had moeten zeggennu precies tien jaar geleden... weet je het nog? Maar de man sprak geen woord. „KOMT VADER GAUW THUIS?" Hij deed iets veel welsprekenders. Sloot namelijk het kind-vrouwtje in zijn armen cn kuste haar op de lange wimpers. De zwerver was thuis gekomen De anti-alcoholisten weer op het oorlogspad. Voorloo- pig echter weinig kans op een terugkeer der prohibi- tion. New-York, Sept. 1936. Het prohibition-vraagstuk in Amerika kan ook op het oogen blik nog niet als uiteindelijk op gelost beschouwd worden. In de bijna twee jaar, die sinds de af schaffing van de beroemde en be ruchte achttiende aanvulling van de grondwet verstreken zijn, heb ben de verschillende staten en ge meenten de meest verschillende beslissingen ten aanzien van den boozen alcohol genomen en de groole organisaties van de probibi- tionisten, die zich langzamerhand van hun nederlaag hersteld heb ben, rusten zich opnieuw voor den strijd uit. Eigenaardige toestanden. Zooals een door United Press op- gestold overzicht aantoont, bestaan er binnen de grenzen van de Unie toestanden, die in volkomen tegeri- spiaak met elkaar zijn en de drankwetten varieeren van een ab solute prohibitie over het verlof tol de vervaardiging van bier met een alcoholpercentage van.3.5 tot de toestemming tot den vrijen verkoop/van alle soorten geestrijke dranken. Bijna een ieder der 48 staten heeft andere wetten over de vervaardiging, verkoop en con sumptie van bier, wijn en jenever afgekondigd en in menige „nat ten" staat zijn verschillende graaf schappen en gemeenten droog, ves tingen der anti-alcohilisten, die hun mede-inwoners de gave van Bacchus en Gambrinus ten streng ste verbieden. In Alabama b.v. is de vervaardi ging, de verkoop en het gebruik van geestrijke dranken in iederen vorm strikt verboden; desondanks worden er elke week 60.000 kisten met de meest verschillende alco holica uit de naburige staten inge voerd en verschillende autoriteiten zijn er dan ook van overtuigd, dat de opheffing van de prohibitiewet onmiddellijk voor de deur staat. De Christelijke Tempelieren-Unie der Vrouwen en de Anti-Salcen- Liga hadden na de afschaffing van de federale prohibitiewet een volks referendum weten door te drijven en daarbij werd door hen de over winning behaald. Sindsdien zijn deze strijdbare organisaties echter op hun lauweren ingeslapen. Anderzijds zijn de staten New- York, Louisiana, Californië en Ne- vada zoo goed als geheel nat en wijn, bier en genever kan zoowel in café's gebruikt als ingekocht en mede naar huis genomen wor den. In New-York in tusschen schen ken de hoogc kosten van de tap- vergunningen de autoriteiten een goede controle; de ouderwetsche „salecn" de kleine bar met zijn spuwbakjes en achterkamertjes is teruggekeerd, maar staat onder! streng toezicht. Wijn weinig in trek. Terwijl de organisaties, die tegen prohibitie streden, op het oogenblik ontbonden zijn, beginnen de anti- alcoholisten, die zich langen tijd rustig hielden, langzamerhand weer voor de herinvoering van de ISae grondwetsaanvulling te agee- ren intusschen zonder in de naaste toekomst op successen te kunnen hopen. Want het grootste gedeelte van de bevolking lust tenslotte op zijn tijd wel een glaas je en verdeelt zijn gunsten gelijke lijk over bier en sterkere dranken. De meeste fabrieksarbeiders en menschen met een klein inkomen drinken uitsluitend bier en gin. Ook voor den middenstand is bier de populairste drank, in deze kringen wordt ook gaarne de goed- koope, inheemsche wijn gedronken. Daartegenover hebben de Europee- sche wijn-exporteurs een teleurstel-, ling moeten ondervinden; goede, ge-importeerde wijnen vindt men slechts in de huizen der welgestel- den. De prohibitionisten trekken weer ten strijde. De dagbladen nemen een ver schillende houding aan. Velen ac cepteeren zonder meer advertenties van brouwerijen en distilleerderij en. anderen weigeren de adverten ties van de laatsten en sommigen weigeren alle advertenties van ver- vaardigers en tappers van geest rijke dranken. Desondanks worden de brouwers, distillateurs en café- bezitters geenszins geminacht. Zij staan volstrekt op denzelfden soci alen trap als andere „business- men" met gelijke inkomens. Zoo staan de dingen op het oogen blik; zullen zij zoo blijven? De prohibitionisten zijn taai en voeren den strijd verder; anderzijds geven de inkomsten, die de staat uit de alcoholbelasting trekt, den „natten" een machtig wapen in de „Als jij je wat meer gehaast had, Jumbo, zouden we die trein gehaald hebben." En als wy ons niet zoo gehaast had den, zouden we nu niet zoo lang op de volgende trein behoeven te wachten. hand. Talrijke staten betalen uit deze inkomsten de ouderdomspen sioenen en het onderhoud van zie kenhuizen cn scholen en zoo komt het, dat vele kiezers, die an ders droog zouden stemmen, des ondanks hun stem aan den natten candidaat geven. Van 't standpunt van do geheele Unie uit bezien kan men intusschen zeggen, dat Amerika waarschijnlijk nat zal blijven. Toch verklaarde dezer da gen een bekend brouwer, dat de prohibitie in het jaar 1942 weer ingevoerd zal worden. Hij baseer de deze voorspelling op het voor behoud in de wetgeving van vele staten, die een locale optie voor nat of droog toestaan. Hij voor spelde verder en de prohibitio nisten bevestigen deze voorspelling zelf dat de anti-alcoholisten, die opnieuw op het oorlogspad gaan, •hun oude tactiek met succes zullen toepassen en eerst steden, dan graafschappen cn tenslotte geheele staten zullen droogleggen. En in derdaad hebben de prohibitionisten reeds bij het begin van hun cam pagne in zekere plattelandsdistric ten cenige successen kunnen boe ken. (Auteursrecht V.P.B.) (Nadruk verboden). WETENSWAARDIGHEDEN. Is het U bekend: d a t er tegenwoordig 672.500 meis jes en vrouwen padvindster zijn?, Over de heele wereld verspreid? dat wespen en bijen niet verder dan twee voet ver kunnen zien? dat dezer dagen een man te Chicago bij een bank l dollar deponeerde, die daar altijd moet blijven staan, tegen een rente van 3 pet? dat deze dollar, met de opgeloo- pen rente, daar 500 jaar moet blij ven staan? dat in het jaar 2427 deze erfenis onder zijn mannelijke nakomelin gen moet worden verdeeld? dat er dan 2.900.000 dollar zal staan? dat dezer dagen te Fordington (Rochester, Engeland) de oudste kip ter wereld stierf, namelijk in den leeftijd van 21 jaar? dat het een Rhode Island Red kip was? dat 80 pet. van de auto's in Ame rika verkocht worden op het be kende huurkoop-systeem? De dame reed voor het eerst in haar nieuwe auto en het was avond. Ze stopte bij een garage langs den weg cn vroeg: Geeft U, mij een liter roode olie! De man sperde zijn mond ver baasd open en treuzelde. Geef me een liter roode olie!, vroeg ze ongeduldig. R-r-r-rooie olie? stotterde de man. Ja, natuurlijk, mijn achterlicht is uitgegaan! Het was op een groot concert, dat de vrouw van professor Snuf fels zag, dat de professor een knoop in zijn zakdoek legde. Waarom doe je dat? vroeg ze,. Om dat aardige wijsje niet te vergeten, dat ze daarnet speelden, zei de professor. 184. Toen het vrouwtje het zachte ineengerolde bal letje zag, want poes sliep nog, maakte ze poes wak ker. Ze zag het-verbonden pootje en kreeg zoo'n me delijden met het diertje dat ze het direct zachtjes opnam om mee naar huis te nemen. 185. Het was of poes begreep, dat er nu voortaan goed voor haar zou gezorgd worden en bchagelijk nestelde zij zich in den arm van het vrouwtje, die daarop afscheid van de kabouters nam. „Dag poes", riepen de kabouters haar na. „Miauw", rigp poes terug. 186. Stan en Pol begaven zich nu ter ruste, ze hadden weer heel wat werk verricht. Het was al middag toén ze door het heerlijke zonnetje gewekt werden. „Hè, zei. Stan, ik heb. zin om eens een lekker bad te nemen.. Ik weet een lekker beekje, hier vlak hij, ga Je mee?" Pol vond het best.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 20