Geestelijk Leven de V ries Kritiek Meubelen Matrassen M.KlercqóZn. KIJKEfl is KOOPEn bijCLOECK Bedden, Tapijten SPOOR's MOSTERD Spoor's gestampte Muisjes Spoor's z w i fsVr s oh'eeK a a s Zaterdag 12 September 1936 Postrekening No. 23330 SCIACEB 79ste Jaargang. No. 10061 COURANT. Int. Telef. No. 20 Bit blad verschijnt dagelijks, behalve Vrijdags. Bij Inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advertentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. Uitgave der N.V. v.h. P. Trapman Co., Schagen !G PAGINA'S. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIëN van 1 tot 5 regels f0.85, iedere regel meer 15 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. door Astor. WOORDEN worden vaak in verschillende be teek mis gebruikt. Daarom is het wensche- 1 ijk dat, zoo precies mogelijk wordt aange geven, welke beteekenis men aan een woord hecht, als men gaat schrijven over het begrip, dat men in dit woord vindt vertolkt. -Ik begin derhalve met te zeggen wat ik onder kri tiek versta. Kritiek, een in oorsprong Grieksch woord, betee- kent: onderscheiding. Als bijvoegelijk naamwoord wordt het, gelijk ieder een weet., gebezigd in den zin van gevaarlijk. Zoo spreekt men b.v. van een kritieken toestand, van een kritiek oogenblilc. Wij zullen in dit artikel ons uitsluitend bezig hou den met kritiek (als zelfstandig naamwoord dus) als onderscheiding. En dan is het daarbij mijn be doeling op de groote waarde daarvan te wijzen of nog sterker uitgedrukt op de onmisbaarheid daarvan op elk levensgebied. Ten allen tijde heeft de kritiek een groote rol ge speeld in de geschiedenis der menschheid en zij is één der machtige stuwkrachten geweest in het leven. Sedert de mensch heeft lecren denken over de dui zenden vragen, welke het veelzijdige leven hem stel de, heeft hij kritiek uitgeoefend. Dit wil zeggen: heeft hij onderscheiden tusschen wat echt of onecht, juist of onjuist, goed of slecht, waar of onwaar moest wor den genoemd. Wanneer wij dit bedenken, wordt het ons terstond duidelijk, dat de taak der kritiek niet anders mag wèzen dan zich in dienst te stellen van den vooruit gang der menschheid op ieder terrein, Daarom moet hij, die kritiek beoefent (en onbe wust doet dit iedereen) zich er terdege rekenschap van geven waaróm hij dit doet. Het doel daarvan mag niet zijn óm te vitten, om af te maken,'maar moet wezen een onderscheid maken tusschen het echte en onechte. De lcriticus (d.i. hij, die kritiek oefent) heeft zich zooveel mogelijk vrij te houden van sympathiën en antipat,hiën tegen over dengenè, wiens werk of wiens optreden hij aan zijn onderzoek onderwerpt. Ernstige kritiek eischt derhalve zeer groote zelf tucht. Dit is geen gemakkelijke eiseh, want ieder weet bij ervaring maar al te goed, hoe licht men er toe komt- zich te laten beinvtoeden door zijn persoon lijke gevoelens. Jalouzie, afgunst, ijdelheid, moeten worden uitge schakeld. Misschien is dit nooit gehéél mogelijk krach tens het wezen van den mensch, maar het. streven daartoe moet in ieder geval aanwezig zijn. Is dit niet zoo, dan. is de kritiek valsch en onoprecht. Dc alles overheerschcnde factor bii de kritiek moet zijn het ware van het onware, het goede van het glchte té onderscheiden. Dan pas wordt de kritiek onmisbaar en opbou wend. Na deze.inleidende beschouwing wil ik wijzen op wat wij aan haar hebben te danken. Ik begin met u te brengen in den sfeer der we tenschap. Stap voor stap zien wij den mensch verder gaan op den weg van het weten. Steeds grooter wordt zijn kennis en inzicht. Oorspronkelijk begreep hij niets van het leven en zijn verschijnselen. Maar de geest dorstte naar begrijpen en poogde de geheimen van het leven om zich heen te dooi-gronden. Reeds in de Vroege oudheid Babyloniërs, Egyptenaren, Grie ken hielden denkers zich bezig met de verkla ring van wat zij zagen. De stei'renhemel met zijn veranderingen in den stand der stei'ren, de schijnge stalten van den maan, het verschijnen en verdwij nen van de zon, de oorsprong der aarde, het optreden ,van den mensch enz. enz. waren problemen, waar mede de eerste denkers en onderzoekers ziclx het hoofd braken en zij meenden daarvoor verklaringen te vinden. Maar dan komt tegelijkertijd de kritiek. Verschil lende. meeningen worden verkondigd. Steeds echter is er weer iemand, die deze meenigen besti'ijdt. En dat, is zoo tot den dezen dag. Het gevolg daaiwan is, dat die meeningen voortdurend moeten worden her zien. Op die wijze wordt de mensch gedwongen steeds verder te zoeken, naar het zuivere begrip. Zoo heeft ecuwen aaneen de opvatting bestaan, dat de aarde liet middelpunt vormde van het heelal. Om de aarde bewoog zich de zon aan den hemel. En daarmede ging gepaard de mcening, dat alles eigen lijk alleen bestond terwille van den mensch. Dan verschijnt de geleerde Copemicus. Hij toont ;op wetenschappelijke gi-onden aan dat de algemeen ei-kende beschouwing van het heelal foutief is. Niet de zon draait om de aarde, maar. de aarde wentelt rond om de zon. Na hem komt Gallileï tot hetzelfde inzicht en getuigt daarvan. Hierdoor komt hij in strijd met de leer der roomsche kerk. Wordt ge dwongen te herroepen maar de kx-itiek doet haar werk en 'ten lange leste wordt zelfs de keiit gedwongen zich voor dp feiten te buigen en haar dwaling te erkennen. Dit algemeen bekende historische feit geeft ons een treffend voorbeeld van de waarde der kritiek, die zuiver en onpersoonlijk is, alléén gericht op het zoe ken naar waarheid. 'Wanneer mannen als Copei-nicus en Gallileï opko men tegen het algemeen aanvaarde1 standpunt, dan is daarbij elk streven naar eigenbelang volkomen uitgesloten. Zij zettexx daarbij zelfs hun leven (denkt, slechts aan de vei-volging van Gallileï) op.het spel! Als wij denken aan de vei'schillende wijsgeerige stelsels (en elk stelsel is bedoeld geweest als een af doende verklaring vaxi de groote levensvragen) dan blijkt ons op verrassende wijze hoe nuttig en noodig de kritiek ten allen tijde is geweest.. Zij is eenvou dig niet uit te schakelen. Temeer worden wij hier- van overtuigd, als wij ons bewust worden van het feit, dat in ieder mensch de neiging aanwezig, is om eigen inzicht als het ware te beschouwen'en daarom afwijkende opvattingen te vex-werpeii. Wannéér wij onszelf ei-nstig controleepen, kuxyien wij gedurig deze neiging in ons opmex^ken en het gevolg daarvan is een instinctieve afkeer van:kx-itiék, x>iet in dien zin dat we er persoonlijk afstand van doen, maar in den zin de erkenning van haar goed recht tegenover oxis zelf, d.i. tegenover onze levens- en wereldbeschouwing. Daarom wexkt de ki-itiek vaak prikkelend op den mensch. D.w.z. op den gemiddelden mensch. De. waarlijk hoogstaande mensch daarentegen aan vaardt haar. Want hem is het om waarheid-te doen en hij is er diep van doordi-ongen, dat hij haar nooit in volle gloi'ie aanschouwt, maar slechts met hulp van andei'en benaderen kan. Men pleegt gewoonlijk zeer hoog op te geven van de vorderingen der wetenschap en met recht. Sedei't de wetenschap zich heeft vrij gemaakt van den dwang der kerken en zelfstandig haar weg is gegaan, heeft zij ontzaglijke diensten aan de menschheid bewezen. Dit is haar echter alleen mogelijk geweest, omdat zij het recht der kritiek heeft erkend. Wij zien pi'ccies hetzelfde op het. gebied der kunst. Nimmer zou zij zich hebben kunnen ontwikkelen tót wat zij is, wanneer niet altijd scherpziende men- schen hadden gewezen op fouten en tekoi-tkomingen in de kunstpi'oducten. Zij leerden daardoor onder scheid maken tusschen het echte en onechte, het waai'achtig schoone exi het-gewild mooie. Als' een typisch bewijs hiervan, wil ik wijzen op de bouwkunst, de architectuur. Want er is geen en kele kunst, waarin de gansche gemeenschap zich zoo sterk in haar schoonheidsdi-ang openbaai't als deze. Welk een verschil kunnen wij opinexken tusschen de bouwwexken van thans met die van een halve eeuw geleden! Protsex-ige versiex-selen hebben plaats gemaakt voor sobei-heid en stx-enge lijnen en harmo nische verhoudingen. Er is een streven om de be stemming van eexi huis, een gebouw te doen uit komen in het uiterlijk. En treedt een huis eens binnen. Onmiddellijk zal het, xx opvallen, dat ook hier de verandei-ingen zeer groot zijn. De smaak is veranderd. Allerlei' loi'rige voorwerpen verdwijnen langzamei'liand om plaats te makeii voor enkele dingen, die het oog aange naaid aandoen en een. schoonheidssensatie opwek ken. Als ik het interieur van mijn huis vergelijk met dat van veertig jaar geleden, vraag ik mijzelf 'dikwijls af, hoe 't mogelijk is geweest, dat ik vroeger dingen koopen kon, die ik nu als leelijke prullen beschouw. Hoe 't mogelijk is geweest? Wel om de eenvoudige ï'eden dat ik vooi-heen een heel anderen kijk had op schoonheid en kunst dan tegenwoordig. Dat is de zegem-ijke werking der kri tiek, welke leert het waarlijk mooie van het lee lijke te onderscheiden. En aan de inwerking dezer kritiek ontkomt op den duur niemand. Men zal misschien de opmerking maken, dat het toch van niet zop veel belang is, dat de mensch in kunstzinnigheid vooruit gaat. Als iemand tevreden is met leelijke dingen (die hij. dan toch mooi vindt) laat hem in die tevi-edenheid, laat hem behagen scheppen in onartistieke' voorwerpen. Zeg'er niets van als gij u ei-geit aan de smakeloosheid in zijn woning, gij bereikt er in 't gunstigste geval slechts mede, dat hij iets gaat missen dat nu nog een heel klein beetje poëzie voor hem beteekent. mwsiimmsmsmsm Ook bestaande Centrale* Verwarmings=installaties richten wij in voor het stoken met Uitsluitend gerenommeerde fabrikaten Oliebranders! TB" TTECHN. BUR. KONINGSTRAAT ZES. Telefoon 2197 - 3897 ALKMAAR VOOR enz. naar Spoorstraat 8-10, Den Helder, Tel. 206 Nergens voordeliger!! Meer dan 100 toonkamers. Er zou voor deze redeneei'ing iets te zeggen zijn als als groeiende kunstzinnigheid ook niet een zedelijke beteekenis had. En hiermede ben ik genadei-d tot wat voor mij het voornaamste is en waarom ik feitelijk dit artikel wenschte te schrijven. Groeiende kunstzinnigheid beteekent: steeds meer oog ki-ijgen voor waarachtige schoonheid. Maar schoonheid is niet alleen te zoeken in wat door kun stenaars gemaakt wordt. Schoonheid is óók te zoe ken in de menschelijke verhoudingen. En waar eer ste eisch van schoonheid is: harmonie tus schen dan scheppenden geest en zijn uitbeelding (hiemiede bedoel ik dat het werk (een gebouw, een schildei-ij, een stuk muziek, een gedicht) zoo zuiver mogelijk moet weei'gevcn wat in den geest van den maker leeft) daar zal het duidelijk zijn, dat de echte schoonheidszoeker moet streven naar een samenleving, die hem aandoet als mooi, als schoon. En als zoodanig zal hij als maatstaf ter beoordee ling bepaalde noi-men aannemen. Het is nu maar de vraag of deze normen kunnen worden gevonden. Natuurlijk mogen deze nooit zijn: persoonlijk welbehagen, eigen vooi'deel, eigen belang. Zij moeten zijn van algemeen menschelijken aard, dus bovenpersoonlijk. Zijn deze normen te vinden? Zijn er normen, wel ke door iedereen als goed, als onvooi'waax'delijk gel dig woi-den erkend? Ja! ik schrijf dit ja zonder eenigen schi-oom neei\ Want ik weet absoluut zeker dat tot welke gi-oepeei'ing op religieus of sociaal gebied wij ons rekenen, wij in één opzicht allen gelijk zijn. Wij erkennen in theorie allen, dat de menschverhoudingen beoordeeld moe- 'te.i worden naar den norm der liefde. 'Om zoo duidelijk mogelijk te zijn: wij zijn er al len van ovei'tuigd dat wij als gelijkbei'echtigden.te genover elkaar behooren té staan. Ieder zal dit op zijn wijze nader omschrijven. De geloovige chiïsten zal zeggen dat de wet van Chris tus moet woi-den beleefd of dat de mensch geheel in Christus xnoet opgaan. De ongeloovige zal beweren, dat de rede en de humaniteit voox-schi'ijven dat de menschcn met en voor elkaar moeten leven. De mystiek aangelegde zal een bei-oep doen op het in nerlijk getuigenis van den Eeuwigen Geest, van God, die dringt en stuwt tot een leven van liefde en ovei-gave aan de menschheid. Maar niemand zal er ook maar een enkel oogen- blik aan denken den noi-m der liefde te vei-wei-pen! Hiei-uit volgt, dat in wei-kelijkheid ieder mensch beseft, dat het leven der menschheid pas harmonisch, dus schoon zal kunnen worden genoemd, wanneer het in overeenstemming is met. den genoemden norm. De den k e 11 d e mensch wordt dientengevolge ge plaatst voor de noodzakelijkheid zich een benaderen de voorstelling te vormén van een samenleving, waarin deze norm de vexiioudingen bcheerscht. Uitei-aard zal deze vooi-stelling vaag moeten zijn, om dat ï'ekening gehouden dient te worden met vele psychische en technische pi'oblemen. Maar in het algemeen zal toch worden ei-kend, dat de samenleving zóó moet zijn, dat al wat er aan gaven en talenten in de individuen aanwezig is, tot volle ontplooiing moet komen en gesteld in den dienst niet van den enkeling, maar van de gemeen- schap.Want eerst dan zal er" gesproken kumien woi'den van een waarachtige gemeenschap, als er door de haar samenstellende individuen harmonisch wordt geai'beid met en voor elkandei-. Men spreekt vaak van levenskunst en van levens- kunstenaai'. Ik wil de gedachte welke hierin ligt., even vast houden. Het leven is een kunst en wij, menschen, behooren inderdaad levenskunstenaars te zijn. Maar zonder kritiek verstart de kunst. Daai-om ook moét de kritiek in het leven een be slissende rol spelen. Hoe kan zij dat doen? Alleen door onderscheid te maken tusschen het zuivei-e en onzuivere en daarbij kan zij alleen maar Moderne foto's en vergrootingen van buitengewone kwaliteit Geopend: behalve 's Maandags iEEEEEE dagelijks, ook Zondags Fotogr. Atelier Arpad Moldovan Nieuwe N ie do r p CDnnP'S SPECERIJEN jrUUIX IN STROOIBUSJES den zooeven genoemden noi-m als maatstaf gebrui ken. Of andei-s gezegd: de ki'itiek op de samenleving, op de verhoudingen waai'in de menschen tot elkander staan, op alle bewegingen en strevingen in den tijd waarin wij leven, moet steeds uitgaan van de vx-aag: is dit alles in overeenstemming met het beginsel dei- liefde? Zoo niet, dan moet de beoordeelaar den moed hebben om daartegen op te komen zonder aanzien des pei-soons, alleen gedreven door zijn hartstochtelij ken drang om de levenskunst te zuivei-en, om de waarachtige levensschoonheid te benaderen. Ik. meen dat hiei-mede niet alleen het ï-echt, maar ook de onverbiddelijke noodzakelijkheid der kx-itiek is aangetoond. Zij is de stei-ke prikkel tot voortdurende herziening van zeden, gewoonten, gebruiken. Zij is de onvermijdelijke aanspoi-ing om niet te berusten bij wat i s, maar te streven naar wat moet komen. Indien men dit met mij eens kan zijn (wat ik van harte hoop) dan zal men met eenige bezoi'gd- heid gadeslaan het streven wat in dezen tijd op komt. Ik bedoel het stx-even om de ki-itiek te dooden. En bij eenig nadenken zal men moeten erkennen dat dit streven niet andei's genoemd mag worden dan anti-cultureel, d.w.z. vijandig aan den geestelijken groei der menschheid. Wij verkeeren in ons land gelukkig nog in een be nijdenswaardige positie. Wij hebben nog persvrijheid, wij mogen nog onze meening openlijk uitspreken, wij mogen nog kritiek oefenen op wat wij zien gebeuren, op de bestaande verhoudingen, op de gedragingen onzer medemenschen, óók als zij een leidenden rol spelen in het leven. Dit recht op kx-itiek hebben wij als een kostbaar goed te verdedigen en hoog te houden. Maar daar naast hebben wij ook nog iets andei's te doen en dat is: eerlijk te zijn in onze kritiek en nooit uit het oog te vei'liezen dat zij altoos moet, zoeken naar de be vordering van de waax-aebtige humaniteit en dit is alleen mogelijk, wanneer wij den eenig juisten noi'm ter beoordeeling en ter onderscheiding van goed en slecht, aanleggen en deze norm is: de echte solidari teit. Geen persoonlijke en geen groepsbelangen mogen den dooi-slag geven bij onze kritiek. Er is maar één 'wèi-kelijk belang waai'om het moet gaan: de vex-menschelijking onzer samenleving. Ik heb mij in dit artikel met opzet onthouden van Jiet oefenen van kritiek; ik heb niet gewezen op de met-iiefde-sti'ijdige vei-houdingen in de wei'eld. Als ik dat zou willen doen, zou ik eindeloos door kunnen gaan. Het is er mij slechts om te doen geweest de be teekenis en de hooge waarde der kritiek aan te töo- nen. Zij is voor mij een buitengewone factor in het groote gi'oeiproces der menschheid. Waar aan haar het. zwijgen wordt opgelegd verstart en versterft de ontwikkeling. Waar zij haar eerlijke stem verheft, moet het leven steeds nieuwe en betere verhoudin gen scheppen. Geen kunst kan bloeien zonder kritiek. Zou dan die gx-ootste aller kunsten, de levenskunst, haar roeping kunnen volbrengen zonder haar? En haar i-oeping was en is en blijft: de harmonische menschheid. ASTOR. 9 Schilderachtig Donau- landschap bij den IJ z e r e n Poort in de nabij heid van de Roemeensche stad, Orsowa.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 1