Devaluatie van de
democratie
De mededinger
„In het jachtveld"
Varia
4
Gevaarlijke botsing van strij
dige belangen in Frankrijk
Samenwerking tasschen regee
ring, oppositie en arbeiders
noodzakelijk.
Parijs 4 October 1936
Het is aan den tijd, een duidelijk in
zicht te geven in de crisis, die dezer
dagen Frankrijk beheerschte en nog
steeds niet overwonnen is. Nog een
maal is bewezen, dat de Fransche de
mocratie in staat is, volgens parlemen
taire spelregels een enorme druk te
verduren. Maar tegelijk is duidelijk ge
worden. dat men dicht bij de grens ge
komen is, waarop de bindende en dra
gend krachte van de huidige structuur
van de Fransche republiek uiteen val
len.
De 24 uren, waarin executieve en
legislatieve (om de oude uit de groote
revolutie stammende aanduidingen
voor de beide politieke machten, regee
ring en parlement, eens te gebruiken)
met elkaar streden en, om de verwar
ring nog grooter te maken, zich in de
legislatieve een afgrond tusschen ka
mer en senaat openbaarde deze 24
uren waren minder vervuld van storm
achtige demonstraties, van een verlam
mende vrees. Men vreesde niet voor
het behoud van een ministerie, maar
het was duidelijk geworden, dat een
val van' de regeering op dit oogenblik
en onder de gegeven omstandigheden
van een onafzienbare draagwijdte zoo
wel in politiek als economisch opzicht
zijn moest.
Regeering en oppositie.
Het conflict, waarin Frankrijk door
de noodzakelijkheid van de devaluatie
van den franc geraakt was en dat, on
danks zijn bijlegging door een verzoe
nende formule nog steeds voortduurt
en nog maanden zal voortduren, is
zeer veelzijdig. Daar is in de eerste
plaats een regeering, die in principe en
volgens den duidelijken opdracht, haar
door de kiezersmassa gegeven, tegen
standster der maatregelen is, die zij
zelf heeft moeten nemen. Daar is an
derzijds een oppositie, die om het be
houd van haar economische overmacht
strijdt met persoonlijkheden, wier gel
ding ver buiten de grenzen van hun
eigen kring uitreikt, naar wier stem
men in het land nog steeds gehoord
wordt en achter wie tenslotte de toon
aangevende pers staat. De devaluatie is
door de oppositie geëischt: haar kampi
oen, Paul Reynaurd is afgevaardigde
van de rechtschen. ep vijand van het
Front Populaire. Thans nu deze maat
regel door de regeering Blum nood
gedwongen is, is de oppositie in staat,
critiek uit te oefenen. In vele opzich
ten gerechtvaardigde critiek, waardoor
uitstekende kenners van de materie
zooals b.v. Caillaux zonder meer
staat waren de zoo oneindig gecompli
ceerde positie van den minister van
Financiën Vincent Auriol te ondermij
nen. En daar zijn in de derde plaats
de arbeiders, opgehitst en in beweging
geraakt, na de eerste successen van de
stakingen aangemoedigd den strijd om
sociale wetgeving, hoogere loonen en ook
politieken invloed der vakbonden ver
der te voeren met middelen, over wier
„legaliteit" men gemakkelijker kan
strijden dan over hun innerlijke recht
vaardigheid.
economisch machtige oppositie tracht
ten te beschermen.
T enaanzien van dit punt ontbrand
de de strijd ie al spoedig van monetair
op zuiver politiek oversloeg. De radi
caal-socialisten, die in de Kamer de
zijde van het Volksfront houdt, hebben
in den Senaat openlijk de tegenstan
ders van Blum gesteund en dat uit
overwegingen, die zonder meer begrij
pelijk zijn De radicaal socialistische se
natoren als vertegenwoordigers van
burgerlijke en kapitalistische groepen
konden niet instemmen met de socialis
tische plannen van de regeering. Het
funeste was, dat zich hier, in het Pa
leis de Luxembourg de afgrond tus
schen principieel tegen elkaar gerichte
belangen openbaarde. Het Volksfront
had sinds zijn bestaan alles gedaan, om
bruggen over dezen afgrond te slaan.
Deze bruggen hielden den druk van
velerlei politieke spanningen. De deva
luatie van den Fransche echter deed
instorten.
Het gevaar nog niet geweken.
De levenskrachten van de Fransche
democratie en d handigheid harer poli-
De
eenheid ontbreekt
Deze drie tegen e7kaar inwerkende
factoren zijn ten aanzien van het
vraagstuk der devaluatie op elkaar ge
botst op een veld, dat eigenlijk voor het
gelukken van de voor de natie zoo be
langrijke maatregelen geen ruimte tot
tweedracht overlaat. In het kamerde
bat werd hierop in polemischen vorm
door Louis Marin gewezen, toen hij
zeide. dat Poincaré bij de eerste deva
luatie van den franc het vertrouwen
van het geheele volk achter zich had,
Het tragische conflict van de regeering
Blum bestaat inderdaad hierin, dat het
Volksfront, waarop zij steunt, welis
waar de meerderheid in het Paleis
Bourbon bezit, maar niet in staat was
het geheele Franshe volk aaneen te slui
ten tot e enactie. die. om te gelukken
een nationale eenheid tot voorwaarde
heeft. In dit conflict was het nu van
zelf snrekend dat Blum< de zijnen door
wettel'ike maatregelen de aanhangers
van het Volksfront, dat zijn, econo
misch gezien de arbeiders tegen moge
lijke tegenwerking van de riv-lf» pener
tici hebben deze ineenstorting voor het
oogenblik vermeden maar daarmede os
dit gevaar nog niet voor goed geweken.
Dit qgevaar voor eens en voor altijd uit
te bannen moet en zal voor allen, die
van goeden wille zijn, de taak voor de
komende weken en maanden zijn. Het
is een geheel concrete en practische
taak. De regeering zal overeenkomstig
haar belofte de wat al te groote activi
teit der arbeiders door flinke maatre
gelen moeten remmen; bezettingen van
fabrieken zal men moeilijk nog langer
kunnen dulden. Anderzijds heeft de op-
positi de nationale plicht, de uit de de
valuatie voortspruitende noodzakelijk
heden niet tot objecten van critiek te
gen de regeering te maken. Veel zal er
van afhangen in welke verhouding de
te verwachten stijging van den levens
middelenindex tot het percentage van
de devaluatie zal staan.
Het gaat op dit oogenblik om de
houding van alle drie groepen, die op
leven en dood met elkaar verbonden
in dezen strijd om Frankrijk's behoud
tegenover elkaar gestaan hebben. Be
grijpt ook maar een groep zij het de re
geering, zij het de oppositie, zij het ten
slotte de arbeiders niet, wat het oogen
blik eischt wordt de sociale rede niet
bewaard dan zal ook de Fransche demo
cratie gaan behooren tot die welke om
een uitdrukking van „L'Oeuvre" te ge
bruiken ,tot een devaluatie van de de
mocratie" leiden. (v.p.b.)
CNadruk verboden
J R is een Fransch spreekwoord,
dat zegt „tout homme a deux
araours". wat zooveel zeggen wil
als dat iedere man twee liefden heeft
Er is ook een gezegde, dat in de liefde
gelijk als in den oorlog, alle middelen
geoorloofd zijn, om tot het begeerde doel
te geraken. Nu dan, wel, hm, men zal
begrijpen, waar ik heen wil. Laat ik
dadelijk ter geruststelling verklaren, dat
wat ik U nu ga vertellen absoluut in het
nette blijft. Daar dus niet van.
Mijn eene liefde dan heet Betsie. Niet
officieel natuurlijk, maar zoo noem ik
haar. Ze mag hier en daar wat ge
schaafd zijn, en wel een streek je verf
noodig hebben, ze mag er nu niet di
rect modern uit zien en niet meer zoo
kwiek zijn als jongeren, ik ben dol op
Betsie, ik houd van Betsie. Ze mag dan
wel eens wat ratelen, ze mag dan
zooals trouwens alle anderen haar
natje en droogje noodig hebben, ze mag
zelfs wel wat meer .,in de olie" willen
zijn, dan jongere generaties, ze mag
wat puffen en zuchten, als het warm
is en ze heeft hard geloopen, haar bin
nenwerk is nog best. Nee, ik ruil mijn
ouwe vertrouwde Betsie, mijn trouwe
ouwe Ford je niet voor een nieuwe.
Mijn andere liefde is Suze. Suze is
een schat, van haar kruin, met de
zijde-zachte kastanjebruine lokken, tot
de punt van haar slangenleeren
schoentjes. Enfin, ik zal mij niet ver
liezen in een verrukte beschrijving van
Suze's bekoorlijkheden. Die gaan U
trouwens geen sikkepit aan. Bovendien
heeft Suze te kennen gegeven, met mij
en met geen ander te zijner tijd in het
huwelijksbootje te zullen stappen.- Dus
dat is 'n uitgemaakte zaak Alleen wilde
ik wel, dat Karei Punters, die zich mijn
vriend noemt, dat ook als een uitge
maakte zaak beschouwde, en Suze niet
langer attenties bewees.
Enfin dan, Suze is dus een schat. En
nu vraag ik U, kon ik dus weigeren,
toen ze me vroeg, of ik haar wilde
leeren autorijden in mijn brave oude
Betsie? Vooral toen ze me verzekerde,
dat ze het eigenlijk al een beetje kende
en 'dat ze wel verstand van auto's had?
Dus gingen we op een middag naar
buiten, Suze aan het stuur. Ik er naast
Hoewel uiterlijk onbewogen, ging het
knersen en schuren, en snerpen bii het
inschakelen mij door merg en been.
Arme Betsie het was alsof iemand met
een zaag in mijn eigen ingewanden
rondroerde.
Na een paar kilometer slechts, gaf de
motor zachtjes den geest. Zachtjes rol
de de wagen uit en stond dan stil.. Met
een ernstig gezicht stapte ik uit en
lichtte de motorkap op Alles was er
nog carburateur, dynamo draden toe
ter en zoo. Wil hij niet? wilde Suze
weten. Juist zei ik, je tikt den spijker
precies op den kop. hij wil niet. Nou,
zei Suze, doe dan wat!
Nu ben ik er niet zoo erg goed in om
iets te doen aan auto's die niet wil
len. Maar ik zou natuurlijk mijn goede
wil toonen en haalde eenig gereed
schap te voorschijn dat naar ik meende
wel een goeden indruk zou maken. Ik
spreidde dus op de treeplank de crick.
een bandenpomp, eenige bandenlichters
eenige kapotte moeren, een veiligheids
speld (hoe dat ding er kwam, mag joost
weten) eneen hamer uit. Ik koos de
hamer uit, dook onder de motorkap,
gaf een tik tegen de hoorn en zei in
drukwekkend: de bougies zijn het niet!
Heb je wel benzine?" vroeg Suze
Benzine zat, zei ik, we zijn met dertig
liter weggegaan.
Zoo, zei Suze, wel, hm denk je....
denk je misschien dat het carter in de
war zit? Absoluut niet, verklaarde ik
pertinent hoewel ik niet precies wist,
wat er in de war kon zitten. Ten slotte
is een carter toch geen kluwen stopsajet
Maar doe toch iets! zei Suze. Ik liep
dus om de auto heen schopte tegen de
banden, verzette de achteruitkijkspiegel
zag kans een veeg olie op mijn gezicht
te krijgen, om meer den indruk te wek
ken, dat ik ernstig iets aan het doen
was, keek 'nog eens aan den anderen
kant onder den motorkap en verklaarde
toen gedecideerd: Dat wordt een lang
durig karweitje, Suze. het beste is, dat
je met de bus naar huis gaat, terwijl
ik hier bii de wagen achterblijf.
Ik vond dat „alleen bij den wagen
achterblijven" nogal mooi en indruk
wekkend klinken, maar Suze scheen het
niet eens op te merken. „Ook wat
moois" zei ze snibbig" er loopt hier niet
eens een bus".
„Hm" zei ik, „dan zullen we een
particuliere auto aan moeten houden"
EEN SNEDIGE TROMPETTER
De stad 's-Hertogenbosch werd
van ouds „de Maagd Van Bra
bant" genoemd. Omdat Prins
Maurits tweemaal te vergeefs
gepoogd had, zich van haar
meester te maken, hielden de
Spanjaarden en Brabanders
haar voor onoverwinlijk en
noemden haar:
De kruk van Hispanje,
De krak van Oranje.
En toen Grobbendonk vernam,
dat Prins Frederik Hendrik 't
oog op den Bosch had, zei hij
tegen zijn officieren: „ïk
wenschte, dat hij 't herte daer-
toe hadde: dan zou hij onder
vinden, wat mannen zijn!"
Toen de Prins nu werkelijk
toonde, 't hart te hebben, en de
stad berende, geloofden de
Brabanders zoo zeker, dat het
hem niet beter dan zijn broe
der zou gaan, dat het een
spreekwoord onder hen werd:
„Ik geef (of verkoop) u (dit of
dat), op den Bosch geus",
d w.z. „je krijgt het als den
Bosch geus wordt", wat, als
zij meenden, wilde zeggen:
n oo i t.
Anderen geloofden zoo stellig
dat de Prins in zijn ongeluk
geloopen was, dat zij met elk,
wie er lust toe had, wedden
schappen aangingen, „dat men
den Prins, eer 't jaar om was,
doot of gevangen nae Brussel
sou sien brengen". En dat wed
den ging „met sulck een over-
moet, dat sij dorsten settcn vier
en vijf tegen één."
Toen de Prins een trompet
ter aan Grobbendonk zond, om
de stad op te eischen, zei deze
op spottenden toon: „Wat laat
Uw Prins Frederik zich wel
voorstaan? Uw Prins Maurits
heeft ons tweemaal komen be
legeren zonder iets uit te rich
ten, wat meent zijn broeder nu
te doen? Voorwaar, wij hadden
Uw Prins voorzichtiger ge
acht!"
Waarop de trompetter, in de
houding, heel snedig ten ant
woord gaf: „Prins Maurits
heeft met de Maagd van Bra
bant reeds twee geboden ge
had (men denke hierbij aan de
huwelijksgeboden, die op drie
achtereenvolgende Zondagen in
de kerk of van de stoep van 't
sladhuis werden afgekondigd)
doch haar niet kunnen krijgen;
nu komt Prins Frederik om 't
derde gebod, en wil met de
bruid gaan strijken."
Of de trompetter die geestig
heid van zichzelf had? Den
kelijk niet. Dien boodschappers
werd gewoonlijk in den mond
gelegd, wat zij zeggen moesten;
maar de kunst was, hun rol
goed te kennen en 't geen zij
zeggen moesten er puntig en
snedig uit te brengen; en dat
deed deze uitmuntend.
De uitkomst is bekend. De
prins ging werkelijk met de
bruid strijken, en mocht na 'n
beleg, dat voor een der schoon
ste dier eeuw gehouden werd,
zeggen:
Hinc inimica, silva est mea,
cedite monstra!, d.i. in een Hol-
landsch rijmpje overgebracht:
Van hier, die mij vijandig zijn,
Gedrochten, wijkt! den Bosch
is mijn.
WONDERKINDEREN.
Een muzikaal
wonderkind I
Het getal wonderkinderen,
wat vroege muzikale ontwikke
ling betreft, is (na Ossy Re-
nardy) weer met. een vermeer
derd. De 12-jarige Peroy Tighe
was dezer dagen in Engeland
het voorwerp van algemeene
bewondering en... aangaping.
En waarlijk geen wonder,
want het vereenigt in zich
reeds den vioolspeler, den
componist en den dirigent, en
naar de Londensche bladen
verhalen spreidt hij in die drie
voudige kunst een buitenge
woon talent ten toon. Hij zal
een groot gedeelte van den ko
menden zomer in een streek
vol natuurschoon doorbrengen
om een opera te componeeren,
die het leven van Jeanne
d'Arc, de Maagd van Orleans,
tot onderwerp heeft, naar den
tekst van Bernard Shaw.
Het wonderkind begon zijn
studieën reeds op 3-jarigen
leeftijd. Een van zijn leermees
ters, zelf een beroemd kunste
naar, noemde de kleine het
„verwonderlijkste genie, dat hij
ooit had leeren kennen". Toen
de dreumes tot een negenjari
gen knaap was opgegroeid, had
hij in verband met zijn muzi
kale opleiding groote geldelijke
verplichtingen, want hij nam
geen uur les, zonder het te no-
tceren, zijn ouders toch konden
zijn vorming niet bekostigen
opdat hij zou kunnen betalen,
wanneer zijn geliefde muziek
hem roem en goud zou hebben
gebracht. Vóór drie jaren be
gon hij zijn rekeningen af te
betalen. Hij speelde in Scandi
navië, in Zwitserland, in Oos
tenrijk en België en betaalde el
ke maand wat in mindering,
zoodat hij nu nog slechts 2600
gulden schuldig is, die hij
hoopt veór het einde van het
aanstaande Londensche seizoen
te kunnen voldoen. Zijn boven
genoemde opera zal in Wag-
ner-muziek worden getoonzet,
want „dit is slechts de eenige
grondslag voor een moderne
opera", zooals de knaap ver
klaarde. Tighe heeft reeds een
symphonie, een concert voor
viool, een quartet, een sympho-
nisch gedicht en verscheiden
(in de Nederlandsche muziek
wereld echter nog onbekende)
orkest- en vioolstukken ge
schreven.
Dat viel beter bij Suze in den smaak.
Juist kwam er een mooie, nieuwe auto
aan, die dadelijk stopte. En wat zat
daar in? Karei Punters!
Suze scheen het echt leuk te vinden
Ze keek bewonderend naar de mooie
auto, terwijl Karei hatelijk tegen mij
zei: Tja, jongen, dat wist je vooruit, dat
narigheid kon komen, waarom ga
je zoo ver met die ouwe rammelkast
van huis? Wat wil je nu? Zal ik je slee
pen? Is dat de manier, waarop je ge-
woonlijk thuis komt?
Ik heb geen kabel, zei ik.
Zoo, zei Karei, nou, dan zal ik die
ouwe naaimachine van je weer aan den
gang moeten zien te krijgen. Wat doe
je ook met een auto als je geen verstand
van motoren heb!
Zeg Karei zei ik onderworpen. Je
hebt toch geen haast, is 't wel? Je
hoeft toch nergens naar toe?
Welnee!, zei hij, ik heb den beelen
dag den tijd. Wel makkelijk voor je,
wat?' om een vriend te hebben die ver
stand van auto's heeft, hé?
Nou, zei ik, maar aan mijn Betsie
zul je toch niets kunnen doen hoor, als
ik het niet kan, kun jij het zeker niet.
Karei! Laat haar maar liever aan mij
over, ze is erg eenkennig.
Zoo!, riep Suze uit. En wat moet ik
dan?
Nou, zei ik, jij kunt wel met Karei
meegaan.
„0 als jij het goed vind, zei die schat
van een Suze. dan vind ik het best.
Fijn, Karei, laten we dan maar gaan.
Goed, zei Karei triomfantelijk. Zal
ik no geen monteur naar je toesturen?
Nee, zei ik, laat maar, ik red het
wel.
Ook goed, zei Karei Kom Suze, stap
in.
Best zei Suze. Maar schik dan een
eind op, want ik wil sturen als je er
niet op tegen hebt!
Www wat.... en ik dacht dat je
niet.
Nee ik kan ook nog niet goed rijden,
maar ik zou het vanmiddag leeren, en
nu wil ik doorzetten ook!
Ivarel's gezicht betrok heelemaal.
Mmmmmaar, hm. weet je, ik heb ab
soluut geen tijd, ik heb reuze haast van
middag heusoh niet Suze!
Wat een onzin!, zei ik streng. Je
hebt net gezegd, dat je den heelen dag
den tijd had, Karei!
Suze zat al achter het stuur. Met
looden schreden en den dood in het
hart nam Karei naast haar plaats.
Ik zag hem ineenkrimpen bij het kner
sen van de versnellingsbak toen Suze
inschakelde. Ik zag1 hoe de wagen met.
horten en stooten voortsprong. ik
hoorde hoe eindelijk de motor onder
afschuwelijk gestoot heel langzaam op
trok en ik zag, hoe Karei bloedrood
werd van ergernis.... Langzaam ver
dwenen ze uit het gezicht. En ik. .ik
draaide zachtjes d en benzinekraan
open, liet de carbarateur even vol loo-
pen startte en reed kalmpjes met de
ouwe, trouwe Betsie naar huis.
J'ai deux amoursEn in de lief
de is alles geoorloofd