TROOPER Raad Hoogwoud PER'/2POND '1 DRAISMA-van-VALKENBURQ 'S-; C A -1 LEV£R] Feuilleton \LM 1 Herdenking van 't 25-jarig wet houderschap van Wethouder Schilder. - De ingekomen stnk- ken leverden geen bijzonderhe den op. - Mej. Bartels naar Wor- merveer. - Nieuwe kachel voor de raadszaaL Houders van paarden en biljarten kunnen niet geholpen worden. - De ge- meentebegrooting zonder op- of aanmerkingen vastgesteld. Dit is wel eens anders geweest. Rondvraag-varia. Vergadering van den raad op Vrijdag 16 Dctober 1936, 's morgens om 10 uur. Voorzitter de heer D. Hoogenboom, burge meester, tevens secretaris. Allen zijn aanwezig. Na opening brengt de Voorzitter allereerst In herinnering de verloving van H.K.I-I. Prinses Juliana. Deze heeft groote vreugde in ons land verwerkt en ook de gemeente Hoogwoud heeft direct een telegram van ge- lukwensch verzonden. Spr. spreekt de wensch uit dat deze verbintenis tot een ge lukkig huwelijk mag leiden, zoowel voor ons Vorstelijk Huis en voor het bestaan dei- Nederlanden. Deze toespraak werd staande aangehoord, evenals de woorden die de Voorzitter hierna tot den heer Schilder richtte en wel: Geachte heer Schilder, Alvorens deze vergadering voort te zetten, Js het mij een behoefte er op te wijzen, dat het 3 September jl. den dag was, waarop U voor 25 jaren tot het wethouderschap werd geroepen. 25 jaar geleden en nu, wat een ver schil. Eerst nog eenige rustige jaren, tot 1 Augustus 1914 en daarna mobilisatie met al wat er aan vast zat, vooral de distributie ,van levensmiddelen. Veel werd er toen van de gemeentebesturen gevraagd, veel werk kregen toen ook de wethouders, en aan dit werk hebt U zich nooit onttrokken. De oor logsvlam heeft Nederland niet verteerd, maar wel verzengd en de gevolgen daarvan onder .vinden we nu nog. Dit brengt nog zijn werk mede voor de wethouders en ook daarvan neemt U Uw gedeelte. Het moeilijkste is nu wel begrootingen sluitend maken, werkloo- zenzorg en armenzorg. Ook van dat werk krijgt ge Uw deel en steeds hebt ge in stilte en kalmte doorgewerkt in het belang der gemeente. Aan een woord van dank voor het- geen gedaan wordt, wordt over het alge meen niet gedacht, totdat er de gelegenheid daartoe geboden wordt en die is er nu. Mijnheer Schilder, uit naam der gemeen te Hoogwoud zeg ik U dank voor het werk dat gij in de afgeloopen 25 jaren voor haar hebt verricht. U heeft van Uw daden nooit veel ophef gemaakt en gij zijt geen man ge weest van veel woorden, maar wanneer er discussies waren, dan kwam U met een kalm en bezonken advies, dat steeds helder was en waar veel naar werd geluisterd en ook veel werd opgevolgd. Steeds hebt gij het ver trouwen van de kiezers gehad en de raad benoemde U voortdurend tot wethouder. Ook hij stelde in U vooral in Uw onpartijdigheid het volste vertrouwen en ik ben er van over tuigd, dat dit voor U steeds een groote ge noegdoening is geweest, Er zullen weinig ge meenten in Nederland zijn, die twee wethou ders hebben, die meer dan 25 jaar achter elkander dit ambt hebben bekleed. Hoog woud heeft dit en dat zegt veel, en voor den raad en voor de wethouders. Geachte heer Schilder, gij hebt eenige ja ren als wethouder gewerkt, die rustig wa ren. Gij hebt als wethouder de stormen over U heen zien gaan, voortgekomen uit het wereldgebeuren. Nog is het woelig, misschien onrustiger dan ooit, maar ik hoop, dat U als wethouder het nog zult medemaken, dat het leven weder zoo rustig is als het was bij het begin van Uw wethouderschap. De heer Schilder antwoordt. De heer Schilder dankt voor deze waardee- rende woorden en ook voor het geschenk, dat men hem heeft aangeboden. Het is spr. wel zeer meegevallen. Van het geschenk onder vindt spr. eiken dag gerief. Deze hulde is tevens voor hem een spoorslag om zoolang hij wethouder is de belangen van de gemeen te op dezelfde wijze te dienen. Hierna volgt lezing en vaststelling van de notulen. Op verlangen van den heer Klaver werd een kleine wijziging aangebracht. N. a. v. de notulen deelde de Voorzitter mede, dat er moeilijkheden gerezen waren betreffende de plaatsing van het verdwenen aanplakbord. Getracht zal worden alsnog een plaatsje te vinden, Ingekomen stukken en mededeelingen. Ingekomen is o.a.: Een schrijven van de ministers van Bin- nenlandsche Zaken, Financiën en Sociale Za ken, dat aan deze gemeente uit 't werkloos- heidssubsidiefonds een extra bijdrage zal worden verleend in de werkloosheidslasten van f6006—, alsmede een belastingbijdrage van f3075. Een schrijven van den minister van soci ale zaken, dat de werkverschaffing (verbree ding Pade) kan worden voortgezet voorloopig tot 31 October a.s. Een besluit van Ged. Staten, waarbij het quotiënt bedoeld in het 2e lid van artikel 16 van het financieele verhoudingsbesluit voor deze gemeente voor het rekeningsjaar 1934 voorloopig is vastgesteld op 12,2717. Een schrijven van de Kamer van Koophan del en Fabrieken om deel te willen nemen aan het borgstellingsfonds van den midden stand in W'estfriesland. Een schrijven van het bestuur van het destructorendistrict van Westfriesland, waar bij worden toegezonden de begrootingen over de jaren 1936 en 1937. Een schrijven van het Ambacht van West- friesland genaamd de Vier Noorder Koggen, waarbij de voorwaarden worden opgegeven betreffende het uitvoeren van bagger- en slootwerlc in werkverschaffing voor verbete ring van slooten die in onderhoud zijn bij dat Ambacht. Wordt niet op ingegann. Een schrijven van Dr. Js. Pool, waarbij hij toestemming geeft tot het dempen van het voorste gedeelte van de sloot in de Kerke- laan. Het Kerkbestuur en de heeren J.Bos en P. de Boer gaven geen toestemming (voor het achterste gedeelte). Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den ontvanger dezer gemeen te. Deze stukken worden voor kennisgeving aangenomen. Een verzoek van H. Dam, om een jaarlyk- sche tegemoetkoming te mogen ontvangen voor verpleging van een kind in een doof- stommeninrichting. Toegestaan. Een verzoek van de commissie van mala riabestrijding in Noordholland om voor 1937 wederom een subsidie te mogen ontvangen. Zal nog even aangekeken worden. Een verzoek van het bestuur van het Wit- Gele Kruis, om voor 1937 wederom voor een subsidie van f 100.in aanmerking te mo gen komen. Wordt bij de begrooting be handeld. Een verzoek van mej. J. C. Bartels, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de open bare lagere school te Aartswoud, daar zij in gelijke betrekking te Wormerveer is be noemd. Ingewilligd per 1 Januari 1937. Toegestaan wordt een subsidie van f 100. aan het comité tot het organiseeren van feestelijkheden ter gelegenheid van het hu welijk van Prinses Juilöna en Pr. Bernhard. Deze feestelijkheden zullen hoofdzakelijk be staan uit kinderspelen. Gewijzigd wordt het raadsbesluit van 28 Augustus j.1., tot het aangaan van een geld- leening. Een nieuwe kachel. B. en W. stellen voor een nieuwe kachel aan te koopen voor de raadszaal. Er zal nog een onderzoek ingesteld wor den op welke wijze de raadszaal zal wor den verwarmd, door een gewone kachel of door middel van electriciteit. De heer Vijn: Wat het goedkoopste is. De Voorzitter wil nu geen technische zaken bespreken. Spr. wijst er evenwel op, dat de raadszaal soms weken niet wordt gebruikt, dan plotseling moet het er warm zijn. B. en W. krijgen machtiging een kachel aan te koopen. Rekening Burg. Armbestuur. Aan de orde is de goedkeuring van de rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1935. De rekening sluit met een nadeelig saldo van f389.16. Aldus vastgesteld. De biljart- en paardenbelasting. B. en W. stellen voor in te trekken de ver ordening tot verlaging van de personeele be lasting op biljarts en paarden. Ged. Staten hebben de verdeeningen vast gesteld in de vorige vergadering, niet goedge keurd en vragen de verordeningen weer in te trekken. De Prov. Griffie wil wel mee werken, maar in Den Haag behoeft men er niet mee aan te komen. Er is geen sprake van dat dergelijke verordeningen worden goedgekeurd. Dat heeft Voorz. ondervonden in eenige conferenties met de betreffende in stanties. De heer Bossen: Op deze manier komt er nog minder in. De Voorzitter is het daar roerend mee eens en zegt spr.: de wethouders ook. Anders hadden we ons niet voor deze zaak gespan nen. Maar er is niets aan te doen. De verordeningen worden weer ingetrok ken;; de heer Bossen is er echter tegen, als mede de heer Vijn. Rekening-courant overeenkomst B. en W. stellen voor een rekening-cou rant-overeenkomst te sluiten met de N.V. Bank voor Nederlandsche gemeenten voor 1937 tot een bedrag van f 13.300. Aldus wordt besloten. Aangevuld wordt de verordening tot het heffen van leges voor inlichtingen uit de bevolkingsregisters. WAT EEN GEZIN VAN VIJF MENSCHE N VEORBERT Hoeveel brood een ge zin, bestaande uit vijf menschen, per jaar verorbert laat bovenstaande foto zien, ge nomen op een tentoonstelling te Berlijn. Een berg van 800 broodenheel mooi voorgesteld. Het is de vraag of ieder inder daad zooveel zal knjgen. Nieuwe schoolgeldverordening. In behandeling komt de vaststelling van een verordening op de heffing van school geld. De aanslagen moeten nu berekend wor den naar de gemengde hoofdsom, terwijl een nieuwe bepaling is opgenomen ten aanzien van de kinderaftrek. Inkomens beneden f 800 worden vrijge steld, antwoordde de Voorzitter op een vraag van den heer Bossen. En dat zal wel het zwaarste punt zijn. B. en W. stellen voor een stookgelegen- heid te maken in perceel Kerkelaan C 12, bewoond door den heer T. Oepkes. De kosten zullen bedragen f 35.80. Algemeen wordt dit een laag bedrag ge oordeeld. De Raad vereenigt zich met het voorstel. -"ZACHT VAN SMAAK-PRUS 70ct De begrooting 1937. Van de gelegenheid tot het geven van algemeene beschouwingen wordt geen ge bruik .gemaakt.. Ook andere opmerkingen worden niet gemaakt. Alzoo is de begroo ting zonder eenige discussie ongewijzigd vastgesteld. De gemeentebegrooting sluit in inkom sten en uitgaven tot een bedrag van f 78.861.91 voor den gewonen dienst en f 1170.voor den kapitaaldienst. Goedgekeurd wordt eveneens de begroo ting van het Burg. Armbestuur, sluitende op een bedrag van f 9195.10. Vastgesteld wordt een suppletoire begroo ting 1936. De rondvraag. De heer Schoonewil vraagt naar het rou leersysteem. De Voorzitter zegt, dat er 2 maanden ge werkt en 1 maand gestempeld wordt. Straks zal de werkverschaffing wel weer worden stopgezet. De heer Schilder wil don weg bij Dam doen opknappen. Zal naar gekeken wor den. De heer Bossen wijst op het electrisch net, dat op sommige plaatsen in de boo- men is weggegroeid. Men zal zien, wat cr aan te doen is. Dë heer Bossen is tevens niet tevreden over de verordening betreffende de krame- rijen. Menschen met groote tenten betalen z.i. te weinig in verhouding tot hen, die met kleine tenten staan. Spr. wil daar gaarne verandering in zien en geen geld heffen voor ingezetenen van de gemeente Hoog woud. De Voorzitter antwoordt, dat er niet veel aan te doen is. De geheele verordening zou moeten worden gewijzigd en vrij stellen mag niet. De heer Klaver vestigt de aandacht op de takken", die bij hem op den weg liggen. Op verzoek van den Voorzitter zal spr. trachten er een gaatje voor te vinden. Hierna sluiting. „Die? Is ze nïet wonnerschön? Hè? Dat is een oude meester. Echt. 'Portrat van een dame.' Neem die erbij, Clem". Clem bromde, deed haastig zijn keuze en onderzocht ook het doosje krijt. „Zeg Lou", viel hij uit, „er is geen groen bij, en die dame heeft een groen ding aan. Hoe zit dat?" Onder veel verontschuldiging herstelde Lou zijn ve ".,;ssing. „Nou, met een beetje braune olie, die je kunt afwasschen, die kost twopence, en 'de oogkap, die kost een shilling, zal nie mand je kennen. Ik reken vijf shilling voor de schilderijen en vijf shilling voor deposit. Moet ja op mijn spullen passen, Clem. Het krijt is inbegrepen. Die doos, als je die erbij wilt hebben, is extra". Clem stemde met die voorwaarden in en ging zich verkleeden. Toen hij weer te voorschijn kwam droeg hij de treurige overblijfselen van drie pakken, een vuile das en een grijzen hoed, die zijn oogen, waarvan er èèn met een oogkap bedekt was, overschaduwde. Zijn anders nogal bleek gezicht was donkerder gemaakt, en een paar penseelstreken over wenkbrau wen en de noodige schaduwen onder de oogen maakten hem vrijwel onherkenbaar. Hij enterde een bus en liet zich naar Ox ford Street brengen. Daar ging hij een telefooncel binnen en belden Larry op Toch hij Larry's stem hoorde antwoorden, wist hij meteen alles, wat hij weten wilde, na melijk dat Larry thuis was. Maar als hij nu ineens afbelde, zou hij Larry's argwaan kunnen opwekken. „Spreek ik met mevrouw Carlyle Smith? vroeg hij listig met een diepe bas, en grin nikte bij Larry's beleefde ontkenning. Vijf minuten later betrok hij zijn post in Bruton Street, zoo dicht bij Larry's flat als hij maar durfde, en teekende het on vermijdelijke brood. Het eerste uur had hij schik in het nieuwe van zijn toestand, maar toen begon het vervelend te worden. Larry scheen niet van plan uit te gaan. De gedachte, dat zijn broer waarschijnlijk voor een uitstekend maal zat, terwijl hijzelf zich met een paar sandwiches tevreden moest stelleiii een artistieke toets, die Lou aangeraden had droeg er bovendien toe bij om Clem's ongemak te vergrootcn. Toen er vier uren verstreken waren, was de toestand ondragelijk geworden. Clem hield van gezelligheid en van een praatje, en tot nu toe had hij slechts enkele woor den kunnen wisselen met een postbode, die als zijn meening te kennen gaf, dat „je hier niet veel zult krijgen maat; de lui hier hebben het wel, maar alleen, omdat ze het houden". Wat de waarheid was. Toen Clem bij het einde van het vijfde uur den oogst bekeek, voelde hij zich erg te leurgesteld. Het begon ook al langzamer hand donker te worden en vermoeid pakte hij zijn schilderijen samen. Peinzend keek hij naar de verlichte ramen van Larry's flat. Zou zijn broer misschien in het geheel niet uitgaan? Die mogelijkheid maakte hem zijn baantje tegen, wat hij karakteristiek uitdrukte in een paar vloeiende superlatie ven. Op hetzelfde moment ging echter het licht in Larry's kamer uit. Clem pakte haastig zijn boeltje bijeen en wachtte, tot dat Larry het huis verlaten had en ver genoeg uit de buurt was. Toen ging hij naar het huis en begon zich bezig te hou den met het slot van de deur, dat na een paar seconden bezweek. Clem richtte zich op. „Dat moest je niet doen, Clem", zei een bekende stem achter hem. „Je kunt drie maanden krijgen voor den eersten keer." XV Zoodra Clem haar had verlaten, ging Barbara naar de garage en onderwierp haar twoseater aan een nauwkeurig on derzoek. Motoren waren Barbara's eenige liefhebberij en eigenlijk ook het eenige plei- zier, dat zij ooit gekend had. Het was een prachtige morgen en Bar bara vroeg zich af, of zij niet naar de stad moest om een en ander te gaan koopen, dat onontbeerlijk was voor haar bestaan. En toen zij niets in dien geest kon vinden, besloot zij dan toch maar onverwijld iets te gaan koopen, en reed met een vaartje naar Londen. De snelle rit kleurde haar wangen lichtrood en vulde haar hart met pleizier in het leven, en in het bekoorlijke landschap van Kensington vergat zij spoe dig de schaduwen van dien morgen. Toen zij do High Street inreed, draaide menige man zich om, teneinde dat aardige meisje in haar vlotten wagen na te kijken. Den morgen bracht zij door met winkelen en een keurige lunch vernieuwde haar ijver om koopjes op te scharrelen. Zoo werd het theetijd en met een langzamen rit langs het Embankment, waar ze stopte om naar de oude grijze rivier te kijken, keerde ze terug naar Oxford Street en inspecteur Keating. Hij wachtte haar op vóór 'Bacchus' en zij zag heel goed de waardeerende bewonde ring, waarmede hij haar hielp uitstappen. Hij had een tafeltje in 'n box gereser veerd, van waar zij de beweging op den dansvloer konden gadeslaan. Er waren ro zen op tafel en hij had zich klaarblijkelijk alle moeite gegeven bij de keuze van spij zen en wijn. Barbara, die met vrouwelijke scherpzinnigheid de symptomen uitlegde, zooals ze uitgelegd moesten worden, glim lachte; en vond hem over 't geheel iets meer dan een aardigen kameraad. Ge noeglijk luisterde zij naar zijn nogal lang zame, zakelijke stem, als hij haar verschil lende beroemdheden aanwees. Hier een sportieven Noor, daar een beroemden schrij ver, en op den dansvloer een lid van den diplomatieken dienst, die danste mot een be kende vrouwelijke dokter. Tenslotte ves tigde hij haar aandacht op een schraal jonkman, met opmerkelijk overvloedig haar en opmerkelijk weinig kin, die in vervoe ring rondzweefde met een vrouw van twee maal zijn leeftijd. „Dat is de laatste van de gekke Steynings zei Keating, „en een neef van je". Barbara keek belangstellend toe. „De naam komt me bekend voor", meende ze. „Dat zal wel. Het is de naam van je moeder". Daar keek Barbara van op. „Steyning"? vroeg ze, en lachte om haar verwarring te verbergen. „U ziet, ik weet van mijn moeder erbarmelijk weinig. U hebt haar gekend, is 't niet?" „Iedereen kende Ellie. Ze was de eenige Steyning, die niet krankzinnig stierf. Als zij lang met Ralph had moeten leven, zou zij anders wel krankzinnig geworden zijn". Hij vroeg haar verlof te rooken een hoffelijkheid, die ze niet van Keating ver wacht zou hebben en bood haar zijn koker aan. „Ik verbeeld me, dat ik den naam on langs nog gehoord heb", zei ze peinzend, terwijl hij haar sigaret aanstak. „De Earl van Steyning is de vorige week gestorven. In een gekkenhuis. Het heeft in alle kranten gestaan. Alle Stey- ning's sterven krankzinnig". „Dank u. Ik ben er een afstammeling van in rechte lijn. Ben ik ook familie van den overleden Earl"? „Je grootvader". Barbara dacht even na. „Maar ik herinner me den naam in ver band met 't tooneel". zei ze. „Dat kan. Je moeder de Elle Steynng was actrice, voor zij Ralph ontmoette, en een beroemde nog wel." „Aristocraat en actrice gaat anders niet al te best samen, dunkt, me." „Toch wel. De helft van den tegenwoor- digen adel is op de planken geweest en de andere helft zou ook wel gewild heb ben, maar was er te leelijk voor." Zij zat een poosje zwijgend te rooken en staarde uit het raam in de breede straat, waar het allengs donker werd. Ze begon zich af te vragen, wat de inspecteur met zijn voortdurende oplettendheden voor had, en of hij nog over liefde zou beginnen, zoolang zij daar zaten. Maar hij scheen door zijn eigen gedachten in beslag ge nomen. „Waar denkt u over?" vroeg Barbara, toen de stilte haar te lang duurde. Keating keek op en kwam tot de wer kelijkheid terug. „Over een oud spreekwoord", zei hij plagend. „De weg naar het hart van. een vrouw leidt door den zak van een man". „Een vrouw? Hoe spannend. Wie is de gelukkige?" „Jij. Maar niet al te gelukkig. Me d»*-\kt, dat 't zoo wat tijd is, dat je je ankr ht en uit Reigate wegzeilt". (Wordt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 11