Raadsels Beste /ongens en Meisjes Ziezo, de week is om, en ik kom weer m'n praatje met jullie maken. Onze vrienden kring is sterk gegroeid sinds de vorige week. De stapel briefjes op m'n lessenaar wordt tot een heuveltje en ik moet de toetsten van m'n schrijfmachine vlug laten rikketikken als ik klaar wil komen. Maar daar gaat ie. Jullie zijn natuurlijk het meest benieuwd naar de prijswinnaar of -winnares van het boek en dus zal ik jullie geduld niet te lang op de proef stellen maar haar naam, want het is een meisje, hier neerschrijven. Ze heet: GEERTJE ROOZING en Geertje woont in de Hazepolder. Het boek wordt je toegezonden, Geertje en ik feliciteer je ermee, dat je zo gelukkig was dat je de eerste de beste keer dat je mee deed al een boek won. Als dat zo doorgaat heb jy aan het einde van de winter een kast vol fijne boeken. Je hebt me alleen maar „de oplossing" van de raadsels te zenden, hoor, de vragen kan je achterwege laten. Gerrie Stip, Oud-Karspel. Moeder zal het ook wel fijn vinden, Gerrie, dat jij nu je vrije tijd Zaterdags en Zondags kan vullen met raadsels en briefjes schrijven en het is toch leuk, als je nu tussen al die andere vriendjes en vriendinnetjes, je eigen naam ziet prijken. Je mag je briefje beginnen met „Kindervriend", of „Beste Kindervriend", als je me best vindt en verder mag je me alles vertellen wat je ook aan een vriendje van je vertelt. Willie Molenaar, Winkel. Hoe is het met je verkoudheid, Willie, blaf je nog als een hondje en is je neus nog precies als een kraan die lekt, of heb je alweer appelwangen en ogen die glanzen als kraaltjes? Nice, Gerda en Marie v. Rozelaar. Drie vliegen in één klap, dat schiet op, Marie, want jij schrijft het briefje. Je zusje, die in de „tweede" zit kan me zeker nog geen briefje schrijven of is ze al zo knap en je broertje van drie doet natuurlijk alleen nog maar leuke ondeugende dingen, net als mijn zoontje van drie, die alleen nog maar op de wereld is om kattekwaad uit te halen. Jan de Wifc, Wieringerwaard. Natuurlijk schrijf ik jou ook, Jan, ik houd juist van jongens van Jan de Wit, jongens met stevige knuisten en heldere ogen, jongens, die eerlijk z\jn tegenover hun vrienden en gehoorzaam tegenover hun ouders. Dat ben jij natuurlijk ook. Tot volgende week, Jan, schrijf me dan maar weer een brief uit jullie „bomendorp". Simon Keesman, Haarlem. Best, Simon, dat je meedoet, al zat je in Soerabala of Ho- noloeloe, dan mocht je nog meedoen. Ik vind het juist aardig, dat er zo'n stadsvriendje met ons, kinderen van het platteland, meedoet. We hebben toch ook iets gemeen, want als jij buiten Haarlem loopt, in de richting van Am sterdam, dan zie je ook allemaal sloten en weiland en dat zien wij hier ook iederen dag. Toontje de Jongh, Schagen. Het spijt me, Toontje, dat ik je daarin teleur moet stellen. Je begrijpt, dat dit hoekje alleen is voor kinderen van abonné's en dat wanneer het boek gewonnen wordt, dit alleen wordt uitgereikt aan kinderen van abonné's. Ik weet dus maar één oplossing, en dat is, dat je aan vader en moeder vraagt of ze abonné worden. Kees Tolle, Schagen. 't Is goed Kees, dat je zusje je geholpen heeft, hoor, en ze heeft je niet van de wal in de sloot geholpen, want de oplossingen waren goed. Leendert Visser, Dirkshorn. Ja, Leen. ik heb de vorige week al geschreven, dat ik uit m'n redactionele duim heel wat nieuws kan zuigen, maar als je graag een briefje wilt hebben dan moet je toch zorgen, dat ik iets van je weet en dat je me dus wat verteld. Geerle Paarlberg. Ziek zijn is nooit pret tig. Geerie, want al denk je wel eens een keer, als je op school bent en voor een moei lijke som zit, hè, ik wilde, dat ik maar thuis was, als je in bed moet liggen, dan verveelt je dat na een paar uur al. Het gaat je dan net als Niekje, uit het liedje van Jacob Hamel, die zo'n buikpyn had omdat hij z'n sommen niet kende, maar een moeilijke som is altijd nog lichter dan drie wollen de kens, hoor. Truus Boekei, Tuitjehorn. Iedereen een beurt, Truus, en waar de prijs door het lot beslist wordt, kan ik nooit vertellen, wanneer een van m'n vriendjes het boek zal winnen. Jan Raven, Schagen. Ja, dat derde raadsel schudde je natuurlijk zo uit je raadselmouw, Jan. Als je er één oog op het vallen, zag je de oplossing al. Maar ik zal ook wel eens raadsels opgeven, waar je by transpireert als een jongen, die by honderd graden warmte een half uur hard gelopen heeft. Kees Smit, N.-Niedorp. Goeienmorgen, Kees. dat was een grote en gezellige brief van jou, op dat Centra club papier. Je vindt het misschien wel heel dom, dat ik het niet weet, maar je moet me volgende week eens vertellen, wat dat eigenlijk voor een club is, de „Centra Club", met z'n dertienhonderd leden. Anne Brugman, Schagerbrag. Wat een zieke kindertjes zyn er in Schagen en omge ving, Anna. Jij ook al. Maar het is gelukkig allemaal nogal onschuldig en met een paar dagen bed-arrest kan je al weer naar buiten wippen. Rein Kuin, Aalsmeer. Nog een vriendje, ver uit Noord-Holland. Nu, Rein, jy bent even welkom als Simon Keesman uit Haarlem en ik hoop je iedere week in gedachten een hand te kunnen drukken. Jannie en Corrie Wardenaar, Dirkshoorn. Ja, ik denk dat ik met de auto wel eens langs jullie huis ben gereden, Corrie, en misschien heb ik zo in het voorbyrijden wel eens naar binnen gegluurd, maar toch ken ik je niet. Ik weet niet of je blond bent of zwart of bruin, of je blauwe of bruine ogen hebt, of je krul len of stijlhaar hebt, of je vriendelyk of knor rig kykt. Nu, misschien stop ik volgende keer wel eens voor je deur, wie weet. Martha List, JVIiddenmeer. Van de winter heb ik minstens honderd vriendjes en vrien dinnetjes in Schagen en omgeving, Martha, maar ze zullen me natuurlijk wel niet alle honderd schrijven, anders zou ik ruimte tekort komen op deze pagina en dan zou ik er geen aardig verhaaltje meer op kunnen zetten voor de anderen die niet meedoen. F. Moes. Alweer een voornaam vergeten en ook je woonplaats, Freek of Frits of Fred die. Wilde jy m'n naam weten, die staat hier onder. Als ik m'n doopnaam hier neer zou schrijven zou je toch niet weten wie ik ben en het is veel leuker dat we zo met elkaar babbelen zonder dat we elkaar kennen. Marietje Spoor. Jij hebt wel erg geboft. Marietje, want het is waar dat er natuurlyk een de eerste moest zyn om een boek te win nen, maar dat jy dat was, was toch wel een bizonder gelukje voor je. Trientje Mekken, Oudesluis. Ik wilde dat jy jarig was, Trientje, dan was het tenminste Mei, en jij en ik houden natuurlyk meer van de zomer dan van de winter. Brrr, 't is 's win ters buiten ons dorp zo koud en zo guur en vroeg donker. Dan is de stad wel gezellig met al haar licht, maar wy houden van de zomer met z'n fijne lange dagen en z'n zon. Nu, jongens en meisjes, tot volgende week. Denkt er om de raadsels en briefjes vóór Woensdagmorgen 9 uur op ons kantoor te be zorgen. Je adresseert je brief aan de redactie van de Schager Courant en in de linkerboven hoek schrijf je: „Voor den Kindervriend". Kindervriend Goede oplossingen ontvangen van: G. V., N*.Niedorp; Martha L., Middenmeer; F. M., Marietje S.,?; Trientje M., Oude sluis; Johan H., Annie de B., L. D. Hoogwoud; Jannie en Corrie W., Dirkshorn; Rein K., Aalsmeer; Mina T., Lutjewinkel; Jopie de N., Schagen; Alida S., Tjallewal, gem. Schagen; Grietje Z., Callantsoog; Beppie K., Anna Paulowna; Geertje R., Haze polder; Annie B., Schagerbrug; Neelie B., Groenveld, gem. St. Maarten; Kees S., N. Niedorp; Baafje K., St. Pancras; Jan R., Schagen; Truus B., Tuitjehorn; Geerie P., Leendert V., Dirkshorn; Kees T., Schagen; Toontje de J., Schagen; Siemon K., Haarlem; Jan de W., Wieringerwaard; Nico, Gerda en Marie v. R., N.-Niedorp; Teun K., Wie ringerwaard; Willie M., Winkel; Kees Buis, Winkel. Oplossingen raadsels vorige week. I. Schot, Cacao, Hulst, Erica, Veter, Eikel, Noord, Ieder, Neger, Groot, Eelde, Namen. De badplaats is: Scheveningen. n. Oor, neen, weg. Het noordelijk gelegen land is Noorwegen, ni. Wang, bang, lang, pang, stang. Nieuwe Raadsels Lettergreepraadsel. I. Van onderstaande lettergrepen moeten jullie 6 woorden maken, waarvan de beteke nissen hieronder volgen. foort can pof bel tje a tie mers sche gen tjes dub dag va ko gin ve nin nin fer ne. 1) Stad in de provincie Utrecht. 2) Wanneer je vry van school hebt. 3) Verjaardag van de Koningin. 4) Bekendste badplaats in Nederland. 5) 2 stuivers. 6) Lekkerny. n. Onderstaande rijen puntjes moeten met let ters opgevuld worden, die woorden vormen, waarvan de betekenissen hieronder volgen. De laatste letters van de gevraagde woorden zyn reeds ingevuld. Wanneer jullie de goede woorden gevonden hebben, zul je zien, dat de eerste letters van boven naar beneden ge lezen iets vormen, wat haast elk kind graag doet. e familielid. 1 vrucht. e de wereld. b knolgewas (rood en wit ge kleurd) i 1 meubel. i r iemand, die op jacht gaat. i 1 deel van het been. 1 wapen. 1 vrucht van een eik. e graansoort. n een bezaaide akker met een eg bewerken. 1 verhoornde huid. APPELS PLUKKEN. Wat zeg je van deze tekening? Het is me een heel stelletje kinderen, niet, die daar aan het appels plukken zijn. En wat een grote dikke appels. Maar het lijkt me toch wel een gevaarlijke beweging, zoo in een appelboom te klimmen, gelijk de jongens hier op dit plaatje doen. Vooral als ze dan ook nog ruzie maken, zoals die twee daar onder de boom dat doen. Maar intussen komen de appels wel naar beneden. De kar is al byna vol en daar liggen er nog heel wat op de grond ook. Me dunkt, de kinderen moesten er nu maar mee ophouden. Want eigenlijk doen ze het niet goed. Ze schudden flink aan de takken en dan vallen de appels wel, vooral als ze rijp zijn. Maar de appels moeten eigenlijk niet geplukt worden. Alleen geplukte appels, die niet tegen de takken en op de grond gebotst zijn, kan men lange tyd bewaren. Misschien echter zijn deze kinderen hele maal niet van plan ze te bewaren, maar wil len zij ze dadelijk opeten. Dan echter hebben zij er nu zeker genoeg! Ik denk zoo, dat de vaders en de moeders van de kinderen, die in hun tuin een appel boom hebben, maar niet zo daarmede mogen omspringen als de kinderen op dit plaatje. Maar omdat die het wel mogen, daarom is het juist zo'n prettig plaatje. T ekenvoorbeeld. Felix de Kat, wie kent hem niet? Alle jon gens en meisjes natuurlyk. Wil je nu zelf zijn HOE MAKEN WIJ EEN PARACHUTE? Als wy een mooie parachute willen maken, dan hebben wy noodig een vel zijdepapier of een lapje zijde, dat wy rond knippen en een de rand waarvan wij op gelijke afstanden touwtjes, vastmaken, die wij onderaan by elkaar binden. Dan vragen wij aan moeder een wasknijper, waaraan wij aan een kant een haakje maken, terwijl wy er doorheen een gaatje boren, waar wij een touwje door kunnen rijgen, dat wy onderaan de knoop van al de touwtjes vastmaken. Gooien wij nu de parachute uit het raam van de eerste of tweede étage naar beneden in de tuin, dan zul je zien, dat hij heel lang zaam en statig neerkomt. Heb je nu aan de haak een draadje ge maakt, dat heel lang moet zyn, dan kun je daaraan de parachute weer omhoog trekken en behoef je niet elke keer naar beneden te lopen om hem te halen. portret eens maken? hoe dat gaat. Hierboven zien jullie De spons. door A. S. v. L. Een dageiyks gebruiksvoorwerp. Wat weten wy ervan? Wat de spons bevat Hoe ze gevist worden. Hebben wy wel eens over de herkomst van onze spons nagedacht, die wy toch dagelyks gebruiken? O, er zyn naar weinig mensen, die er iets van af weten. De meeste denken, dat de spons een plant, zee- of waterplant, is en dat is toch heus verkeerd; een spons is een...dier. Ja, daar kyken jullie van op, hè. Wy zullen eens iets over dit zonderlinge dier vertellen, dat in de Middellandsche en Rode Zee voorkomt. Zij bouwt zich als een weefsel van celvormige woninkjes beneden de opper vlakte aan rotsen en vaste gronden vast. Onder de Grieksche eilanden is een rots in de nabijheid van Rhodes, die met een weinig steenachtige aarde is bedekt, welke voort durend door de zon verbrand wordt en hier worden zeer veel sponsen ingezameld. Behalve dierlyke bestanddelen bevat de spons nog jodine, zwavel, phosphor, koolzure kalk, kiezel aarde en zeezout. Gewoonlyk zyn de grove sponsen van een bruine kleur, terwyl de fynere soorten dof en geelkleurig zijn. Meestal zyn ze, voordat ze geprepareerd zijn bol en rond. Wanneer ze nog in het water ligt is de spons met een soort shjm bedekt, die er heel moeilyk afgaat en waardoor de spons een grondige behandeling nodig heeft, voordat hij in de handel kan worden gebracht. Opmerkeiyk is het, dat sponsen atyd in zout water worden gevonden en het meest op rotsachtige grond. De sponzenvisserij is voor de bewoners van Karamanië een winstgevend bedryf. Willen zij weten, of een plek veel sponsen bevat, dan storten zy een zeker soort olie op het water uit. Deze olie blyft bovendryven en maakte het water er onder zo doorzichtig, dat zy tot op de bodem kunnen kijken. Het naar boven halen geschiedt meestal met lange touwen, waaraan lood is bevestigd. De touwen worden naar omlaag geworpen en langzaam komt het touw omhoog en in de lussen zitten een massa sponzen verstrikt. Om de spons heel licht gekleurd te krijgen, wordt ze na de reiniging in een mengsel chloorwater gedompeld. EEN AARDIG KRUISSTEEKVOORBEELD. Hierby zien jullie tevens een vogel, van kruissteekjes getekend, die gemakkelijk ge borduurd kan worden. De hokjes met een X erin worden lichtgeel gekozen, de hokjes met een olyfkleurig, de hokjes met een punt rood, terwyl het oog van den vogel zwart wordt gemaakt. Je kunt één zo'n vogeltje gebruiken byv. op een speldenkussen, maar een heel randje ervan als versiering van een kleedje. De eerste buit. Schieten met óe windbuks. Arm vogeltje, j$j bent het slachtoffer. Door Victor Dyke. De vader van Hans was houtvester en men kan dus begrypen dat Hans van jongsaf aan altyd naar een windbuks had verlangd. Eerst had hy zelf pyl en boog gemaakt, terwyl va der een schyf voor hem had geschilderd en aan een boom opgehangen, zodat hy zich naar hartelust kon oefenen. Daarna kreeg hy een boog, die moeilyker te spannen was, om dat hy ook sterker was geworden en ten slotte, op zyn achtste verjaardag kwam ein- delyk de zoo lang begeerde windbuks. Hans was erg trots en hy verzorgde het geweer alsof het een echt jachtgeweer was. Ook met de windbuks oefende hy op de schyf en nadat hy drie maal achter elkaar de roos getroffen had, feliciteerde zyn vader hem en zei, dat hy een zekere hand van schieten had. Op zekere middag, dat Hans in de tuin kwam en al wandelende by de byenkorven kwam, die onder de pruimenbomen stonden, keek hy naar boven en zag, dat de bomen vol mooie, blauwe pruimen hingen. Hy besloot nu een van de pruimen als doel te kiezen, legde aan en... nauwelyks had hy het eerste schot gelost of daar hoorde hy een gefladder tussen de bladeren, en even later viel er een spreeuw naar beneden met een doorgeschoten kopje. Hans stond een ogenblik ademloos van schrik toen drong het tot hem door, dat hy een dier had doodgeschoten. Doch eer hy weer tot zichzelf was gekomen, kwam vader naar buiten en prees hem voor het mooie, doeltreffende schot, waarmede hy' het dier pynloos had gedood. Daarna raapte hij de vogel op en hield die op zijn hand. Hans schaamde zich zo erg, dat hij niet van trots maar van verdriet in huilen had willen uit barsten, hoewel hy zich flink hield en de lof van zyn vader aanvaardde. Doch 's avonds, toen zijn moeder hem goedenacht kwam zeggen, begon hij zachtjes te snikken. Moeder vroeg niets, zy wist immers wel, waarom hij zo'n verdriet had, aj had de ogen van haar jongen gezien, toen vader met de buit naar haar toe was gekomen Zy streelde hem over het hoofd: „Nietwaar, Hans, het is moeilijk, je als een groot mens te gedragen..." Hans knikte en slikte zijn tranen in. Maar toen moeder een half uur daarna nog eens kwam kyken, hoorde zy zyn rustige ademhaling in de slaap... het verdriet was overwonnen... maar Hans was in het vervolg voorzichtig met zijn windbuks, want de dode vogel had hem zyn les geleerd. „Pap, er zit een zwarte kat in de keuken." „Zwarte katten brengen geluk." „O ja pappie? Deze heeft de bout voor Zondag meegenomen." Bloemist: „Ik zou u dezen aardigen nrtker Chrysanthemums willen geven." Vroolyk meisje (heeft tot laat op kantoor gewerkt): „Geef me liever een bos eetbare paddestoelen."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 15