De Mijdrechtsche Millioenenzaak Koopt Nederlandsch fabrikaat Danszaal te Venlo uitgebrand* EN ONONTWARBAAR KLUWEN VAN ZONDERLINGE TRANS ACTIES. Zooals wij reeds in ons vorig nummer mededeelden, is gisteren de behandeling voor het AÓnsterdamsche Hof begonnen van de bekende Mijdrechtsche Millioenen zaak. Door de verdediging zijn 17 getuigen dé charge opgeroepen. Voor de behandeling van deze zaak be staat groote belangstelling. Op de publieke tribune hebben vele Mijdrechtenaren plaats genomen en ook vele advocaten wonen de zitting bij. „Ik heb gelezen zoo begint inr. Jolles het inleidend verhoor dat u deze vervol ging hebt uitgelokt. Verdachte bevestigt dit: Dat is noodig om m'n onschuld aan te toonen, ik heb zelfs afstand van de erfenis willen doen. „Ja, maar u hebt 't niet gedaan". Verdachte beweert dan, dat hij de nieuwe stukken heeft overgelegd bij de civiele pro cedure voor het Hof en dat tot de strafver volging is overgegaan na „overleg" met den procureur-generaal. De President spreekt deze bewering echter tegen. „Hebt u gezien, dat mevrouw van W. de acte, waar het nu overgaat, onderteeken- de? „Ik ben er bij geweest", zegt verdachte. De onderteekening had plaats in de huiska mer en niet in de „geheime groene kamer". „En begreep mevrouw van Wieringen wel wat ze teekende?" „Absoluut, ze wist precies wat ze deed. Pres.: Dat is knap, want het is een bui tengewoon ingewikkeld stuk, waar maar met veel moeite uit wijs te worden is. De president leest dan een gedeelte uit de acte een koopacte waaruit zou blij ken, dat verd. recht heeft op ruim drie ton aan vaste goederen. Van die verrekening begrijp ik niets" zegt mr. Jolles maar mevrouw heeft 't blijkbaar wèl gesnapt". Een tweede acte betreffende vruchtge bruik komt ter tafel. Die is geteekend in de woning van zekere van E., vlak bij de kweekerij van verd. Pres.: „Dat begrijp ik niet, als ze het zoo geheimzinnig wilde doen, kon ze 't toch be ter in haar „geheime kamer" op 't land goed doen..." Verdachte weet er een uitleg voor: „Ze ging vaak naar een arme vrouw, dat viel niet op en in die woning hebben we 't stuk opgemaakt. Pres.: „Waarom die overeenkomst nu Juist bij een arme vrouw moest gebeuren begrijp ik niet. En niet in het heerenhuis, waarvan u zelfs een valsche sleutel' zou hebben gehad. Verd.: „Geen valsche sleutel." Pres.: „U hebt 'm toch maar weggewerkt." In de derde plaats bespreekt de President dan met verd. de kwestie van het „valsche cahier' een soort financieel dagboek, dat door verd. werd bijgehouden en dat door mevr. v. W. werd geteekend. Hierin stond opgeteekend welke rechten en schenkingen de kweeker kreeg van de oude dame. Dit maal is verd. er niet bij geweest, dat de oude dame teekende. „Wapperend met het schrift kwam ze de trap af. De handtee- kening was nog nat." Ook de actes uit het vorige proces ko men weer ter sprake. Een arbeidsovereen komst en een acte van vruchtgebruik, die reeds van 1914 dateerden en in 1920 werden geregistreerd. Pres.: „Ik begrijp niets van die arbeids overeenkomst". Verd.: „Maar Mevr. van W. begreep 't uitstekend." Inderdaad munt het stuk, dat de presi dent voorleest, niet uit door duidelijkheid. De president bespreekt dan verschillende details met verd. en weer komt „de paar- sche acte" op 't tapijt, een schuldbekentenis „goed voor één millioen". „De millioenennota" noemt mr. Jolles de ze met hectografeninkt geschreven schuld bekentenis. Het aantal stukken, dat in deze millioe- nenaffaire is geproduceerd is legio. Er ko men steeds weer andere koopactes, schuld bekentenissen, cahiers, vruchtgebruikactes, etc. uit het lijvige dossier voor den dag. Hebt u nog meer stukken van mevrouw v. W. om voor een derde proces te gebruiken, vraagt de President tenslotte. Verdachte gaat op deze vraag niet in. Pres.: Kan 't niet zijn, dat mevrouw maar teekende, wat u haar voorlegde? Neen, zegt verdachte, ze was goed bij en ze was in dien tijd erg op me gesteld. Pres.: Erg duidelijk is het niet... Verdachte wil dan het verhaal gaan doen over de verhouding die mevr. v. W. met den koetsier zou hebben gehad. Pres.: Ja, dat verhaal kennen we allemaal; 't is alleen maar vreemd, dat ze de mil- lioenen niet aan den koetsier maar aan U gaf. Verd.: Oh, maar de koetsier is ook bevoor deeld. Getuigenverhoor. Het getuigenverhoor neemt dan een aan vang. Als eerste getuige komt de burgemeester van Mijdrecht, de heer Padmos voor het hekje. Hij heeft mevrouw van W. in Fehr. 1932 kort voor haar dood een verhoor afge nomen. Daarbij ontkende ze een schuld aan verdachte te hebben. Ook ontkende ze hem hét vruchtgebruik van haar goederen te hebben gelegateerd. (Deze stukken die ge registreerd waren, waren in handen van den burgemeester gesteld om een onderzoek in te stellen naar een mogelijke valschheid in geschrifte). Bij het verhoor, dat getuige aan de 89- Jarige vrouw had afgenomen, was gebleken, dat mevrouw van W. vroeger wel eens geld had geleend aan verdachte. Bij de aflossing kreeg hij cp.iitant.ies en op deze wijze kwam hij in het bezit van de handteekening van mevr. van W. Er gingen, toen mevr. van W. nog leefde reeds geruchten dat verd. haar erfgenaam was, kan hij de geruchten zelf in de wereld hebben gebracht?" vraagt de president. Getuige Padmos zegt, dat hij ook deze geruchten met mevr. van W. heeft besproken. Hij had een onderzoek ingesteld, doch mevr. wilde geen strafvervolging want: „hij komt toch wel in de gevangenis". Dan komt een brief ter sprake van een ex-compagnon van verd. De inhoud van dien brief is tamelijk be lastend. De schrijver die thans in Amerika woont heeft vroeger wel eens gezien, dat verd. bezig was zich te oefenen in 't nama ken van de handteekening van mevr. van Wieringen. Verd.: Die man heeft geprobeerd chantage te plegen. Naar aanleiding van de vraag of verd. dikwijls bij Mevr. van W. op bezoek is ge weest, deelt de verdediger mr. ten Bokkel mede, dat hij van den verdachte een brief uit het huis van bewaring heeft gekregen, waarin hij het interieur van mevr. van W's villa tot in de kleinste details beschreef de schilderijen, de boeken in de boeken kast, de meubelen. „Dat kan slechts iemand die dikwijls in het huis is geweest, meent de verdediger. „Toen in 1925 bij mevrouw van W. is in gebroken was ik de eerste die er bij werd geroepen. Ik heb toen gezegd.: „haal de burgemeester er ook maar bij" merkt verd. op. De volgende getuige is notaris J. F. W. v. d. Heiden uit Mijdrecht. Ook tegenover den notaris had mevr. van W. ontkend, ooit stukken ten gunste van verdachte te hebben geteekend. Bij het overlijden van haar man had getuige v. d. Heiden den boedel geregeld. Ook de belastingbiljetten vulde getuige in en zij besprak haar beleggingen met hem. Prs: dus over haar effecten raadpleegde ze u ook. Get.: Ja, dikwijls Pres.: Was ze nogal op de hoogte van financieele zaken. Getuige: voor een vrouw was ze tamelijk goed bij op dat gebied. Over verdachte was ze niet zoo goed te spreken. Ze was bijv. boos toen „de Engel- sche lord" zooals ze hem noemde, tot raads lid werd gekozen. „Een groote schande voor Mijdrecht" noemde ze het. De arbeidsovereenkomst, waarin werd be paald, dat verd. f 15.000 per jaar zou krij gen, komt opnieuw ter sprake. De notaris noemt dit stuk gefingeerd. Ook de president komt dit stuk zeer vreemd voor: „U deed toch nooit iets voor haar." Verd. spreekt dit met klem tegen. Hij heeft veel werk voor de oude vrouw ge daan. Over de geruchten, die er gingen dat verd. later aanspraak op haar erfenis wilde maken, heeft getuige nog met mevr. van W. gesproken. Die lachte er om en zei: ,,'t is wel een brutale streek, maar hij zal crediet.nopdig hebben". Raadsheer mr. Smit vraagt verd. iemand te noemen met wien u voor mevr. van W. zaken deed. Verdachte: 't Waren verboden zaken, 't ging meestal a contant. Mr. Smit Nu zullen ze er toch niet meer voor worden vervolgd. Verdachte: „Ze zijn misschien dood of niet meer te vinden. In ieder geval zullen ze weinig zin hebben voor den dag te ko men. Verd.: „Ik was den heelen dag voor mevr. van W.'s zaken in Amsterdam. Pres.: „En de kweekerij dan?" Verd.: Daar had ik een meesterknecht voor. Px*es.: U dacht zeker: „dat groeit wel" Uitvoerig wordt dan de vraag bespro ken of mevr. van W. nog volkomen toere keningsvatbaar was, toen de notaris haar de laatste maal sprak. Mr. Venhuizen komt met de verklaring, dat de dokter die immei-s den notaris zou hebben meegedeeld, dat de weduwe op 11 Febr. 1932 nog voldoende bij haar ver stand was x-eeds eenige dagen tevoren, op 8 Febr. zijn congé had gekregen. Toen vei*d. B. voor den dood van me vrouw, over de beweerdelijk valsche stuk ken is gehoord, heeft de dokter tegenover den verdediger verklaard, dat hij de laatste dagen niet meer op de kamer van Me vrouw is geweest. De notaris zegt hiervan niéts te we ten. De vroegere dorpsveldwachter komt dan voor het getuigenhekje. Zijn verklax-ingen zijn weinig belangrijk. Wel wist hij te ver tellen, dat verd. in den oorlogstijd en ook daarna dikwijls voor zaken op reis was. Of hij O. W. handel dreef kon hij niet zeggen. Een gedetineerde ,die geruimen tijd ge leden met verd. gedetineerd was in het huis van bewai-ing te Amsterdam vertelde, dat verd. hem verteld had dat hij prach tig de handteekening van mevr. van W. kon namaken. Hij had een staaltje van zijn kunde gegeven en er bij gezegd: „daar zit m'n toekomst in, ik wil die erfenis van mevr. van W. inpikken". Verdachte noemt het heele verhaal ge logen. Wel hebben zij samen 14 dagen in de ziekenzaal doorgebracht. Doch verd. ontkent ook maar iets over zijn particu lieren leven te hebben meegedeeld. Mr. ten Bokkel betreurt het, dat deze getuige, die in Haarlem zeer slechts be kend staat en herhaaldelijk is veroordeeld, in deze zaak wordt verhoord. Een commies bij de registratie vertelt, dat verd. in gezelschap van nog een man in 1920 op zijn kantoor was geweest. De con tracten waren niet in orde geweest en ze waren weggegaan. Het was getuige opgeval len, dat in het arbeidscontract zoo'n hoog salaris aan verd. was toegekend. Ook was verd. zenuwachtig geweest. Getuige wist niet wie de tweede man was. Pres. (tot verd.): Was dat misschien ie mand, die de contracten voor u in elkaar draaide? Verd. ontkent, dat hij in gezelschap van iemand anders op het registratiekantoor was geweest. Een collega bevestigt de verklaringen van den commies. Mej. Dr. E. C. van Dorp, verre familie van den heer Van Wieringen verklaarde, dat de oude vrouw zeer op haar familie gesteld was. Zij was tot kort voor haar dood uitstekend bij. Décharge getuigen. Het Hof begint daarop het verhoor van de door de verdediging opgeroepen getui gen. Een Haarlemsche advocaat verklaart van een familielid v. Mevr. v. W. te hebben ver nomen, dat de familie vreesde, dat de erfe nis deels naar de Diaconie, deels naar „een verren neef" (verd. B.) zou gaan. ZATERDAG 24 OCTOBER* HILVERSUM H •a (3 V 3 ■o ■o Orkest-concerten. O O 5 VARA-groot-orkest Nieuwsberichten G ramof oonmuziek 8.00 2.45 3.30 Lichte Muze Melody Circle The 4 Serenaders 5.00 Godsdienstige Uitz. Morgenwijding VPRO 10.00 Dansmuziek Flierefluiters Lezingen Filmpraatje Literaire lezing 2.30 5.40 Sport Schaakles. 3.45 Orgelbespelingen Orgelbespeling Orgelspel 10.15 6.00 Diversen NW-uitzending <1 10.15 8.03 10.00 6.30 11.30 7.00 11.05 HILVERSUM I Orkest-concerten KRO-Orkest Nieuwsberichten Gramofoonmuziek Lichte Muze KRO-melodisten KRO-melodisten KRO-Melodisten Godsdienstige Uitz. Godsdienstig halfuur Voor de jeugd Voor de rijpere jeugd Kinderuurtje Voor Katholieke pad vinders Journalistiek Weekoverzicht Actueele aeterflitsen Vroolijke avond 8.00 10.00 2.30 4.05 5.00 2.00 3.00 8.00 10.30 8.10 10.40 11.00 6.20 7.35 8.10 Uw byzondere aandacht vraagt: Hilversum n. Internationale specialiteiten. Weenen. 5.15 u. n.m. „The Four Serenaders". Accordeon 7.50 u. n.m. Het Alfredo Campoli-trio. virtuozen. Rede van Minister Slingenberg bij de opening der tentoonstelling NF. Toen ik aldus de minister werd uitgenoodigd om deze tentoonstelling „Ne derlandsch Fabrikaat 1936" te willen ope nen, heb ik geen oogenblik geaarzeld, om deze uitnoodiging te aanvaarden. Immers het doel, dat deze vereeniging nastreeft en hetwelk ook deze tentoonstelling be^ oogt, is mij als Minister van sociale zaken in hooge mate sympathiek. Belangstelling te wekken voor waren van Nederlandschen oorsprong, het koopen en het gebruiken van deze waren te bevor deren, is het streven van uwe vereeniging, is het motief voor deze expositie. Slaagt gij hierin en welk rechtgeaard Nederlander zou u niet van harte welsla gen toewenschen? dan bevordert gij de werkgelegenheid in ons land en tevens de industrieele welvaart. Een vermeerdering van werkgelegenheid, dit is een taak van de eerste orde, die den minister van soci ale zaken ter harte gaat bij zijn pogingen om 't aantal werklooze arbeiders te vermin- dei*en. Een taak voor de Nederlandsche re geering is het stellig, om den arbeiders die werkloos zijn, geldelijken steun te ver- leeenen en ik geloof zonder eenige zelfge noegzaamheid te mogen zeggen, dat de Ne derlandsche regeering in dit opzicht haar plicht niet verwaarloost. Maar een taak van hoogere orde is het toch voor de Ne derlandsche regeering om zooveel als in haar vermogen is, te bevorderen, dat er in Nederland werk is. Ik behoef in dezen kring wel niet te zeggen, hoe ook op het gebied van werk verruiming de Nederlandsche overheid tal van maatregelen heeft genomen, zoowel ton aanzien van openbare werken, als op het terxein van de industrie. Wie echter meent, dat de over heid op dit gebied alles kan doen, vergist zich sterk. Veel belangrij ker toch dan de invloed van over heidssteun ten behoeve van werk verruiming, is voor het bedx*ijfsle- ven de vraag, wat dc Nederlandsche burger dag in dag uit aan allerlei artikelen besteedt. Voor millioenen van de meest uiteenloopende koop waren wordt in ons land gekocht en nu is het mex-kwaardig, maar ook teleurstellend, dat, ondanks de gezonde nationale reveil, die wij in deze tijden overal in ons land waar nemen, toch diltwei'f uit sleur en gewoonte, waren van buitenland- sche oorsprong worden gekocht, die zonder bezwaar van Nederlandsche ondernemingegn kunnen worden be- - trokken. Het kan niet genoeg worden herhaald, dat elke aankoop van een artikel, gemaakt in een Nederlandsche onderneming, er toe bijdraagt, de werkgelegenheid te verrui men of in stand te houden. Wie zich re kenschap geeft van de geweldige som men, die de Nederlandsche overheid in al haar geledingen, nu al jaar in jaar uit voor het lenigen van den nood onder de werkloozen opbrengt zal moeten begrijpen, dat onvoldoende aandacht voor het Neder landsche fabrikaat niet alleen in de hand werkt, dat deze geldelijke offei*s zwaarder zijn dan noodig zou wezen, maar wat nog ernstiger is, dat duizenden onnoodig tot werkloosheid hlijven gedoemd. Tentoonstellingen als deze, welke reeds in verschillende streken van ons land zijn gehouden, dienen, om het Nederlandsche volk goed voor oogen te stellen, waartoe de Nederlandsche ondernemers in staat zijn Op het Nederlandsche koopende publiek nu i*ust een eereplicht in dezen zin, dat het telkens weer bij zijn aankoopen heeft te verlangen artikelen, in Nederland ver- vaardigd. Moge ook deze tentoonstelling er toe bij dragen, dat het Nederlandsche publiek be ter nog dan tot nu toe zal kunnen waar- nernen, waartoe de Nederlandsche nijver heid in staat is en welke producten zij den koopers kan bieden. Met dezen wensch vex*klaarde de minis ter de tentoonstelling voor geopend. Onderzoek geestvermogens. De President stelt voor het verhoor hier te schorsen, doch de Procureur-Generaal Dr. O. Reilingh, verzoekt mede met het oog op den inhoud en den aard van het cahier een on derzoek naar de geestvermogens van verd. te doen instellen. Ook verzoekt het O. M. een bevel tot ge vangenneming tegen verd. voor deze zaak. De gevangenisstraf voor de eerste zaak loopt ten einde en er bestaat, wanneer verd. vrij komt, alle kans, dat hij getuigen zal beinvloeden. De verdediging kaxi met het psychiatrisch onderzoek wel instemmen, niet echter met het bevel tot gevangenneming. Het Hof gaat in Raadkamer. Na herope ning deelt de president mede, dat het Hof temien vindt om een onderzoek naar de geestvermogens van verd. te doen instellen. Het onderzoek wordt voor onbepaalden tijd geschorst en de stukken worden in handen van den rechter-commissaris alhier gesteld. Voorts gelast het Hof de gevangenneming van verd. met het oog op mogelijke samen spraak met getuigen.' Wielrijder aangeredn In de gister gehouden zitting van het gerechtshof te Leeuwarden stond terecht zekere R. S. K., arts te Buitenpost, wien ten laste was gelegd op 10 December van het vorig jaar bij Hoogkerk met zijn auto hoogst roekeloos, met te groote snelheid en boven dien met gedimde lichten te hebben gereden Als gevolg daarvan zou een wielrijder, die van een zijweg kwam en den weg overstak zijn aangereden, waarbij deze een schedel- basisfractuur bekwam aan de gevolgen waarvan hij is overleden. De rechtbank sprak dr. K. vrij. De officier ging in hooger beroep. De procureur-generaal vorderde vernieti ging van het vonnis en veroordeelde K. tot 500.boete, subs. 100 dagen hechtenis. De branden te Hedel Twee arrestaties. Dinsdagavond hebben te Hedel resp. in een hooiberg van den landbouwer Aart van Driel en in een geheel met graan gevulde schuur van den landbouwer H. van den Heuvel, branden gewoed. In verband met het feit, Jat de boerderijen van beide land bouwers op 1% K.M. afstand van elkaar liggen, is het vermoeden gerezen, dat brandstichting niet geheel uitgesloten moest worden geacht. Dit vermoeden werd nog bevestigd door het feit, dat zoch in de onmiddellijke nabijheid van de branden een man bevond, die zich bij den vorigen bi*and aldaar ongeveer twee weken gele den, op verdachte wijze had opgehouden. De politie is toen in deze richting haar on derzoek begonnen en dit leidde gister tot de arrestatie van den recidivist M. van S. en de 36-jarige vrouw P. v. d. B., beiden uit Den Bosch. De mogelijkheid, dat nog een arrestatie zal volgen, is niet uitgesloten. Naamsverandering van de „Zeven Provinciën" 's-Gravenhage, 22 October. Naar wij vernemen, is bij K.B. bepaald, dat de naam van Hr. Ms. pantserschip „de Zeven Provin ciën" wordt veranderd in „Soerahaja". Deze naamsverandering is Jiet gevolg van het feit, dat het schip bestemd wordt tot opleidingsschip voor inlandsche schepelin gen. Het wordt verbouwd en gestationeerd te Soerabaja. MEVR. MANN-BOUWMEESTER HERSTELD Mevr. Theo Mann-Bouwmeester, die eeni ge weken geleden in de ziekenhuisinrich ting aan de Prinsengracht te Amesterdam een operatie aan het rechteroog heeft on dergaan, heeft het ziekenhuis geheel her steld verlaten. Zij heeft haar rechteroog en het gezichtsvermogen kunnen behouden. In den vorigen nacht heeft een felle uit slaande brand de danszaal van den heer H. Vervoort te Venlo in de asch gelegd. Het vuur werd omstreeks half twaalf ontdekt door voorbijgangers. Daar de zaal van de straat is afgescheiden door het café annex woonhuis kon men zich dus niet onmiddellijk overtuigen van den ernst van den toestand. De heer Vervoort had zich met zijn gezin reeds te ruste begeven. On verwijld werden de slapende bewoners ge wekt, die beducht voor de snelheid, wa&r- mede het vuur zich verspreidde, zich van de noodzakelijkste kleedingstukken voorza gen en bij de buren een veilig onderkomen zochten. Inmiddels was de brandweer gealarmeerd en deze tastte met zeven stralen de vlam men aan. Het brandende gebouw, dat aan de achterzijde betx*ekkelijk vrij ligt, werd door de groote watermassa's weldi*a onder water gezet. Het vuur, dat door ramen en deuren naar buiten was gebi'oken, joeg een hevige vonkenregen de lucht in. Uit voor zorg maakten de bewoners van de aan grenzende perceelen zich gereed om zich, indien noodig, met have en goed in veilig heid te stellen. Ook in de nabijliggende ga rage van den heer Van den Hombergh werden de eerste veiligheidsmaatregelen ge nomen, en de auto's naar buiten gereden. Gelukkig wist de brandweer, na een uur hard werken, het vuur zoover te beperken, dat de belende gebouwen geen gevaar meer liepen. De zaal met de geheele inventaris, waar onder een kostbaar dansorgel brandde to totaai uit. Het gelukte nog het grootste ge deelte van het café en het woonhuis te be houden, ofschoon de inboedel op deze plaats veel waterschade leed. De schade is zeer aanzienlijk en wordt niet ten volle door de verzekering gedekt. Omstreeks half drie kon de brandweer met haar groot materiaal inrukken. Tweemaal brand in dub bel woonhuis. In den vorigen nacht te omstreeks 1 uur ontstond door onbekende oorzaak brand in een dubbel woonhuis te Duivendrecht, eigendom van de Nederlandsche Spooi*we- gen, gelegen aan den weg Duivendrecht Ouderkerk. De brand, die niet van grooten omvang was, werd door de bewoners, den heer H. van den Brink en den spoorweg- werker A. Hogenes gebluscht. Ook de brandweer van Weesperkarspel heeft hier- bij nog hulp verleend. Beide families heb ben zich daarna weer ter ruste begeven. Ongeveer drie kwartier xater, is, vermoe delijk doordat nog ergens vuur was achter gebleven, opnieuw brand uitgebroken. De vlammen grepen zoo snel om zich heen, dat het gezin van den Brink niet meer langs den gewonen weg het huis kon verlaten. Slechts met de grootste moeite en door een gat te maken in de houten afscheiding tus- schen beide woningen, konden man, vrouw en drie kinderen, via het naastgelegen huis, een veilig heenkomen vinden. De brandweer van Ouderamstel verrichtte de blussching. Zij kon niet voorkomen, dat de beide woon huizen geheel uitbrandden. Van de inboe dels kon niets gered worden. Bij den bx*and werd niemand gewond. De gezinnen zijn bij buren ondergebracht. De bewoners zijn tegen brand verzekerd. ZONDERLINGE HULPVERLEENING Een zoon en een knecht van den stuca- door Speekman te Steenwijk overkwam gistei-middag een zeer eigenaardig ongeluk In de werkplaats gleed een van hen op den betonnen vloer uit, terwijl de ander dezen thachtte vast te houden. Beiden vielen in een kelder met ongc- bluschtc kalk. een der omwonenden gooide bovendien nog een emmer water over hen uit, wat natuurlijk een geheel verkeerde uitwerking had. Nadat een geneesheer hen had behan deld met olie, leek de toestand iets be ter, ofschoon beiden overdekt waren met brandwonden en de zoon tot nu toe met geen zijner oogen iets kan zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 2