De rijksdaalder* Raadsels Jllly[||llll|l III 1111 LLUJ! Beste ongens en Meisjes Heus, ik zit een beetje met m'n handen in m'n haar. Ik had niet gedacht, dat de animo onder de kinderen van het Schagèr Courant gezin zo groot zou zijn voor ons eigen hoekje, dat ik vandaag een „berg briefjes" op m'n vriendjes en vriendinnetjes is aangegroeid tot bureau zou hebben, waar ik met geen pols stok overheen kan springen. Het aantal ver over de honderd en ik had nog wel ge dacht dat we dat aantal midden in de winter pas zouden bereiken, als om vier uur de duis ternis is ingevallen en je dus niet meer kan buiten spelen na schooltijd. Maar allez, zou Dré zeggen, je weet wel, die Brabantsche boer, wiens portret en brief iedere week in de krant staat, we zullen zien dat we er door heen komen. Het boek is gewonnen door: Nelly Geel, Winkel. Piet Wolfswinkel, H. Hugowaard. Piet, je bent welkom, en als die vier paarden van jullie mee zouden kunnen doen, Mizza, Han- nie, Geertje en Jopie, dan zou ik zeggen, vooruit, dan maak ik ook nog een paarden- hoekje. Winnetou, N. Niedorp. Ja, die N. Nie- dorper abonné's zullen vandaag hun ogen uit hun hoofd kijken, als ze die naam van jou zien staan en ze denken minstens, dat ze in de wild-west verzeild zijn geraakt en ik zal hier dus maar direct vertellen, dat die schuil naam een geheimpje is tusschen jou en mij. Dank je wel voor die verklaring van de „Centra-Club". Adriana Biemond, Oudesluis. Ik kan je een hand geven, Adriana, want ik ben van de week ook erg verkouden geweest en dan lijkt het net of je hoofd duizend pond weegt en of je hersens van stopverf zijn. De zon zal wat op die hoofden van ons moeten schij nen, hè? Willie Molenaar, Winkel. Nu vertel me maar niets van de storm, Willie, m'n haar is zowat van m'n hoofd gewaaid en de wind die speelde met de dakpannen op m'n huis de kleppermars. Hilce Span, Winkel. - Zeg, Hilce, je moet met de andere vriendjes in Winkel afspreken dat jullie de raadsels samen in één envelop stoppen, dat is goedkoop en al heb ik veel met de post op, ik zie toch liever, dat de dubbeltjes in jullie portemonnaie blijven. Piet v. Twuyver, Schagerwaard. Brrr, Piet. dat valt niet mee met die storm en regen midden in het land te wonen, maar er is dit voor dat jij vast een jongen van stavast wordt, die niet bang is voor wat storm en slecht weer. En't is gezond, iedere dag zoveel buitenlucht. Corrie Bakker, Dirkshorn. Natuurlijk Corrie, jij krijgt zeker een briefje, al m'n vriendjes en vriendinnetjes vergeet ik vast niet en als je naast de deur woonde kwam ik even bij je binnen wippen om een praatje met je te maken, want dat vind je fijn, als je ziek bent, en ze komen je dan opzoeken. Ma .Vethman, Wieringerwaard. Vervelen doe ik me nooit, Ma, en gelukkig heeft „Ons Kinderhoekje" bij jou de verveling ook ver dreven, want er iets niets zo akelig als zich vervelen, ja mag liever tienmaal over je hoofd buitelen, of weet ik wat voor malle dingen doen, als je vervelen. Geri Mink, Warmenhuizen. Hoe lang fiets jij er over naar school, Geri, en zijn er meer vriendinnetjes die met je de tocht ma ken, of peddel je alleen langs sloten en vaarten Anna Brugman, Schagerbrug. Gefelici teerd, Anna, met je beterschap, en denk er om, houd je muts nu op je krullebol en je jas tot je kin toegeknoopt, want het weer is tegenwoordig zoo nijdig als een hond. Geertje Roozing, Hazepolder. Fijn, dat de avonden nu zo lang worden, vind je niet, Geertje, dan kan je zo heerlijk lezen en lezen en nogeens lezen, tot je helemaal wegdroomt. Maar denk ook om je schoolwerk, anders ziet je rapport er straks zo uit, dat vader en moeder met een zwart gezicht kijken en dat zou ook niet aangenaam zijn. Engeltje Buter, Anna Paulowna. Van daag zal jij wellicht hard naar de gang lopen als je de krant in de bus hoort vallen, Engel tje, en dan ga je natuurlijk met nieuwgierige ogen dit hoekje door of er ook een briefje voor jou bij is. En daar is het nu. Tot vol gende week. Annie Mooi, Wieringerwaard. „Taartjes eten", doe je alleen niet graag, wanneer je pijn in je buik hebt, Annie^ en wanneer je zeeziek bent, maar andersnu ik zal er maar verder niets over zeggen ,want jij en ik weten het wel. Gretha Dekker, Julianadorp. Wat een vragen, Gretha. De Langevliet ken ik, waai- jij woont, en ik kom er ook wel eens langs. De oplossingen mag je ook op een briefkaart schrijven, hoor, en als je geen raadsels in zendt, mag je evengoed een briefje schrijven. Truus Boekei, Tuitjehorn. Dat raadsel van die gehoornde huid, waar jij zo over hebt zitten „prakkizeren", was nu juist het gemak kelijkste, hè, want toen je diep in gedachten naar je vingers zat te turen zag je de oplos sing voor je. Jacoba Pieternella Meerland, Oudesluis. Ik zal maar beginnen met je heel huiselijk Coba te noemen, Jacoba Pieternella, want die naam van jou is bijna een pagina vol. Fijn, zeg, dat je in December jarig bent. Dat is toch zo'n feestmaand en daar houd jij wel van, natuurlijk. Janie Broekhuizen, Schagen. Met z'n tweeën is veel gezelliger zoeken, dan alleen, Jannie, en wat jij niet van de raadsels vin den kan, dat ontdekt je zusje misschien en de vreugde is dan ook dubbel^ Vrouwtje Hoornsman, Julianadorp. Troost je ermee, Vrouwtje, dat niet alleen jij verkouden bent, maar dat half buitenveld, proestend en niesend de weg onveilig maakt. Als ik met de auto bij jullie in de buurt kom, sluit ik eerst de ramen goed. De groeten aan je broertje, die pas op school is, en aan die andere kleine dreumes, die pas kan lopen. Rein Kuin, Alsmeer. Dat heeft de post hem gelapt, Rein, dat jullie pas Maandag de krant kregen, want hij is heus op tijd uit Schagen gegaan, hoor, en ik weet zeker, dat ze, want krant is vrouwelijk zoals je weet, vandaag weer op tijd in de trein naar jou toe is. Vertel me volgende week maar eens of je haar nu Zaterdag in de gang hoorde. Jan Kootstra, Oudehorne. Daar staat je naam nu in de krant, Jan, net als die van minister Colijn en van Prins Benno. Dat had je twee weken geleden niet kunnen dromen, hè, maar ja, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Staan de koeien nu al op stal? Jan Stammes, N. Niedorp. Pas maar op dat de „voetbalziekte" je niet zó te pakken krijgt, Jan, dat je straks met de kopjes en schoteltjes van je moeder gaat trappen en dat je de lamp niet van de zolder „lelt", heet het zo niet?, of dat je tegen je eigen neus trapt .Maar ik denk dat het zo'n vaart niet zal lopen, is 't wel? Betsie de Goede, Dirkshorn. Of jij ook mee zou mogen doen (denk er om, niet „mag- gen", hoor, zoals je schreef), natuurlijk, Bet sie, vooral nog wel op dat mooie groene schrijfpapier, dat je voor je verjaardag kreeg. Je moeder is zeker mal op je? Nic. en Jac. Leeuw, Wieringerwaard. Eigenlijk moest ik Kees' naam hier ook nog bijzetten, vinden jullie niet, dan had ik alle drie leeuwtjes. Ik ben een beetjes trots op zo'n leeuwenfamilie onder m'n vriendjes, al ben ik erg big, dat jullie aan de tamme kant zijn, want anders Joop Jonker. Vertel me eens Joop, loopt Henk nog wel eens met je zusje weg? Dat mag niet, hoor, want het is gevaarlijk met zo'n klein meisje langs de weg, Leendert Visser, Dirkshorn. In Den Hel der hebben ze van de zomer ook zo'n ballon nen-wedstrijd gehad, heb ik gelezen, Leendert en daar waren ballonnen die over de alpen gevlogen zijn en in Italië terecht kwamen. Wat een verre reis, hé? Hoe ver zou die van jou gekomen zijn? Gerard Wit, N. Niedorp. Wat een voet ballers wonen er bij jou in het dorp Gerard, jullie worden daar zeker als voetbal geboren. Nu begrijp ik meteen hoe de kinderen bij jullie in 't dorp zo vaak over de weg rollen. Jopie Leguit. Er zijn meer liefhebbers voor het boek, Jopie. Ik denk, als ik aan alle wensen zou voldoen, dat de juffrouw in de winkel handen tekort kwam om jullie alle maal te helpen en de winkel spoedig „uit verkocht" zijn, maar in. de kassa zat geen cent. Nico, Gerda en Marie v. Rozelaar. Denk er om jullie plaatsnaam erbij, hoor. Ik kom jullie van de week alleen maar even, zo in gedachten, een hand drukken. Als je me vol gende week wat meer verteld, dan hoor je weer wat meer van mij ook, hoor. Simon Keesman, Haarlem. Dat zal Zon dag een hele trap geweest zijn, Simon, want al ligt IJmuiden niet zo ver van Haarlem af, de storm nam jou en je fiets bijna mee naar Engeland, o nee, dat kan niet, want de wind woei precies de andere kant op, je zou dus bijna in Berlijn terecht gekomen zijn. Annie de Beurs, Anna Paulowna. Kom, daar ben ik blij om, Annie, dat jij nogal goed leren kan, want dat is prettig, en voor jezelf én voor thuis, maar het legt ook de verplich ting op je met goede cijfers op je rapport thuis te komen en je mag er nooit trots op zijn, want je verstand heb je niet zelf ge maakt, maar heb je gekregen en met wat je krijgt ben je wel blij, maar je geurt er niet mee. Is het zo niet? Jongens en meisjes, nu moeten jullie eens even luisteren, ik ben nog niet door de helft van de briefjes heen en ik zie met schrik dat ik al meer dan twee kolom geschreven heb en daar moet op deze pagina voor jullie toch ook nog iets anders staan dan alleen briefjes beantwoording, dat begrijp je, want anders zou ik een zwart gezicht krijgen van al die honderden onbekende vriendjes en vriendinnetjes, die niet aan de raadsels mee doen, maar toch „Ons Hoekje" graag lezen. Nu zou ik ook de briefjes, die er nog liggen, met een paar woorden kunnen beantwoorden! bv. zo: „Ja Piet, dat is leuk." dat is één briefje. „He, Jan, dat moest je niet doen.", dat is er weer een, of „Marietje, gefelici teerd, hoor". Dat zyn er drie. Zie je, als ik het zó zou doen, was ik in de tijd van een half uur door al die andere briefjes heen. Maar daar houd ik niet van en dat is voor jullie ook niet leuk. Ik heb dus een ander voorstel. Luister: De briefjes, van de jongens en meisjes, die vandaag geen antwoord krijgen, beantwoord ik volgende week en dan spreek ik dit met al m'n vriendjes en vriendinnetjes af, dat jullie me volgende week geen briefjes schrijven. Je lost natuurlijk wel de raadsels op en zend die in, maar met briefjes schrijven wacht je nog een week, tot ik door de rijstebrij-berg heen ben. Is dat geen fijne oplossing, zo? Nu, tot volgende week dan, je weet, de oplossingen moeten ingezonden worden vóór Woensdagmorgen 9 uur aan de redactie van de „Schager Courant", in de linkerbovenhoek vermelden „Voor den Kindervriend". Wie zal volgende week het boek winnen? En nu, tot ziens. Kindervriend Waardoor Inge een nachtmerrie kreeg. Hoe zy gelukkig maar gedroomd had. door VIOLETTE CARR. „Heb je de hele pudding opgegeten?" „Ja, Moeder", zei Inge zachtjes. Inge's moeder wist niet of zij boos moest zijn of dat zij zou lachen. Het kind moet zich de maag hebben overladen. Met die grote pudding hadden drie hongerige kinderen hun maag kunnen vullen! Moeder bromt niet, maar zegt bezorgd: „Inge, Inge, je bent een kleine veelvraat! Een meisje van twaalf jaar moest toch ver standiger zijn. Zo kort voor het slapen-gaan eet men toch niet zulke reuze-porties. In ieder geval behoeft het je niet te verwonde ren, als je straks maagpijn krijgt!" Na een half uurtje begint Inge zich al onbehaaglijk te voelen. Haar maag doet zo vreemd. Hm... misschien was het toch ver standiger geweest als zij wat minder pudding had genomen... au! wat kreeg zij daar een kramp... maar de pudding had ook zo buiten gewoon lekker gesmaakt. Inge kijkt nog even vlug haar huiswerk door, dan is het tijd om naar bed te gaan. Slapen? Lieve help, hoe zou zij kunnen slapen met zo'n buikpijn? Inge draait van de ene kant op de andere en het lijkt wel een eeuwigheid te duren, eer de zandman zich over haar ontfermt en dromend legt Inge haar blonde hoofd op het kussen. Inge gaat naar school. Wat zijn de straten merkwaardig leeg, het lijkt wel of de hele stad uitgestorven is. Inge is niet bang, maar opeens begint haar hart heftig te kloppen en zij kijkt angstig om zich heen. Wat ligt daar vlak tegen de stoeprand aan? Met een ruk blijft het meisje staan. Ja hoe is dat mogelijk? Dat dat is een rijks daalder! Vlug buigt zij zich en raapt het geldstuk op, daarna steekt zij het in haar zak. Dan begint echter eerst haar angst. Zy weet, dat men oneerlijk is, als men voorwer pen, die men vindt, niet aangeeft. Als iemand nu eens gezien heeft, dat zij een geldstuk opraapte Schuw kijkt zij om zich heen, maar wijd en zijd is er niemand te bekennen. Alle ramen zijn gesloten. Het is akelig stil om haar heen. Een rijksdaalder, denkt zg, oh, wat kan ik daar allemaal voor kopen? Chocolade, bon bons, een jurk voor de pop, drie kleurpot loden en nog heel veel andere dingen. En als zij zich in haar gedachte al deze heerlijk heden voorstelt, dan loopt zij hard weg. Nooit geeft zij het geld terug! Waarom had de gene, die het verloren heeft, niet beter op gepast? Wie dat verliest, heeft zelf schuld, natuurlijk! Maar zijn dat niet de ontstelde ogen van haar moeder, die op haar rusten? Ach onzin! Er is niemand in de nabijheid. Het is haar slechte geweten, dat haar zulke angstvoor stellingen bezorgt. Inge verraadt niets, als zij op school komt. De uren gaan voorbij. Nog zelden is zij zo onoplettend geweest als heden. Maar eindelijk is de school uit, zij stormt naar huis. Dadelijk na het eten wil zij in alle stilte alles kopen, waar haar hart naar verlangt... „Luister eens!" zegt haar moeder, die aan het fornuis in de keuken staat, „de moeder van de kleine Erika is doodziek!" De moeder van de kleine Erika Inge krijgt tranen in de ogen. Erika, haar zes jarig vriendinnetje woont vlak bij haar. Zij is arm, heel, heel arm, want haar moeder is weduwe en kan bijna niets verdienen. En nu is die goede vrouw doodziek. En wat moet er nu van de kleine Erika terecht ko men? „Ja, en misschien gaat de moeder wel dood!" ging Inge's moeder verder. „De dok ter heeft haar een medicijn voorgeschreven en haar ook het geld er voor gegeven. Een rijksdaalder! Maar op weg naar den apothe ker heeft de kleine Erika het geld verloren. Toen zij het bemerkte, is zij dadelijk terug gelopen, maar iemand scheen het geld al gevonden te hebben en het gehouden te heb ben. En omdat er nu geen medicijn gekocht kan worden, moet Erika's moeder misschien sterven." Doodsbleek staarde Inge haar moeder aan. Met een wilde kreet wil Inge weglopen, maar half versuft merkt zij, dat zij heele- maal niet in de keuken bij haar moeder, maar in haar eigen kamertje is. Een on doordringbare duisternis omringt haar. Ja, werkelijk... zij ligt in bed... gedroomd heeft zij... vreeselijk gedroomd... en haar volle maag doet haar nog pijn. Badend in het zweet zinkt Inge op het kussen terug. Stel je eens voor, dat het wer kelijkheid was wat zij gedroomd had! Wat een geluk, dat het niet zoo is. En terwijl Inge zich weer op haar zijde draait, neemt zij zichzelf voor, nooit oneerlijk te zijn, als zij eenmaal werkelijk iets zou vinden. En dat verlichtte haar zo, dat zij weer spoedig insliep en de rest van de nacht zonder dromen doorbracht. Het licht uitmaken met een fles. Het klinkt erg moeilijk, maar in werkelijk heid is het heel eenvoudig. Men heeft er voor nodig een hele gewone lege wijnfles en steekt de hals in de mond, waarbij men hard in de fles blaast. Dan sluit men de fles met de duim of met de handpalm heel snel, zodat de inge perste lucht er niet uit ontsnapt en houdt de zo voorbereide fles nu vlak bij een brandende kaars. Laat men nu de opening van de fles vrij, dan stroomt de samengeperste lucht er tameüjk vlug uit en door de hoge druk gaat de kaarsvlam uit. ONWAAR Jong dokter (tot zijn bediende): „Hoeveel patiënten zijn er in de wachtkamer, Johan?" Johan: „Geen een, dokter!" Dokter (zuchtend): „En dan durven de ge leerden nog verkondigen, dat er geen ledige ruimte in de natuur bestaat!" Goede oplossingen ontvangen van: Kees S., N. Niedorp; Jan T., Hippolytus- hoef; Adriana B., Oudesluis; Willie M., Groet polder; Hylco S., Winkel; P. K., Schagen; Piet v. T., Schagerwaard; Corrie B., Dirkshorn; Ma V., Wieringerwaard; Geri M., Warmen huizen; Arie M. Nesdijk; Harm. W., Schagen; Nellie K., St. Maartensbrug; Truus R., Tuitje horn; Geerie P.; Hillie K. Pa., Dirkshorn; Corrie en Hannie W., Dirkshorn; G. Jim- mink, Schagerbrug; Cor. K., St. Maarten; Daaf B., Anna Paulowna; Grietje en Ennie Z't Zand; A. Jimmink Md,, Julianadorp; Luida D., Hoogwoud; Bets V., Hoogwoud; Co J., Schagen; Gerrit B., Zijpe; Gretha D., Ju lianadorp; Rieuwert B., Stolpervlotbrug; Janie B., Schagen; Sjieuwke O., Wieringer- meer, Middenmeer; Vrouwtje H., Julianadorp; Rein K., Aalsmeer; Aukje en Jan K., Oude- horn; Jan S., Nieuwe Niedorp; Tinie A., Win kel; Nic. en Jac. L., Wieringerwaard; Betsie de G., Dirkshorn; Joop J., Leendert V., Dirkshorn; Gerard W., N. Niedorp; Jb. H., Burgerbrug; Jopie L., Nico, Gerda en Marie v. R., Douwe S„ Oudesluis; Gezina Jes. T., Wieringerwaard; S. K., Hisje W., Anna Paulowna; Annie de B., Anna Paulowna; Goofje v. Z., Anna Pau lowna; Arie V., Zijpe; Gré Z., Schagen; An neke E., Schagen; Johan H., Schagen; Sietze L., St. Maartensbrug (Zijpe); G. R., Kol- horn; Aagje en Jan v. Sch., Groote Kee- ten; Corrie E., Groenveld (gem. St. Maarten); Arie B., Groenveld; Albert B., Groenveld; Kees B., Winkel; Klaas, Trijnie en Jan K., Heiloo; Jannie M., Wieringerwaard; Dirk Willem V., Schagen; Pietje M. en Annie B., 't Zand; Tini B., Winkel; Gerrit W., N. Nie dorp; Nellie G., Winkel; Gysbertus O., Cal- lantsoog; Kees D., St. Maarten; Gerard G., St. Maartensbrug; Albert B., Stompetoren; A. Dalenberg, St. Maartensbrug; Jan D., Hoogwoud; Jane S., Wieringen; Freek H., Anna Paulowna; Gerrit D., Medemblik; Dirk A., Koegras; Mina T., Lutjewinkel; Piet K., Lutjewinkel; Piet K., Julianadorp; Jacob H., Schagen; Jan R., Schagen; Fransiena M., Wieringen; Aaltje P., Wieringen; Jannie de R,. Wieringermeer; Trijntje v.' d. O., Amster dam; Kees H., Lutjewinkel; Rieki G., Nieuwe Niedorp; Henk S., P. K., Lutje winkel; Martha L., Middenmeer; Dineke L., Aarts woud; Nico B., Kalverdijk; Arie B., Juliana dorp; Gerrit V., N.-Niedorp; Geus R., St. Maarten; Dirkje R., St. Maarten; Christina T., Heer Hugowaard; Nellie K., Wieringer waard; Jan de W., Wieringerwaard; Nellie S., Oudesluis; Trijnie L., Aartswoud. Oplossing raadsels vorige week: 2. Amersfoort. Tante. Vacantie. appel. Koninginnedag. aarde. Scheveningen. radijs. Dubbeltje. tafel. Poffertjes. jager. enkel. sabel. eikel. tarwe. eggen. nagel. Taartjeseten. Nieuwe Raadsels Onderstaande rijen puntjes moeten jullie met letters invullen, en die letters moeten dan woorden vormen, waarvan de betekenissen hieronder volgen. De middelste letters moeten van boven naar beneden de naam van een prinses ,van Oranje vormen, die leefde in de zeventiende eeuw. tweewielige wagen vertrek ■t korenaar dans in 2/4 maat a deel van het gezicht fijn gebak, meestal rond en groot a naam van de eerste vrouw vrucht die lijkt op framboos a a a afkorting van „Anna" stad in Zwitserland, begint met B a helemaal gevuld steenkolen, houtskool a a grootmoeder hoofdstad van een Hollandse prov. n De woorden, die hieronder volgen, moeten zo veranderd worden, dat de eind- en begin letters toch dezelfde blijven. Van die nieuwe woorden staan de betekenissen hieronder. Wan neer je de juiste woorden gevonden hebt, zul je zien, dat de middelste letters van boven naar beneden de naam vormen van een, in de Nederlanden weinig geliefd Spaans landvoogd. BI o n D H a a s T L i t e R T o r e N Betekenis der nieuwe woorden. 1. Kinharen. 2. Een zeker gedeelte van iets. 3. Ingewand. 4. Oogvocht.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 15