RAAD WINKEL TROOPER Arrondissements rechtbank te Alkmaar AKKERTJES Feuilleton VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 26 Ootober. Bergen. BAREND WAS LOS VAN TONG EN RUW VAN MANIEREN. De pruimeboom van den politierechter was Maandag weer behoorlijk volgeladen en 5 op 6 pruimpjes zooals van Alphen zingt, zouden zelfs niet gemist zijn gewor den door de zwoegende persmenschen. De eerste rijpe vrucht, die op 's rechters tafel viel, figuurlijk gesproken, want Ba rend VI. was niet aanwezig, was de me neer, zooals hiervoren aangeduid en had op 28 Juni te Bergen ruzie gehad met den ambtenaar der belastingen, die naar de aanwezigheid van zijn rijwielplaatje wilde informeeren en toen door Barend werden uitgevloekt en onhebbelijk afgejakkerd, 'n Onbeschoftheid, die hem heden een klap van 15 pop in zijn portemonnaie gaf, even tueel nog te vervangen door 10 dagen. Oude Niedorp. EEN JEUGDIGE RIMBOEBEWONER, DIE OOK NIET WIST HOE HET HOORDE. De jongeheer Henk St. had te Oude Nie dorp zich de vrijheid gepermitteerd, geen gehoor te geven aan het bevel tot afstap pen van zijn fiets, hem door brigadier Van Ens gegeven. Men begrijpt dat Van Ens die niet voor spek en boonen daar zijn surveillance beoefende, deze nalatigheid niet onopgemerkt liet en den politierechter gaf hem heden groot gelijk, door Henkie 115 boete of 10 dagen op te leggen. De twee kwartjes zakgeld die Hendrik geniet, zullen nu voorloopig wel belangrijk worden gereduceerd, maar het is toch wel eens goed, dat een dergelijk onverschillig snaakje eens voelt, dat wie z'n achterste ven brandt, op de blaren moet zitten. Avenhorn. EEN BUITENGEWOON ONHOFFELIJKE BUURMAN. Nog erger versierde het de wegwerker Jacob L. te Avenhorn. Die had heibel met zijn buurvrouw Leeuwenkong over een vernielde boom en slingerde op 18 Juli on der een stormachtige conferentie haar de flatteerende woorden: secreet en leelijke vuile hond toe. Dat was buurvrouw echter toch wat al te grijs, dat kon ze niet ver- knoerten. Aangifte werd gedaan en heden de onbeleefde wegwerker, die nog heel wat had tegen te pruttelen, veroordeeld tot f 12 (boete of 8 dagen. Harenkarspeï. PUTBAAS CONTRA WATERSTAATS OPZICHTER. Een in den rang van putbaas bij de wa terstaatswerken te Harenkarspel te werk gestelde Zaandammer heier Dirk G. kon het blijkbaar niet al te best „keezen" met den opzichter Kaagman, 'n jongmensch van vermoedelijk den zelfden leeftijd, en op 31 Juli kwam het tot een heftig conflict. De opzichter maakte diverse opmerkingen, die G. niet wènschte te nemen, waarop de put baas zijn chef met een karijzer, 'n soort koevoet te lijf ging, hem tegen den grond kygtkte en hem toen nog met de hand verschillende slagen toediende. Bovendien had hij den opzichter nog als een ellende ling betiteld en hem dreigend aangemaand, van een en ander geen melding te maken. De aldus bejegende opzichter deed evenwel aangifte van het gebeurde en heden werd het jongmensch, dat de mishandeling ont kende en daarbij werd gesteund door zijn mede-arbeider Kiaas Boekhuis, veroordeeld tot f25 boete of 15 dagen, benevens 1 maand gev. doch voorwaardelijk met 3 proefjaren. Hij kwam er dus betrekkelijk nog goed af, aangezien de Officier 1 maand onvoorwaar delijk had gerequireerd. Gelukkig voor hem stond Dirk goed be kend en was hij nimmer met de justitie in aanraking geweest. Een goede reputatie, is toch altijd maar een goede recommandatie. Den H e I d er. WEER EENS EEN INTERESSANTE HEL- DERSCHE EEN-ACTER: TRAGISCH SPEL VAN DEN HUISELIJKEN HAARD. Op geen politierechtzitting mag zoo'n klei ne Heldersche familie-drama, gemeenlijk gelardeerd met opstoppers en onaangename complimenten, ontbreken .Heden was het weer de metselaar Gerard Petr. Br., die voor deze prettige variatie zorgde en zich had te verantwoorden met betrekking tot het feit, dat hij zijn stadgenoot, den hard- hoorigen en lang niet tegen hem opgewas sen heer Jac. Winkel, 'n watjekou op zijn gezicht had toegediend. De metselaar, een gewezen gedelegeerde naar West-Indië, voorheen aangeduid als gele kanarie, was gehuwd met de vroegere echtgenoote van mijnheer Winkel en voor de rest zullen we dit sensatiefilmpje maar onder het traditi- oneele zand begraven. De metselaar kreeg een gepeperde reprimande van den Politie rechter en werd voorts tot f25 boete of 15 dagen als preventief middel tegen eventueele buitensporigheden veroordeeld. Den H e ld e r. NOG IETS IN HET ZELFDE GENRE. De heer Jan K., die op 18 Juli te Den Helder de gescheiden pensionhoudster, mej. Alberdina v. d. Heuvel, 'n enfin 'n minder nette dame had genoemd was niet verschenen. Daarom werden ons ver moedelijk vele intieme bijzonderheden ont houden en kunnen we alleen maar rappor teeren, dat de in zijn woorden minder kies keurige heer K. tot f15 boete of 10 dagen t. z. eenvoudige beleediging werd veroor deeld. Den Helder. DE JAARLIJKSCHE VISITE VAN JACOBJE. Alvorens naar Anna Paulowna te verhui zen kregen wij eerst nog 'n zaak uit Den Helder en wel van Jacobje Kramer, die heden haar jaarlijksche visite kwam af leggen, doch jammer genoeg was Jacobje niet verschenen, 't Slechte weer had haar bepaald weerhouden. Doch de 4 getuigen, waaronder haar eigen zuster, en een volle neef, waren present, om te verklaren hoe Jacobje hen op den 22en Augustus had mis handeld. De neef was onthaald op een ge duchte kaakslag, die zeer pijnlijk was, aangezien de slag met een goedgezoolde schoen was toegebracht. Hoe die neef, Dirk Bethlehem geheeten, dit zoo maar zonder meer door tante-lief liet aanleunen, is ons een raadsel; hoewel Jacobje 'n soortement Kenau Simons Hasselaar kon zijn. Marie Vermeulen, geb. Kramer, de zuster van de knoklustige verdachte, was de bril afgesla gen en 'n oorbel uitgetrokken, waarbij 't oorlel was ingescheurd en veel bloedverlies had opgeleverd; de andere getuigen ver klaarden precies zoo. De Officier, die niets gesteld is op derge lijke jaarlijksche visites, eischte f25 of 15 dagen; extra hoog, om Jacobje zooveel mo gelijk te weren. De Politierechter veroor deelde haar conform. Misschien komt Jacob je nog in verzet. Anna Paulowna. WAT DE VOORDEUR BINNENKWAM, SPOELDE DE ACHTERDEUR WEER UIT. De lange, rossige landarbeider Joh. Ph., aan de Molenvaart te Anna Paulowna woonachtig, had op 29 Juli, laten we het maar ronduit zeggen, de stomme streek begaan, om bij gebrek aan behoorlijk zicht- materiaal, om 'n zicht (een kleine zeis, die bij het zichten of afmaaien van riet of peul vruchten wordt gebezigd), alsmede 'n haar- mat, haarspit en 'n haarhamer en hoe deze snorrepijperij meer mag heeten, en dat het eigendom was van den tuinder P. C. Hui- berts, zich wederrechtelijk toe te eigenen. Thans plukte hij de wrange vruchten van deze vlugge vingersport en werd veroordeeld tot 10 gulden boete of 5 dagen, terwijl hij de zicht-tutti-frutti ook wel weer zal heb ben moeten retourneeren. In alle opzichten dus 'n sof! Anna Paulowna. DE DAME MET DE KLOMP. Laat ons aanstonds zeggen, dat het hier niet gaat om een of andere beroemde schil derij van Vermeer of Jan Steen, maar een juffrouw uit Anna Paulowna, die op 9 Juli den detailhandelaar Sjoert Koldijk, in naphtalineballetjes, schoensmeer, prentbrief kaarten en dergelijke populaire artikelen, gedurende een min of meer heftig debat, met een onvervalschte boereklomp had be kogeld. Sjoert, een nogal eigenaardige snui ter, zou toen hebben gezegd: Da m6 je nou nogres doen! op welke uitnoodiging mej. Hendrikje B., geboren K. gretig was inge gaan, maar tevens de oorzaak was, dat. de politierechter in die omstandigheid motief zag, Hendrikje vrij te spreken van de ten laste gelegde mishandeling. L a n g e n d ij k. GEEN CONTROLE OP Z'N SPREEK ORGAAN. Op den 29en Juli had de 30-]"arige trans portarbeider Anthonius Fl. van Zuidschar- woude zijn 50-jarigen collega Jan Bakker, de woorden schurk en dief toegevoegd en aangezien Bakker dergelijke aanranding op zijn naam en eer niet duldde, was er aangifte gedaan en werd de zaak heden verder afgewikkeld Een vereenigingskwestie bleek aanleiding te zijn tot de bovengenoemde woorden. Toch raden wij Floris aan wat meer aan dacht te schenken aan zijn spreekorgaan dat dit nuttige voorwerp hem niet al te veel parten zal spelen in zijn portemonnaie, want hij werd heden veroordeeld tot 8 boete of 4 dagen eenzame overweging: hoe kan ik m'n mond beter productief maken. Het consultatiebureau geeft stof tot praten. Het rapport, dat maar uitblijft Is de subsidie voor den cursus in boekhouden enz. te laag? Men zal het on. derzoeken. Verkwisting van overheidsgelden. De heer En gel staat voor alles. De heer Engel als bergtoerist. De wethouders geen bijloopers. De oninbare posten. Het woon wagenkamp. De moeilijkheid van de watervoorziening. Vergadering van den raad op Dinsdag 27 October 1936, 's morgens om 10 uur. Voorzitter de heer J. H. Zwart, burge meester, tevens secretaris. De raad is voltallig. Na opening volgt vaststelling van de no tulen. Ingekomen stukken, lingen en verslagen. mededee- Wij vermelden o.a. Ingekomen is een schrijven van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, waarbij wordt mededeeling gedaan, van de verloving van Prinses Juliana met Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld. De Voorzitter deelt mede, dat hij namens de ingezetenen een telegram van geluk- wensch heeft verzonden. Het is spr. een behoefte en voorrecht vanaf deze plaats de gelukwensch te herhalen. Spr. hoopt dat het Vorstelijk paar een gelukkige toekomst tegemoet gaat en dat onze Vorstin nog in lengte van jaren getuige mag zijn van het geluk van Haar kinderen. Een schrijven van Ged. Staten, waarbij het quotiënt bedoeld in het 2e lid van art. 16 van het financieele verhoudingsbesluit over 1934 voorloopig is vastgesteld op f14.3554. Proces-verbaal van kasverificatie. De begrooting 1936 van den Keurings dienst voor Waren te Alkmaar. Ingekomen zijn voorts diverse verslagen als verslag van de Comm. van Vakonder- richt aan gemeentelijk politiepersoneel in Noordholland 1935—'36, jaarverslag 1935 van het Prov. Waterleidingbedrijf, enz., enz. Nogmaals de veldwachtersver ordening. Het komt den minister van Binnenland sche Zaken gewenscht voor, dat de veld wachtersverordening eenige wijzigingen on dergaat. Het betreft hier geen ingrijpende wijzigingen. B. en W. stellen voor de gewenschte wijzi gingen aan te brengen. Aldus besloten. Verzoek van diverse moeders. Door Mevr. J. LontPeetoom en 12 ande ren wordt verzocht een localiteit beschik baar te willen stellen, waar zij de kinderen kunnen uit- en aankleedcn bij het bezoe ken van het Consultatiebureau te Winkel. B. en W. stellen voor, dit verzoekschrift te behandelen, wanneer het rapport van Dr. Doijer over het Consultatiebureau zal zijn binnengekomen. De heer Engel vraagt, of de Voorzitter bereid is het verzoek voor te lezen. De Voorzitter voldoet aan dit verlangen. De heer Engel constateert, dat de m©n- schen, die gebruik maken van het Consul tatiebureau, er niet mee accoord gaan, zoo als het nu gebeurt. Het advies kan wel nooit komen en daarom wilde spr. dat B. en W. met een oplossing komen. Wanneer het rapport uitblijft, kan de toestand dan zoo blijven bestaan? Spr. wil B. en W. op dracht geven, de zaak tot een goed einde te brengen. De heer Dekker vraagt, of nog is binnen gekomen de datum, waartegen de verbin tenis met de tegenwoordige lokaliteit ten einde loopt. Die is toch niet opgezegd? De Voorzitter licht het standpunt van B. en W. toe. Indertijd heeft Dr. Broekens f 25 gevraagd voor verwarming. Dr. Doyer of Dr. len Bruggencate zou dat komen toe lichten. De vergadering is toen uitgesteld, omdat de heeren verhinderd waren. Nu zou het advies komen na de vacantie en B. en W. meenden dat te moeten afwachten. De tegenwoordige lokaliteit is niet opge zegd. Spr. persoonlijk meent dat Dr. Broe kens voor een lokaliteit moet zorgen. Spr. wilde afwachten wat de doktoren Doyer en Ten Bruggencate hadden mede te deelen. De heer Engel zegt, voorlezing gevraagd te hebben, om te vernemen, wat er aan mankeerde, maar daarvan staat niets in het adres. Spr. wil slechts zeggen, dat wanneer het rapport uitblijft, de raad tot taak heeft verbetering in den toestand te brengen. De Voorzitter zegt dat we nog eens een verzoek tot Dr. Doyer zouden kunnen richten. De heer Engel denkt, dat in het rapport zal staan omschreven, wat de dokter aan re hand van zijn instructie heeft te doen. De Voorzitter merkt nog op, dat aan het schrift te zien, het adres niet ver van den gemeentegeneesheer weg komt. De heer v. Zoonen meent, dat de wacht kamer geen voldoende gelegenheid is voor de 12 moeders met de 12 kinderen om die daar zoo te behandelen, dat zij naar den dokter kunnen. Is dan de dokter verplicht zijn woonkamer ter beschikking te stellen? Dat gaat spr. te ver. De consequentie zou dan kunnen zijn, dat de dokter er een ge bouw moet bijpassen. De heer Engel herhaalt zijn wensch, dat B. en W. zullen probeeren de zaak tot een goede oplossing te brengen. Het verwondert den heer v. Zoonen, dat er nog geen rapport van Dr. Doyer binnen gekomen is in verband met een telefonisch verzoek van Dr. Broekens. De heer Kamp herinnert er aan, dat deze zaak in het Witte Kruis al een jaar lang ter tafel is geweest, vergoeding voor ver warming. In het. W. Kruis is nooit gespro ken over de localiteit. Nu de verwarming niet loopt naar dokter's zin, nu wordt het zoo, dat de gelegenheid niet in orde i9. Als de moeder in de wachtkamer de kinderen moet uitkleeden, wat voorheen niet gebeurde, dan vindt spr. dat niet goed. Overigens noemt spr. deze zaak overdreven De lieer Dekker wil, nu het geval nog hangende is, nog even afwachten. Wan neer de f25. was gegeven, dan was nooit gesproken over bekrompen localiteit, maar nu zijn nieuwe gezichtspunten naar voren gekomen. De heer Kamp gelooft dat men wel eerder een rapport van Dr. Doyer had ontvangen wanneer het verzoek maar anders ^was ge steld. Het verzoek ging over de f25.voor verwarming maar had moeten gaan over de vraag waar onder het bureau beter zou kunnen ressorteeren gemeente of Witte Kruis. De heer v. Zoonen vindt het Jan Klaas- sen Dr. Doyer te hooren over die f 25. daar hebben we zijn advies niet voor noo- dig. Dr. Doyer moet adviseeren hoe tot een beteren toestand is te komen. Het voorstel van B. en W. wordt hierna z. h. s. aanvaard. Wijziging suppletoire begrootin gen. Terugontvangen is van Ged. Staten de suppletoire begrooting van 25 Maart 1936 met de bemerkingen, de posten 200 en 200a te schrappen en het evenwicht te herstellen door het verlagen der uitgaven. B. en W. stéllen voor, hieraan te voldoen. Aldus wordt besloten. Eveneens is terug ontvangen de supple toire begrooting van 16 Juli 1936 met de mededeeling dat Ged. Staten bezwaar heb ben tegen de onder volgno. 202a opgenomen post. Deze post betreft de bijdrage in de premie van het A.A.Z.A. Verwezen wordt naar de circulaire van den Minister van Sociale Zaken, m.a.w. dat alleen werkloo- zen daarvoor in aanmerking kunnen ko men. B. en W. stellen voor dezen post te schrap pen, immers het wordt nu zoo, dat de bij drage van geen beteekenis meer is. Het betreffende besluit in ©en vorige vergade ring is dan meteen ingetrokken. De heer Engel zegt, dat dus ons stand punt, om de menschen zooveel mogelijk bij het ziekenfonds te houden, niet door Ged. Staten wordt gedeeld en spr. voorziet, dat de gemeente nu nog voor grootere kosten zal komen. Het voorstel van B. en W. wordt hierna aangenomen. B. en W. stellen voor, den pensioengrond slag van den heer G. Nobel, als gemeente ontvanger met ingang van 1 April 1935 vast te stellen op f 975. Na een toelichting aldus vastgesteld. Verzoeken om subsidie. Door de Schager Handeldrijvende en In- dustrieele Middenstandsvereeniging wordt verzocht een subsidie van f10.voor elke leerling die de cursus voor Boekhouden enz. bezoekt. B. en W. stellen voor voor 1937 een be drag van f 10.toe te staan evenals vorige jaren. De heer Engel zegt dat men f10.per leerling vraagt, dus zullen dit waarschijn lijk de kosten per leerling zijn. Nu wordt door ons f 10.gegeven, maar als we daar mede het onderwijs bemoeilijken, zou spr, dat betreuren. Het geldt hier een onder wijs dat de middenstand meent noodig te hebben, wat volgens spr. ook zoo is. Hoe veel leerlingen uit onze gemeente bezoeken den cursus? De heer Dekker denkt van 5 leerlingen. De heer Engel zou in overleg willen tre den, om te trachten dit onderwijs niet in gevaar te brengen. Het is de taak van de gemeente den middenstand op deze wijze te steunen. De heer Brugman vindt f10.onder de huidige tijdsomstandigheden een mooi ge baar. Onze school voor U.L.O. vergt reeds groote financieele offers. Op alle manieren moeten we trachten onze begrooting slui tend te maken; vervolgonderwijs en andere K°u.' Als Ge U rillerig gevoelt, als Qe begint te niesen, of Uw keel voelt dik worden, dan weet Ge dat Ge hebt kou gevat. Neem dan dadelijk soo'n "AKKERTJE". Morgen sijt Ge weer iit! AKKER-CACHETS Koker me.t. 12 at,u}cp rt- tët 3 stuks 90 cf. „Ik dacht gisterenavond, dat 't wel eens goed kon zijn, Marske House in de gaten te houden, en heb den heelen nacht in de buurt rondgezworven. Ik geloof wel, dat er iets gebeurd is, maar ik heb het ge mist." Maar Keating was nog niet over zijn ergenis heen. Hij beende naast zijn vriend het plein over, en 't was niet moeilijk voor Kaye, om zijn gedachten te raden. „Je schijnt dat meisje van Teyst nogal goed te kennen", merkte hij op. Aardig kind", zei Keating. „Meisje is een meer passende uitdruk king," vond Kaye. „Overigens zegt Homerus dat de Grieksche dames haar leeftijd re ken den vanaf haar huwelijk en niet vanaf haar geboorte. In dat geval zou Barbara niet geboren worden voor je met haar trouwde oodat je je tijd aan 't verkwisten bent met iets dat niet bestaat." „Als je denkt dat ik een oogje op haar heb, vergis je je toch. Mijn belangstelling In haar is puur broederlijk." Kaye keek zijn vriend vergenoegd aan. „Het gewone ingenue-type, veronderstel ik?" Door het lezen van detectieve-romans op hol gebracht, en onder den indruk van de magische tegenwoordigheid der C.Ï.D.?" Inspecteur Keating werd nadenkend. „Het is verrassend, hoe weinig het groo te publiek van ons weet." „Dat is maar goed ook. Het is alleen maar jammer, dat wij zoo verrassend wei nig van het groote publiek weten." „Het weet niet eens veel van zichzelf Dat kind bijvoorbeeld wist niet eens, dat ze de dochter van Ellie Steyning is'. „Heb je haar die onverkwikkelijke ge schiedenis verteld?" „Hoezoo onverkwikkelijk? De Steyning's waren financieel naar de maan, en Ellie trouwde Ralph om zijn geld. Het is heel gewoon, er waren fouten aan beide zijden. Dat is de gang van het moderne huwelijk." „Op welk gebied je deskundig bent". Keating deed, alsof hij niets hoorde, en ging zijn pijp stoppen. Een poosje liep hij zwijgend naast zijn vriend voort toen vroeg hij. „En wat heb je vannacht in de buurt van Markse House uitgevoerd? Vlinders gevangen?" „Nee, lijken gevangen." „Lijken," zuchtte Keating. „Dat woord be gint me te vervelen. Ik kijkook uit naai- een lijk". „Kom dan eens eerst naar dat van mij kijken" noodde Kaye en bracht Keating naar het district-hospitaal. Een paar minuten later stonden zij voor Clem's stoffelijk overschot. „Het lag in de bosschen bij Reigate." legde Kaye uit. „Wie het daar verborgen heeft, weet ik niet, maar hij heeft 't in elk geval niet goed gedaan. Ik zag een schoen uit een boschje steken. Als ik wist, hoe dat gezicht geweest is, voor iemand het kapot heeft geschoten, zou ik Jan eens vra gen waar hij gisteravond met Barbara's auto naar toe moest." Keating keek hem eens aan. „Als je dat wist", herhaalde hij lang zaam. „Weet je het dan niet?" „Nog niet. Jij misschien?" „Ik weet alles. Dat is was Clem Wade. Hij had zich vermomd om de flat van Larry te bewaken. Ik zou alleen maar eens willen weten, wie hem zoo toegeta keld heeft!" „Ik dacht, dat je alles wist?" „Dat dacht ik ook. Clem gaf den Stroo per de schuld ,toen ik hem bij Larry op de stoep vond liggen maar je hebt nog niets van die historie gehoord." Keating gaf een kort verslag van de ge- beutenissen van den voorafgaanden avond „De Strooper dus" overwoog Kaye. „Dat begint in elkaar te passen. Samuel." Alleen als hij in diep nadenken verzon ken was, gebruikte hij Keating verafschuw den doopnaam, maar de inspecteur deed alsof hij het niet merkte. „Ik weet 't niet", zuchtte hij. „Ik dacht ook, dat alles klopte, maar nu ben ik weer in de war. Den laatsten keer, dat ik Clem gezien heb, was hij gewond, maar toen had hij toch nog een gezicht. Nu heeft hij maar een half gezicht meer. Hij kan in dezen toestand niet van Londen hierheen geko men zijn, dus is 't hier gebeurd en dat komt niet uit. De Strooper was in de stad, gisterenavond". „We zullen jou nog eens aan de Ronde Tafel zien." „Kan zijn, maar me dunkt, dat deze ge schiedenis Larry buiten beschouwing plaatst. Hij kan Clem niet achterna gegaan zijn'.' „Je kunt Larry gerust van de lijst schrappen", zei Kaye. „Hij is de Strooper niet en dit is werk van den Strooper. Dat klopt. We weten dat Jan den een of an deren sleutel in handen heeft om aan de d'Essinger smaragden te komen. Dat ver klaart de aanwezigheid van den Strooper in Reigate. Een deel van den sleutel heeft hij al in handen: dat van Ralph. Het ande re deel, dat van Dennis, had Larry, en Larry's flat werd door den Strooper bezocht en overhoop gehaald. Nee, je schitterende thesis, dat Larry de Strooper is, gaat niet op, Zet dat gerust uit je hoofd. „Ik heb geen thesis." verweerde Keating zich. Kaye wierp nog een blik op Clem's ver minkt lijk, en verliet het hospitaal. Kea ting volgde langzamer en vond zijn vriend bezig met 't bestudeeren van het plaveisel. ,,'t Is een helsch geval", gromde de in specteur. „Het wordt elke minuut minder helsch", antwoordde Kaye droomerig. „Ik heb een idee, Samuel." „Houd het dan. Alles wat ik heb is het land", Superintendant .Kaye glimlachte welwil lend en nam zijn vriend bij den arm. Ze keerden samen terug naar Londen, maar Kaye zei geen woord meer, voor zij op het punt stonden, van elkaar te gaan. Daar stond tegenover, dat wat hij toen zei zoo belangwekkend was, dat inspecteur Keating zijn mond wijd open sperde, met het gevolg, dat een uitstekende pijp op den grond viel en in stukken brak wat Keating nauwelijks opmerkte. Hij staarde zijn vriend dit langzaam weg- slenterde, na en overpeinsde diens verba zingwekkende bewering. „Als ik me niet vergis, zal ik, voor de week om is, den Strooper bij zijn doopnaam kunnen noemen," had Kaye gezegd. XIX Juffrouw Greer meende, dat er iets aan de wereld ontbrak, namelijk een man. Ten minste aan haar deel van de wereld. Bitter betreurde zij de afvalligheid van Sam, „den Fat". De sensatie, die bij haar vak hoorde, begon, vooral nu zij niemand meer had omhaar te beschermen, haar bekoring te verliezen. In het bijzonder de sensatie, ge- kneuveld en aan een stoel gebonden te zijn terwijl in de onmiddellijke nabijheid ge moord werd, alsof het niets was. Juffrouw Greer nam het besluit eens ernstig met Jan te gaan spreken. „In orde Kate Alice?" begroette Jan haar. Juffrouw Greer was niet orde- en toon de dat zeer duidelijk. Ze had den heelen nacht niet geslapen, en was veel te angstig en gejaagd geweest om zelfs maar aan slapen te denken. „Wat zullen we doen met dat geval van gisteravond, Jan?" vroeg ze zenuwachtig. „Niets. En noem me niet bij mijn voor naam. Je bent hier als ondergeschikte, niet als douairière." „Ze kunnen Clem toch niet vinden, is *t wel?" hield jufrouw Greer aan. „Kunnen? Ze hebben hem al gevonden, maar je hoeft je daar niet bezorgd over te maken. Ik heb een dagvaarding gekregen om tegenwoordig te zijn bij de gerechtelijke lijkschouwing. Jij ook. Hier is ze." Juffrouw Greer's oogen werden groot. „Hebben ze hem gevonden?" Tan knikte. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 7