Schager Roosjes Het Verjaarsdiner Tankschepen hebben succes De rol van de vrouw in de Japansche industralisatie S N "J D E N Even kijken waar ik woon" Gelukkig Australië! KORT VERHAAL ZONDER GOEDKOOPEN MEISJES- ARBEID HAD DE TEXTIELINDUS TRIE NIMMER HAAR GROOTE VLUCHT KUNNEN NEMEN, Geen emancipatievan het zwak ke geslacht Tokio, October 1936. Men is er aan gewend, ten aanzien van Japan meer dan van de andere Oostersche landen verhalen over de „bevrijding" van de vrouw te hooren vertellen. En inderdaad wanneer men dikwijls deze wonderschoone eilanden aan de uiterste Oostkust van Azië bezoekt, krijgt men van jaar tot jaar meer vrouwen te zien. In de straten, in de waren huizen, in de electrische trams, in de res taurants en in alle takken van het bedrijfs leven. Daarom doet men den onmiddellijken indruk van de overwinning der vrouw en den vrouwenarbeid in Japan op. Maar deze indruk is toch zeer oppervlak kig. Men neemt uiterlijkheden voor een verandering in de structuur van het volks leven aan. Men vergeet, dat in Japan de vrouw nimmer in de afgeslotenheid van den harem geleefd heeft. De eerste reizigers, die nu bijna honderd jaar geleden de versche indrukken uit het zoojuist „geopende" eilandenrijk medena men, waren onder alle wonderen, die het land bood, het meest verrast door de groo- te bewegingsvrijheid, die de vrouwen geno ten. En in de reisbeschrijvingen van hun tijd vindt men steeds weer vermeld, dat iederen avond tegen zonsondergang de vrouwen in de groote waterbassins afstegen, die voor ieder Japansch huis stonden. Vrouwen in de Japansche industrie. Op het oogenblik zijn deze baden voor de huisdeuren verdwenen maar de vrouwen hebben zich langzamerhand van het eene beroep na het andere meester gemaakt. Zij werken evenals vroeger, maar nadat Japan in korten tijd een volkomen geïndustriali seerd land geworden is 55% van de be volking leeft op het oogenblik in de ste den vindt men de vrouwn en meisjes overal in de fabrieken, groote zaken en kan toren. Men kan zonder overdrijving zeggen, dat vrouwenarbeid Japansche bedrijfstak ken heeft grootgemaakt. De enorme vlucht, die b.v. de textielindustrie heeft genomen, was zonder den goedkoopen arbeid van vlij tige méisjeshanden ondenkbaar geweest. In de Japansche textiel fabrieken vindt men hoofdzakelijk meisjes van het platteland De arbeidsters krijgen van de fabrieksleiding kost en inwoning. Bij iedere spinnerij staan groote woonkazernes, waar het personeel wordt ondergebracht. Het meisje moet een arbeidscontract voor vijf jaren sluiten Ge durende dien tijd krijgt zij alles vrij de va der meestal boer krijgt bij de onder- teekening van het contract een ronde som uitbetaald, di hij meestal dringend noodig heeft om zijn schulden te betalen. Het grootste gedeelte van het arbeidsloon wordt door de fabrieksleiding ingehouden en eerst uitbetaald, wanneer het meisje de vijf con- tractueele jaren gewerkt heeft. Zij heeft zich dan een bruidschat verdiend en trouwt bijna onmiddellijk daarna met een boeren zoon, waaraan haar ouders haar hebben uitgehuwelijkt. Andere „vrouwen"-beroepen. De jonge meisjes uit Tokio en Osaka noe men het werk in de spinnerijen een moder nen vorm van slavernij en zoeken zich lie ver een ander arbeidsveld. Meisjes, die na de lagere school te hebben afgeloopen op 14-jarigen leeftijd direct in betrekking moe ten gaan, worden het liefst in de groote wa renhuizen geplaatst, of wel zij worden chauffeuse op een autobus, „liftboy of loop meisje De dochters uit beter gesitueerde families, die een goede opleiding hebben ge noten, vindt men later in de kantoren en in alle takken van de vrije beroepen. De warenhuizen, die in Japan een veel hoo- ger percentage van den kleinhandel bestrij ken dan in Europa zijn geheel op dezen vrouwenarbeid gebaseerd. De handelsschool in Osaka heeft eenigen tijd geleden een monografie over de verkoopsters gepubli ceerd. De meeste meisjes verdienen slechts 30 yen per maand. Bijna allen wonen bij hun ouders of bloedverwanten in. Onder de meisjes heeft men een enquête gehouden. Daaruit bleek dat 35% hun verdiensten op spaarden voor hun huwelijksgift, 27% ga ven hun geheele inkomen ter ondersteuning hunner familie af en 28% werkten, om iets te leeren en gaven hun geld voor kleeren en amusement uit. Op de vraag: „Welk sa laris moet Uw toekomstige man verdienen?" noemden bijna alle meisjes zeer lage cij fers. Daarentegen stelde men vrij hooge eischen aan de algemeene ontwikkeling van den man. 72% wilden een man met een vast inkomen hebben. Het huwelijk nog steeds adoptatie. Het huwelijk is volgens het Japansche recht ook op het oogenblik nog over het algemeen een adoptatie, d.w.z., de vrouw verlaat haar familie en wordt in defamilie van den man opgenomen. Vroeger kon de man zonder meer zijn vrouw verstooten. Hij liet haar door de politie uit zijn eigen fa- milieregister schrappen en weer in dat van haar ouders inschrijven. Daarmede was de scheiding voltrokken. Volgens de tegen woordige rechtspractijk is dat niet meer mogelijk. De vrouw, die door haar echtge noot zonder reden verstooten of verlaten wordt, heeft evenals in Europa recht op een uitkeering, maar dergelijke processen ko men in Japan uiterst zelden voor. De Ja pansche vrouw neemt in haar huis een heerschende positie in en in haar handen ligt meestal het bestuur over het kleine budget van de familie. De amusementslokalen waren vroeger een domein van den man. Thans ziet men 's avonds vele Japanners met hun vrou wen uitgaan. Bij een dergelijke gelegenheid betaalt de vrouw. Dat, wat ons vluchtige toeschouwers in Japan de revolutie van de vrouw schijnt te zijn, is eigenlijk niets anders dan een taai vasthouden aan reeds lang geleden verworven rechten. Naar aanliedeing van de noodlottige ont ploffing op de werf Wilton te Schie dam, volgen hieronder eenige bijzonderhe den over tankschepen. Men kan tankschepen niet met gewone schepen vergelijken, te weten de vracht- en passagiersschepen. Wanneer men werkelijk eenig rendement van een tankschip wil heb ben moet het voortdurend de zee bevaren Negen tiende van de tijd zijn de tanksche pen dan ook de haven uit. Dat wil zeggen: Inhalen, terwijl uit tegengestelde richting ver keer nadert en de weg te smal is voor drie auto's naast elkaar, 'n Manoeuvre, die bijna zeker naar hospitaal of huis-van-be- waring voert! De bemanning kent bijna geen vrije tijd behalve dan de paar uren, waarin het tankschip de vloeibare lading aan boord neemt. Deze schepen zijn over de geheele zee ver spreid, maar de exploitant weet natuurlijk steeds, waar zij zich bevinden. Het komt in hoofdzaak neer op een doelmatige dis tributie van de lading over minstens 50 havens. Het eene schip heeft b.v. zeven soorten geraffineerde olie. het andere drie soorten ruwe olie. Een tankschip kan ongeveer 80 tot 100 duizend barrels olie bevatten. 1 barrel is 160 L. Het vertrekt b.v. uit New Yersey om schepen in eenige Afrikaansche havens van olie te voorzien. Meestal keeren tanksche pen naar hun plaatst van vertrek terug zon der olie wel te verstaan. Eenige tramps zijn voortdurend onderweg en nemen dan in volle zee lading in. De wereldvloot van tankbooten bestaat uit ongeveer 1500 schepen waarvan er 430 onder Amerikaansche vlag varen. Een tank schip is heel anders gebouwd dan een ge woon schip; met het oog op de brandba re lading natuurlijk. Men denkt zonder twij fel, dat het brandgevaar op tankschepen zeer groot is, maar de practijk heeft bewe zen, dat zoowel brand als storm de tank schepen weinig schade berokkend hebben. Voor een tankschip in de haven terug keert moeten de tanks zorgvuldig gerei nigd worden. Een doeltreffende installatie, die onder hooge druk stoom over de dekken vloeren en muren verspreidt, reinigt het geheele schip van olie en vuil. Het laatste restje wordt door kokend water wegge spoeld, en, om er voor te zorgen, dat alles volkomen schoon is, gaan de matrozen in de tanks en schrobben de wanden af. Wanneer het schip eenmaal in het dok ligt, wordt er in razend tempo getankt. Per uur stroomt er een hoeveelheid van 10.000 barrels in het schip. Bij licht ont vlambare olie gaat het vullen wat lang zamer om elk ontploffingsgevaar te vermij den. Op een tankboot met lading mogen slechts de allernoodigste reparaties verricht worden en dan alleen nog maar reparaties waarbij geen vonken ontstaan. De uiterste voorzichtigheid moet in acht genomen wor den. Zoo explodeerde b.v. aan de pier van San Fransisco de tankboot „Charley Watson" die juist loste. Hierbij werden drie men- schen gedood en negen zwaar gewond. De oorzaak is nog steeds niet bekend. Een tweede explosie slingerde 50 man van het schip op de pier. Er heerschte op het schip zulk een ondragelijke hitte, dat -men het niet naderen kon. Toch slaagde men er in, dank zy de moderne bluschapparaten bin nen twintig minuten de brand te blusschen De „Kekoskee" die 14.000 barrels olie aan boord had, voorzag zelfs een Amerikaansch oorlogschip van olie, toén het tankschip met brandende olie door een explosie in het dok, overgoten werd. Het tankschip leek wel een brandende fakkel, toch slaagde men erin het vuur meester te worden. Het vijfde werelddeel heeft de cri sis overwonnen. Canberra, October 1936. Het vijfde en verst afgelegen werelddeel heeft de economische depressie het eerst overwonnen. Meer nog: Zijn financiëele, in- dustriëele en algemeen economische situa tie staat in algeheele tegenstelling met den toestand op het Noordelijk Halfrond. Indien dit niet zou worden bewezen door het feit, dat Australië als eerste land ter wereld zijn deuren weer voor de immigra tie heeft opengezet, is toch zeker de ver klaring van den minister-president van Nieuw-Zuid-Wales, de hon. B. S. B. Stevens die zelf bij de bestrijding van de crisis in Australië een leidende rol heeft gespeeld vol doende om aan eiken twijfel te die aanzien een einde te maken. In het bijzonder zoo stelde mr. Stevens dezer dagen 'vafet, is de werkloosheid in Australië geheel overivonnen. Alle tot wer ken in staat zijnde menschen vinden in het land arbeid en men behoeft dezen arbeid nit tegen een karig loon te verrichten, want voor elke bedrijfstak heeft men betrekke lijk hooge standeerdloonen kunnen vaststel len. Verder geven de begrotingen van de Commonwealth-regeering en de zes federale regeeringen voor het loopende fiscale jaar een overschot van ongeveer 6,5 millioen gulden aan. De belastingen konden met een bedrag van 30 millioen gulden per jaar ver laagd worden Alle takken van industrie verhoogen hun winsten en de openbare be drijven registreeren een gemiddelde winst van 7,3% op het geinvesteerde kapitaal. Bo vendien produceeren de fabrieken van eind producten op het oogenblik bijna voor een zelfde bedrag als de grondstoffen-industrie Tot slot van dit voor de huidige tijden wel meer dan rooskleurig beeld gaf minister president Stevens nog een overzicht over de kosten van het levensonderhoud in Aus tralië waarbij wij de verschillende bedra gen tot beter begrip in Nederlandsche gul dens omrekenen. Volgens Stevens bedraagt de huishuur van een woning, geschikt voor een midden standsfamilie 9 a 12 gulden; een kilo brood kost 15 cent; een pond boter 48 cent; een liter melk 16 cent, een dozijn eieren in den zomer 40 en in den winter 54 cent; een pond lamsvleesch kost 24 cent en een pond roastbeef 30 cent, Alcoholgebruikende autobestuurders en (doo- delijke) ongelukken zijn onafscheidelijk, want vei ligheid eischt nuchter heid! - Bezint, Yoor gij (nEJwI begint Bij snelverkeer geen alcohol Een schrikkeljaar-humoreske ALS iemand pech had en hij werd op 29 Februari geboren, dan is het meestal gewoonte, dat hij de tus- schenliggende jaren zijn verjaardag of op 28 Februari of op 1 Maart viert. Maar de apotheker Pil te Niéwerdorp had zijn eigen manier van zijn verjaar dag vieren. Drie jaar lang zweeg hij zijn verjaardag dood, maar het vierde jaar het echte schrikkeljaar werd het een feest in grooten stijl. En zijn verjaardag werd altijd met zijn drie vrienden samen gevierd, n.1. met den stationchef, den post directeur en den inspecteur der belastin gen en natuurlijk het feestvarken zelf, apotheker Pil. Het telde zijn jaren ook niet met sprongen van vier, neen, hij had zijn eigen berekening, alle vier jaren werd hij één jaar ouder. Niet zonder logica wees hij daarbij op de Olympische spelen, die even eens om de vier jaar gehouden werden en wier volgorde ook steeds met één cijfer vermeerderde. Zoo was onze apotheker dan 40 of vol gens zijn tijdsberekening tien jaar gewor den. Weken van te voren hadden de vier vrienden getracht een programma op te maken en tenslotte waren zij op een schit terend denkbeeld gekomen. Zij wilden na melijk een diner geven, jamaar dat wilden zij ook zelf klaarmaken en dan hun vrouwen, voor zoover die aanwezig waren— uitnoodigen aan het diner deel te nemen. De waardin van „De Zwarte Adelaar" had bij hun laatste bijeenkomst een overheerlijke ragout geserveerd. „Juffrouw Glazer" had de postdirecteur gezegd," U weet, ik heb een beetje verstand van koken, maar vandaag moet ik U be paald mijn compliment maken! „Nu, nu", had Pil deze lof een beetje besnoeid, „toe gegeven, dat de ragout voortreffelijk was, moeten wij toch ook zeggen, dat wij zelf bij het kampeeren nog heel wat anders hebben gepresteerd. Mijn glansnummer was ommelette met marmelade, weten jullie nog wel?" „Onze giftmenger heeft gelijk," zei de belastinginspecteur", mijn specialiteit was jonge haantjes aan het spit braden. Ik heb het schitterende recept nog„En ik", viel de stationchef hem in de rede, „ik was altijd een export in het maken van soep, zoo zacht adls een jonkvrouw en zoo gepe perd als een generaal!" „Maar mijne heeren", had de waardin lachend gezegd, „hoe zoudt U het vinden om dit alles weer eens in de practijk te brengen? Zooals ik weet viert mijnheer Pil dit jaar immers zijn verjaardag, welnu maakt U met U allen het diner klaar, ik sta U er mijn keuken voor af en mijn provisiekamer U kookt en noodigt mij en Uw respectievelijke vrouwen uit om te ko men eten. Willen wij er een wedstrijd van maken? Als alle gerechten gelukken be taal ik alle onkosten, als een van de ge rechten mislukt, betaalt de verliezer, mis lukken er meerdere, dan betaalt U de on kosten gezamenlijk. Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. Eindelijk was de groote dag aangebro ken! Dideldom, dideldom! Reeds vroeg in den middag waren de vier vrienden vlijtig aan den arbeid. Eerst hadden zij aardappe len geschild, wat den postdirecteur de zucht ontlokte: „Wat een onzin, dat wij aardap pelen moeten koken, wij hebben bij het kam peeren toch altijd brood gegeten! „Maar de anderen hadden hem overstemd en hij moest dus eveneens zijn aandeel van de aardap pelen schillen. De eersten, die nu aan den slag moesten, waren apotheker Pil en de stationchef. De apotheker wilde eerst eieren klutsen voor het beslag van zijn ommelettes, toen de sta tionchef riep: „Neen Pil, dat gaat niet, ik heb die eieren voor mijn soep noodig. Daarbij zijn de ommelettes zooals jij je pannekoeken gelieft te noemen, toch zeker als desert bedoeld?" De apotheker vond gelukkig nog meer eieren in de provisiekast, die hij zonder gewetensbezwaar voor zijn beslag gebruikte „Waar is Wil?" vroeg Pil nu. De station chef keek eens naar buiten en zei: „Daar in den tuin. De belastinginspecteur was werkelijk in den tuin in een hoek druk aan het opruimen van de sneeuw. „Zeg, houden jouw jonge haantjes misschien hun winterslaap?" vroegen de vrienden. „Ik kan nergens zachte klei vinden", ant woordde de belastinginspecteur, „en de haantjes moeten eerst in de klei gerold worden en dan in het open vuur. Zoo heb ben wij het buiten gedaan. Als de klei door het vuur hard is geworden, zijn de haan tjes zacht en gaar. Dat is het heele geheim van het recept". Nadat de vrienden nog een paar spotten de opmerkingen maakten nam Wil de haan tjes weer mee naar binnen, hij wilde ze nu zoo in een pan doen, toen een van de anderen hem er op attent maakte dat de dieren eerst geplukt moesten worden. Mis troostig begon hij daarmede maar trok hee le stukken huid mee, Toen legde hij ze in een groote pan, deed er een groot stuk bo ter bij en schoof dit alles zoo den oven in. Intusschen was de stationchef aan de soep begonnen. Hij zette een pan water op het vuur, waarin hij de geklutste eieren deed, zoodat deze al spoedig door elkaar liepen. Alles wat hij in de provisiekamer had kun nen vinden ging er nu bij: suiker, nootmus kaat, tomatenpuree, kleihard brood, een half leeg blikje sardines. Opeens ontdekte hij een zak meel. Dit roerde hij er door heen, ened soep begon al heel gauw te klonten. En nu komt het slot!" riep hij. „Peper!" Hij hield echter het dek sel van de peperbus niet goed vast, zoodat deze er af vloog en de heele inhoud in de soep terecht kwam. De apotheker had zijn beslag gemaakt en begon met zijn eerste pannekoek. De eene kant was al 'mooi bruin, nu moest de koek worden omgedraaid. De eerste poging mis lukte jammerlijk, de omhoog gegooide pan nekoek bleef ergens aan een richel han gen, terwijl Wil zijn buik vast hield van het lachen. De tweede kwam er niet veel beter af, die sprong in het open vuur. De derde vloog door het open raam. „Ik geloof, dat ik niet goed meer kan mikken!" zucht te Pil tenslotte, „men is met de jaren uit de oefening geraakt." „Zeg, durf jij dat te beweren, met je tien jaar?" hoonde Wil en keek zwijgend toe, hoe de vierde pannekoek in de pan verkoolde. Op dat oogenblik klonken er uit den oven twee exposies, terwijl er een zware rook door de keuken het huis in trok. „Goede help, mijn haantjes", riep de be lastinginspecteur, doch er was niets meer van te redden. Het eenige wat ze konden doen was de heele braadpan buiten in de sneeuw zetten. Met «behulp van de waardin hoewel dat eigenlijk niet de afspraak was ge lukten de overige pannekoeken. Zij zagen er mooi uit, doch de smaak viel niet mee, want Pil had inplaats van suiker een hand vol zout in het beslag gedaan. De soep bleek trouwens ook meer de gepeperde ge neraal" dan „de zachte jonkvrouw" te zijn. Zoo gepeperd was de soep, dat hij zelf na er drie lepels van te hebben geproefd moest kapituleeren. Hij verliet de keuken met tranende oogen en verbrande mond. Op dat oogenblik ging de keukendeur open en droeg de waardin op een groote schotel een heerlijk geurende haas naar bin nen. ,Dat is mijn bijdrage voor het diner", zei ze met vrouwelijke waardigheid. „Ge braden bij Mevrouw Pil". „En ik heb nu nog maar één wensch", zei mevrouw Pil, „dat deze, ja tiende ver jaardag tegelijkertijd een afscheid van je kinderjaren is. De proefneming van van daag is een waardig slot!" Daarbij wierp zij haar man een blik toe, die geen tegen spraak duldde. En deze blik verloor pas zijn werking, toen men van 29 Februari lang zaam op 1 Maart overging met feestvieren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 8