De Nijenrode-zaak
De economische
positie van Nederland
WOENSDAGSCHE MIJMERIJ
Een jaar geëischt tegen
Onnes
Opleving in de
export-industrie
De roofoverval
Eindhoven
te
a
De groote doolhof.
De literatuur is een groote doolhof,
waarin niemand ooit heelemaal den weg
kan vinden. Luistert u maar naar het ge
ijkte visitegesprek:
Ik lees op het oogenblik een pracht
boek.
Van wien is het?
Van Donald MacSwIney,
Nooit van gehoord. Waarover?
Jahet is eigenlijk een soort oor
logsboek. Het probleem van de jeugd. De
jeugd die al haar illusies verliest en een
nieuwe moraal opbouwt. Erg goed ge
schreven.
O. Ik ken het niet.
Doodgeloopen is het gesprek. Eenige
oogenblikken stilte. Dan:
Drinkt u nog thee?
In dezen doolhof zijn gidsen. Zij wijzen
de gewillige kudden den weg. Zoo ontstaat
„het meest gelezen boek van de maand".
De boeken, die de gidsen zelf niet kennen,
blijven in de schaduw verborgen.
Het is heusch geen wonder, dat er zoo
veel onbekend blijft. Het gebied is te groot.
En er is te veel. Er zyn avonturenromans,
en historische romans, en liefdesromans, en
detectiveromans, en schelmenromans; er
zijn cultuurromans, en tendenzromans, en
zedenromans, en familieromans, en psycho
logische romans, en volksromans, en bin
nenhuisromans er .zijn sprookjes en bio-
graphieën, en 'hekelschriften en smaad
schriften...... En dan zijn er nog richtin
gen! Realisme, modernisme, symbolisme,
rhetorisme, en bombast. En stylenom
van te duizelen. Zelfs wanstalen komen
voor. Wordt daar maar wijs uit! Vicky
Baum, die naam heeft gemaakt met
„Grand Hotel" en vorige week «en dag in
Holland was, weet er ook geen weg ln, en
hoe zouden wU het dan? Men heeft haar
boeken in het Chineesch vertaald, en ge
amuseerd vertelde zy, dat de Chineezen
hadden vastgesteld, van welke richting zy
in de literatuur was.
Ik wist zelf niet, dat ik van een rich
ting wis, dus daarop was ik heel trotsch,
biechtte zij aan een interviewer.
En van welke richting was u, volgens
de Chineezen?
Ik ben het heusch vergeten; werkelijk!
Dit is vermakelijk, en leerrijk. Het is
niet alleen moeilijk, het is ook onbillijk,
een schrijver een eeuwigdurend etiket op
het voorhoofd te plakken. Heeft hij niet
het recht, net als ieder mensch, den éénen
dag opgeruimd te schrijven, omdat hij een
boek goed geplaatst heeft, of omdat de
tabaksaandeelen, die hjj in een onbewaakt
oogenblik heeft gekocht, plotseling weer
neiging tot stijgen vertoonen? En den
anderen dag somber, omdat de radio boven
niet tot zwijgen is te brengen, of omdat
het tiende dagmeisje weer na drie weken
is weggebleven? Den eenen dag ln moder
nen geest, omdat hij een zeur van een
antieken oudoom op bezoek heeft gehad,
en den anderden dag in conservatieven, om
dat hg kennis heeft gemaakt met een
windbuilerigen H.B.S.-blaag.
Maar de hoofzaak blijft: Er is te veel,
en er is te veel verscheidenheid. Een ge
vulde boekenwinkel veroorzaakt altijd
hoofdpijn bij de gedachte, wat men alle
maal hoorde te kennen, en een minder
waardigheidsgevoel bij het besef, wat ge
doemd is altijd ongelezen te blijven.
Een Amerikaansche overhemdenfabriek
heeft besloten, deze literaire nihilisten te
hulp te komen. Zy dwingt hen tot lezen,
zy brengt nameiyk overhemden ln den
handel, waarvan het front bestaat uit
zeven over elkaar liggende zyde-achtlge
vellen papier. lederen dag scheurt men een
der vellen af, waarvan de achterkant be
drukt is meteen hoofdstuk van een
vervolgroman. Het geheele boek bestaat
uit veertien hoofdstukken. Wie dus twee
overhemden koopt, verwerft den heelen
roman. Zoo verfrischt men tegelijk zyn
geest en zyn ondergoed. Zoo dient men de
zindelgkheid en de kunst beide. Men gaat
er een beetje „bedrukt" uitzien, maar men
kan met recht zeggen, dat men zyn lieve
lingsschrijver aan de borst koestert. En als
er ooit boeken „stukgelezen" werden, dan
zijn het deze frontromans!
Een idee voor de eerstvolgende boeken
week
Voortgezette behandeling. Re
quisitoir van den advooaat-gene-
raal.
Meening van den heer Graadt
van Roggen over de uitwerking
van de valutamaalregclen.
De secretaris-generaal van de Nederland-
sche jaarbeurs, de hoor W, Graadt van Rog
gen, heeft op een vraag van den „Westdeut-
sche Pressedienst" naar zijn meening om
trent de economische positie van Neder
land de volgende verklaring afgelegd:
Over de te verwachten uitwerking van
de valutamaatregelen der Nederlandsche
regeering op de economische positie van
Nederland, en in het bijzonder op den bui-
tenlandschen handel van Nederland, valt
thans nog moeilijk iets te zeggen. Daarvoor
zijn de Nederlandsche handelshelangen in
te groote mate van het buitenland afhan
kelijk. De internationale vraagstukken wor
den helaas nog al te zeer op onverwachte
wijze door invloeden van velerlei aard
doorkruist, zoodat zelfs voor de naaste toe
komst de vooruitzichten in het duister lig
gen.
Om te beginnen is voor ons van hot
meeste belang de vraag, welke reacties de
„zwevende" gulden in het buitenland ver
oorzaken zal. Omtrent den aard en den
omvang der reacties tast men nog volko
men in het duister.
In ieder geval is het een gunstig teeken,
dat de valutamaatregclen in Nederland in
een sfeer van vertrouwen tot uitvoering
gebracht konden worden. Dit geldt zoowel
in nationaal als in internationaal opzicht.
Het devaluatievraagstuk nam den laat-
sten tijd in Nederlnd hoe langer hoe meer
den vorm aan van een strijdvraag, die met
ongewone heftigheid werd besproken en
zelfs naar politiek terrein werd verplaatst
Voor het Nederlandsche zakenleven culmi
neerde het devaluatievraagstuk sedert ge-
ruimen tijd niet meer in de vraag: wordt
de gulden gedevalueerd? Veeleer diende
men te vragen: Wanneer en onder welke
omstandigheden zal de gulden van het
goud losgemaakt moeten worden? Gelukkig
waren de omstandigheden, waaronder de
depreciatie geschiedde, gunstig. Niettemin
kwam de omzwenking in de valutapolitiek
van Nederland onverwacht.
Desondanks was echter bij geen enkele
bevolkingsklasse in geheel Nederland spra
ke van een paniekstemming.
Men kan zelfs zoggen, dat de koerswij
ziging der regeering in de valutapolitiek
ook in kringen, die steeds op de bres ge
staan hebben voor de verdediging van de
goudwaarde van den gulden, instemming
heeft gevonden.
Ook door de rcgeering-Colijn op krachti
ge wijze nagestreefde „aanpassing" heeft
ertoe bijgedragen, dat, toen de depreciatie
van den gulden een feit was geworden, het
algemeene openbare leven zich in de ge
wone banen kon voortbewegen.
De regeering voerde controle in op de
prijzen van de belangrijkste levensmiddelen.
De onmiddellijk tegen prijsopdrijving ge
nomen matregelen, die weliswaar tamelijk
overbodig schenen te zijn, oefenden een kal
meerenden invloed uit. Zoo kon in een
sfeer van vertrouwen de bevolking erop
worden voorbereid, dat, aangezien Neder
land voor de fabrikatle van Nederlandsche
waren afhankelijk is van den buitenland-
sche grondstoffen, geleidelijke prijsverhoo-
gingen onvermijdelijk zijn en men hiermde
wel rekening dient te houden.
Daar de mate der prijsverhoogingen voor
een belangrijk deel afhankelijk is van de
mate van de uiteindelijke waardeverminde
ring van den gulden, vormen het vertrou
wen in den gulden en de gunstige omstan
digheden, waaronder de valutamaatregelen
der regeering zich voltrokken men be
hoeft slecht te wijzen op den grooten goud
voorraad van de Nederlandsche Bank een
gunstigen factor voor een rustige en kalme
beoordeeling van de naaste toekomst.
De regeering heeft reeds maatregelen ge
nomen om de prijsverhoogingen zooveel mo
gelijk te compenseeren. Voor den Nederiand-
schen handel met het buitenland blijft het
een punt van het grootste belang in hoeverre
het mogelijk zal zijn, de stijging der kos
ten van levensonderhoud binnen bepaalde
grenzen te houden en de reeds tot stand
gekomen daling van den rentevoet te be
vorderen.
In het algemeen beoordeelt de zakenwe
reld de toekomstige ontwikkeling van den
economischen toestand met een gematigd
optimisme.
Wat onzen buitenlandschen handel betreft
is tusschen de Nederlandsche loonen en het
niveau van het wereldloon reeds een zooda
nige verhouding ontstaan, dat de mogelijk
heid is geschapen, dat Nederland op de we
reldmarkt beter kan concurreeren.
Het voordurend krachtiger wordende in
ternationale streven naar geleidelijke af
schaffing van handelsbeperkingen en op
heffing van tariefmuren wordt in Nederland
toegejuicht en bevorderd. De Nederlandsche
regeering heeft reeds verschillende contin-
gonteeringen in verband met de caluta-
maatregelen opgeheven.
In de exportindustrie kan reeds een groo-
tere bedrijvigheid geconstateerd worden.
Zoo zijn betrekkingen aangeknoopt met lan
den, waar Nederlandsche goederen geheel
van de markt verdwenen waren, en met
landen, waar onze producten in verband
met den hoogen koers van den gulden geen
afzetgebied konden vinden,
Het gerechtshof, gepresideerd door mr.
Joh. Jolles, zette gisteren de behandeling
voort van de Nijenrodezaak.
De president stelt eerst nog eenige vra
gen aan den verdachte Onnes.
U zegt aldus de president, dat de chan
tagepoging van Koning op 20 April is be
gonnen. Hebt u voor dien tijd nergens aan
gemerkt, dat hij de hand in die inbraak
had? Verdachte had er voor dien datum
niets van gemerkt. Waarschijnlijk probeer
de Koning aldus zegt Onnes eerst geld
te krijgen door de beleening van schilde
rijen.
President: En onder welke bewoordingen
heeft hij de feiten meegedeeld.
„Koning heeft gezegd: „Van dien inbraak
weet ik meer af, Ik weet welke menschen
het gedaan hebben en zij zeggen, dat u er
den hand in heeft gehad.
Verdachte weet niet meer of Koning toen
direct gezegd heeft dat hij Koning liet
plan had uitgedacht en de mannen via Wit
braad had aangenomen
In ieder geval had Koning later gezegd,
dat hij er aan mee had gedaan.
„Als U geen geld geeft", had K. er bijge
voegd, „zeg ik, dat u het plan hebt geopperd".
President: De drie „jongens" deden
wanneer u niets wist gevaarlijk werk.
Wanneer u of een van uw bedienden ze be
trapt had, zou Koning er ook „bij" zijn ge
weest.
Verd. Onnes had aanvankelijk de bedoe
ling gehad de politie te waarschuwen, maar
o.a. doordat Koning hem vertelde, dat de
„jongens" gevaarlijk waren en zijn leven
wel eens gevaar kon loopen wanneer hij
sprak, had hij hiervan afgezien.
Het woord is dan aan den procureur-ge
neraal Mr. J. Versteeg.
Na een woord van hulde tot den president
van het gerechtshof voor diens leiding, en
tot de ambtenaren die het onderzoek heb
ben geleid, komt spreker tot de zaak en zegt,
dat dit proces wordt beheerscht door de
figuren van Onnes en Koning. Hun verkla
ringen staan lijnrecht tegenover elkaar.
Onnes zegt: Koning is de dief. Maar is het
aannemelijk, dat Koning, die volkomen
court d'argent is, voor zulke enorme be
dragen aan miniaturen en schilderijen zal
stelen?.
Maar heeft Onnes dan zelf laten inbre
ken? Ontzetting grijpt ons aan, een gevoel
van tegenzin bekruipt mij, aldus spreker,
waneer ik daaraan denk. Onnes immers
was een man. die een grooten staat voerde,
op een krachtig kasteel woonde en een
minnaar van sehoone kunsten is. Zou zoo'n
man bij zich laten inbreken?
Om die vraag te beantwoorden, moeten
we eerst Onnes' financieele omstandighe
den nagaan. Deze werden met den dag
slechter.
Hij leefde op Nijenrode zeer duur (f3000
per maand onkosten). Voorts moest hij
f 650 p. m. aan zijn vroegere vrouw beta
len, kantoorhiHir verviel en daarbij komen
nog een privé-schuld van f 16.000 en premies
voor verzekeringen. En wat zegt Onnes
hierover tegen don rechter-commissaris:
,Ik had geen verplichtingen van belang".
Het banksaldo loopt steeds terug. Hij
was van plan kunstschatten te verkoopen.
Verdachte is wel een optimist. Tk beschouw
dezen tijd voor verdachte als het dramati
sche oogenblik. Koning doet zijn intrede op
Nijenrode en met Koning komt de duivel
de poorten door. Wat fluistert die duivel:
„Gij hebt nog verzekeringen tegen brand,
tegon inbraak: de hoogst denkbare prijzen
'criigt U, wanneer U Uw goederen laat ste
len". Verdachte wankelt., een diepduistere
nacht valt over Nijenrode. Do duivel heeft
zijn werk gedaan.
Mr. Versteeg bespreekt dan de kwestie
van de chantage. Onnes is woedend over
de bedreiging van Koning, hij is bang voor
zijn naam en voor de uitbetaling van de
verzekering. Bang bij een zoo liederlijke
chantage wanneer men onschuldig is? In
zoo'n geval gaat men toch naar de politie
of naar eon advocaat. Onnes doet in dien
tijd niets. Hij gaat niet naar de politie,
niet naar de justitie, niet naar een bevrien-
den advocaat. Niets. Integendeel. Hij laa*
zich in Terminus bestellen en teekent een
soort koopcontract, voor f 8000. Een uitge
breide briefwisseling volgt, een briefwisse
ling, die door den procureur-generaal na
der onder de loupe wordt genomen. Er
wordt in die brieven onderhandeld over
beleening van schilderijen. Onnes was plat
zak en toch., wil hij een groot bedrag
uitgeven om Koning te helpen.
Verdachte zegt: „Ik zat niet vast, ik had
altijd wel aan geld kunnen komen.
De bank wilde slechts een leening (in
den vorm van een beleening) verstrekken,
wanneer de goederen spoedig geveild zou
den worden of wanneer Goudstikker als
borg wilde optreden. De laatste weigerde,
het eerste was niet mogelijk door het con
tract met Goudstikker.
De nood stijgt steeds hooger, de „dra
gers" van het goed leggen een boete op,
willen geld zien... Koning wordt lastig, met
steeds meer klem dringt hij op betaling
van de acht mille voor de „jongens" aan.
Op 21 April bezoekt Koning hem en schil
dert hem de dreigingen die boven beider
hoofd hangen.
Twee dagen later spreekt Onnes de ver
zekering aan, hij laat een dagvaarding uit
brengen en eischt uitbetaling van de verze
keringspenningen.
Het siert Mr. Levenbach, den raadsman
van Koning, dat hij geadviseerd heeft:
„Zeg de waarheid, maar zuiver je van de
afschuwelijke blaam door de beschuldiging
van chantage op u geworpen".
En die chantagobrieven hij Witbraad ge
vonden? Die zijn toch niet van dien kracht.
Zij- drongen op betaling aan, op nakoming
van beloften. Wel ziet Koning er niet tegon
op de verzekering te bedriegen, maar om
iemand te chanteeren zoo zegt hij
nooit.
Schuldig I
Uit diepgewortelde en onwrikbare overtui
ging spreek ik als mijn meening uit, dat
deze verdachte Onnes schuldig is aan 't hem
tenlaste gelegde.
Na het „schuldig" over verdachte te heb
ben uitgesproken, behandelt het O.M. nog
eenige door de verdediging opgeworpen ju
ridische bezwaren tegen de dagvaarding.
Justitie, geblinddoekt, zooals zij
in ons land gelukkig nog is, spreekt
recht zonder aanzien des persoons.
Zij weet juist de wegen.
In de eene schaal: het misdrijf in
zijn volle zwaarte, in de andere
schaal: alles wat door verd. is ge
leden sedert 1932. Een gefolterd ge
weten, een jaar voorarrest, geschok
te gezondheid en straks uw onteerend
oordeel. De schalen hangen in oven
wicht, het is genoeg.
Ik eisch schuldigverklaring aan op
lichting, vernietiging van het vrij
sprekend vonnis en veroordeeling tot
een jaar gevangenisstraf onder af
trek van voorarrest (ook een Jaar).
Verdachte Onnes barst in snikken
uit en roept: „Ik ben onschuldig, ge
heel onschuldig".
Mr. Muller Massis aan het woord.
Direct hierop is het woord aan de verde
diging. Mr. Muller Massis voert het eerst
het woord. Hij vangt zijn pleidooi aan met
de bespreking van de getuigenverklaring,
aanvangende met die van den getuige Ko
ning. Allereerst de houding op de zitting,
het zal het Ilof ongetwijfeld hebben getrof
fen hoe hij steeds optrad tegen verdachte en
de overige getuigen, zooals b.v. tegen Groe-
ncveld. Deze getuige is absoluut neutraal.
Hij verklaarde de waarheid. Koning be
schuldigde hem kalmweg van meineed, een
beschuldiging, waarin hij ook de verdedi
ging betrof en waartegen wij nogmaals met
klem protesteeren.
Koning is verscheidene malen op Nijen
rode geweest; Onnes heeft hem het kasteel
laten zien en als mededeelzaam man heeft
hij hem veel verteld.
PI. bespreekt dan de kwestie van de
schetsteekening van het kasteel en het mes.
Die kaart kan niet door Onnes vervaardigd
zijn, want... er zat een fout in. Wanneer
verd. inderdaad gewild had, dat er goederen
werden weggehaald, zou hij zeker voor goede
kaarten en aanwijzingen hebben zorg go
dragen.
Koning was precies van de situatie op de
hoogte, hij wist waar de schilderijen hin
gen, waar de grendels van dc ramen za-.
ten, hoe men het gemakkelijkst binnen
kon komen.
Het vermoeden wint dan ook veld, aldus
pi-, dat Koning de organisator van de in
braak is. Koning kende Witbraad voldoen
de om te weten dat hij zijn opdracht dis
creet uit zou voeren.
Tot den nacht van de inbraak komende
merkt pl. op, dat de wind om het kasteel
huilde. De luiken rammelden., voorzichtig
lcomon de dieven binnen, de bewoners hoo-
ren niets, konden niets hooron.
De schrik van den heer Onnes toen hij
's morgens beneden kwam, was aldus
verklaren getuigen zeer natuurlijk. Uit
voerig bespreekt pl. dan de gebeurtenissen
na de inbraak, de beweerde ontmoeting
tusschen Koning en verdachte in Parkzicht,
de uitbetaling van het geld, zooals K. be
weert. Geen enkel bewijs voor de waarheid
van Koning's verhaal is aangevoerd.
Wel gaf hij veel details maar dat deed
hij eenvoudig om het verhaal geloofwaardi
ger te maken
De verdediger breekt hier zijn pleidooi af
om dit morgen te vervolgen.
Vrouw bewusteloos geslagen.
«Een zelfde geval als te Schiedam,
'aarbij een vrouw, die in haar
huis 18.000 gulden verborgen hield,
het slachtoffer van een oplichter is
geworden, heeft zich thans te Eind
hoven voorgedaan, met dit verschil,
dat er, inplaats van een oplichting,
een overval met geweldpleging aan
te pas kwam.
Sedert langen tijd woont in een
huis aan de Poeyerschestraat 16 de
ietwat zonderlinge 60-jarige weduwe
M. van Luykvan den Nieuwenhof.
De vrouw leefde van steun en liet
nooit iemand in haar woning toe.
Zij woonde alleen.
Een onverlaat moet thans op de gedachte
zijn gekomen, dat de oude vrouw, die in de
omgeving als „Mieke" bekend staat, een
aanzienlijke hoeveelheid geld in haar wo
ning verborgen hield.
Van het feit, dat de weduwe voor den
huurophaler, dien zij verwachtte, de voor
deur openhield, heeft een onbekende ge
bruik gemaakt, binnen te dringen. Toen de
huurophaler aan dc woning verscheen, trof
hij de vrouw in bcwusteloozen toestand aan.
Zij was bloedend aan het hoofd gewond. De
politie en een dokter werden gewaarschuwd
en vernamen van de vrouw, die inmiddels
was bijgekomen, dat een onbekende haar
huis was binnengedrongen, haar tegen den
grond had geslagen en gepoogd had haar
te wurgen.
De dader was echter, zonder dat iemand
iets bemerkte, ontkomen.
Men weet niet, hoeveel de man bemachtigd
heeft. liet geld, dat voor de huur klaar lag,
heeft hij onaangeroerd gelaten.
Een kast werd echter opengebroken en
daarin werd niets dan rommel achtergela
ten.
In het ziekenhuis, waarheen de vrouw
op medisch advies werd overgebracht, heeft
zij toegegeven, dat zij een som. gelds in haar
woning verborgen hield. Hoeveel dat was
en hoeveel thans is buitgemaakt, weet zij
niet.
De toestand van het slachtoffer was gis
termorgen gunstig.
De politie stelt een uitgebreid onderzoek
DONDERDAG 12 NOVEMBER.
HILVERSUM H
Orkest Concerten
Omroeporkest AVRO
Omroeporkest AVRO
Nieuwsberichten A.N.P.
Gramofoonmuziek
Lichte Muze
Lyra Trio
De Octophonikers en
Orgelspel AVRO
Godsdienstige Uitz.
Morgenwijding AVRO
Dansmuziek
Dansmuziek AVRO
Orgelbespelingen
Orgelspel AVRO
Voor de Jeugd
Voor de kinderen
AVRO
Solisten-concerten
Piano-recital AVRO
Concertgeb.orkest met
solist AVRO
Sport
Sportpraatje AVRO
Reportage 6-daagsche
AVRO
Diversen
Naaicursus AVRO
Voor zieken en thuis
zittenden AVRO
Engelsche les AVRO
•o
O
ti
■o
a
S3
"O
O
O
1.30
5.30
8.00
11.00
8.15
3.45
10.30
10.15
11.15
10.30
12.00
10.00
7.05
8.00
4.50
4.30
8.15
6.30
11.30
3.05
4.50
7.30
HILVERSUM I
Orkest-concerten
KRO-orkest
Nieuwsberichten A.N.P.
Gramofoonmuziek
Godsdienstige Uitz.
Morgendienst NCRV
Godsdienstig halfuur
KRO
Bijbellezing NCRV
Schriftlezing NCRV
Voor de jeugd
Cursus Handenarbeid
NCRV
Solisten-w ncert
Zang en piano NCRV
Orgelconcerrt NCRV
Lezingen
Causerie „'t Eiland"
NCRV
Journalstiek causerie
NCRV.
Diversen
Handwerkcursus
NCRV
CNV-ikwartiertje
8.15
10.00
10.45
10.15
11.30
8
12.15
3.00
5.30
8.00
10.10
8.15
10.30
7.15
9.00