Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Feuilleton
Veertig jaar „Witte Kruis"
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 10 November.
Uitspraken:
Frederik Willem F., rentenier, Haarlem,
voorh. Heiloo, zedenmisdrijf artikel 247
Strafr. meermalen gepl., 6 mnd. gev. voor
waardelijk met 3 proefjaren.
Tiddo B.. Den Helder, (in hechtenis), ze
denmisdrijf art. 245 en 247 Strafr., 6 mnd.
gev. voorw. met 3 proefjaren.
Arjen de H., koopman, Koegras (gem.
Den Helder), toebrengen van ernstig lich.
letsel door schuld, art. 308 Strafr. (De aan
rijding met den fietser F. Otten bij de Groot-
slooterbrug bij Schagerbrug). De zaak wordt
voortgezet tot het slachtoffer eventueel zoo
danig weer hersteld' is, om ter zitting te
kunnen komen.
Pieter Sch., Den Helder, zedendelict art.
247 Strafr., 10 maanden gev. voonv. met 3
proefjaren.
Anthonie BI., arbeider, Noordscharwoude,
als vorens, zedenmisdr. art. 247, 6 maanden
gev. voorw. met 3 proefjaren.
Johannes de R., Den Helder, gedetineerd,
zedenmisdrijf art. 247 Strafr., 10 maanden
gev.; voorts ter beschikking der regeering
gesteld.
Hoorn.
JE MOET MAAR UITGAANI
De roman van een zaakwaar
neemster en een huisvriend.
Op Zondag 12 September wenschte de
nijvere groentenhandelaar Cornelis v. Kal
ken te Hoorn, zijn eentoonig bestaan eens
welverdiend en aangenaam af te wisselen
door met moeder de vrouw een gezellig
eendaags uitstapje te maken naar het war
me zuiden des lands. Als derde werd daar
bij uitgenoodigd de vrouw van zijn jongen
huisvriend, den 27-jarigen schilder Anth.
Fred. H., die om zoo te zegen, als kind bij
den groentenboer over de vloer kwam. Een
zekere mej. W. Laget, 'n even mollig als
bij-de-hand en goed van den tongriem ge
sneden vrouwtje, had zich bereid verklaard
dien dag het oog op de winkel te houden
en mijnheer H. zou dan ten huize van Kal
ken blijven eten.
Toen dit alles met goed gevolg voor elkaar
gebokst, vertrok de familie v. Kalken en
invité met een gerust hart en was niet wei
nig ontsteld, toen zij bij hun thuiskomst
laat in den avond moesten vernemen, dat
vermoedelijk een inbreker van de gelegen
heid had gebruik gemaakt, toen juffrouw
Laget een avondvisite bij de buren Buut-
veld maakte, om het huis in te dringen
en toen pl.m. 10 gulden had ontvreemd uit
een busje in de keuken en een dito bewaar
plaats een spaarbusje voor de kinderen
op de slaap- en bovenkamer van het per
ceel.
Een openstaand raam en modderige voet
afdrukken op het echtelijk bed wezen vrij
duidelijk aan, dat hier iemand was bin
nengedrongen.
Bovendien was er heel wat dramatisch
gedoe afgespoeld tijdens de afwezigheid
van het echtpaar v. Kalken cum suis. Mej.
Laget had met prijzenswaardige stiptheid
het winkelbedrijf behartigd en zooveel ver
kocht, dat het bedrijfskapitaal, haar door
vader v. Kalken ter hand gesteld, niet eens
behoefde te worden aangesproken. Ook had
zij met sncces als gastvrouw gefungeerd en
den onbestorven eensdags-weduwnaar Toon
H. gelaafd en gespijsd en voorts had zij nog
een echtpaar uit den stam Israël onthaald
op een sterk kopje mokka en een boterham
met aardbeien. In één woord, mej. Laget
had zich zelf overtroffen. De heer H. had
de gezellige dikkerd nog geïnviteerd om
mee te gaan naar het voetbalveld, alwaar
motorraces werden gehouden, doch juffr.
Laget had meer de voorkeur geschonken
aan de bioscoop, doch deze vingerwijzing
werd door vriend H. genegeerd en de invi
tatie niet herhaald.
Dus besloot mej. Laget den Zondagavond
te passeeren bij de familie Buutveld, een
stoker-machinedrijver in de Buurt woon
achtig.
Toen men echter huiswaarts ging, kwam
Iuffrouw Laget tot de ontstellende ontdek
king, dat zich vreemd volk in huis moest
54.
De barbier bekeek de kruin van Keating's
hoofd.
„Je bent verstandig," zei hfl hardvochtig.
XXVIII
Barbara zette haar wagen voor de garage
en slenterde den tuin in om rustig te kunnen
nadenken. Keating's voorstel hield haar zoo
bezig, dat Larry drie maal haar naam moest
roepen, voordat zij hem hoorde.
„U gaat toch nog niet naar binnen?" vroeg
hij.
bevinden. Zij verzocht een buurman om
een onderzoek in te stellen, en ging toen
deze heer niet veel haast maakte de as
sistentie der familie Buutveld inroepen.
Inderdaad vond men toen vele sporen die
wezen op een ongewenschte visite en bleek
later het hiervoren geleverde gemis uit
de spaarbusjes.
Maar ook trof men op het terrein van het
vermoedelijke misdrijf aanniemand an
ders dan vriend H. die er tamelijk ver
waaid uitzag, met zwaar bezweet gelaat,
heet en geagiteerd en stof of modder op de
kleeren, terwijl een hem toebehoorende zak
doek op den grond bij de deur werd gevon
den alsmede een omgevallen stoel. Volgens
zijn opgaaf had hij in ietwat aangeschoten
toestand aangeklopt bij de familie v. Kal
ken en niemand thuistreffend, geprobeerd
nachtlogies te vinden in e engroentekar van
v. Kalken, geparkeerd in een zich naast
het perceel bevindend steegje.
Uit al die gegevens distilleerde men een
verdenking tegen den schilder, die in kwa
liteit van huisvriend met de situatie geheel
op de hoogte was en ook bekend met de
aanwezigheid en de plaats van boven aan
geduide spaarbusjes.
Juffrouw H. vond natuurlijk het gebeurde
hoogst onaangenaam en stond 8 gulden af
van haar armoedje, om de zaak te sussen,
en dat zou ook wel gelukt zijn, doch de
schilder nam een afwijzende houding aan,
ontkende beslist waarop juffr. Laget, die
de mogelijkheid voorzag, dat men haar zou
verdenken, hoewel zij met de aanwezigheid
van het gestolen geld niet eens bekend was,
er toe overging den Commissaris van politie
met het gebeurde op de hoogte te brengen.
Een politioneel onderzoek werd alsnu in
gesteld, de zaak geraakte in handen van
Officier en Rechter-commissaris, met het
voor den schilder onvoordeelige resultaat,
dat hii heden voor de meervoudige strafka
mer terecht stond, verdacht van diefstal.
De verdachte bleef ook voor de rechtbank
halsstarrig ontkennen, ook toen de president
Mr. Ledehoer, hem gemoedelijk tot beken
tenis trachte te animeeren. Ook was zijn
optreden tegen mej. Laget, die rad van
tong de rechtbank uitvoerig inlichtte en
wiens debuut als getuige één doorloopend
succes was, ver van hoffelijk, zóó onbe
leefd zelfs, dat hij deze getuige het zwijgen
trachtte op te leggen, door welke ongenast-
heid hij zich een duchtige terechtwijzing
op den hals haalde.
Door de weinige toeschietelijkheid van
den verdachte, moest het bewijs worden
geconstrueerd uit de bezwarende omstandig
heden voorheen aanwijzingen genoemd en
de getuigenverklaringen, dus duurde de be
handeling zeer lang.
Doch ten slotte kwam dan toch mijnheer
de Qfficier aan het woord, die uitvoerig de
vermoedelijke toedracht van het misdrijf
releveerde en het feit bewezen achten de-
om, mede in verband met de omstandigheid,
dat verdachte reeds vroeger ter zake een
vermogensdelict voorw. was veroordeeld en
dus om zoo te zeggen, een justitioneel ver
leden had, tot slot van ziin requisitoir te
vorderen veroordeeling tot 1 Jaar en 6 maan
den gevangenisstraf.
Mr. Thomas, advocaat te Hoorn, fun-
geerende als verdediger van verdachte, was
een andere meening toegedaan en achtte
het verweer van verdachte, dat hij dronken
was thuis gekomen en zich als gewezen
reclassant. die nog altijd door de politie
werd nagegaan, voor dien toestand had ge
schaamd, niet onaannemelijk. Bovendien
was nog gebleken, dat nog andere personen
dien dag in de huiskamer hadden vertoefd.
Pleiter concludeerde dus tot vrijspraak.
Wat verdachte hetreft, deze man bleef bij
zijn pertinente ontkentenis consequent vol
harden.
Texel.
OOK GEEN SCHITTEREND TOERIST.
Een deftige mijnheer uit Amsterdam
was te Texel en flagrant delict door 3 per
sonen betrapt op openb. schennis der eer
baarheid, strafbaar gesteld bij art. 239
Strafr. Verdediger in deze zedenzaak, die
met gesloten deuren werd behandeld, was
mr. v. d. Loos.
Den Helder.
EEN IJSKOUD PROCES.
Een te Den Helder in roomijs handelende
ingezetene, Willem L., zou roomijs hebben
verkocht beneden het vereischte melkvet-
gehalte, c.q. 12 procent. Dit roomijs haalde
maar 8,8 procent en was dus beslist te ma
ger volgens opvatting van den keurings-
„Dat was Ik zeker van plan," antwoordde
Barbara. „Rijden is hard werken tegenwoordig,
en ik heb een ernstig vermoeden, dat mijn
neus gepoederd moet worden."
„De dag is veel te mooi om hem in huis
door te brengen. Ver geweest?"
„Nee, alleen een eindje rondgereden. Soms
voel ik, dat ik werkelijk weg moet uit dit
huis."
„Och kom, dat is niet erg vleiend voor uw
gast."
„Ik heb altijd belang in u gesteld, mijnheer
Kaye, sinds ik door Keating van u gehoord
heb," zei Barbara; „maar tot nog toe hebt u
niets gedaan dan dit huis nog geheimzinniger
gemaakt en dat Is het juist, wat me hier
wegjaagt."
„Het spjjt me, dat u me zoo geheimzinnig
vindt."
„Toch is het zoo. U antwoord nooit, als men
u rechtuit iets vraagt. Dezer dagen nog heb
ik er van af gezien u iets te vragen, omdat
u toch altfld een ontwijkend antwoord geeft
„Geef me dan nog eens een kans," pleitte
Larry.
„Nu houdt u mij voor den gek. Misschien
is het dwaas van mij, maar ik wou, dat u één
ding zei: Denkt u werkelijk, dat Crale de
Strooper Is? Per slot van rekening had hij
een revolver bij zich, toen er op u is ge
schoten."
„Wie zegt, dat er op mij geschoten is?"
Barbara glimlachte flauwtjes
„Uw verhaaltje van dien stoel mag juf
frouw Greer misschien tevreden gesteld heb
ben, maar mij niet, mijnheer Kaye."
„Goed, laat 't dan zoo zijn, maar de iden
titeit van den Strooper zou ik u onmogelijk
dienst, gepersonifieerd In Dr. D. Mol. De
ijsman werd alzoo te Den Helder veroor
deeld tot 75 gulden boete, 'n Reuzcstraf en
daar ook het magere ijs hem geen vetpot
gaf, kwam hij in hooger beroep.
Zijn verweer echter dat hij niet op de
hoogte was van de juiste samenstelling en
het debiet nog schraler was dan het schrale
product, maakte op den Officier bitter wei
nig indruk en werd alzoo bevestiging gere-
quireerd.
Bergen.
OPNIEUW GEEN TROOST GEVONDEN.
De heer Cornelis H. te Bergen, bewoont
reeds tal van jaren in een stille buurt een
nette woonwagen en daar het gezin niet
minder net is dan die wagen zelf, heeft
niemand ooit bezwaren gemaakt. De ge
meente echter, die voortdurend in aanzien
toeneemt, heeft inmiddels ook deftige al
lures gekregen en zich een woonwagenkamp
aangeschaft, waarheen nu ook de familie
H. werd verwezen. Toen echter de heer H.
zijn standplaats behield volgde proces-ver
baal en werd de man door den Alkmaar-
schen kantonrechter tot 50 ct. boete of 1
dag veroordeeld.
Het ging echter niet om de knikkers,
maar om het spelrecht en dus kwam de
veroordeelde in appèl bij de Arr. Rechtbank.
Maar ook daar zal hij wel verwezen wor
den naar het zoo gevreesde kamp, waar hij
niet thuis hoort, want ook de Officier kon
het mniet beschermen en requireerde ver
volgens bevestiging van het vonnis.
LANGENDIJK
De afdeeling van de Noord-Hollandsche
Vereeniging „Het Witte Kruis" zal zeer
binnenkort het feit herdenken, dat zij werd
opgericht. Deze herdenking lijkt ons alles
zins gerechtvaardigd, omdat deze -»fd- eling
in den tijd van haar bestaan gr' 1 heeft,
ernst te maken met het nastreven van het
doel, dat zij zich heeft gesteld, en daardoor
veel heeft gedaan in het belang der volks
gezondheid en veel leed, dat bij ziekte wordt
geleden, heeft helpen verzachten.
De afdeeling is er al spoedig toe overge
gaan een eigen gebouw te stichten in de
gemeente Zuidscharwoude. Dat gebouw,
bewoond door den magazijnmeester, is al
zeer spoedig voorzien van allerlei artike
len, die in de ziekenkamer van het hoog
ste belang waren met een kelder waarin
het ijs kon worden bewaard, dat in ernsti
ge ziektegevallen moest worden gebruikt.
De achtereenvolgende jaarverslagen, die op
de ledenvergaderingen der afdeeling zijn
uitgebracht, geven een uitvoerige opsom
ming van wat er elk jaar aan gebruiks
voorwerpen en porties ijs werd afgegeven.
Zij vormen een doorslaand bewijs van het
groote nut van de afdeeling van het
Witte Kruis en de krachtige werkzaamhe
den, welke door de achtereenvolgende be
sturen in het belang der volksgezondheid
zijn verricht. Het stichten van het eigen
gebouw, het aanschaffen van de talrijke ge
bruiksvoorwerpen heeft heel wat hoofdbre
kens gekost, doch'dtf'durf en het doorzet
tingsvermogen van de bestuurders hebben
die moeilijkheden weten te overwinnen door
zich financieéle offers te getroosten en door
een niet vergeefsch beroep op hen die het
Witte Kruis een goed hart toedroegen. De
afdeeling - had spoedig de harten van vele
Langendijkers veroverd. Dit kon moeilijk
anders, omdat het hier betrof een instelling
die zonder onderscheid van godsdienst of
politiek, de helpende hand toereikte aan
allen, wier lijden in tijden van ziekte kon
worden verlicht of voorkomen en zich bo
vendien in dienst stelde van een streven,
dat onmiddellijk ieders sympathie moest
verwerven.
De afdeeling Langendijk van het Witte
Kruis is een van de grootste af deelingen der
vereenigingen. Dit is te begrijpen, daar de
4 gemeenten in dezen altijd zusterlijk héb
ben samengewerkt, zoodat zij op het plat
teland van Noord-Holland als aangewezen
was, een groote en wel de grootste afdee
ling te worden. De verschillende artsen
hebben hun steun steeds daadwerkelijk aan
de afdeeling gegeven, nooit hebben zij zich
onttrokken aan het verzoek, om als advi-
kunnen onthullen. Wat Crale betreft, hij
schijnt al de beminnelijke eigenschappen te
hebben van den doorsnee-bediende."
„Beminnelijk? Ik vind anders niet, dat hij
erg beminnelijk is."
„Misschien niet, maar hij is in elk geval
typisch. Gisteren was hij mijn kamer aan het
opruimen, zooals hij zei, een poosje voordat ik
een brief miste. Het was nog wel zijn vrije
middag, en hij is de eerste butler, dien ik
ooit gekend heb, die zich bij die gelegenheid
genoopt voelde, te gaan werken."
Barbara fronste haar glad voorhoofd.
„Soms vraag ik me wel eens af, wat hij
geweest is voor hij hier butler werd. Zijn ge
tuigschriften waren volkomen in orde, maar
enfin, hij helpt ook al mee om de atmos
feer nog gedrukter te maken. Begrijpt u wel,
hoe vervelend het voor mij is, dat ik me
letterlijk tot niemand kan wenden om een
uitlegging van dat schot, en andere zonder
linge gebeurtenissen? Jan spreekt nooit over
iets, en de naam van den Strooper lijkt wel
taboe."
„Taboe, hoezoo?"
Barbara haalde de schouders op.
„Iedereen sluit zich op als een slak in
haar huisje, zoodra de naam maar genoemd
wordt. Zelfs u. En toch gaat het u zeker zoo
veel aan, als wie ook.'
Larry probeerde een onschuldig gezicht te
trekken.
„Hoezoo dan?"
„Mijn beste man," protesteerde Barbara,
„u verbeeldt zich toch niet, dat ik geloof, dat
u hier blijft omdat u zoo op Jan gesteld is?"
„Waarom niet? Aardige vent school
vrienden, en zoo."
„Ja," zei Barbara, „maar als ik sprookjes
wil hooren, kan ik beter by Hans Andersen
terecht. Nee, mijnheer Kaye, dat gaat niet
op. Ik krijg den indruk, dat u een verschik-
kelijke waarheid voor me verborgen wilt
houden net als in een melodrama: ont
maskering van diep gezonken familieleden, en
dat soort van dingen. Maar ik heb niet graag
seerend deskundigen de afdeeling of het
bestuur ter zijde te staan. De vroegere arts
te Broek op Langendijk, dr. Hamaker, dr.
Rootlieb van Zuid-scharwoude, later dr.
Hoekstra en niet te vergeten dr. Vogelenzang
van Oudkarspel, die jarenlang de afdee
ling als voorzitter heeft gediend, hebben
veel gedaan om haar bloei te bevorderen
en er aan mee te werken, dat zoo goed
als alle hoofden van gezinnen als lid tot
de afdeeling toe traden. Doch ook anderen
hebben aan haar populariteit meegewerkt
en ertoe bijgedragen, dat zij in het middel
punt van veler belangstelling stond. Daar
was van de oprichting af de bode-magazijn
meester, wijlen de heer Abbring Slesker, die
door zijn krachtige persoonlijke propaganda
een groot aandeel heeft gehad in de toena
me van het ledental. Wijlen de heer Jb.
Greidanus wethouder en wijlen Joh. W. C.
Kroon, burgemeester van Zuid-Scharwoude
stonden steeds op de bres om de belangen
van het Witte Kruis voor te staan. Tal
van jaren heeft de voor eenige jaren ver
trokken predikant der Ned. Herv. gemeente
te Noord-Scharwoude de heer O. S. Staal,
zijn beste krachten als secretaris-penning
meester aan de vereeniging gegeven, wat
ongetwijfelder toe heeft bijgedragen, dat
hem een plaats in het hoofdbestuur werd
ingeruimd. Het zou ons te ver wezen, allen
te noemen, die in meerdere of mindere mate
er aanspraak op mogen maken, de belan
gen van de Lahgendijker afdeeling van
het Witte Kruis te hebben voorgestaan,
doch één zouden we onrecht aandoen, als
wc hem niet noemden n.1. den tegenwoordi-
gen bode-magazijnmeester den heer W.
Koeman, die op zoo uitnemende wijze de
snaren wist te treffen, om de belangstel
ling voor het Witte Kruis niet alleen te
bewaren, maar om ze nog te doen toenemen
Waar het mogelijk was, heeft hij de ver
diensten en de beteekenis van het Witte
Kruis in het licht gesteld en er alzoo aan
meegewerkt, haar voor mindere waardeering
te behoeden.
Behalve het gewone Witte Kruis werk,
zooals dat aanvankelijk werd opgezet, was
WARMEN HUIZEN
Maandagavond had ten gemeentehuize
onder leiding van Burgemeester Nolet een
bijeenkomst van genoodigden plaats, om te
trachten een comité te vormen, voor inza
meling van gelden voor het Nationaal hu
welijksgeschenk aan H. K. H. Prinses Ju-
liana.
Burgemeester heette de aanwezigen wel
kom. Spreker vond het jammer, dat niet
alle genoodigden aanwezig waren, maar de
weersomstandigheden zijn hier de oorzaak
wel van. Ook hebben een paar kennisgeving
van verhindering bericht, doch zegden te
vens de volle medewerking toe.
Spreker zette vervolgens de plannen uit
een, waar de inzameling van gelden voor
moest dienen. Het comité is amengesteld
als volgt; H. Nolet, voorzitter; H. G. Rijs, se
cretaris-penningmeester; Ds. J. J. Bosma,
Pastoor J. E. M. Brinkman, W. Dekker, P.
Dissel. T. Donia,. W. Gutker, P. Klant, W.
Koot, K. Molenaar. Jac. Mooij. P. J. Mink,
Mej. J. C. J. Overbeek, N. de Vries, K. Groot,
A. van Buuren J. de Waal, leden.
Burgemeester stelde voor een buscollecte
te laten houden en prefereerde dit boven
een lijst, omreden vele menschen niet veel
kunnen missen en voor de betrokkenen
niet prettig aandoet om op een lijst te tee
kenen. Het gaat tenslotte niet om het be
drag, maar een gift van allen. Bij wijze
van spreken zijn we met een cent van de
armen even blij als met een gulden van
de rijken. De comité-leden gingen met dit
voorstel accoord.
Burgemeester zou bet gewcnscht achten,
dat de leden van het comité met de bus
rondgingen, doch zou hierovor de dominé
en de pastoor willen uitschakelen.
De collecte zal worden gehouden op
Woensdag 18 en Donderdag 19 Nov. a.s.
Een paar dagen voor genoemde datums
zal huis aan huis een circulaire worden
bezorgd om de ingezetenen er nog even op
attent te maken.
Voorzitter dankte de heeren voorloopig
voor de moeite.
dat u zoo'n beschermende houding aanneemt.
Kunt u niet eens een beetje minder discreet
zijn?"
„Zeker, zou u liever hebben, dat ik u
openlijk mijri liefde verklaarde?"
„Doe niet zoo dwaas. Ik zal u wel een
eindje op weg helpen. Ik weet bijvoorbeeld,
dat Jan niet werkt voor den kost."
„Toch is dat niet waar. Hij werkt er zeker
voor, en harder dan de meeste menschen
net als alle bandieten."
Larry bedacht bitter, hoe gegrond die op
merking was.
„Bandieten? Dus dat geeft u toch toe, al
zegt me dat niets, wat ik nog niet wist. Ik
heb Ralph's bakersprookjes over zyn effec
tenhandel nooit geloofd, en ik ben ook niet
dom genoeg om niet te snappen, dat Jan
van hetzelfde kaliber is. Nu schijnt hij ergens
over te piekeren. Een van zijn twijfelachtige
ondernemingen is zeker misgeloopen, niet?"
„Waarom vraagt u 't mij, als u 't zelf zoo
goed weet?"
„U doet als een super-detective," pruilde
Barbara. „Ik weet zeker, dat ik dien ver
waanden kwast, Sherlock Holmes, gelaat zou
hebben, als hij ooit bestaan had, en u doet al
precies hetzelfde."
„Ik schrjn aanleg te hebben om dingen te
zeggen, die u ergeren," lachte Larry.
„Nee, meer om heelemaal niets te zeggen,
ik wou zooveel weten. Over Clem, bijvoor
beeld. Dat was werk van den Strooper het
stond in de kranten, en Jan denkt het ook,
maar hy wil het niet uitspreken. Ik geloof
zeker, dat Clem den kogel kreeg, die voor
Jan bestemd was en dien anderen keer zag
de Strooper u voor Jan aan."
„Nou, wie spreekt hier als de geduchte
Sherlock? Ga door. Uw theoriëen zijn heel
onderhoudend."
En u zoudt ook onderhoudend zijn, als u
niet zoo geheimzinnig deed. Ik geloof, dat
uw werk, altijd onder misdadigers, u erg-
denkend heeft gemaakt."
„Dank u, misschien hebt u wel gelijk."
de afdeeling altijd paraat, ook in die ge
vallen, waar zij preventief kon optreden. Bij
de typhus - epidemieën die Langendijk voor
en na hebben geteisterd ('t was in de tij
den, dat we nog geen waterleiding hadden,
aan welker totstandkoming, het zij en pa
renthese gezegd, het Witte Kruis door haar
moreelen invloed, ook heeft bijgedragen,)
kon op haar hulp en bijstand worden ge
rekend. Gezinsverpleging betrok zij al
spoedig in de sfeer harer bemoeiingen. T.
b.c. bestrijding stond al spoedig op haar
program; een hoogtezon-behandeling werd
door haar in tóepassing gebracht Geen en
kel gebied, waarbij de openbare gezondheid
was betrokken, was voor haar onverschil
lig.
Met een gevoel van gepasten trots en
dankbaarheid kan men bij dit 40-jarig be
staan op het verleden terugzien, omdat vele
Langendijkers van het heilzame werk heb
ben geprofiteerd. De laatste jaren is in-
tusschen het ledental, dat wel eens om de
1400 schommelde, gedaald, als gevolg van
de oprichting van het Wit-gele-Kruis door
de R.K.. De meesten dezer hebben toen hun
lidmaatschap opgezegd en trachten nu in
hun eigen organisatie hetzelfde werk te
doen, dat het Witte Kruis met zooveel suc
ces, ook voor hen had verricht. Wel is het
jammer, dat de splijtzwam ook daar haar
werk heeft verricht. Daartegen was echter
niets te doen, omdat, hebben de R.K., die
ook hier reeds een groot aantal aanhan
gers tellen, het erop gezet, een in hun
geest werkende organisatie op te richten, zij
niet rusten vóór hun doel is bereikt. Al is
de afd. van het Witte Kruis daardoor fi
nancieel niet in een aangename positie ge
komen zij is toch nog altijd in staat het
werk te verrichten, dat haar hand vindt
te doen en neemt zij in de rij der Witte
Kruisafdeelingen nog een vooraanstaande
plaats in.
Wij hopen, dat het haar gegeven moge
zijn, nog veel te doen in het belang derge-
nen, voor wie zij haar doel heeft na te stre
ven, en waar belangen aan haar zijn toe
vertrouwd.
Een schandelijke daad.
Bij de winkelierster Mej. IJ. Sch. is dezer
dagen uit de winkellade een bedrag van f4
ontvreemd. ïn een onbewaakt oogenblikje
heeft de brutale daderes) hiervan gebruik
weten te maken.
Voor deze arme vrouw en leelijke schade
post.
NIEUWE NIEDORP
Winkeliersvergadering ten huize van den
heer Kossen alhier, voor bespreking St. Ni-
coiaasattractie.
Wegens afwezigheid van voorzitter Ko
men, worden de slechts 9 aanwezigen wel
kom geheeten door de waarn. voorz. de heer
Kossen.
De notulen worden gelezen en goedge
keurd.
De heer Toornstra doet enkele mededee-
lingen ter zake de gehouden attractie tijdens
de Floralia. Aan uitgegeven bonnen is ont
vangen f 21.83. Tot op heden is uitgegeven
I 49.10, terwijl nog niet alles is afgex-ekend.
Dat het treurig is, dat zoo bitter weinig
belangstelling wordt getoond voor deze toch
zeer belangrijke vergadering voor de winke
liers, wordt niet onder stoelen en banken ge
schoven en vooral nu, tegen de periode, dat
door het publiek grootere inkoopen zullen
worden gedaan. Besproken wordt wat gedaan
kan worden, zonder met de loterijwet,
waar thans zeer krap op toegezien wordt,
in strijd te komen. Enkele discussie's hier
omtrent worden gevoerd, maar ten slotte
wordt naar voren gebracht, dat er met zoo
weinig belangstelling toch niets is uit te
-voeren. Hoewel er bitter weinig voor ge
voeld wordt, wederom bij de niet aanwezige
winkeliers rond te gaan om medewerking te
vragen, komt men ten slotte toeh zoover,
dat ieder aanwezige een paar winkeliers zal
bezoeken.
Het plan om wederom bonnen te verstrek
ken om deze te doen inwisselen voor het
spelen op een vlotbrug of bij een kegelspel
zal worden voorgesteld.
Vrijdagavond zal dan wederom vergaderd
worden.
Rondvraag niet opleverende, volgt sluiting.
„Ik zou tenminste niet graag in uw
schoenen staan," zei Barbara peinzend. „Al
tijd met wetsovertreders te doen te hebben,
lijkt me niet erg verheffend."
„Dat is het ook niet. Maar iemand, die niet
met misdadigers zou willen omgaan, zou
alleen moeten leven."
„Dét is nogal een verregaande bewering."
„Maar waar. Er zyn maar twee soorten
menschen in de wereld: zij die misdaden be
gaan en zij, die er op betrapt worden."
„Dat klinkt heel wijs, maar 't is erg cy
nisch," berispte Barbara. „U moet niet cy
nisch zijn, mijnheer Kaye. Cynisme is ge
woonlijk het wapen, waarmee de knoeier zijn
eigen fouten verdedigt, en een ander, die
meer tot stand heeft gebracht, aanvalt. Maar
u hebt waarschijnlijk toch gelrjk in uw be
wering, dat er in de meeste menschen een
misdadige neiging aanwezig is. Dat voel ik in
mezelf vooral als juffrouw Greer aan 't
zingen is.
Ze keek op haar horloge en gaf een gilletje
van schrik.
„Goeie hemel, is 't al zoo laat? Ik zal me
gauw toonbaar moeten gaan maken voor het
diner."
„O, 'tis nog tijd genoeg," wierp Larry te
gen, maar Barbara liet zich niet overhalen.
„Nee, ik weet zeker, dat mijn neus glimt,
en ongepoederde neuzen veroorzaken de helft
van de verbroken verlovingen."
Ze knikte wijs en ging er tusschen uit
Later herinnerde zij zich, dat zij vergeten
had, hem te vertellen van haar ontmoeting
met Keating, waardoor zy misschien maar
dat wist ze natuurlijk niet spoedig van het
gezelschap van „superintendant Kaye" be
roofd geweest zou zijn, hoewel als vergoeding
daarvoor de eerstvolgende twaalf uren een
heel wat vreedzamer verloop genomen zou
den hebben.
(Wordt vervolgd.)