Arrondissements rechtbank te Alkmaar Feuilleton Veertig jaar „Witte Kruis" MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 10 November. Uitspraken: Frederik Willem F., rentenier, Haarlem, voorh. Heiloo, zedenmisdrijf artikel 247 Strafr. meermalen gepl., 6 mnd. gev. voor waardelijk met 3 proefjaren. Tiddo B.. Den Helder, (in hechtenis), ze denmisdrijf art. 245 en 247 Strafr., 6 mnd. gev. voorw. met 3 proefjaren. Arjen de H., koopman, Koegras (gem. Den Helder), toebrengen van ernstig lich. letsel door schuld, art. 308 Strafr. (De aan rijding met den fietser F. Otten bij de Groot- slooterbrug bij Schagerbrug). De zaak wordt voortgezet tot het slachtoffer eventueel zoo danig weer hersteld' is, om ter zitting te kunnen komen. Pieter Sch., Den Helder, zedendelict art. 247 Strafr., 10 maanden gev. voonv. met 3 proefjaren. Anthonie BI., arbeider, Noordscharwoude, als vorens, zedenmisdr. art. 247, 6 maanden gev. voorw. met 3 proefjaren. Johannes de R., Den Helder, gedetineerd, zedenmisdrijf art. 247 Strafr., 10 maanden gev.; voorts ter beschikking der regeering gesteld. Hoorn. JE MOET MAAR UITGAANI De roman van een zaakwaar neemster en een huisvriend. Op Zondag 12 September wenschte de nijvere groentenhandelaar Cornelis v. Kal ken te Hoorn, zijn eentoonig bestaan eens welverdiend en aangenaam af te wisselen door met moeder de vrouw een gezellig eendaags uitstapje te maken naar het war me zuiden des lands. Als derde werd daar bij uitgenoodigd de vrouw van zijn jongen huisvriend, den 27-jarigen schilder Anth. Fred. H., die om zoo te zegen, als kind bij den groentenboer over de vloer kwam. Een zekere mej. W. Laget, 'n even mollig als bij-de-hand en goed van den tongriem ge sneden vrouwtje, had zich bereid verklaard dien dag het oog op de winkel te houden en mijnheer H. zou dan ten huize van Kal ken blijven eten. Toen dit alles met goed gevolg voor elkaar gebokst, vertrok de familie v. Kalken en invité met een gerust hart en was niet wei nig ontsteld, toen zij bij hun thuiskomst laat in den avond moesten vernemen, dat vermoedelijk een inbreker van de gelegen heid had gebruik gemaakt, toen juffrouw Laget een avondvisite bij de buren Buut- veld maakte, om het huis in te dringen en toen pl.m. 10 gulden had ontvreemd uit een busje in de keuken en een dito bewaar plaats een spaarbusje voor de kinderen op de slaap- en bovenkamer van het per ceel. Een openstaand raam en modderige voet afdrukken op het echtelijk bed wezen vrij duidelijk aan, dat hier iemand was bin nengedrongen. Bovendien was er heel wat dramatisch gedoe afgespoeld tijdens de afwezigheid van het echtpaar v. Kalken cum suis. Mej. Laget had met prijzenswaardige stiptheid het winkelbedrijf behartigd en zooveel ver kocht, dat het bedrijfskapitaal, haar door vader v. Kalken ter hand gesteld, niet eens behoefde te worden aangesproken. Ook had zij met sncces als gastvrouw gefungeerd en den onbestorven eensdags-weduwnaar Toon H. gelaafd en gespijsd en voorts had zij nog een echtpaar uit den stam Israël onthaald op een sterk kopje mokka en een boterham met aardbeien. In één woord, mej. Laget had zich zelf overtroffen. De heer H. had de gezellige dikkerd nog geïnviteerd om mee te gaan naar het voetbalveld, alwaar motorraces werden gehouden, doch juffr. Laget had meer de voorkeur geschonken aan de bioscoop, doch deze vingerwijzing werd door vriend H. genegeerd en de invi tatie niet herhaald. Dus besloot mej. Laget den Zondagavond te passeeren bij de familie Buutveld, een stoker-machinedrijver in de Buurt woon achtig. Toen men echter huiswaarts ging, kwam Iuffrouw Laget tot de ontstellende ontdek king, dat zich vreemd volk in huis moest 54. De barbier bekeek de kruin van Keating's hoofd. „Je bent verstandig," zei hfl hardvochtig. XXVIII Barbara zette haar wagen voor de garage en slenterde den tuin in om rustig te kunnen nadenken. Keating's voorstel hield haar zoo bezig, dat Larry drie maal haar naam moest roepen, voordat zij hem hoorde. „U gaat toch nog niet naar binnen?" vroeg hij. bevinden. Zij verzocht een buurman om een onderzoek in te stellen, en ging toen deze heer niet veel haast maakte de as sistentie der familie Buutveld inroepen. Inderdaad vond men toen vele sporen die wezen op een ongewenschte visite en bleek later het hiervoren geleverde gemis uit de spaarbusjes. Maar ook trof men op het terrein van het vermoedelijke misdrijf aanniemand an ders dan vriend H. die er tamelijk ver waaid uitzag, met zwaar bezweet gelaat, heet en geagiteerd en stof of modder op de kleeren, terwijl een hem toebehoorende zak doek op den grond bij de deur werd gevon den alsmede een omgevallen stoel. Volgens zijn opgaaf had hij in ietwat aangeschoten toestand aangeklopt bij de familie v. Kal ken en niemand thuistreffend, geprobeerd nachtlogies te vinden in e engroentekar van v. Kalken, geparkeerd in een zich naast het perceel bevindend steegje. Uit al die gegevens distilleerde men een verdenking tegen den schilder, die in kwa liteit van huisvriend met de situatie geheel op de hoogte was en ook bekend met de aanwezigheid en de plaats van boven aan geduide spaarbusjes. Juffrouw H. vond natuurlijk het gebeurde hoogst onaangenaam en stond 8 gulden af van haar armoedje, om de zaak te sussen, en dat zou ook wel gelukt zijn, doch de schilder nam een afwijzende houding aan, ontkende beslist waarop juffr. Laget, die de mogelijkheid voorzag, dat men haar zou verdenken, hoewel zij met de aanwezigheid van het gestolen geld niet eens bekend was, er toe overging den Commissaris van politie met het gebeurde op de hoogte te brengen. Een politioneel onderzoek werd alsnu in gesteld, de zaak geraakte in handen van Officier en Rechter-commissaris, met het voor den schilder onvoordeelige resultaat, dat hii heden voor de meervoudige strafka mer terecht stond, verdacht van diefstal. De verdachte bleef ook voor de rechtbank halsstarrig ontkennen, ook toen de president Mr. Ledehoer, hem gemoedelijk tot beken tenis trachte te animeeren. Ook was zijn optreden tegen mej. Laget, die rad van tong de rechtbank uitvoerig inlichtte en wiens debuut als getuige één doorloopend succes was, ver van hoffelijk, zóó onbe leefd zelfs, dat hij deze getuige het zwijgen trachtte op te leggen, door welke ongenast- heid hij zich een duchtige terechtwijzing op den hals haalde. Door de weinige toeschietelijkheid van den verdachte, moest het bewijs worden geconstrueerd uit de bezwarende omstandig heden voorheen aanwijzingen genoemd en de getuigenverklaringen, dus duurde de be handeling zeer lang. Doch ten slotte kwam dan toch mijnheer de Qfficier aan het woord, die uitvoerig de vermoedelijke toedracht van het misdrijf releveerde en het feit bewezen achten de- om, mede in verband met de omstandigheid, dat verdachte reeds vroeger ter zake een vermogensdelict voorw. was veroordeeld en dus om zoo te zeggen, een justitioneel ver leden had, tot slot van ziin requisitoir te vorderen veroordeeling tot 1 Jaar en 6 maan den gevangenisstraf. Mr. Thomas, advocaat te Hoorn, fun- geerende als verdediger van verdachte, was een andere meening toegedaan en achtte het verweer van verdachte, dat hij dronken was thuis gekomen en zich als gewezen reclassant. die nog altijd door de politie werd nagegaan, voor dien toestand had ge schaamd, niet onaannemelijk. Bovendien was nog gebleken, dat nog andere personen dien dag in de huiskamer hadden vertoefd. Pleiter concludeerde dus tot vrijspraak. Wat verdachte hetreft, deze man bleef bij zijn pertinente ontkentenis consequent vol harden. Texel. OOK GEEN SCHITTEREND TOERIST. Een deftige mijnheer uit Amsterdam was te Texel en flagrant delict door 3 per sonen betrapt op openb. schennis der eer baarheid, strafbaar gesteld bij art. 239 Strafr. Verdediger in deze zedenzaak, die met gesloten deuren werd behandeld, was mr. v. d. Loos. Den Helder. EEN IJSKOUD PROCES. Een te Den Helder in roomijs handelende ingezetene, Willem L., zou roomijs hebben verkocht beneden het vereischte melkvet- gehalte, c.q. 12 procent. Dit roomijs haalde maar 8,8 procent en was dus beslist te ma ger volgens opvatting van den keurings- „Dat was Ik zeker van plan," antwoordde Barbara. „Rijden is hard werken tegenwoordig, en ik heb een ernstig vermoeden, dat mijn neus gepoederd moet worden." „De dag is veel te mooi om hem in huis door te brengen. Ver geweest?" „Nee, alleen een eindje rondgereden. Soms voel ik, dat ik werkelijk weg moet uit dit huis." „Och kom, dat is niet erg vleiend voor uw gast." „Ik heb altijd belang in u gesteld, mijnheer Kaye, sinds ik door Keating van u gehoord heb," zei Barbara; „maar tot nog toe hebt u niets gedaan dan dit huis nog geheimzinniger gemaakt en dat Is het juist, wat me hier wegjaagt." „Het spjjt me, dat u me zoo geheimzinnig vindt." „Toch is het zoo. U antwoord nooit, als men u rechtuit iets vraagt. Dezer dagen nog heb ik er van af gezien u iets te vragen, omdat u toch altfld een ontwijkend antwoord geeft „Geef me dan nog eens een kans," pleitte Larry. „Nu houdt u mij voor den gek. Misschien is het dwaas van mij, maar ik wou, dat u één ding zei: Denkt u werkelijk, dat Crale de Strooper Is? Per slot van rekening had hij een revolver bij zich, toen er op u is ge schoten." „Wie zegt, dat er op mij geschoten is?" Barbara glimlachte flauwtjes „Uw verhaaltje van dien stoel mag juf frouw Greer misschien tevreden gesteld heb ben, maar mij niet, mijnheer Kaye." „Goed, laat 't dan zoo zijn, maar de iden titeit van den Strooper zou ik u onmogelijk dienst, gepersonifieerd In Dr. D. Mol. De ijsman werd alzoo te Den Helder veroor deeld tot 75 gulden boete, 'n Reuzcstraf en daar ook het magere ijs hem geen vetpot gaf, kwam hij in hooger beroep. Zijn verweer echter dat hij niet op de hoogte was van de juiste samenstelling en het debiet nog schraler was dan het schrale product, maakte op den Officier bitter wei nig indruk en werd alzoo bevestiging gere- quireerd. Bergen. OPNIEUW GEEN TROOST GEVONDEN. De heer Cornelis H. te Bergen, bewoont reeds tal van jaren in een stille buurt een nette woonwagen en daar het gezin niet minder net is dan die wagen zelf, heeft niemand ooit bezwaren gemaakt. De ge meente echter, die voortdurend in aanzien toeneemt, heeft inmiddels ook deftige al lures gekregen en zich een woonwagenkamp aangeschaft, waarheen nu ook de familie H. werd verwezen. Toen echter de heer H. zijn standplaats behield volgde proces-ver baal en werd de man door den Alkmaar- schen kantonrechter tot 50 ct. boete of 1 dag veroordeeld. Het ging echter niet om de knikkers, maar om het spelrecht en dus kwam de veroordeelde in appèl bij de Arr. Rechtbank. Maar ook daar zal hij wel verwezen wor den naar het zoo gevreesde kamp, waar hij niet thuis hoort, want ook de Officier kon het mniet beschermen en requireerde ver volgens bevestiging van het vonnis. LANGENDIJK De afdeeling van de Noord-Hollandsche Vereeniging „Het Witte Kruis" zal zeer binnenkort het feit herdenken, dat zij werd opgericht. Deze herdenking lijkt ons alles zins gerechtvaardigd, omdat deze -»fd- eling in den tijd van haar bestaan gr' 1 heeft, ernst te maken met het nastreven van het doel, dat zij zich heeft gesteld, en daardoor veel heeft gedaan in het belang der volks gezondheid en veel leed, dat bij ziekte wordt geleden, heeft helpen verzachten. De afdeeling is er al spoedig toe overge gaan een eigen gebouw te stichten in de gemeente Zuidscharwoude. Dat gebouw, bewoond door den magazijnmeester, is al zeer spoedig voorzien van allerlei artike len, die in de ziekenkamer van het hoog ste belang waren met een kelder waarin het ijs kon worden bewaard, dat in ernsti ge ziektegevallen moest worden gebruikt. De achtereenvolgende jaarverslagen, die op de ledenvergaderingen der afdeeling zijn uitgebracht, geven een uitvoerige opsom ming van wat er elk jaar aan gebruiks voorwerpen en porties ijs werd afgegeven. Zij vormen een doorslaand bewijs van het groote nut van de afdeeling van het Witte Kruis en de krachtige werkzaamhe den, welke door de achtereenvolgende be sturen in het belang der volksgezondheid zijn verricht. Het stichten van het eigen gebouw, het aanschaffen van de talrijke ge bruiksvoorwerpen heeft heel wat hoofdbre kens gekost, doch'dtf'durf en het doorzet tingsvermogen van de bestuurders hebben die moeilijkheden weten te overwinnen door zich financieéle offers te getroosten en door een niet vergeefsch beroep op hen die het Witte Kruis een goed hart toedroegen. De afdeeling - had spoedig de harten van vele Langendijkers veroverd. Dit kon moeilijk anders, omdat het hier betrof een instelling die zonder onderscheid van godsdienst of politiek, de helpende hand toereikte aan allen, wier lijden in tijden van ziekte kon worden verlicht of voorkomen en zich bo vendien in dienst stelde van een streven, dat onmiddellijk ieders sympathie moest verwerven. De afdeeling Langendijk van het Witte Kruis is een van de grootste af deelingen der vereenigingen. Dit is te begrijpen, daar de 4 gemeenten in dezen altijd zusterlijk héb ben samengewerkt, zoodat zij op het plat teland van Noord-Holland als aangewezen was, een groote en wel de grootste afdee ling te worden. De verschillende artsen hebben hun steun steeds daadwerkelijk aan de afdeeling gegeven, nooit hebben zij zich onttrokken aan het verzoek, om als advi- kunnen onthullen. Wat Crale betreft, hij schijnt al de beminnelijke eigenschappen te hebben van den doorsnee-bediende." „Beminnelijk? Ik vind anders niet, dat hij erg beminnelijk is." „Misschien niet, maar hij is in elk geval typisch. Gisteren was hij mijn kamer aan het opruimen, zooals hij zei, een poosje voordat ik een brief miste. Het was nog wel zijn vrije middag, en hij is de eerste butler, dien ik ooit gekend heb, die zich bij die gelegenheid genoopt voelde, te gaan werken." Barbara fronste haar glad voorhoofd. „Soms vraag ik me wel eens af, wat hij geweest is voor hij hier butler werd. Zijn ge tuigschriften waren volkomen in orde, maar enfin, hij helpt ook al mee om de atmos feer nog gedrukter te maken. Begrijpt u wel, hoe vervelend het voor mij is, dat ik me letterlijk tot niemand kan wenden om een uitlegging van dat schot, en andere zonder linge gebeurtenissen? Jan spreekt nooit over iets, en de naam van den Strooper lijkt wel taboe." „Taboe, hoezoo?" Barbara haalde de schouders op. „Iedereen sluit zich op als een slak in haar huisje, zoodra de naam maar genoemd wordt. Zelfs u. En toch gaat het u zeker zoo veel aan, als wie ook.' Larry probeerde een onschuldig gezicht te trekken. „Hoezoo dan?" „Mijn beste man," protesteerde Barbara, „u verbeeldt zich toch niet, dat ik geloof, dat u hier blijft omdat u zoo op Jan gesteld is?" „Waarom niet? Aardige vent school vrienden, en zoo." „Ja," zei Barbara, „maar als ik sprookjes wil hooren, kan ik beter by Hans Andersen terecht. Nee, mijnheer Kaye, dat gaat niet op. Ik krijg den indruk, dat u een verschik- kelijke waarheid voor me verborgen wilt houden net als in een melodrama: ont maskering van diep gezonken familieleden, en dat soort van dingen. Maar ik heb niet graag seerend deskundigen de afdeeling of het bestuur ter zijde te staan. De vroegere arts te Broek op Langendijk, dr. Hamaker, dr. Rootlieb van Zuid-scharwoude, later dr. Hoekstra en niet te vergeten dr. Vogelenzang van Oudkarspel, die jarenlang de afdee ling als voorzitter heeft gediend, hebben veel gedaan om haar bloei te bevorderen en er aan mee te werken, dat zoo goed als alle hoofden van gezinnen als lid tot de afdeeling toe traden. Doch ook anderen hebben aan haar populariteit meegewerkt en ertoe bijgedragen, dat zij in het middel punt van veler belangstelling stond. Daar was van de oprichting af de bode-magazijn meester, wijlen de heer Abbring Slesker, die door zijn krachtige persoonlijke propaganda een groot aandeel heeft gehad in de toena me van het ledental. Wijlen de heer Jb. Greidanus wethouder en wijlen Joh. W. C. Kroon, burgemeester van Zuid-Scharwoude stonden steeds op de bres om de belangen van het Witte Kruis voor te staan. Tal van jaren heeft de voor eenige jaren ver trokken predikant der Ned. Herv. gemeente te Noord-Scharwoude de heer O. S. Staal, zijn beste krachten als secretaris-penning meester aan de vereeniging gegeven, wat ongetwijfelder toe heeft bijgedragen, dat hem een plaats in het hoofdbestuur werd ingeruimd. Het zou ons te ver wezen, allen te noemen, die in meerdere of mindere mate er aanspraak op mogen maken, de belan gen van de Lahgendijker afdeeling van het Witte Kruis te hebben voorgestaan, doch één zouden we onrecht aandoen, als wc hem niet noemden n.1. den tegenwoordi- gen bode-magazijnmeester den heer W. Koeman, die op zoo uitnemende wijze de snaren wist te treffen, om de belangstel ling voor het Witte Kruis niet alleen te bewaren, maar om ze nog te doen toenemen Waar het mogelijk was, heeft hij de ver diensten en de beteekenis van het Witte Kruis in het licht gesteld en er alzoo aan meegewerkt, haar voor mindere waardeering te behoeden. Behalve het gewone Witte Kruis werk, zooals dat aanvankelijk werd opgezet, was WARMEN HUIZEN Maandagavond had ten gemeentehuize onder leiding van Burgemeester Nolet een bijeenkomst van genoodigden plaats, om te trachten een comité te vormen, voor inza meling van gelden voor het Nationaal hu welijksgeschenk aan H. K. H. Prinses Ju- liana. Burgemeester heette de aanwezigen wel kom. Spreker vond het jammer, dat niet alle genoodigden aanwezig waren, maar de weersomstandigheden zijn hier de oorzaak wel van. Ook hebben een paar kennisgeving van verhindering bericht, doch zegden te vens de volle medewerking toe. Spreker zette vervolgens de plannen uit een, waar de inzameling van gelden voor moest dienen. Het comité is amengesteld als volgt; H. Nolet, voorzitter; H. G. Rijs, se cretaris-penningmeester; Ds. J. J. Bosma, Pastoor J. E. M. Brinkman, W. Dekker, P. Dissel. T. Donia,. W. Gutker, P. Klant, W. Koot, K. Molenaar. Jac. Mooij. P. J. Mink, Mej. J. C. J. Overbeek, N. de Vries, K. Groot, A. van Buuren J. de Waal, leden. Burgemeester stelde voor een buscollecte te laten houden en prefereerde dit boven een lijst, omreden vele menschen niet veel kunnen missen en voor de betrokkenen niet prettig aandoet om op een lijst te tee kenen. Het gaat tenslotte niet om het be drag, maar een gift van allen. Bij wijze van spreken zijn we met een cent van de armen even blij als met een gulden van de rijken. De comité-leden gingen met dit voorstel accoord. Burgemeester zou bet gewcnscht achten, dat de leden van het comité met de bus rondgingen, doch zou hierovor de dominé en de pastoor willen uitschakelen. De collecte zal worden gehouden op Woensdag 18 en Donderdag 19 Nov. a.s. Een paar dagen voor genoemde datums zal huis aan huis een circulaire worden bezorgd om de ingezetenen er nog even op attent te maken. Voorzitter dankte de heeren voorloopig voor de moeite. dat u zoo'n beschermende houding aanneemt. Kunt u niet eens een beetje minder discreet zijn?" „Zeker, zou u liever hebben, dat ik u openlijk mijri liefde verklaarde?" „Doe niet zoo dwaas. Ik zal u wel een eindje op weg helpen. Ik weet bijvoorbeeld, dat Jan niet werkt voor den kost." „Toch is dat niet waar. Hij werkt er zeker voor, en harder dan de meeste menschen net als alle bandieten." Larry bedacht bitter, hoe gegrond die op merking was. „Bandieten? Dus dat geeft u toch toe, al zegt me dat niets, wat ik nog niet wist. Ik heb Ralph's bakersprookjes over zyn effec tenhandel nooit geloofd, en ik ben ook niet dom genoeg om niet te snappen, dat Jan van hetzelfde kaliber is. Nu schijnt hij ergens over te piekeren. Een van zijn twijfelachtige ondernemingen is zeker misgeloopen, niet?" „Waarom vraagt u 't mij, als u 't zelf zoo goed weet?" „U doet als een super-detective," pruilde Barbara. „Ik weet zeker, dat ik dien ver waanden kwast, Sherlock Holmes, gelaat zou hebben, als hij ooit bestaan had, en u doet al precies hetzelfde." „Ik schrjn aanleg te hebben om dingen te zeggen, die u ergeren," lachte Larry. „Nee, meer om heelemaal niets te zeggen, ik wou zooveel weten. Over Clem, bijvoor beeld. Dat was werk van den Strooper het stond in de kranten, en Jan denkt het ook, maar hy wil het niet uitspreken. Ik geloof zeker, dat Clem den kogel kreeg, die voor Jan bestemd was en dien anderen keer zag de Strooper u voor Jan aan." „Nou, wie spreekt hier als de geduchte Sherlock? Ga door. Uw theoriëen zijn heel onderhoudend." En u zoudt ook onderhoudend zijn, als u niet zoo geheimzinnig deed. Ik geloof, dat uw werk, altijd onder misdadigers, u erg- denkend heeft gemaakt." „Dank u, misschien hebt u wel gelijk." de afdeeling altijd paraat, ook in die ge vallen, waar zij preventief kon optreden. Bij de typhus - epidemieën die Langendijk voor en na hebben geteisterd ('t was in de tij den, dat we nog geen waterleiding hadden, aan welker totstandkoming, het zij en pa renthese gezegd, het Witte Kruis door haar moreelen invloed, ook heeft bijgedragen,) kon op haar hulp en bijstand worden ge rekend. Gezinsverpleging betrok zij al spoedig in de sfeer harer bemoeiingen. T. b.c. bestrijding stond al spoedig op haar program; een hoogtezon-behandeling werd door haar in tóepassing gebracht Geen en kel gebied, waarbij de openbare gezondheid was betrokken, was voor haar onverschil lig. Met een gevoel van gepasten trots en dankbaarheid kan men bij dit 40-jarig be staan op het verleden terugzien, omdat vele Langendijkers van het heilzame werk heb ben geprofiteerd. De laatste jaren is in- tusschen het ledental, dat wel eens om de 1400 schommelde, gedaald, als gevolg van de oprichting van het Wit-gele-Kruis door de R.K.. De meesten dezer hebben toen hun lidmaatschap opgezegd en trachten nu in hun eigen organisatie hetzelfde werk te doen, dat het Witte Kruis met zooveel suc ces, ook voor hen had verricht. Wel is het jammer, dat de splijtzwam ook daar haar werk heeft verricht. Daartegen was echter niets te doen, omdat, hebben de R.K., die ook hier reeds een groot aantal aanhan gers tellen, het erop gezet, een in hun geest werkende organisatie op te richten, zij niet rusten vóór hun doel is bereikt. Al is de afd. van het Witte Kruis daardoor fi nancieel niet in een aangename positie ge komen zij is toch nog altijd in staat het werk te verrichten, dat haar hand vindt te doen en neemt zij in de rij der Witte Kruisafdeelingen nog een vooraanstaande plaats in. Wij hopen, dat het haar gegeven moge zijn, nog veel te doen in het belang derge- nen, voor wie zij haar doel heeft na te stre ven, en waar belangen aan haar zijn toe vertrouwd. Een schandelijke daad. Bij de winkelierster Mej. IJ. Sch. is dezer dagen uit de winkellade een bedrag van f4 ontvreemd. ïn een onbewaakt oogenblikje heeft de brutale daderes) hiervan gebruik weten te maken. Voor deze arme vrouw en leelijke schade post. NIEUWE NIEDORP Winkeliersvergadering ten huize van den heer Kossen alhier, voor bespreking St. Ni- coiaasattractie. Wegens afwezigheid van voorzitter Ko men, worden de slechts 9 aanwezigen wel kom geheeten door de waarn. voorz. de heer Kossen. De notulen worden gelezen en goedge keurd. De heer Toornstra doet enkele mededee- lingen ter zake de gehouden attractie tijdens de Floralia. Aan uitgegeven bonnen is ont vangen f 21.83. Tot op heden is uitgegeven I 49.10, terwijl nog niet alles is afgex-ekend. Dat het treurig is, dat zoo bitter weinig belangstelling wordt getoond voor deze toch zeer belangrijke vergadering voor de winke liers, wordt niet onder stoelen en banken ge schoven en vooral nu, tegen de periode, dat door het publiek grootere inkoopen zullen worden gedaan. Besproken wordt wat gedaan kan worden, zonder met de loterijwet, waar thans zeer krap op toegezien wordt, in strijd te komen. Enkele discussie's hier omtrent worden gevoerd, maar ten slotte wordt naar voren gebracht, dat er met zoo weinig belangstelling toch niets is uit te -voeren. Hoewel er bitter weinig voor ge voeld wordt, wederom bij de niet aanwezige winkeliers rond te gaan om medewerking te vragen, komt men ten slotte toeh zoover, dat ieder aanwezige een paar winkeliers zal bezoeken. Het plan om wederom bonnen te verstrek ken om deze te doen inwisselen voor het spelen op een vlotbrug of bij een kegelspel zal worden voorgesteld. Vrijdagavond zal dan wederom vergaderd worden. Rondvraag niet opleverende, volgt sluiting. „Ik zou tenminste niet graag in uw schoenen staan," zei Barbara peinzend. „Al tijd met wetsovertreders te doen te hebben, lijkt me niet erg verheffend." „Dat is het ook niet. Maar iemand, die niet met misdadigers zou willen omgaan, zou alleen moeten leven." „Dét is nogal een verregaande bewering." „Maar waar. Er zyn maar twee soorten menschen in de wereld: zij die misdaden be gaan en zij, die er op betrapt worden." „Dat klinkt heel wijs, maar 't is erg cy nisch," berispte Barbara. „U moet niet cy nisch zijn, mijnheer Kaye. Cynisme is ge woonlijk het wapen, waarmee de knoeier zijn eigen fouten verdedigt, en een ander, die meer tot stand heeft gebracht, aanvalt. Maar u hebt waarschijnlijk toch gelrjk in uw be wering, dat er in de meeste menschen een misdadige neiging aanwezig is. Dat voel ik in mezelf vooral als juffrouw Greer aan 't zingen is. Ze keek op haar horloge en gaf een gilletje van schrik. „Goeie hemel, is 't al zoo laat? Ik zal me gauw toonbaar moeten gaan maken voor het diner." „O, 'tis nog tijd genoeg," wierp Larry te gen, maar Barbara liet zich niet overhalen. „Nee, ik weet zeker, dat mijn neus glimt, en ongepoederde neuzen veroorzaken de helft van de verbroken verlovingen." Ze knikte wijs en ging er tusschen uit Later herinnerde zij zich, dat zij vergeten had, hem te vertellen van haar ontmoeting met Keating, waardoor zy misschien maar dat wist ze natuurlijk niet spoedig van het gezelschap van „superintendant Kaye" be roofd geweest zou zijn, hoewel als vergoeding daarvoor de eerstvolgende twaalf uren een heel wat vreedzamer verloop genomen zou den hebben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1936 | | pagina 6